Wat is Chanoeka?

Wat is Chanoeka?

In de Talmoed, vragen onze geleerden, “Wat is Chanoeka?” Hun antwoord luidt, “Toen de Grieken de Tempel in Jeroesjalajim binnen drongen, hebben zij alle olijfolie (die voor de lampen van de menora bestemd was) onrein gemaakt. Toen de leden van het koninklijk huis van de Chasjmonajiem de oorlog tegen de Grieken gewonnen hadden, vonden zij slechts 1 kruik olie die nog verzegeld was door de kohen gadol.” (De zegel van de hogepriester garandeerde de spirituele reinheid van de olie.)

Dit stuk uit de Talmoed roept wat vragen op:

1. Waarom is de gebeurtenis van de olie voor de geleerden van de Talmoed belangrijker dan alle andere wonderen die tijdens de oorlog met de Grieken geschied zijn?

2. Als de Grieken het aansteken van de lampen van de menora wilden verstoren, waarom hebben zij de oliekruiken niet gewoon kapot gemaakt? Waarom moesten zij de oliekruiken heel laten en slechts de zegel verbreken waardoor de olie alleen zijn status van reinheid verloor.

De Grieken ontkenden het bestaan van reinheid en onreinheid. Deze begrippen hebben trouwens niets met hygiëne te maken, het gaat hier zuiver om een spirituele aangelegenheid. In de Griekse beschaving, bestond alleen wat een mens zelf kan zien en waarnemen. Weliswaar hadden zij goden maar die hadden zij zelf gemaakt volgens hun eigen verbeelding. Daarentegen weten wij “Hij is, Hij was en Hij zal zijn.” Eerst was er G-d en Die heeft de mens geschapen. Als een mens een god maakt dan is deze god beperkt volgens de inzichten van de maker. De Griekse goden waren dus supermensen, maar konden onmogelijk bovenmenselijk zijn.

De Grieken hadden geen begrip voor iets bovenmenselijks. Vandaar dat de wetten van spirituele reinheid voor hen vreemd en onacceptabel waren. Spirituele reinheid en onreinheid zijn onverklaarbaar. Zij zijn niet te meten met menselijke maatstaven; zij zijn ontastbaar.

Om het voorbeeld te nemen van de olijfolie die in de Tempel gebruikt werd: als iemand die onrein is een kruikje olie dat niet verzegeld was in zijn handen nam, dan werd de olie onrein. Op dat moment was dat niet meer geschikt om voor de dienst in de Tempel gebruikt te worden.
De olie verandert dan niet in samenstelling. Als men een chemische analyse ervan zou maken, zou men vinden dat de reine olie en de onreine olie precies dezelfde samenstelling hebben. Toch is de olie onrein geworden. Reinheid en onreinheid liggen namelijk in een bovenmenselijke dimensie die met metingen niet waargenomen kunnen worden.
Daarom hebben de Grieken gekozen om slechts de zegels van de kruiken te breken. Zij wilden demonstreren dat de olie hetzelfde bleef en dat de wetten van reinheid en onreinheid onzin waren.

De Griekse Benadering

Als wij een beetje dieper kijken, vinden wij in de Joodse mystiek dat olie het symbool van wijsheid is.
De Tora is het boek waarin G-d zijn wijsheid heeft gestopt.
De Griekse beschaving was zeer geïnteresseerd in de wijsheid van de Tora. De Griekse koning Ptolemaeus liet zelfs de Tora in het Grieks vertalen. Toch was de Griekse beschaving tegen bepaalde aspecten van het Jodendom. Hoe is dit mogelijk? De Grieken beschouwden de Tora als een boek vol met wijsheden, maar stoorden zich aan het bovenmenselijk aspect ervan. De Tora was een zeer diepgaand filosofisch boek die in iedere bibliotheek een plaats moest hebben. Maar bovenmenselijk?! Neen! De wereld bestond voor de Grieken slechts uit zaken die door de mens waarneembaar zijn. De olie, de wijsheid, maakten zij daardoor onrein, onG-ddelijk.

De Joodse Benadering

De Grieken wilden iets demonstreren, de Maccabiem ook. Als er geen reine olie beschikbaar is mag men namelijk volgens de Joodse wet gebruik maken van onreine olie voor de menora. Zelfs wanneer iedereen of alle beschikbare voorwerpen voor de dienst in de Tempel onrein zouden zijn zou de Tempeldienst toch plaats kunnen vinden.1
Toch wilden de Maccabiem geen onreine olie gebruiken. Het mocht wel, toch deden zij het niet. Zij gingen zoeken of er toch nog ergens wat reine olie te vinden was. Zij vonden slechts 1 kruik waar alleen voldoende olie in was voor 1 dag. Het vervaardigen van nieuwe reine olie zou 8 dagen in beslag nemen. Tegen alle logica in staken ze die kleine onvoldoende hoeveelheid olie aan. De rest lieten zij aan G-d over.

De Maccabiem wilden laten zien dat er meer is dan het waarneembare en het meetbare. Zij wilden demonstreren dat het Griekse negeren van het bovenmenselijke fout was. Men moest reine olie hebben. De beleving van het Jodendom moest G-ddelijk blijven.
Met hun daden hebben de Maccabiem zich volledig verzet tegen de Griekse gedachtegang. Allereerst door de vijand zelf te verslaan en daarna door zijn ideeën te niet te doen. Tegen alle logica in moest dat kruikje met zegel gevonden en aangestoken worden. Op een bovennatuurlijke wijze hebben zij durven handelen. G-d heeft op een bovennatuurlijke manier Zijn instemming bewezen door de kleine hoeveelheid olie wonderbaarlijk lang te laten branden.

Een handje vol Joden wonen nog hier in Utrecht. Wij blijven het vlammetje aansteken. Volgens alle berekeningen zouden wij al lang niet meer bestaan. Wij maken geen berekeningen. Wij doen niet aan statistieken. Ook al hebben wij maar een klein beetje olie steken wij toch de menora aan, ook al lijkt het soms dat er niet genoeg zal zijn voor de toekomstige acht dagen.
Net als de Maccabiem vertrouwen wij erop dat het Utrechtse spirituele lampje zal blijven branden.

Rabbijn A.L. Heintz

Comments are closed.