Categorie: Inspiratie

Emor | Stoppen, tellen en verbeteren

Emor | Stoppen, tellen en verbeteren

Wij kunnen ons leven verbeteren en als een saffier schijnen. We zijn geen slachtoffers van onze levensomstandigheden. Wat ons voorgeschoteld wordt in het leven kunnen wij niet veranderen, wel hoe wij ermee omgaan. Wat de twee onafscheidbare gedeeltes van de Torah hiermee te maken hebben, de schriftelijke en de mondelinge, lees je in dit nieuwe artikel.

Download hier een printversie van dit artikel (PDF)

Het was 14 Niesan, de dag waarop het Pesach offer gebracht werd, dat later in de avond gegeten zou worden.  Elk jaar op deze dag stuurde het hooggerechtshof, dat zitting had in de tempel in Jeruzalem, drie afgevaardigden naar een gersteveld vlakbij Jeruzalem. Daar bundelden de afgezanten vochtige gerst terwijl het nog aan de grond verbonden bleef. 

Die avond en de daaropvolgende dag, 15 Nissan, werd Pesach gevierd. 

De volgende avond, zodra het donker werd en het inmiddels 16 Nissan was geworden en de eerste dag Pesach voorbij was, begaven massa’s mensen zich naar datzelfde gerstveld. Dezelfde drie afgevaardigden die er ook op 14 Niesan waren geweest namen elk een zeis en een mand mee en riepen de menigte toe:

“Is de zon onder?”
En de toeschouwers antwoordden: “Ja.”
“Is de zon onder?”
“Ja.”                                                                            
“Is de zon onder?”
“Ja.”

Vervolgens vroegen zij:
“Is dit een zeis?”
En de toeschouwers antwoordden: “Ja.”
“Is dit een zeis?”
“Ja.”
“Is dit een zeis?”
“Ja.”

En daarna:
“Is dit een mand?”
En de toeschouwers antwoordden: “Ja.”
“Is dit een mand?”
“Ja.”
“Is dit een mand?”
“Ja.”

En als het Shabbat was vroeg ons drietal:
“Is het vandaag Shabbat?”
En de toeschouwers antwoordden: “Ja.”
“Is het vandaag Shabbat?”
“Ja.”
“Is het vandaag Shabbat?”
“Ja.”

En ten slotte:
“Zal ik oogsten?”
En de toeschouwers antwoordden: “Oogst!”
“Zal ik oogsten?”
“Oogst!”
“Zal ik oogsten?”
“Oogst!”

Toeters en bellen

Wat een toeters en bellen! Wat een spektakel! Wat was hier gaande? 

De aanwezigheid van zovelen en het driemaal herhalen van elke vraag was bedoeld om de aandacht te trekken en te benadrukken dat dit precies gedaan werd conform de regels uit de Torah en met name conform de mondelinge leer. Want, ziet U, geachte lezer, de Torah heeft twee onafscheidbare gedeeltes. Het ene deel is de schriftelijke leer, oftewel de Tenach waarvan de 5 boeken Mozes, woord voor woord, aan Moshe door G-d gedicteerd zijn en de rest met G-ddelijke inspiratie geschreven is. Het andere deel is de mondelinge leer die G-d aan Moshe als uitleg van de schriftelijke leer op de berg Sinai erbij verteld heeft. 

Pas 1500 jaar na het geven van de Torah werd de mondelinge leer, de Mishna, door Rabbi Yehuda Hanasi opgeschreven. Dat was in het jaar 189 van de gewone jaartelling. Het was samengesteld uit aantekeningen van verschillende geleerden. Het op schrift stellen van de mondelinge leer achtten de geleerden toen ineens noodzakelijk omdat zij zich zorgen maakten dat door de ballingschap deze kennis niet meer van generatie op generatie nauwkeurig overgebracht zou worden.

De schriftelijke en mondelinge leer zijn dikke maatjes. Zij kunnen echt niet zonder elkaar. Enerzijds kan het schriftelijke deel van de Torah niet zonder uitleg begrepen of uitgevoerd worden. Anderzijds is de totale mondelinge leer helemaal op het schriftelijke gedeelte gebaseerd. Een aantal voorbeelden zal het een en ander duidelijk maken.

In de schriftelijke leer in Wajiekra, 16: 29 en 31 staat:

:בַּחֹ֣דֶשׁ הַ֠שְּׁבִיעִי בֶּֽעָשׂ֨וֹר לַחֹ֜דֶשׁ תְּעַנּ֣וּ אֶת־נַפְשֹֽׁתֵיכֶ֗ם

In de zevende maand, op de tiende van de maand zul je jezelf kwellen. (vers A)

שַׁבַּ֨ת שַׁבָּת֥וֹן הִיא֙ לָכֶ֔ם וְעִנִּיתֶ֖ם אֶת־נַפְשֹׁתֵיכֶ֑ם חֻקַּ֖ת עוֹלָֽם׃

Het is voor jullie een Shabbat stopdag en jullie zullen jullie kwellen, een eeuwige wet. (vers B)

De tiende dag van de zevende maand is Yom Kipoer, Grote Verzoendag en de Torah vertelt ons om ons te kwellen. Maar nergens staat er in de schriftelijke leer wat het kwellen inhoudt. Misschien moeten we op een spijkerbed gaan liggen of op een mierennest gaan zitten. Toch weet iedereen dat Yom Kipoer een vastendag is. Maar waar komt deze kennis vandaan? Uit de mondelinge leer.

Nog een voorbeeld uit Dewariem, 12:21:

:וְזָבַחְתָּ֞ מִבְּקָרְךָ֣ וּמִצֹּֽאנְךָ֗ אֲשֶׁ֨ר נָתַ֤ן ה לְךָ֔ כַּאֲשֶׁ֖ר צִוִּיתִ֑ךָ

…en je zult je rund- en kleinvee die G-d jou gegeven heeft slachten zoals ik jou geboden heb… (vers C)

Maar waar wordt er geboden hoe je slachten moet? Nergens in de schriftelijke leer staat hier iets over! Rashi helpt ons met zijn uitleg over dit vers. Hij vertelt ons dat de slachtwetten aan Moshe verteld werden op de berg Sinai.

Compensatie

En dan het bekende voorbeeld in Shemot, 21:24:

:עַ֚יִן תַּ֣חַת עַ֔יִן שֵׁ֖ן תַּ֣חַת שֵׁ֑ן יָ֚ד תַּ֣חַת יָ֔ד רֶ֖גֶל תַּ֥חַת רָֽגֶל

Oog om oog, tand om tand, hand om hand, voet om voet.

De letterlijke betekenis van dit vers zou zijn dat als Reuven letsel toebrengt aan het oog van Shimon, dat er een oog bij Reuven verwond zou moeten worden. Zijn deze gruwelijke praktijken wel Joods? Nee, natuurlijk niet. Het is nooit voorgekomen dat een Joods gerechtshof een dergelijke uitspraak gedaan heeft. De mondelinge leer schiet ons te hulp. Iemand die een lichaamsdeel van een ander beschadigt moet hem financieel compenseren. Hij moet hem vergoeden voor wat hij nu minder waard is door het ontbreken van het beschadigde lichaamsdeel. Dat is compensatie nummer één. Er zijn in totaal 5 financiële vergoedingen:

1. voor het ontbreken van het beschadigde lichaamsdeel
2. voor alle medische uitgaven
3. voor het gemiste salaris tot aan herstel
4. voor de pijn
5. voor de schaamte

Het kan ook niet anders, want wat als Reuven al aan één oog blind was geweest? Wanneer zijn tweede oog verwond zou worden dan zou hij helemaal blind worden! Wie garandeert bovendien dat men in staat zou zijn om precies hetzelfde letsel aan te brengen? Stel, je hebt iemand z’n oog voor één derde beschadigd, hoe zorg je ervoor dat je een identieke wond aanbrengt? Misschien wordt de beschadiging wel groter of juist kleiner. De kans bestaat ook dat de persoon door het letsel ernstig ziek wordt of zelfs komt te overlijden door bijvoorbeeld infectie. Er staat ‘oog om oog’ en niet ‘oog om het leven’. Twee bladzijdes worden er in de Talmoed besteed aan het opsommen van wel tien verschillende redenen waarom ”oog om oog” niet letterlijk opgevat kan worden.

Nu we dit weten, moeten wij nog een vraag stellen: als vijf financiële vergoedingen gegeven moeten worden, waarom staat dit dan niet zo letterlijk en duidelijk in de Torah? Oog om oog kan zo gemakkelijk verkeerd geïnterpreteerd worden. Maar de Torah wil ons op een subtiele manier aangeven dat een dader zelfs met alle vijf financiële restituties het eigenlijk nog steeds niet goed heeft gemaakt. Een mens en zijn lichaamsdelen zijn namelijk niet te koop. Anders zou je kunnen denken dat je klakkeloos een ander zou kunnen slaan, verwonden of amputeren, als je maar achteraf betaalt. Een heel rijk mens zou dan zorgeloos kunnen toeslaan en daarna met zijn financiële compensatie alles weer goed hebben gemaakt. “Welnee”, vertelt de Torah ons. “Heb jij het oog van je medemens beschadigd dan zou jouw oog eigenlijk ook dezelfde beschadiging moeten krijgen Oog om oog. Echter in de praktijk zal de rechtbank de dader enkel om een financiële compensatie vragen.

De Torah is niet uitsluitend een wetboek. Elk vers heeft vele betekenissen. Wanneer alleen de wet van geldcompensatie in de Torah had gestaan dan hadden we alle andere verborgen lagen niet kunnen ontdekken.

Natuurlijk baseert de mondelinge leer zich ook op het schriftelijke deel. Er staat namelijk helemaal niet oog om oog. Er staat עַ֚יִן תַּ֣חַת עַ֔יִן (ajien tachat ajien), oog onder oog. Als je de letters van het woord עַ֔יִן (ajien), oog neemt en van elke letter neem je de letter die eronder komt, d.w.z. de letter die in het alfabet erna komt dan gebeurt er het volgende:

Na de עַ֚ Ajien komt de פ, Pee.
Na de יִ Joed komt de כ Kaf.
Na de ן Noen komt de ס Samech.

Zet je deze drie nieuwe letters bij elkaar dan ontstaat het woord כסף (kesef) dat geld betekent, namelijk de financiële compensatie. Zo laat de Torah in dit vers doorschemeren (via de mondelinge leer) dat er zowel geld bedoeld wordt als het feit dat de dader eigenlijk dezelfde verwonding zou moeten krijgen die hij aangericht heeft. 

De schriftelijke leer zelf laat duidelijk zien dat er een mondelinge leer bij hoort. De Torah zelf is het medicijn en de mondelinge leer is de bijsluiter. “Lees goed de bijsluiter voordat U dit geneesmiddel gaat gebruiken”, staat er op elk doosje medicijnen.

Hebreeuws mondeling

De Talmoed vertelt ons het verhaal van een niet-Jood die zich tot het Jodendom wilde bekeren en die bij de geleerde Hillel kwam om uitsluitend de schriftelijke leer tot zich te nemen. Hij wilde de mondelinge leer van de rabbijnen niet accepteren. Hillel wist dat deze man oprecht was, maar niet begreep waar de mondelinge leer voor diende. En zo kreeg hij zijn eerste les, waarin Hillel hem een Alef en een Beet liet zien.

De volgende dag leerde Hillel hem dezelfde twee letters, maar omgekeerd. Van de Alef zei hij dat het een Beet was en van de Beet dat het een Alef was. De man protesteerde hevig omdat hij nog de dag tevoren het precies omgekeerd had geleerd. “Nu zie je”, zei Hillel tegen zijn leerling, “dat je een Rabbijn of leraar nodig hebt die jou mondeling het alfabet onderwijst. Nergens kan men schrijven hoe je een letter uitspreekt. Om te leren lezen is iedereen totaal afhankelijk van de mondelinge overlevering. Je moet dus een leraar vertrouwen dat hij de juiste traditie aan jou overbrengt. Het lezen van het alfabet is een deel van de mondelinge leer. Je kunt niet leren lezen tenzij iemand jou vertelt wat er staat. En jij denkt de Torah te kunnen begrijpen zonder de uitleg van de Rabbijnen. Maar de verklaringen van de Torah zijn vele malen complexer dan het lezen van het alfabet! Zonder de mondelinge traditie zul je de Torah nooit kunnen vatten.”

Datum bepalen

En nu terug naar het oogsten van de eerste gerst dat in onze Parasha besproken wordt. De vraag is wanneer dat gebeuren moest, op welke dag? Laten we de schriftelijke leer erbij halen in parashat Emor, Wajiekra 23, vers 9 t/m 16:

וַיְדַבֵּ֥ר ה אֶל־מֹשֶׁ֥ה לֵּאמֹֽר׃

G-d zei tegen Moshe om te zeggen. (vers D)

דַּבֵּ֞ר אֶל־בְּנֵ֤י יִשְׂרָאֵל֙ וְאָמַרְתָּ֣ אֲלֵהֶ֔ם כִּֽי־תָבֹ֣אוּ אֶל־הָאָ֗רֶץ אֲשֶׁ֤ר אֲנִי֙ נֹתֵ֣ן לָכֶ֔ם וּקְצַרְתֶּ֖ם אֶת־קְצִירָ֑הּ וַהֲבֵאתֶ֥ם אֶת־עֹ֛מֶר רֵאשִׁ֥ית קְצִירְכֶ֖ם אֶל־הַכֹּהֵֽן׃

Spreek tot het Joodse volk en zeg tegen hen: “Als jullie naar het land zullen komen dat ik jullie geef en jullie zullen de oogst oogsten en jullie zullen brengen één Omer (circa 2,5 liter), het eerste van jullie oogst naar de priester. (vers E)

וְהֵנִ֧יף אֶת־הָעֹ֛מֶר לִפְנֵ֥י ה לִֽרְצֹנְכֶ֑ם מִֽמָּחֳרַת֙ הַשַּׁבָּ֔ת יְנִיפֶ֖נּוּ הַכֹּהֵֽן׃

En hij zal de Omer heen en weer bewegen vóór G-d, voor jullie genoegen, de dag na de Shabbat (feestdag) zal de priester het heen en weer bewegen. (vers F)

וּסְפַרְתֶּ֤ם לָכֶם֙ מִמָּחֳרַ֣ת הַשַּׁבָּ֔ת מִיּוֹם֙ הֲבִ֣יאֲכֶ֔ם אֶת־עֹ֖מֶר הַתְּנוּפָ֑ה שֶׁ֥בַע שַׁבָּת֖וֹת תְּמִימֹ֥ת תִּהְיֶֽינָה׃

En jullie zullen tellen voor jullie vanaf de dag na de Shabbat (feestdag), vanaf de dag dat jullie de heen en weer bewegende Omer brengen, het zullen zeven volle shabbatot (weken) zijn. (vers G)

עַ֣ד מִֽמָּחֳרַ֤ת הַשַּׁבָּת֙ הַשְּׁבִיעִ֔ת תִּסְפְּר֖וּ חֲמִשִּׁ֣ים י֑וֹם וְהִקְרַבְתֶּ֛ם מִנְחָ֥ה חֲדָשָׁ֖ה לַה׃

Tot de zevende Shabbat (week) zullen jullie 50 dagen tellen en jullie zullen een nieuw meeloffer voor G-d brengen. (vers H)

Betekenis Shabbat 

In de bovengenoemde verzen, die deel uitmaken van de schriftelijke leer, hebben wij zojuist gelezen dat het gerstoffer de dag na ‘Shabbat’ gebracht moest worden en dat er vanaf die dag, elk jaar weer, zeven weken geteld moeten worden waarna het feest van Shawoe’ot gevierd wordt. Toch weten wij dat het gerstoffer en de omertelling de dag na Pesach beginnen en Pesach niet per se op Shabbat valt.

Vraag 1: Wat betekent eigenlijk ‘Shabbat’?

Vraag 2: Hoe weten we dat de Torah hier niet per se Shabbat (zaterdag) bedoelt?

Vraag 3: Waarom staat er in de Torah dat we de dag na Shabbat horen te beginnen in plaats van te schrijven de dag na Pesach?

Wij denken natuurlijk allemaal dat Shabbat de zevende dag van de week is. En terecht, dat klopt ook, maar dat is niet de enige vertaling. Eigenlijk betekent Shabbat in het Hebreeuws stoppen. Inderdaad is G-d op de zevende dag van de schepping gestopt met het creëren van nieuwe schepselen. Ook wij stoppen op Shabbat met het maken van nieuwe voorwerpen. Maar dat stoppen gebeurt ook op feestdagen ongeacht op welke dag van de week die vallen.

Het woord Shabbat heeft nog meer verklaringen. Wanneer wij dit woord tegenkomen in de Torah kan het de volgende drie betekenissen hebben:

  1. de zevende dag van de week, zaterdag
  2. een feestdag, bijvoorbeeld Yom Kipoer wordt in de Torah ‘Shabbat’ genoemd, terwijl het op een doordeweekse dag kan vallen. Zie bovengenoemd vers B. Ook Pesach kan Shabbat genoemd worden zoals in de verzen F en G.
  3. een hele week zoals in de verzen G en H

Wanneer het Omeroffer in de Torah besproken wordt staat erbij op welke dag het gebracht moest worden, namelijk מִמָּחֳרַ֣ת הַשַּׁבָּ֔ת (mimacharat hashabbat), d.w.z. de dag na ‘Shabbat’, de Stopdag. Welke van de vele stopdagen (Shabbat en feestdagen) wordt hiermee bedoeld? Wordt hier letterlijk Shabbat bedoeld of een feestdag? Als het gaat om het tellen van de Omer dan betekent Shabbat de eerste dag Pesach. Want ziet U, geachte lezer, het tellen van de omer wordt in parashat Emor beschreven. Maar niet alleen wordt de Omer hier besproken. Alle feestdagen komen in deze parasha aan bod en allemaal worden ze hier Shabbat (stopdag) genoemd. Als alle feestdagen shabbat worden genoemd waarom zou Pesach een uitzondering zijn? We kunnen alleen maar concluderen dat als er in parashat Emor ‘Shabbat’ staat, dat daar een feestdag mee wordt bedoeld.

Pesach is 15 Niesan en dus moest het Omeroffer de volgende dag op 16 Niesan gebracht worden, ongeacht welke dag van de week dat was.

Had er in de Torah letterlijk gestaan dat het Omeroffer de dag na Pesach gebracht moest worden, dan had men niet geweten welke dag dat was. Wat wordt er precies met Pesach bedoeld? Is dat 14 Niesan, de dag dat het Pesachoffer gebracht werd of zou het 15 Niesan zijn, de feestdag waarop het Pesachoffer gegeten werd?  Door de term Shabbat te gebruiken kon er geen verwarring zijn omdat het woord ‘Shabbat’ alleen een feestdag kan zijn, een dag wanneer men stopt (shabbat) met het uitvoeren van werkzaamheden. 14 Niesan, de dag dat het Pesach offer gebracht werd is geen stopdag d.w.z. dat werk op die dag geoorloofd is. Daarentegen is 15 Niesan wel een stopdag. Mimacharat hashabbat, de dag na de stopdag kan dus alleen de dag na 15 Niesan zijn, dus 16 Niesan.

Dit hield in dat deze gerst precies de dag na de feestdag (stopdag) van Pesach geoogst moest worden en niet zoals de Tsedoekim beweerden. Zij waren een groep Joden die de mondelinge leer verwierpen en het woordje Shabbat maar op één manier vertaalden. Zij waren van mening dat men tot na Pesach moest wachten totdat er eerst een Shabbat (een zaterdag) was, en dat men pas de volgende dag, op zondag, het Omeroffer moest brengen. Omdat ze de mondelinge leer niet accepteerden begrepen ze het woord ‘Shabbat’ verkeerd. Vandaar dat het brengen van het Omeroffer met heel veel spektakel geschiedde, om er publiciteit aan te geven hoe deze mitswa vervuld moest worden en vooral wanneer.

En dus op de dag na Pesach d.w.z. op 16 Niesan werd de gerst naar de tempel gebracht. Daar werd het geroosterd in een geperforeerde pan. Vervolgens werd het gemalen en 13 keer gezeefd. Een “Omer” (een hoeveelheid van circa 2,5 liter) werd vermengd met olie en wierook en in alle richtingen gezwaaid. Een kleine hoeveelheid van dit mengsel werd door de priester op het altaar verbrand. Wat er overbleef werd door de priesters gegeten. Pas na dit ritueel mocht het Joodse volk van de nieuwe oogst gebruik maken.

Zie hier hoe het brengen van de Omer in de tempel gebeurde:

https://www.youtube.com/watch?v=7c1WvQXGzUQ

Tellen

Op de dag na Pesach werd niet alleen het Omeroffer gebracht. Op die dag begon men ook de dagen te tellen tot aan het moment dat de Torah zeven weken later ontvangen zou worden. Vandaag kunnen wij geen Omeroffer meer brengen omdat de Romeinen in het jaar 70 de tempel in Jeruzalem hebben verwoest. Echter tellen wij nog steeds, zoals het in de Torah staat, de dagen vanaf Pesach tot aan het wekenfeest Shawoe’ot.

וּסְפַרְתֶּ֤ם לָכֶם֙ מִמָּחֳרַ֣ת הַשַּׁבָּ֔ת מִיּוֹם֙ הֲבִ֣יאֲכֶ֔ם אֶת־עֹ֖מֶר הַתְּנוּפָ֑ה שֶׁ֥בַע שַׁבָּת֖וֹת תְּמִימֹ֥ת תִּהְיֶֽינָה׃

En jullie zullen voor jullie tellen vanaf de dag na de Shabbat (feestdag), vanaf de dag dat jullie de heen en weer bewegende Omer brengen, het zullen zeven volle shabbatot (weken) zijn. 

Na de uittocht uit Egypte begon het Joodse volk met de voorbereidingen voor het ontvangen van de Torah, dat 7 weken later zou plaatsvinden. Het was en het is nog steeds de gelegenheid voor iedereen om 49 dagen lang zijn karaktereigenschappen te analyseren, tot zijn recht te laten komen en te doen schijnen.

Vanaf de dag na Pesach is het een mitswa om die zeven weken te tellen en elke week één van onze karaktereigenschappen te verbeteren. Zo bereiden wij onszelf ook nu voor, in de 21ste eeuw, om onszelf elk jaar weer met de Torah te verbinden. De ballingschap in Egypte had het Joodse volk op de rand van een spirituele afgrond gebracht. Vanaf de uittocht uit Egypte kreeg iedere Jood zeven weken lang de tijd en de gelegenheid om zijn karakter te verbeteren alvorens hij de Torah op de berg Sinai zou gaan ontvangen. Ook vandaag gebruiken wij deze weken om ons karakter te verbeteren.

In de eerste week (chesed) werken wij aan חסד chesed, de liefde in ons leven. Ben ik in staat om liefde te voelen? Kan ik die liefde ook verwoorden aan diegenen van wie ik houd? En ben ik in staat om liefde te ontvangen?

De tweede week (gewoera) ligt de focus op גבורה gewoera, het stellen van grenzen. Ben ik in staat om mijzelf te disciplineren? Geef ik mijn grenzen bij anderen aan? Ben ik in staat om de grenzen die anderen mij opleggen te aanvaarden?

De derde week kijk ik of ik in staat ben om met een ander mee te leven, תפארת tiferet. Ben ik er voor een ander volgens zijn  behoeften en niet volgens de mijne?

De vierde week, נצח netsach, concentreren wij ons op het doorzetten ondanks tegenslag. Heb ik voldoende ambitie?

De vijfde week הוד hod, kijken we of wij dankbaar kunnen zijn. Zijn wij in staat om toe te geven, om onze fouten te erkennen?

In week zes יסוד yesod, ligt de focus op communicatie en hechten. Verbind ik mij werkelijk met de mensen waar ik mee verbonden hoor te zijn, met de mensen van wie ik houd?

De laatste week, nummer 7, ontwikkelen wij onze capaciteiten om leiding te geven, מלכות malchoet. Ben ik voldoende zelfverzekerd om leiding te geven? Komt mijn motivatie om te leiden door onzekerheid of door een verlangen om positieve invloed te hebben?

Maar wanneer begint het tellen en dit verbeterproces precies? “Vanaf de dag na de Shabbat” staat in de Torah.

Onze geleerden vertellen dat Shabbat in dit geval niet de zevende dag van de week betekent, maar de dag na de Stopdag, de feestdag. Welk feest? Pesach. Net zo goed als wij stoppen met onze bezigheden wanneer wij Shabbat vieren, zo ook doen we dat op onze feestdagen.

Hierin schuilt nog een les: ook het Joodse volk moest stoppen met hun verankering in de Egyptische cultuur om zo hun weg langzaam maar zeker naar de berg Sinai te vinden.

Toen en nu ook. Hoe vaak zitten we niet op het randje? Iedereen zijn eigen randje… we zitten vast, geblokkeerd in gewoontes waar wij vanaf willen. G-d geeft ons de mogelijkheid om te stoppen (Shabbat), elke dag weer. Het is aan ons om die dagelijkse gelegenheden aan te grijpen. Door het tellen van de Omer realiseren wij ons dat wij wel degelijk kunnen stoppen. Elke week is er een nieuwe karaktereigenschap aan de beurt. Elke dag wordt geteld: 

  1. וּסְפַרְתֶּ֤ם, oesefartem staat in de Torah en dat betekent: “Jullie zullen tellen = לספור ( liespor betekent tellen) ”.
  2. Maar וּסְפַרְתֶּ֤ם, oesefartem betekent ook, jullie zullen schijnen als een saffier = ספיר.
  3. En ook: jullie zullen verbeteren = לשפר (leshaper)
  4. Ten slotte kun je het woord ook nog relateren aan ספור (sipoer), een verhaal.

Werk aan je karakter

De uittocht uit Egypte, het tellen van de zeven weken en het ontvangen van de Torah zijn samen het verhaal ספור (sipoer) van onze ziel: dat wij behalve eten, slapen en werken nog een andere dimensie hebben. Dat wij als mens in staat zijn om boven onze natuurlijke instincten, gewoontes en neigingen uit te stijgen. Wij kunnen ons leven inderdaad verbeteren en schijnen als een saffier. Het tellen van de dagen herinnert ons aan het feit dat wij onszelf los kunnen maken van onze verankering in de Egyptische of Nederlandse cultuur. Dat we langzaam maar zeker, dag in dag uit, week in week uit, ons karakter weten om te buigen om een plezierig mens te worden voor onszelf en voor onze omgeving.

Nee, we zijn geen slachtoffers van onze levensomstandigheden. Wij kunnen kiezen om daar bovenuit te stijgen. Wat ons voorgeschoteld wordt in het leven kunnen wij niet veranderen, wel hoe wij ermee omgaan. Ons grootste knelpunt is wanneer wij vastzitten aan de fouten die wij in het verleden gemaakt hebben of aan de problemen die anderen ons aandoen. Jij en ik zijn in staat om dit te stoppen. Vandaar dat we beginnen te tellen na de Shabbat (= stoppen). Eerst stoppen met verkeerde, vastgeroeste patronen en daarna beginnen met tellen, schijnen en verbeteren. 

Neem de regie, werk aan je karakter, bereid je voor en de berg Sinai komt al in zicht. Een berg waar G-d ons omarmd heeft, ons gekozen heeft en ons op een podium heeft gezet. Wij werden toen gekozen om als ambassadeurs van de Koning der koningen te functioneren. Wij bewegen ons in een materiële wereld maar eigenlijk is dit schijn. Ons werkelijke leven en de realiteit is helemaal niet van deze wereld. Wij zijn op reis, van Egypte naar Israel, van verankerde, verkeerde gewoontes naar vrijheid. Met zweet en tranen werken wij aan onszelf en proberen wij te stoppen met ongewenst gedrag. Elke dag en elke stap brengt ons een stukje dichter bij de berg. Goede reis! 

Bracha Heintz

www.chabadutrecht.nl

Klik hier om wekelijks per WhatsApp een artikel te ontvangen!

Help jij mee om de continuïteit van deze artikelen te waarborgen? Door te sponsoren word je een actieve partner en steun je ook verdere activiteiten! Doneren kan hier op chabadutrecht.nl/doneren.

Kedoshiem | Verbonden met je wortels

Kedoshiem | Verbonden met je wortels

Wist je dat de landbouwregels uit de Torah ons vertellen hoe wij verbonden kunnen blijven met onze wortels, met onze ziel en dus ook met G-d? Zolang de vruchten aan de boom vastzitten blijven zij verbonden met hun wortels en levenskracht. Zo ook een Jood. Zolang hij bewust omgaat met zijn oorsprong zal hij altijd als Jood blijven bestaan.  

Download hier een printversie van dit artikel (PDF)

Het Jodendom is geen G-dsdienst, maar een manier van leven. Daarom zul je in de Torah niet alleen religieuze wetten vinden, maar ook gebruiksaanwijzingen en regels voor alle details van het dagelijkse leven. Ook de landbouw hoort hierbij. Zo vinden wij in de Parasha van deze week, (waar maar liefst 51 ge- en verboden aan de orde komen), een verbod en een gebod met betrekking tot bomen, boomgaarden en vruchten:

Nadat een boom geplant is, is er een verbod om de eerste drie jaar, (geteld vanaf 1 Tishrie*), de vruchten ervan te plukken, te consumeren of te verkopen. Dit heet Orla. Daaraan gekoppeld is er een gebod om in het vierde jaar na de planting van een boom, de vruchten ervan alleen in Jerushalayim te eten. Deze vierdejaars vruchten kunnen uitsluitend gegeten worden in de tijd dat de tempel bestaat en alleen door iemand die rein is (bijvoorbeeld doordat hij niet in contact geweest is met een lijk).

Jammer genoeg hebben wij op dit moment geen tempel in Jerushalayim meer (een situatie waar we G-d dagelijks om smeken om te veranderen). Ook wordt vandaag de dag iedereen als onrein beschouwd omdat iedereen bewust of onbewust bijvoorbeeld in aanraking is gekomen met een lijk, of in hetzelfde gebouw is geweest als waar een lijk zich bevond. Zolang de tempel niet bestaat beschikken wij helaas over geen enkele manier om onszelf te reinigen. Daarom kunnen wij de vierdejaars vruchten niet in Jerushalayim eten en zeker niet daar buiten. In plaats daarvan hevelen wij de speciale status van deze vruchten over naar een klein muntstuk dat wij daarna wegdoen op zo’n manier dat niemand het meer kan vinden of gebruiken. 

Israel

Dit verbod en gebod zijn altijd en overal geldig, zowel in Israel als daarbuiten . Er is echter een verschil tussen vruchten uit Israel en vruchten uit andere landen in het geval je twijfelt of die vruchten van de eerste vier jaar zijn (Orla) of niet. Als je een vrucht wilt eten die van een boom komt en je weet niet hoe oud die boom is, zijn er twee mogelijkheden:

  1. De boom bevindt zich in Israel. Dan mag je de vrucht niet eten want wie weet is de boom nog geen 4 jaar oud.
  2. De boom bevindt zich buiten Israel. Als je in zo’n geval niet weet van welke boom jouw vrucht afkomstig of hoe oud de boom is, dan mag je de vrucht toch eten.

Stel, je gaat naar een supermarkt in Assen, Brugge, Alicante of Lima. Dan mag je daar gewoon fruit kopen. Je hoeft niet uit te zoeken uit welke boomgaard deze appels komen en of de bomen minstens drie jaar oud zijn of niet. Misschien zijn ze dat wel of misschien ook niet. In geval van twijfel hoef je niet na te gaan waar de vruchten vandaan komen en hoe oud de bomen zijn. 

Daarentegen mag je Israelisch fruit uitsluitend eten als je zeker weet dat het geen Orla is. 

Waarom Orla? Twee verklaringen:

  1. Het eerste, het beste en het mooiste bewaar je vanzelfsprekend voor G-d en dus ga je de mooiste nieuwe vruchten in Jerushalayim eten. De eerste drie jaar hebben bomen meestal geen vruchten. Als ze dat wel hebben zijn deze van lage kwaliteit. Zou je de vruchten van de eerste drie jaar naar Jerushalayim brengen, dan zou dat een gebrek aan respect zijn voor G-d om een minderwaardige oogst in de heiligste stad van de wereld te consumeren. En dus wachten we eerst drie jaar om er zeker van te zijn dat we mooie vruchten hebben. In het vierde jaar, wanneer de vruchten volledig tot ontwikkeling zijn gekomen, nemen we ze mee naar de hoofdstad om ze daar op te eten. (Sefer Hachinuch).
  2. Adam en Chava werden op het negende uur van de zesde dag geschapen. Drie uur later begon de Shabbat. Tijdens deze drie uren mochten ze niet van de boom van de Kennis eten. Op Shabbat mochten ze dat wel. Omdat zij zich geen drie uur konden beheersen, wachten wij drie jaar voordat wij vruchten eten (Siftee Cohen). Hadden Adam en Chava geduld gehad, dan hadden ze de vruchten kunnen plukken, persen en het sap op Shabbat kunnen gebruiken om Kidoesh te maken. Volgens een aantal geleerden was de boom waar ze niet van mochten eten namelijk een wijnstok. (Een appelboom was het in ieder geval niet.) 

Landbouwregels

Geval nummer 1

Wat gebeurt er nu wanneer je een appel hebt die toch geplukt is binnen de eerste drie jaar na het planten van de boom? En stel deze appel komt vervolgens per ongeluk terecht in een kist appelen van andere bomen die wel meer dan drie jaar oud zijn? Wat nu? Gooi je de hele kist dan weg? Nee, schrijft de Joodse wet ons voor. Als de verboden appel één op de 200 is, dan zeggen wij dat deze vrucht nietig is ten aanzien van de rest. De verhouding moet minstens één op 200 zijn.

Zo hanteert de Joodse wetgeving in bepaalde gevallen het idee dat iets nietig wordt verklaard (בטל (batel) in het Hebreeuws) t.a.v. een meerderheid. Afhankelijk van het geval kan de vereiste verhouding wisselen. Soms gaat het om een meerderheid, soms moet de verhouding 1 op 60 zijn (bij vlees en melk) of bijvoorbeeld in het geval van Orla, 1 op 200.

Maar let op! Het volgende principe geldt: je mag nooit iets vooraf met opzet nietig verklaren.

Je mag dus niet in je kippensoep expres een druppeltje melk toevoegen, ook al is het volume van de soep 60 keer zo veel als die van de melk.  Valt er per ongeluk een druppel melk in de soep, dan is het wat anders. Dan passen we de 1-op-60-regel toe. Ook in ons geval: doe je met opzet een verboden appel in een kist waar er minstens 199 andere geoorloofde appels in zitten, dan worden alle 200 appels verboden vruchten.

Geval nummer 2

Je hebt een boomgaard. Alle bomen, behalve één, zijn ouder dan drie jaar. Eén boom valt nog binnen de drie eerste jaren. Klein probleempje: je weet niet meer welke boom het is! Wat nu? De vruchten van alle bomen zijn in principe geoorloofd behalve van die ene boom, maar welke is dat? Helaas weet je dat niet.

De Joodse wet is er heel duidelijk over: je mag de hele boomgaard niet oogsten, ongeacht hoeveel bomen er zijn: 100, 200 of zelfs 100.000.

Stel, je buurman, ook een boer, was zo vriendelijk om jouw appels te oogsten terwijl je een weekendje weg was. Hij was niet op de hoogte van die ene boom die nog geen drie jaar oud was. Nu zijn de geplukte appels van alle bomen per ongeluk vermengd geraakt en je hebt een verhouding van 1 op 200, dan ineens zijn alle appels wel geoorloofd.

Met andere woorden: zolang de vruchten aan de boom hangen maakt het niet uit hoeveel bomen er in de boomgaard zijn. Of er nu 2 bomen, 200 of 2000 zijn, de wet dat iets-wegvalt-in-een-bepaalde-hoeveelheid kan niet toegepast worden. Het oogsten van de gehele boomgaard is verboden omdat je niet weet welke boom jonger is dan drie jaar. Maar indien ze per ongeluk geplukt zijn, dan vallen de verboden vruchten weg in een meerderheid van 200.

Aan de boom of los van de boom

Waarom het verschil? Aan de boom of los van de boom? Kennelijk wordt het plukken of het niet plukken van vruchten zeer serieus genomen.

En terecht: op het moment dat je een vrucht plukt, dan verbreek je de verbinding van deze vrucht met zijn wortels en zijn levenskracht. Wees daar voorzichtig mee. De Torah zet ons aan tot nadenken en helpt ons om bewuster om te gaan met alle schepselen, zowel mensen, dieren, planten als mineralen.

Hoe zou jij het ervaren als je geen voedsel en vocht meer zou krijgen? Een mens wordt in de Torah vergeleken met een boom!

Wie geeft jou het recht om zomaar een blaadje van een boom af te scheuren tijdens een wandeling? Welk recht heb jij om planten te ontwrichten en los te koppelen van hun bron, hun levenskracht en voedsel? Er wordt in de moderne samenleving bij hoog en laag beweerd dat wij geen of weinig vlees moeten eten. En planten dan? Hoezo mogen die wel gegeten worden?

Maar plukken en slachten mag allebei van de Torah, want een verbinding verbreken wordt toegestaan mits men zich aan een hele duidelijke voorwaarde houdt, namelijk dat men door dat plukken een hogere verbinding gaat bewerkstelligen. Wanneer jij de vrucht eet en de nu verkregen energie in je lichaam gebruikt om goede daden te verrichten, dan zorg je dat je aan de geplukte vrucht een nieuwe verbinding gaat geven. Je hebt het verbonden met een nog hogere levenskracht dan wanneer hij nog aan de boom vast zat. En dan mag het. Niet alleen mag het, maar je doet de vrucht een gunst door de voedzame stof die er door Hashem ingestopt is terug te brengen naar Hashem, doordat je de kracht van de vrucht gebruikt om G-ds wil uit te voeren. 

Hetzelfde geldt voor het slachten van dieren. Je mag niet zomaar een dier doden. Echter, gebruik je het voor voedsel en neem je de energie van het vlees om je menselijk te gedragen en goede daden te verrichten, op dat moment heb je het vlees en het dier met G-d verbonden. Het dier bereikt daardoor het doel waar het voor geschapen is. Je zou eigenlijk de dierenwereld tekortdoen als je het niet zou gebruiken. Vandaar dat het Jodendom het toestaat om dieren, planten en mineralen te consumeren. Hierbij is de mens de schakel die deze drie elementen op een hoger niveau brengt.

Verloren vruchten en verloren mensen

Verder constateren wij dat zolang een vrucht aan de boom vast zit, deze nooit en te nimmer weg zal vallen in de menigte. Ook al bevindt een boom zich in een boomgaard van een miljoen andere bomen, dan behoudt hij nog steeds zijn eigen bestaansrecht en individualiteit. De vruchten van deze boom zullen nooit teniet verklaard kunnen worden ten aanzien van een menigte, hoe groot dan ook.  Zolang de vruchten verbonden zijn met hun oorsprong, hun bron, hun wortels en levenskracht is het onmogelijk voor een boom om zijn identiteit te verliezen.

Hierin berust het geheim van het overleven van het Joodse volk. Heb je je ooit afgevraagd waarheen het Egyptische volk, de Griekse beschaving of het Romeinse rijk verdwenen zijn? En het machtige Spanje dan? Waar zijn al die mensen met al hun filosofieën, tradities,  culturen en aanverwante wreedheden gebleven? Deze Super Powers zijn allemaal op een gegeven moment in de geschiedenis door een ander volk overheerst. Verzwakt en in de minderheid zijn zij hun identiteit kwijtgeraakt.

Als je een geschiedkundige analyse zou maken van het Joodse volk of een militair onderzoek zou doen, dan zou de conclusie alleen maar kunnen zijn dat het Joodse volk niet meer zou bestaan. Toch is het Joodse volk, ondanks alle vervolgingen en overheersingen, zijn identiteit nooit kwijtgeraakt. Het geheim van dit volk zit hem in zijn verbinding met zijn Schepper d.m.v. Torah studie en het uitvoeren van de mitswot. Zolang het volk verbonden blijft met zijn bron en levenskracht zal het nooit en te nimmer in de menigte opgaan.

Onverslaanbaar

Dagelijks worden wij blootgesteld aan strijd met de buitenwereld maar ook aan een innerlijke strijd. De verantwoordelijkheden die wij dragen worden ons soms te veel. Er heerst te veel stress op ons werk, op school en in onze relaties.

Van binnenuit kunnen wij verteerd worden door zo veel schuldgevoelens, angst, onzekerheden, pijn en soms trauma’s. Wat moeten we daar allemaal mee? Plus, en dat is het nog het grootste gevaar: de sociale druk. De angst om anders te zijn, om uitgelachen te worden, om er niet bij te horen, om anders gekleed te zijn. Sommigen van ons zullen alles doen om bij de groep te horen, om door anderen gewaardeerd te worden. Maar waar ben je zelf dan? Wat blijft er nog van jou over? Waar is jouw unieke bijdrage aan de wereld? Allemaal verkocht en weggegeven? Aan wat?

Je kijkt in de spiegel en het enige wat er nog over is, is een omhulsel. De rest heb je verkocht om erbij te horen. Je hebt jezelf opgeofferd en soms je kinderen ook. Zelfs je relatie met G-d en jouw unieke identiteit heb je weggegeven om er maar bij te kunnen horen, om hetzelfde te zijn als anderen.

Landbouw regels verklappen de oplossing. Wil je je identiteit behouden, blijf verbonden met jezelf, met je eigen ziel die een deel van G-d is. Luister naar je eigen stem. Doe eens al het geluid om je heen uit.

De laatste van alle profeten, Malachi verklapt het geheim:

כִּ֛י אֲנִ֥י ה לֹ֣א שָׁנִ֑יתִי וְאַתֶּ֥ם בְּנֵֽי־יַעֲקֹ֖ב לֹ֥א כְלִיתֶֽם׃

“Omdat ik G-d ben, Ik ben niet veranderd en jullie zijn de kinderen van Yakov, jullie zullen niet vergaan.”

G-d verandert nooit. Ook een Jood behoudt eeuwig zijn Joods-zijn mits hij er zich mee verbindt. Ontplooi die relatie waardoor je automatisch je weerbaarheid vergroot. Je gedrag is niet afhankelijk van het weer, de president, de koning, de krant of de buren. Je bent een weerspiegeling van G-ds wil. Net zomin als je G-d kunt vermoorden, zo kun je iemand die G-ds aanwezigheid bij zich draagt niet verslaan.

Verbind jezelf met wie je echt bent. Koester het G-ddelijke vonkje dat altijd in je blijft branden. Net zomin als je G-d kunt verslaan,  zal het nooit lukken om een Joods vonkje in de menigte te laten verdwijnen. Steek dat vonkje aan, maak er een prachtig groot licht van, voor jezelf, je kinderen en voor iedereen die dat licht wenst te gebruiken om ook zíjn kern te ontdekken.

Het paradijs uit

Het verbod van het eten van vruchten in de eerste drie jaren is nauw verbonden met de overtreding van Adam en Chava, drie uur voor het ingaan van Shabbat. Drie jaar wachten wij om goed te maken wat de eerste mensen zich drie uur niet konden beheersen. Er ligt echter ook een dieper verband tussen Orla en het eten van de verboden vrucht in het paradijs.

Zoals eerder genoemd gebeurt er iets wezenlijks bij het plukken van een vrucht. Je scheidt de vrucht van zijn voedselbron. Hetzelfde gebeurde er bij het eten van de verboden vrucht. Op dat moment hebben Adam en Chava besloten om niet naar G-d te luisteren. Ze hebben zich toen gedistantieerd van het verbod en dus ook van Diegene die het verbod heeft uitgevaardigd. Ze hebben G-d buiten spel gezet. Zij hebben hun relatie met G-d verbroken.

‘Waar ben je?’, vroeg G-d aan Adam. Hij had door het eten van de verboden vrucht, zich losgemaakt van zijn oorspronkelijke missie, van zijn G-d en zijn Bron die hem zojuist geschapen had. G-d kon Adam als het ware niet meer vinden of herkennen. Adam was overgegaan naar een andere realiteit. Hij had zich naar een andere situatie verplaatst en zichzelf onvindbaar gemaakt. Vandaar dat Gan Eden niet meer als woonplek voor hem geschikt was. Hij moest het paradijs uitgestuurd worden. Omdat hij een ander mens was geworden moest zijn woonomgeving ook aangepast worden.

Hij had zijn eigen ziel van zijn lichaam gescheiden. Hij had zijn lichaam ontwricht van het doel waar het voor geschapen was. Zijn lichaam was nu geen direct kanaal meer voor het spirituele. Hij had zijn lijf voedsel aangeboden dat giftig was voor zijn ziel. Hierdoor ging het materiële een eigen leven leiden. Voordien waren zijn lichaam en ziel naadloos met elkaar verbonden. Nu zijn ze noodgedwongen van elkaar gescheiden. Het lijf was door de overtreding losgekoppeld van zijn ziel. Het lichaam bleef als leeg omhulsel over en moest zich daardoor schamen en bedekken.

G-d had gezegd dat Adam zou sterven als hij van de verboden vrucht zou eten. Maar Adam is helemaal niet gestorven! Integendeel, hij leefde daarna nog heel lang. Had G-d dan voor niets gewaarschuwd? Er staat echter nergens dat hij meteen zou sterven. Wat G-d bedoelde is, dat als hij van de vrucht zou eten dat hij dan ooit zou sterven. De oorspronkelijke intentie van G-d was dat een mens eeuwig zou leven. Had hij zich 3 uur kunnen beheersen dan had G-d het sterven niet hoeven toe te passen en had een mens eeuwig geleefd.

Bij elke overtreding die een mens begaat ontkoppelt hij zijn lichaam van zijn ziel. Hij laat zijn lijf functioneren zonder hoger doel, zonder spirituele inhoud. Deze scheiding veroorzaakt de noodzaak om te sterven. Wat gebeurt er als iemand sterft? Precies hetzelfde: het lichaam en de ziel worden bij het overlijden van elkaar gescheiden. Het lijf gaat naar de aarde en vindt daar, door ontbinding, zijn herstel. De ziel wacht in de hemel. Na reparatie kunnen ze weer bij elkaar komen met het herleven der doden.

Leven in harmonie

Bij elke overtreding die een mens begaat veroorzaakt hij een scheiding tussen lichaam en ziel. Is de overtreding heel ernstig dan zal hij het alleen maar goed kunnen maken doordat zijn lichaam en ziel volledig gescheiden worden. Dat is de definitie van de dood. Vandaar dat een doodvonnis soms de enige oplossing is voor een aantal ernstige misdrijven. Het is geen straf, het is de enige manier om het weer goed te maken. Zo ook is het sterven na 120 jaar noodzakelijk om alle kleinere overtredingen recht te trekken, waarbij elk vergrijp zijn oorsprong vindt in de allereerste verboden vrucht.

Het omgekeerde geldt des te meer: elke keer dat een Jood kosher eet of op een andere manier Joodse activiteiten met zijn lichaam onderneemt, voedt hij zijn lichaam en ziel op een gezonde Joodse manier. Zijn lichaam is op dat moment een omhulsel voor de ziel. Hierdoor kunnen lichaam en ziel in harmonie leven. Dit klopt en dat voelt hij ook als rustgevend.

Al sinds de schepping zijn wij bezig, individueel en collectief, om ons lichaam met onze ziel weer naadloos te verbinden. Zolang de vruchten aan de boom vastzitten en zolang een Jood met zijn wortels verbonden blijft zal hij altijd als Jood blijven leven en zich ontwikkelen. Je zult hem nooit kunnen verslaan en hij zal ook nooit in de menigte kunnen verdwijnen!

Am Yisrael Chai!

Bracha Heintz

* niet zoals men zou kunnen denken, vanaf 15 Shewat

Gebaseerd o.a. op een les van Rav YY Jacobson
Opmaak: Rianne Meijer en Sonja Tamam en Devorah van der Heiden

 
Help jij mee om de continuïteit van deze artikelen te waarborgen? Door te sponsoren word je een actieve partner en steun je ook verdere activiteiten! Doneren kan hier op chabadutrecht.nl/doneren.
 

Tazria | Hemelse energie in vrouwelijke handen

Tazria | Hemelse energie in vrouwelijke handen

Waarom zou een vrouw onrein zijn na de geboorte van een zoon en zelfs tweemaal zo lang na de geboorte van een dochter? Het mysterie dat hierachter schuilgaat bevat een belangrijke boodschap: hoe groter de levenskracht, hoe groter de leegte die kan ontstaan.

Download hier een printversie van dit artikel (PDF)

Er zijn drie sleutels die zich uitsluitend in G-ds handen bevinden. Deze sleutels worden aan geen enkele tussenpersoon overgedragen. Het zijn de sleutel van de regen, de sleutel van het baren en de sleutel van het herleven der doden. Zie Talmoed, Taanit 2-1. In deze verhandeling staan wij stil bij sleutel nummer twee, de geboorte van een kind.

Discriminatie

Onze parasha begint met het feit dat een vrouw, nadat zij gebaard heeft, twee offers naar de Tempel bracht. Na het baren van een jongen was zij zeven dagen onrein waarna zij zich in een mikwe, een ritueel bad, onderdompelde. Daarna telde ze er nog eens 33 dagen bij. Tijdens deze 33 dagen mocht zij noch van de offers eten noch de Tempel betreden. Had zij een meisje gebaard, dan was de onderdompeling in het ritueel bad pas 14 dagen na de geboorte i.p.v. zeven dagen. Vervolgens telde zij nog eens 66 dagen (i.p.v. 33) om de Tempel weer te mogen betreden. Voor een jongen telde ze dus 7 plus 33 dagen, een totaal van 40 dagen en voor een meisje 14 plus 66 dagen, een totaal van 80 dagen.

Aan het einde van deze onreine periode, op de 41ste dag na de geboorte van een jongen of op de 81ste dag na de geboorte van een meisje, bracht de moeder twee soorten offers naar de Tempel. Een schaap als עולה (Ola), een opgaand offer en een jonge duif of tortelduif als חטאת (Chatat), een zonde-offer.

Nu moeten we ons afvragen, waarom zij twee offers moest brengen. Wat is de betekenis hiervan? Het lijkt vooral vreemd dat ze een חטאת (Chatat), een zondeoffer moest brengen. Welke zonde had zij begaan? Ze had na pijnlijke weeën en met zweet en tranen een kind gebaard. Ze heeft het eerste gebod dat in de Torah staat vervuld: ‘Wees vruchtbaar en vermenigvuldigt uzelf!’ Bereeshiet 1- 28.

Zou dat een overtreding zijn? Natuurlijk niet, integendeel! Waarom wordt zij dan door het baren onrein? En vooral, wat betekent het als iemand onrein is? Ook begrijpen we niet waarom zij tweemaal zo lang onrein is na de geboorte van een meisje. Is hier sprake van discriminatie? Waarom voor een jongetje 40 dagen en voor een meisje 80? Laten we niet zonder kennis van zaken aannemen dat de Joodse vrouw zomaar in een onrein hoekje geplaatst wordt. Niets is minder waar. Binnen het Jodendom wordt de vrouw juist geëerd en gerespecteerd. Wanneer de moeder Joods is, zijn haar kinderen dat automatisch ook. Is alleen de vader Joods, dan zijn de kinderen dat niet. Zij is diegene die bepaalt of haar kinderen het Jodendom erven of niet. Een Joodse man kan dat nooit. De Joodse vrouw staat in hoog aanzien en de vragen worden hierdoor alleen maar sterker: waarom wordt ze bij het baren überhaupt ‘onrein’ en waarom voor een meisje dubbel zo lang?

Mysterie

Alle wetten van reinheid en onreinheid behoren tot de categorie van חוקים (choekim), regels die wij niet begrijpen, net zoals kosher eten of het verbod om wol en linnen samen te dragen. 

De logica van deze regels kunnen wij niet vatten. Wel kunnen wij proberen, gebaseerd op de Kabalah en de chassidische leer, om deze onverklaarbare wetten op een spirituele manier te bekijken. Het klinkt ingewikkeld maar al gauw zullen wij samen dit mysterie oplossen. Want wat is nu de definitie van טומאה (toema) onreinheid en טהרה (tahara) reinheid?

Heeft onreinheid te maken met viezigheid, stank of besmettelijkheid? Absoluut niet! Toema en tahara zijn geen lichamelijke aandoeningen, maar spirituele gesteldheden.

Spirituele onreinheid is altijd gerelateerd aan de dood of een vorm daarvan. Zo weten wij dat als een priester een lijk aanraakt of zelfs al als hij zich onder hetzelfde dak als een lijk bevindt, hij zeven dagen niet naar de tempel mag gaan.  Daarna moet hij nog een hele reinigingsprocedure doormaken. De hoogste vorm van onreinheid is een menselijk lijk. Niet alleen een priester maar iedereen die een lijk aanraakt wordt onrein. Als onreinheid te maken heeft met de dood dan kunnen we concluderen dat reinheid gerelateerd is aan het leven.

Wat is leven? Natuurlijk weet iedereen wat leven betekent. Toch willen wij er ons iets meer in gaan verdiepen. We kunnen proberen te begrijpen dat leven op verschillende niveaus kan bestaan.

Een mens kan bestaan of hij kan leven.

Hoe sterker een mens verbonden is met zijn levensbron hoe krachtiger hij leeft.  Als een mens zich bewust is van zijn ware essentie, van zijn kosmische levenskracht, en hij het doel waar hij voor geschapen is voor ogen houdt, dan is hij sterker verbonden met zijn eigen levenskracht. Daarentegen veroorzaakt elke disconnectie van zijn levensbron een vermindering van zijn energie. Net zoals bij de tuinslang, wanneer je deze aansluit maar er een kink in de kabel zit, dan kun je de kraan nog zo wijd opendraaien, toch zal het water alleen druppelsgewijs naar buiten komen. Dit is de definitie van onreinheid: een buis die verstopt is. Je relatie met je levensbron is versperd. De dood is het ultieme gebrek aan levensenergie en tevens de sterkste vorm van onreinheid.

Vacuüm

Wanneer de verbinding tussen de mens en de kern van zijn vitaliteit verzwakt of zelfs  de synchronisatie niet optimaal is, dan spreken wij van een staat van onreinheid. Hij heeft zich dan losgekoppeld van zijn eigen essentie en realiteit, waardoor hij een leegte heeft doen ontstaan. Dit vacuüm is een ideale plek geworden om allerlei ongewilde krachten aan te trekken. En wanneer is deze leegte het grootst? Vlak na een intensief moment van reinheid en verbinding met de Allerhoogste.

Alles wat wij hier op aarde bewerkstelligen zijn slechts veranderingen en verbeteringen op al bestaande creaties. Wij ontwikkelen nieuwe producten aan de hand van reeds bestaande elementen. Nieuwe uitvindingen zijn ontdekkingen van al bestaande entiteiten of een nieuwe combinatie van verschillende existerende componenten. Een timmerman maakt van een boom een tafel en een schoenmaker maakt van de huid van een dier een laars. Een researcher observeert reeds bestaande processen of brengt nieuwe chemische reacties aan het licht. 

Hemelse hoedanigheid

Echter, wanneer een vrouw zwanger is, dan is zij bezig om een nieuw mensje te maken dat nog nooit, in welke vorm dan ook, op aarde is geweest. 

Het is bekend dat er geen twee mensen op aarde zijn die er precies hetzelfde uitzien of identiek zijn van karakter, intellect of gevoelens. Zelfs tweelingen zijn niet 100% hetzelfde. Op het moment dat een baby wordt geboren dan is de vrouw heel dicht bij G-d. Een baby is bijna een G-ddelijke creatie. Hoe zeg je geboorte in het Hebreeuws? Leeda: לידה.  Verdeel je dit woord in tweeën dan krijg je ליד ה (leyad Hashem), wat ‘naast G-d’ betekent.

Bij een geboorte is de moeder bezig om een kind te creëren. Dit is hét moment dat zij G-ddelijkheid op het hoogste niveau mag ervaren en meemaken. Op dat moment is de vrouw bijna geen mens meer. Ze wordt dan zo G-ddelijk als maar mogelijk is. Ze neemt een hemelse hoedanigheid aan. Ze is geen begrensd wezen meer, maar ze schept leven en creëert oneindigheid. Immers zal het kind dat zij baart in de toekomst ook kinderen krijgen, die op hun beurt ook vruchtbaar zullen worden en zo tot in het oneindige toe. Wow…wat een energie! Wat een ervaring! Wat een kracht! Bijna alles wat wij in deze wereld verrichten is begrensd in ruimte en tijd behalve… kinderen krijgen.

Wanneer overtreffen wij onze menselijkheid? Wanneer kunnen wij op G-d lijken? Enkel als wij ervoor kiezen om een partner te zijn in de schepping van een nieuw leven. Bij deze gebeurtenis zijn wij naadloos verbonden met de bron van het leven, reinheid op het hoogste niveau.

Onze medici proberen al tientallen jaren te onderzoeken en te analyseren waarom het plezier van geslachtsgemeenschap zo intens is. Verschillende theorieën zijn naar voren gekomen, maar een duidelijke verklaring ontbreekt nog steeds. In de chassidische leer is dit geheim al eeuwen geleden opgeschreven. Op het moment dat man en vrouw samen zijn, creëren zij mogelijkerwijs een oneindig schepsel. Zij gebruiken op dat moment een sleutel niet alleen naar een nieuw leven, maar zelfs naar oneindige vitaliteit.

Krachtig

Man en vrouw hebben zo’n krachtig potentieel dat deze energie in goede banen geleid moet worden om niet verkeerd terecht te komen. Vandaar de noodzaak voor de huwelijksinzegening en de onderdompeling van de vrouw na haar menstruatie in een mikwe (een speciale verzameling van natuurlijke regen of van bronwater). Zo constateren wij dat de hele wereld tijdens de zondvloed in water ondergedompeld werd. Het regende 40 dagen en 40 nachten. 40 komt precies overeen met de hoeveelheid van 40 see-a (= circa 40 X 10 liter). Dit is de minimum hoeveelheid water dat in een mikwe, (ritueel bad) aanwezig dient te zijn om de reinheid van diegene die zich erin onderdompelt te herstellen.

Wanneer je deze geweldige en krachtige levensenergie tussen man en vrouw zijn eigen gang zou laten gaan, dan zou je heel makkelijk in de laagste en meest immorele situaties terecht kunnen komen, onreinheid op z’n best. Als je daarentegen deze kracht stuurt en kanaliseert, gelijk het licht dat via een laser uitgestraald wordt, dan krijg je de geconcentreerde energie daar waar je hem hebben wilt, in een liefdevolle relatie en mogelijkerwijs in een schattig kindje, een wonder in je armen, een toegangspas naar het oneindige. Dit kind is dan in reinheid geboren. Vader en moeder hebben zich beheerst om er uitsluitend voor elkaar te zijn.

Doordat zij zich aan de regels van reinheid gehouden hebben en de vrouw na haar menstruatie het mikwe heeft gebruikt, hebben zij G-d verwelkomd in hun relatie. 

Een geboorte is de grootste openbaring van G-ddelijkheid. Het is een hemelse ervaring, een ultiem plezier dat een grote spirituele ervaring weergeeft.

Wanneer een vrouw zwanger is, vinden zeer intensieve veranderingen plaats in haar lichaam. Vanaf de bevruchting tot de bevalling heeft deze dame een dubbelleven in zich, een extra levenskracht.

Leegte

Maar nu komt de valstrik, namelijk het gevoel en de staat na de bevalling. De moeder, hoe blij ook, wordt geconfronteerd met een enorm gevoel van leegte. De weeën en toevoer van gigantische hoeveelheden adrenaline, die nodig waren om dit nieuwe leven naar buiten te brengen, zijn ineens gestopt. Het extra leventje is weg. 

Ook hier vinden wij in de chassidische leer een verklaring op spiritueel niveau voor het fenomeen dat Postnatale Depressie heet. Voor sommige dames is het contrast tussen de extra levensenergie die zij bij zich droegen en het abrupte einde te veel om te verwerken. Natuurlijk spelen hormonen en vermoeidheid een rol. Maar er bestaan ook spirituele hormonen. De vrouw bevindt zich ineens in een leegte en ze heeft tijd nodig om een nieuw evenwicht te vinden.

Velen van ons maken gelijksoortige ervaringen mee. Men bereidt zich voor op een groot evenement, een bijzondere verjaardag, een bruiloft, een examen, een project of een speciale reis. Wekenlang ben je bezig en je bereikt uiteindelijk het ultieme moment. De volgende dag heb je nog wat opruimwerk, maar wat gebeurt er daarna? Je maakt een enorm dieptepunt mee en niet iedereen is altijd in staat om dit contrast te overbruggen. Een vrouw raakt een hemelse plek wanneer ze baart. Wanneer deze intense ervaring en alle bijbehorende emoties eindigen ontstaat er een gigantisch gebrek aan vitaliteit.

Opvullen met ongewilde zaken

Het Joodse volk maakte dit ook mee bij het ontvangen van de Torah op de berg Sinai. Daarna is men een gouden kalf gaan aanbidden. Wat was er gaande? Een zeer hevige spirituele ervaring gevolgd door een grote leegte. Ineens was Moshe weg en toen was er helemaal niets. Wanneer een krachtige hemelse ervaring eindigt ontstaat er een gat dat al gauw met ongewilde zaken opgevuld wordt.

Onreinheid heeft niets met viezigheid te maken. Onreinheid is het gebrek aan leven, aan energie en aan levenskracht. Vandaar dat je ‘s ochtends, wanneer je wakker wordt, je je handen om en om met een speciale beker met water overgiet. In je slaap ga je als het ware een beetje dood. Je verliest controle over een deel van je lichaam en je bent eigenlijk een beetje weg. Onze geleerden vertellen ons dat slaap één zestigste van de dood is. Het is een milde vorm van onreinheid.

Hetzelfde gebeurt er wanneer een vrouw menstrueert. Zij had geovuleerd, haar lichaam had zich voorbereid op een nieuw leven. In haar baarmoeder had zich bloed verzameld om een nieuw embryo te voeden. Maar dat nieuwe leven is niet tot stand gekomen. Er is een leegte opgetreden en dat is de definitie van onreinheid. Dit is het vacuüm dat ontstaat juist nadat er extra levenskracht was.

Hoe lossen we dit op? Hoe zorgen wij ervoor dat die leegte op een positieve manier opgevuld wordt? Door middel van water, de bron van alle vitaliteit. Wanneer een vrouw zich in het mikwe onderdompelt, dan verbindt zij zich met de fysieke levensbron en daardoor automatisch ook met haar spirituele bron.

Verbinding herstellen

De onreinheid die een vrouw ervaart nadat ze gebaard heeft is niet iets negatiefs, het is alleen maar dat ze dat extra leventje heeft moeten loslaten. ‘Gebrek aan leven’ is de Joodse definitie van onreinheid. Vandaar dat ze een חטאת Gatat-offer moest brengen. Natuurlijk had zij niet gezondigd, maar het woord חטאת Gatat – dat meestal als zonde vertaald wordt – betekent eigenlijk gebrek. Een zonde is namelijk een gebrek in je connectie met G-d. Een vrouw die gebaard heeft, heeft niets misdaan, in tegendeel. Wel heeft ze te maken met een plotseling gebrek aan levenskracht. Het Gatat-offer vertegenwoordigt het gebrek aan spiritualiteit en levenskracht die de moeder post partum heeft moeten ervaren.

Het andere offer, het zogenaamde Ola, wordt geheel verbrand en niet, zoals andere offers, gedeeltelijk gegeten. Dit vertegenwoordigt een complete overgave en het zichzelf wegcijferen ten aanzien van G-d. De verbinding tussen mens en G-d wordt daarmee hersteld. 

Zo fluctueert een vrouw maandelijks tussen een enorm potentieel aan energie en dan weer het ontbreken van juist dat stukje vitaliteit. Haar lichaam gaat op en neer omdat dit precies is wat er op spiritueel niveau met haar gebeurt. Gelijk de maan die dan weer vol is en dan weer onzichtbaar. De cyclus van de vrouw is een maan(d)cyclus.

Nu wordt ook duidelijk waarom de moeder bij de geboorte van een meisje twee keer zo lang onrein is als bij een jongen. Een babymeisje draagt namelijk veel meer levenskracht bij zich dan een jongetje omdat zij in de toekomst ook zelf weer zal baren. Bij een pasgeboren dochter zijn reeds alle eicellen aanwezig die ooit in de toekomst zullen ovuleren. Wat een energie! Bij een meisje verliest de moeder nog meer levenskracht dan bij een jongen.

Vandaar dat de mogelijkheid en ruimte voor onreinheid dubbel zo groot is. Wanneer een baby tevoorschijn komt, verlaat hij of zij het reine vruchtwater en laat hij een vacuüm van levenskracht achter. Bij een meisje is de levenskracht groter en de leegte daarna dus ook. Hoe intenser het hoogtepunt hoe dieper de val is die daarop volgt.

Het gebrek aan leven dat de moeder bij de geboorte van haar kind overkomt wordt door het Gatat-offer hersteld. En wat brengt zij? Een duif. Van alle soorten dieren zijn duiven één van de weinigen die trouw blijven aan hun partner, zeker in één seizoen en soms levenslang.

Trouw

Net zoals een duif trouw is, zo ook zijn man en vrouw trouw aan elkaar en is het Joodse volk trouw aan zijn Schepper. Gelijk deze nieuwe moeder haar verbinding met G-d weer nieuw leven inblaast met behulp van haar offers die haar connectie weer herstellen, zo ook gaan wij om met onze partners in het leven, op een trouwe en respectvolle manier.

Ook al ben jij je je verbinding met G-d even kwijt of is je spirituele hoedanigheid iets afgezwakt, helemaal na zo een intens moment, waardoor je daarna een leegte ervaart, wees gerustgesteld: er bestaan twee offers die jou weer verbinden en de oorspronkelijke situatie herstellen. Een Ola dat geheel verbrand wordt en jou volledig met G-d verbindt en een Gatat die het grote gat, het gebrek aan levenskracht, komt herstellen.

Een Jood blijft altijd verbonden met G-d. Zo zit hij organisch in elkaar. Dat is zijn staat. Daar hoeft hij niets voor te doen en daar kán hij zelfs niets aan veranderen. Niet altijd reflecteert hij deze connectie, gelijk de maan die altijd wel aanwezig is maar niet altijd het zonlicht weerkaatst. Zo ook is een Jood niet altijd in staat om het G-ddelijke licht dat in hem aanwezig is, uit te stralen. Maar als hij diep geraakt en geschud wordt, zoals in tijden van antisemitisme en oorlog, dan komt zijn ware essentie naar buiten. Hij voelt zich Joodser dan hij ooit van zichzelf had gedacht. Nu is het alleen nog zaak om dat Joodse gevoel uit te drukken door Torah te leren, gebeden uit te spreken en geboden uit te voeren zoals Shabbat, kosher eten en geld doneren.

In het Hooglied, waarin de liefde tussen G-d en het Joodse volk beschreven wordt, staat (15-1):

הִנָּ֤ךְ יָפָה֙ רַעְיָתִ֔י הִנָּ֥ךְ יָפָ֖ה עֵינַ֥יִךְ יוֹנִֽים׃

Kijk, jij bent mooi, mijn vriendin, kijk je bent mooi, jouw ogen zijn als die van duiven.

De Midrash legt uit:

Net zoals deze duif vanaf het moment dat zij haar maat kent, hem niet voor een ander verwisselt, zo is het ook met het Joodse volk: vanaf het moment dat het G-d heeft erkend, heeft het Hem nooit voor een ander ingewisseld.

Herstel

Er zijn hoogtepunten in de Joodse geschiedenis geweest, tijdperken dat het Joodse volk opbloeide, zoals in de tijd van koning Salomon. De dieptepunten zijn te veel om op te noemen en kunnen collectief zijn of individueel. We beleven leuke momenten en gaan helaas ook door moeilijke tijden. Soms is onze verbinding met Boven helemaal heerlijk en op andere momenten voelen we niets, apathie op z’n diepst of zijn we zelfs boos op onze Schepper. 

Ook al voelen wij leegtes in ons leven en worden wij met gebreken geconfronteerd, de duif vertelt ons dat wij van nature intrinsiek verbonden blijven. Ook al voelen wij een gebrek aan levenskracht en zijn wij al dan niet spiritueel depressief, er wordt ons altijd weer een mogelijkheid gegeven om onszelf te herenigen met G-d (het Ola-offer) en ons gebrek aan leven en enthousiasme te herstellen (het Gatat-offer). 

En dit is wat Am Yisrael chai betekent, Het Joodse volk leeft. We leven omdat wij verbonden zijn met de Eeuwige, waardoor wij als volk ook eeuwen kunnen doorstaan en eeuwig kunnen blijven bestaan! 

Am Yisrael chai!
Bracha Heintz

Gebaseerd op een les van Rav YY Jacobson
Opmaak Rianne Meijer, Sonja Tamam en Devorah Verwoerd.

Klik hier om wekelijks per WhatsApp een artikel te ontvangen!

Help jij mee om de continuïteit van deze artikelen te waarborgen? Door te sponsoren word je een actieve partner en steun je ook verdere activiteiten! Doneren kan hier op chabadutrecht.nl/doneren.

 

Beeld: Chabad.org