Auteur: Rabbi Aryeh Leib Heintz

Shoftiem | Eerst luisteren, dan oordelen

Shoftiem | Eerst luisteren, dan oordelen

Elk individu heeft een kern van goedheid in zich, een stukje onschuld. Hoe laag hij ook gezonken is, hoe slecht hij ook mag zijn, ook al is hij een crimineel die tot de doodstraf veroordeeld moet worden, toch behoudt hij diep in zich een onaangetaste kern. Op dit positieve deel van de misdadiger kan de rehabilitatie gebouwd worden. Houd rekening met verzachtende omstandigheden, voor anderen, maar ook voor jezelf.

Download hier een printversie van dit artikel (PDF)

Devariem 18:16 

שפטים ושטרים תתן לך בכל שעריך…״”

 “Rechters en politieagenten zul je plaatsen in al jouw poorten…”

Zo begint onze Parasha: met de opdracht en de verantwoordelijkheid voor ieder mens om ervoor te zorgen dat elke stad zijn eigen rechtbank en politieagenten heeft. Dit vormt de basis voor een goed functionerende en veilige samenleving. Natuurlijk zijn hier tal van wetten en regels aan verbonden (kijk onderaan dit artikel voor meer details). Jarenlange intense studie is noodzakelijk om deze materie goed te kunnen beheersen en toe te passen. 

Schuldig en toch vrijgesproken

Vandaag zullen we ons verdiepen in één detail dat op het eerste gezicht nogal vreemd lijkt. In de Talmoed wordt de volgende regel beschreven (Sanhedrin 17-1): 

סנהדרין שראו כולן לחובה, פוטרין אותו 

“In het geval dat het gerechtshof een verdachte unaniem beschuldigt, wordt de verdachte vrijgesproken.”

Met andere woorden, wanneer alle rechters, zonder uitzondering, besluiten dat de verdachte schuldig is, wordt hij vrijgesproken. U leest het goed, al lijkt het vreemd en totaal niet logisch! Wanneer alle rechters besluiten dat de aangeklaagde schuldig is, waarom zou hij dan vrijgesproken worden?  

Volgens de Joodse wet hoort elke stad zijn eigen gerechtshof te hebben, waar 23 rechters aan deelnemen. Dit is het minimale aantal dat nodig is om de doodstraf te kunnen uitspreken. Behalve elk stedelijk gerechtshof zetelde in de hoofdstad Yerushalayim, in de Tempel, ook een hooggerechtshof, dat uit 71 rechters bestond. Zowel een stedelijk gerechtshof alsook het hooggerechtshof kon allerlei zaken berechten zoals civiele en financiële aangelegenheden. Een gerechtshof van minder dan 23 rechters was ook mogelijk, maar dat kon geen doodsvonnis uitspreken. Wanneer de geleerden over een wet moesten beslissen of een uitspraak moesten doen in een rechtszaak, moest er wel altijd een oneven aantal rechters zijn.

Doodstraf vermijden

Nu was het de verantwoordelijkheid van elke rechter om er alles aan te doen om de doodstraf te vermijden. Sowieso was het bijna onmogelijk om alle nodige voorwaarden bij elkaar te krijgen om de doodstraf toe te passen. Er moesten namelijk minstens twee getuigen zijn die de misdaad werkelijk met hun eigen ogen hadden zien gebeuren. Indirect bewijs voldeed nooit. Ook moest de dader van tevoren gewaarschuwd worden, dat hetgeen hij uit ging voeren, verboden was. Hij moest antwoorden dat hij het wist, maar toch de misdaad ging plegen. Bovendien was een meerderheid van rechters in het geval van de doodstraf niet voldoende. Er moest een meerderheid van minstens twee rechters zijn die van mening waren dat de doodstraf toegepast moest worden. Met al deze voorwaarden werd er alsnog neergekeken op een gerechtshof dat zelfs maar één keer in de 70 jaar de doodstraf uitdeelde. Zo’n gerechtshof werd zelfs bloedig genoemd.

In Bamidbar 35 (24 en 25) staat dat een “groep” (העדה) moet berechten en een “groep” moet redden. Een groep is altijd tien (zie het verhaal van de verspieders). Er moet dus in een gerechtshof de mogelijkheid bestaan voor minstens tien aanklagers (berechten) en tien verdedigers (redden). Dat zijn totaal minstens 20 rechters. Vervolgens moet er een meerderheid van minstens twee zijn om de doodstraf te kunnen geven. Dat is 22. En om te voldoen aan de noodzaak van een oneven aantal rechters, wordt er nog een drieëntwintigste rechter toegevoegd. 

Hoe dan ook moest er een bepaald systeem ingezet worden om ervoor te zorgen dat de maatschappij gezond en veilig was. Alleen in het paradijs gaat alles naar wens en is er geen noodzaak voor rechters of een uitvoerende macht.  

Wijs en intelligent

Wie waren de rechters? Wat waren hun vereiste eigenschappen?  

Ze moesten uitzonderlijk wijs en intelligent zijn. Ze moesten de gehele Joodse wetgeving zo goed kennen dat ze er van konden dromen. Ze kenden de dynamiek van de Joodse traditie en geschiedenis en ze waren ingewijd door iemand die zelf ingewijd was, door iemand die ook zelf weer ingewijd was. Dit ging terug, van generatie op generatie, in directe lijn tot aan Moshe Rabenoe, onze leraar, die het van G-d Zelf had geleerd.

De namen zijn bekend, men weet precies wie wie heeft bevoegd, vanaf Moshe Rabenoe tot Rav Ashi uit de vijfde eeuw van de gewone jaartelling. Maimonides noemt ze van generatie op generatie op.  

Dit waren onze rechters en zo waren ze: G-dvrezend, bescheiden en integer. Niets minder, want een rechter die deze eigenschappen niet bezat, was gewoonweg gevaarlijk. Als hij bijbedoelingen had of als hij zich onzeker voelde dan zouden de gevolgen desastreus kunnen zijn. 

Veiligheid voor maatschappij

Blijft de vraag waarom een crimineel toch vrijkwam, als alle 23 (of 71) rechters de beklaagde schuldig hadden bevonden. Wat is hier de bedoeling van? Hoe kunnen we dit vatten? Hoe zit het dan met de veiligheid van de maatschappij? Misschien heeft die persoon al vier mensen vermoord. Moet hij dan nog vrij rondlopen? 

Nog een dilemma: stel 22 rechters hebben hun hand opgeheven om de beschuldigde te veroordelen. De 23ste weet, dat als hij de beschuldigde ook veroordeelt, dat hij daardoor vrijkomt omdat als alle rechters de verdachte schuldig vinden, de verdachte vrijgesproken wordt. Als rechter nummer drieëntwintig wil dat de verdachte gestraft wordt, moet hij hem juist onschuldig verklaren om het gewenste resultaat te verkrijgen. Maar dat mag rechter nummer 23 niet doen. Hij is integer, oprecht en bescheiden. Hij houdt zich aan de wet en oordeelt volgens de waarheid. Als hij vindt dat de verdachte schuldig is, dan is dat ook hetgeen hij verklaart, ongeacht de gevolgen van zijn uitspraak. 

De rechter wordt verondersteld zijn kijk op de zaak te geven en geen berekeningen te maken welk gevolg zijn uitspraak zal hebben. Uiteindelijk is het aan G-d om te berechten. Door de mechaniek van het Joodse systeem in werking te stellen is dit precies wat er bereikt wordt. De rechters, in al hun bescheidenheid, schikken zich naar het G-ddelijke systeem omdat ze ervan overtuigd zijn dat daardoor G-ds wil tot uiting zal komen. Zij geven niet hun persoonlijke mening op de zaak. Wat zij doen, is kijken hoe de wetten van de Torah in elke situatie toegepast dienen te worden. Hun nederige houding maakt het mogelijk dat uiteindelijk G-ds wil door middel van de Torah uitgevoerd wordt. 

Nu is de aangeklaagde vrij. Waarom?  

Zeker van hun zaak

De Meïri, een middeleeuwse Rabbijn uit Catalonië, begrijpt dat dit natuurlijk ook niet kan. Hij zegt dat פוטרין אותו = de verdachte wordt vrijgesproken betekent niet dat hij onschuldig wordt verklaard. Het Ivriet kan ook anders vertaald worden. Het betekent dan dat men ‘van hem af moet zijn’. Toch de doodstraf dus. 

Een zestiende-eeuwse Joodse geleerde uit Turkije, Shlomo HaLevi, ziet het anders. Hij gebruikt de Rambam, Maimonides, om beter te begrijpen hoe deze vreemde regeling in elkaar zit. De Rambam beschrijft in hoofdstuk 9 van zijn wetboek bovengenoemde regel op de volgende manier. 

סנהדרין שפתחו כולם בדיני נפשות תחלה ואמרו כולן חייב הרי זה פטור עד שיהיו שם מקצת מזכין שיהפכו בזכותו וירבו המחייבין ואח”כ יהרג 

“Een gerechtshof waarbij zij allemaal openen met eerst de doodstraf en zeggen “schuldig” dan is de beklaagde vrij totdat er daar enkelingen zullen zijn die hem verdedigen, die de zaak omkeren naar zijn verdienste en dan zullen de aanklagers in de meerderheid zijn en daarna zal hij gedood worden.” 

Met andere woorden: de Rambam neemt de wet uit de Talmoed over en legt het wat uitgebreider uit. Hij verklaart dat als alle rechters beginnen met het beschuldigen van de verdachte, dan is de verdachte vrij. Pas als zijn verdiensten ook in beschouwing genomen worden kan de doodstraf op hem toegepast worden. 

Weer zo bizar! 

Maar Rav Shlomo HaLevi legt het uit: het probleem zit hem in het feit dat de zaak met de doodstraf begint. De discussie in de rechtszaal is nog niet echt op gang gekomen en iedereen heeft al een mening. Dat klinkt niet kosher! Is er geen gesprek? Luistert niemand naar elkaar? Vind je de mening van een ander niet verrijkend? Vindt er geen debat plaats? Wil je de waarheid ontdekken dan zal je de zaak toch van verschillende kanten moeten bekijken. Zonder gedachtewisseling zal een oordeel onmogelijk zijn. Maar deze 23 rechters hebben daar kennelijk geen boodschap aan. Ze zijn zo zeker van hun zaak dat je al a priori weet dat dit totaal de mist in kan gaan. 

Verschillende meningen

In de Joodse leer is er altijd discussie, over en weer. Verschillende meningen delen kan verrijkend zijn. Elke diamant heeft meerdere facetten. De school van Hillel en de school van Shamai zijn hier beroemd om; ze zijn altijd in tegenspraak met elkaar. Shamai vond bijvoorbeeld dat je met Chanoeka op de eerste avond 8 lichtjes moet aansteken en elke dag een lichtje minder. Daarentegen was Hillel van mening dat je op de eerste avond met één lichtje moest beginnen en dat je elke dag één lichtje toe moest voegen. Deze twee geleerden hadden heel vaak een tegenstrijdige mening. Is dat erg? Nee, het is verrijkend. 

Hierbij valt wel op dat Shamai veel scherpere hersens had dan Hillel. Hillel was bescheiden, kalm, rustig en aardig. De wet is bijna altijd volgens Hillel. Toch had Shamai de hoogste IQ. Wat vreemd dat we de mening volgen van een aardige man i.p.v. de mening van een groot wetenschapper.

Sinds wanneer zijn wetten gebaseerd op karaktereigenschappen en niet op basis van intellect?  Wil je met iemand trouwen dan kijk je natuurlijk naar zijn karakter. Maar om de wet vast te stellen heb je vooralsnog gigantische kennis en intellectuele capaciteiten nodig!  

Hillel was misschien niet een genie zoals Shamai was, maar hij was wel intelligent, bekwaam en vooral bescheiden. Hij liet Shamai altijd eerst aan het woord, luisterde naar zijn mening, overwoog de zaak en kwam dan pas met zijn conclusie. Zijn wetten en regels werden pas geconcludeerd nadat hij had geluisterd. Daarom worden de Torah regels bijna altijd volgens de interpretatie van Hillel bepaald.  

Doel van discussie

Vraag jezelf eens af wat het doel van jouw gesprek en discussie is. Als je aan één stuk door praat dan ben je alleen maar aan het herhalen wat je al weet. Maar als je luistert, misschien hoor je dan iets nieuws. Ben je op zoek naar de waarheid? Heb je geluisterd en gehoord wat een ander te vertellen heeft of heb je alleen maar gewacht dat hij klaar met spreken was zodat jij aan de beurt was om jouw verhaal te doen? Is het jouw doel om gelijk te hebben? Dan ga je je uitsluitend verdedigen en de tegenpartij en zijn visie kapot maken. Je bent dan een verliezer ook al heb je gelijk. 

Onenigheid verrijkt je intellect en je emoties. Vermijd het niet en luister vooral naar je tegenstander. Alleen dan kom je achter de waarheid. Luister eens naar een ander ook al heeft hij een tegenstrijdige mening. Zit niet vast aan je eigen opinies en veracht niet de mensen die de gebruikelijke manier van denken in twijfel brengen.  

Tweemaal luisteren

״והיה אם שמע תשמעו״ 

“En het zal zijn als je luistert en je zult luisteren” zeggen we dagelijks in het tweede hoofdstuk van het ‘Shema Yisrael’ gebed. Waarom staat er tweemaal luisteren? Je moet niet alleen maar horen wat een ander zegt, je moet er ook naar luisteren. Wacht niet met spreken totdat de ander klaar is omdat je zo beleefd bent. Dit noem je geen ‘luisteren’. Luister ook naar wat een ander niet zegt, naar wat hij tussen de regels door bedoelt. Kijk naar zijn gezichtsuitdrukking.  

In dit gerechtshof is kennelijk een vonnis uitgesproken zonder dat de zaak van alle kanten bekeken is. Volgens de Torah heeft dit tribunaal niet de bekwaamheid om de doodstraf uit te spreken. Er is niet geluisterd en daardoor kan de volledige waarheid nooit boven tafel zijn gekomen.

De negentiende-eeuwse geleerde Reb Tzvi Chiyoes uit Polen vroeg zich ook af hoe dit gerechtshof opereerde omdat iedereen al zo gauw met een beschuldiging klaarstond. Als je niet luistert kom je nooit achter de waarheid. Waar is het debat, de discussie, waar zijn de verschillende facetten? Valt er helemaal niets goeds te zeggen over deze crimineel? Zijn er geen verzachtende omstandigheden? Is de crimineel misschien gestoord? Heeft hij een traumatische jeugd gehad? Wat is zijn achtergrond? Misschien is hij gehersenspoeld? Hoe dan ook moet deze misdadiger rehabiliteren als hij de doodstraf krijgt, in deze wereld of in de komende wereld. Maar toch, als zelfs niet één rechter iets goeds kan vinden, dan klopt hier iets niet. Er is altijd over iedereen iets positiefs te melden, hoe klein dan ook. 

De Torah is er niet om iemand te straffen, om wraak te nemen en zelfs niet om de straf van de misdadiger als voorbeeld te laten fungeren. De straffen in de Torah zijn er ook niet om de maatschappij tegen de misdadiger te beschermen. Vandaar dat gevangenisstraf in de Torah nooit voorkomt. Wat is het nut voor de misdadiger om opgesloten te worden? Opsluiten houdt een schuldige juist tegen in zijn ontwikkeling en veroorzaakt bitterheid en boosheid. Daarentegen heeft elke Torah-“straf” als doel het wegpoetsen van het delict. Heb je gestolen dan moet je terugbetalen. Is jouw misdrijf zo groot dat er in deze wereld niets bestaat dat geschikt is om je te rehabiliteren, pas dan komt de doodstraf in aanmerking. Dit is dan helaas de enige mogelijkheid om alles recht te trekken. Het is zelfs zo dat voordat de doodstraf uitgevoerd kon worden, de schuldige eerst begeleid moest worden om tot inkeer te komen. Dit zijn allemaal elementen die bewijzen dat de hele strafprocedure, inclusief de dood, uitsluitend als doel had om de aangeklaagde te helpen om zijn situatie te herstellen. In het proces van de dood wordt de ziel van het lichaam gescheiden. Beide kunnen dan, apart van elkaar, in een hogere wereld gerehabiliteerd worden.  

Wees niet te snel in je oordeel

Dit is allemaal gebaseerd op het feit dat ieder individu, hoe slecht dan ook, hoe laag hij ook gezonken is, altijd nog een kern van goedheid in zich heeft, een stukje onschuld. Op dat positieve deel van de misdadiger kan de rehabilitatie gebouwd worden. Als geen van de 23 rechters dat stukje weet te ontdekken dan is er iets heel erg mis. Als je alle deuren en openingen dicht houdt, als je helemaal geen lichtje kunt zien dan is jouw oordeel bij voorbaat afgekeurd. Dan heeft de straf geen enkel rehabiliterend nut. 

Verbreed je zicht op zaken en sta open. Spreek niet zo veel en luister naar je tegenstander, opdat jouw mening een bredere basis zal hebben. Ontdek een positief aspect, zelfs in een misdadiger. Anders, zo vertelt de Torah ons, zul je hem niet kunnen berechten. 

Ook wij veroordelen dagelijks de mensen om ons heen. Onze moeder, onze echtgenoot, zuster, zoon, de bakker en de slager en niet te vergeten onszelf. Sommigen onder ons vinden altijd smoesjes voor ons eigen gedrag. Anderen zijn te streng en keihard voor zichzelf.

Wees niet te snel in je oordeel. Neem verzachtende omstandigheden in aanmerking voor anderen maar ook voor jezelf. Zoek die kern van onaangetaste reinheid ook al ben jij of een ander over de schreef gegaan. Gebruik dit lichtpuntje om op een mooie, optimistische en positieve manier het probleem op te lossen en zo met enthousiasme verder te gaan… 

Shabbat Shalom!
Bracha Heintz 

Extra uitleg

In Sefer Hamitswot somt Maimonides de 248 geboden en 365 verboden op, die G-d aan het Joodse volk gegeven heeft. Van de 365 verboden zijn er 19 en van de 248 geboden zijn er 6 die van toepassing zijn op rechters en getuigen.

Gebod nummer 175| Rechters beslissen volgens de meerderheid.

Gebod nummer 176| Er moeten rechters worden benoemd om orde te houden.

Gebod nummer 177| Rechters behandelen beide partijen op een eerlijke manier: het is bijvoorbeeld niet toegestaan om de ene procederende de mogelijkheid te geven om lang aan het woord te zijn en de andere te vragen om zijn betoog kort te houden.

Gebod nummer 178| Een getuige moet alles wat hij gezien heeft vertellen. Hij mag niets achterwege laten.

Gebod nummer 179| De rechters moeten de getuigen heel nauwkeurig en uitgebreid ondervragen.

Gebod nummer 180| Als blijkt dat een getuige een vals getuigenis afgelegd heeft, dan krijgt deze valse getuige de straf die de verdachte zou hebben gekregen als hij  die misdaad had gepleegd waar hij van beschuldigd werd.

Verbod nummer 273| Een rechter mag de Torah-regels omtrent rechtspreken niet verdraaien.

Verbod nummer 274| Een rechter mag geen steekpenning ontvangen.

Verbod nummer 275| Een rechter mag een vooraanstaande persoon niet begunstigen.

Verbod nummer 276| Een rechter mag niet iemand onschuldig verklaren omdat hij bang is dat de beschuldigde hem anders in gevaar zal brengen.

Gebod nummer 277| Een rechter mag in zijn oordeel geen medelijden hebben met een arm persoon en hem begunstigen ten aanzien van een rijker iemand zodat de arme persoon op een eervolle manier geld zal ontvangen.

Verbod nummer 278| Een rechter mag niet iemand beschuldigen omdat de verdachte sowieso een slecht iemand is.

Verbod nummer 279|Een rechter mag een moordenaar of iemand die lichamelijk letsel aanbrengt niet begunstigen omdat de verdachte arm is.

Verbod nummer 280| Een rechter mag zijn oordeel niet verdraaien in het voordeel van een vreemdeling of een wees.

Verbod nummer 281| Een rechter mag de ene partij niet verhoren in afwezigheid van de andere partij.

Verbod nummer 282| Een rechtbank mag niet de doodstraf uitspreken als er niet minstens een meerderheid is van twee rechters.

Verbod nummer 283| Een rechter mag niet de mening van een andere rechter overnemen. Hij moet zijn vonnis zelf concluderen

Verbod nummer 284| Het is verboden om een rechter te benoemen die geen kennis van zaken heeft of die de Torah-regels in zijn privéleven niet toepast.

Verbod nummer 285| Men mag geen vals getuigenis afleggen.

Verbod nummer 286|Een boosdoener mag geen getuige zijn.

Verbod nummer 287| Een familielid kan noch vóór noch tegen zijn bloedverwant getuigen.

Verbod nummer 288| Men mag niet berechten gebaseerd op slechts één getuige.

Verbod nummer 289| Een rechtbank mag niet straffen gebaseerd op indirect bewijs. Stel: een getuige ziet twee mensen achter elkaar aan rennen en de ene heeft een mes in zijn hand. Beiden gaan een huis in. De getuige komt ook binnen en ziet de ene man dood en vol met bloed en de andere met het mes in zijn hand ook vol met bloed. De getuige is geen getuige. Hij heeft de moord niet gezien. De misdaad is gepleegd voordat de ‘getuige’ binnen kwam. Wie de moordenaar is, is alleen een indirecte conclusie en de rechter mag dit getuigenis niet accepteren. Mocht je denken ‘dit klopt niet’, zegt Maimonides, besef dan dat in alles wat mogelijk is, sommige gevallen heel waarschijnlijk zijn en anderen totaal onwaarschijnlijk. Als de Torah toestemming had gegeven om iemand te straffen gebaseerd op iets dat niet anders verklaard kan worden, zoals in het voorbeeld hierboven, dan zouden iets minder waarschijnlijke gevallen ook geaccepteerd worden. Vervolgens zouden andere gevallen die weer iets minder waarschijnlijk waren ook veroordeeld worden enz… Totdat het punt bereikt zou worden dat een onschuldige man de doodstraf zou krijgen. Het ergste wat er kan gebeuren als je uitsluitend directe getuigenis aanvaardt, is dat een schuldige man vrijgesproken wordt. Beter 1000 mensen vrijwaren dan één onschuldige man de doodstraf te geven.

Verbod nummer 290| Een getuige mag geen oordeel geven. Hij mag alleen vertellen wat hij gezien heeft waarna hij zwijgen moet.

Verbod nummer 291| Een crimineel mag niet zonder rechtszaak gestraft worden.

Deze 19 regels zijn slechts een opsomming. Er zijn boeken vol geschreven over de details, de uitleg en talloze voorbeelden om deze 25 regels beter te kunnen begrijpen en toe te passen. 

Gebaseerd op de Rambam en een artikel van Rav YY Jacobson. 
Laat het mij weten indien U deze artikelen niet wenst te ontvangen. Vragen en kritiek zijn ook zeer welkom!

Speciale dank voor de opmaak en correcties door Rianne Meyer, Sonja Tamam en Devorah v.d. Heiden.

Klik hier om wekelijks per WhatsApp een artikel te ontvangen!


Helpt u mee om de continuïteit van deze artikelen te waarborgen? Door te sponsoren word je een actieve partner en steun je ook verdere activiteiten! Doneren kan hier op chabadutrecht.nl/doneren.

Beeld: chabad.org

 

Re’ee | Karkassen in Israel

Re’ee | Karkassen in Israel

In ons leven hebben we regelmatig te maken met negatieve situaties of met slechte mensen. Maar is dit het enige dat wij kunnen zien, dan is het aan ons om wat beter in de spiegel te kijken. Kwaad zien in een ander zegt meer over jezelf dan over diegene bij wie je het kwaad ziet. Het is uiteindelijk allemaal een kwestie van perspectief. 

Download hier een printversie van dit artikel (PDF)

Moshe Rabenoe vertelt deze week welke dieren geschikt zijn om gegeten te worden. Het is een spiritueel dieet, door G-d gegeven aan het Joodse volk. Wij consumeren uitsluitend dieren met ‘goede’ karaktereigenschappen. Wij eten geen wilde, valse of “vieze” dieren. 

Drie namen, één vogel

Verschillende diersoorten komen aan bod zoals vee, vissen en vogels. Wat de vogels betreft, leert de Torah ons dat de meeste kosher zijn. Een kleine minderheid is dat niet. Daarom noemt de Torah in onze Parasha (14, 12 – 18) welke vogels niet kosher zijn. Toch blijkt in de praktijk dat wij maar weinig soorten vogels als kosher beschouwen. De reden is dat men tegenwoordig niet meer weet welke vogels de Torah precies bedoelt. Het komt erop neer dat wij enkel die vogels nuttigen waar wij, via onze overlevering, zeker van weten dat ze kosher zijn. 

Alhoewel de lijst van niet-koshere dieren ons in de praktijk niet helpt, zijn er toch lessen die wij eruit kunnen trekken, zoals gauw zal blijken. 

De focus van dit artikel ligt enkel op één vogel, verboden voor consumptie, die in vers 13 genoemd wordt en wel met drie verschillende namen:

״והראה ואת האיה והדיה למינה״ 

“En de Ra’a en de Aja en de Daja volgens zijn soort”

Drie aparte namen, allemaal voor één en dezelfde vogel, een soort grijpgier die niet kosher is. Omdat deze vogel onder deze diverse namen bekend staat, worden, om verwarring te voorkomen, alle drie de namen genoemd. Zo weet iedereen dat deze vogel, hoe hij ook genoemd wordt, niet kosher is. 

De eerste naam: הראה    Hara’a 
Deze naam betekent ‘zien’, omdat deze vogel uitzonderlijk scherp kan zien. In zijn vlucht kan hij
op zeer  verre afstand zijn prooi al waarnemen. Hij duikt dan ineens neerwaarts om zijn maaltijd te bemachtigen.

De tweede naam: האיה    Ha’aja 
Dit wordt vertaald als jammeren, schreeuwen en huilen. 

De derde naam:הדיה   Hadaja  
Deze naam betekent zweven en glijden, dat is de prachtige beweging die deze vogel in de lucht maakt met zijn gigantische vleugels. 

Spiritueel allergisch

Natuurlijk schuilt er meer achter deze drie namen. We zullen ons verdiepen in de eerste naam, Hara’a, die zien betekent. Via deze eerste naam zullen wij de aard van dit dier ontdekken om zo beter te kunnen begrijpen waarom het voor koshere consumptie niet geschikt is.  

De letterlijke vertaling van het Hebreeuwse woord kosher is geschikt. Als iets kosher is, dan past het in het dieet van een Jood. Het is gezond en geschikt voor zijn lichaam en zijn ziel. Een Jood is spiritueel allergisch voor varkensvlees, mosselen en gieren. Zijn ziel zal allerlei negatieve symptomen vertonen wanneer hij dit soort voedsel zou consumeren. Het gevolg van niet-kosher voedsel eten is dat hij daardoor een soort apathie ontwikkelt voor spirituele zaken. De finesses van de Torah zullen hem ontgaan en hij zal zich daardoor helaas minder Joods voelen. Als je Joods bent kun je door kosher te eten je spirituele antenne beter richten en verfijnen. 

Scherp zicht

Wat is er aan de hand met onze gier dat hij niet geschikt zou zijn voor koshere consumptie?  

Allereerst is het een roofdier. Dat klinkt al niet kosher. Roofdieren zijn nooit kosher. Alleen tamme dieren die rustig zijn en vegetarisch voedsel tot zich nemen kunnen kosher zijn. Verder schuilt er ook een les in de namen waarmee het dier in de Torah genoemd wordt. 

Hara’a betekent de ziener. De Talmoed geeft uitleg. “Rabbi Abahoe zegt: de Ra’a vogel is hetzelfde als de Aja. En waarom wordt hij Ra’a (ziener) genoemd? Omdat hij buitengewoon goed kan zien… We hebben geleerd dat deze vogel in Babylon staat en een karkas in het land van Israel ziet.”  Zo illustreert de Talmoed het gezichtsvermogen van deze gier. Gezien de afstand van honderden kilometers tussen Babylon (nu Irak) en Israel is dit een nogal indrukwekkende omschrijving! 

Waarom kiest de Talmoed om het gezichtsvermogen van onze vogel op deze manier te omschrijven? Er bestaan zoveel andere mogelijkheden om uit te leggen hoe en tot welke afstand een vogel kan zien. 

Een nog essentiëlere vraag: scherp zien is toch iets positiefs? Waarom zou deze vogel dan niet kosher zijn als het zo’n geweldige, visuele eigenschap bezit?  

De Talmoed heeft, zoals met alles in de Torah, deze illustratie zeer precies gekozen: “Hij staat in Babylon en hij ziet een karkas in het land van Israel.” De Talmoed beschrijft niet alleen hoe goed hij ziet, maar ook wat hij ziet: een karkas. 

Karkassen en spoken

Als je naar Israel kijkt, kun je allerlei dingen zien, maar deze vogel ziet kennelijk uitsluitend lijken. De Ra’a ziet, zelfs vanaf een zeer grote afstand, enkel karkassen. Daarom is hij niet kosher, niet alleen omdat hij een roofvogel is, maar ook omdat hij alleen slechte dingen ziet, zelfs van heel ver. Dit is een eigenschap die wij niet willen hebben. Dit soort gedrag willen wij noch eten, noch in ons gedrag opnemen. 

Sommigen onder ons hebben altijd iets te klagen. Ze kijken naar hun echtgenoot, hun kinderen, vrienden en collega’s en het enige wat ze zien, zijn hun fouten en gebreken. Ze kunnen maar niet stoppen met bekritiseren. Hun venijn passen ze op alles en iedereen toe: de buurvrouw, de melkboer en de penningmeester van de basketbalvereniging.
Weer anderen zijn in staat om juist iets moois en positiefs in iedereen te bemerken. Zij zien pracht en praal in de schepping en de schepselen terwijl het een ander alsmaar weer ‘lukt’ om het negatieve in alles en
bij iedereen te signaleren.

Deze individuen presteren het elke keer weer om te ‘bewijzen’ dat als iemand iets doet, dat hij daar bijbedoelingen bij heeft. Kortom ze zien overal lijken en karkassen. Hebben ze gelijk? Misschien wel of misschien niet. Wat doet het ertoe? Elk mens heeft zijn tekortkomingen. De meest heilige persoon heeft wel minstens één gebrek. Wie heeft er geen karkas, lelijk monster of één of ander spook dat ergens bewust of onbewust in zichzelf verstopt is. En wat dan nog? Daar is de Torah toch voor! Om ons te helpen om ons alsmaar weer af te vragen hoe wij ervoor staan. Wat zijn onze bedoelingen? Hoe kunnen we ons gedrag verfijnen? Hoe kunnen we het verleden rechtzetten, enzovoort. 

Maar deze Ra’a vogel ziet niets anders dan karkassen en spoken. 

Reb Shmuel en de Maĝied

Er was eens een Maĝied, een reizende spreker, die van dorp tot dorp en van stad tot stad ging om in verschillende synagoges toespraken te geven houden. Ooit kwam hij in het dorp waar Reb Shmuel Munkes woonde. Reb Shmuel was een groot rechtschapen man met een geweldig gevoel voor humor. 

Onze Maĝied kwam het dorp binnen, liet zijn referenties aan de dorpelingen zien en werd al gauw aangenomen om iedereen met zijn toespraak te inspireren. Er woonden in het dorp vele Jidden. Ze waren óf arm óf zeer arm en waren daardoor niet zo bekend met de Torah. Door hun armoede konden ze zich namelijk geen Joods onderwijs permitteren. Toch waren zij zeer G-dvrezend, van geen kwaad bewust en volledig toegewijd aan alles wat Joods was.

Het moment was aangebroken voor de Maĝied om zijn toespraak te beginnen. Iedereen zat vol verwachting te luisteren naar de bijzondere Torah woorden die uit zijn mond zouden gaan vloeien. Zo hoopten de dorpelingen wat inspiratie op te kunnen doen om nog dichter bij hun Vader in de hemel te mogen komen.

Maar de Maĝied ging een hele andere koers varen: hij legde zijn toehoorders haarfijn uit hoe vreselijk hun onwetendheid was. Hoe slecht ze waren en welke straf hen in Ĝehinom wachtte! De simpele zielen uit het dorp schrokken vreselijk. Ze waren bang, huilden en vroegen zich af hoe ze tot inkeer konden komen. De Maĝied zag hoe zijn woorden het gewenste effect hadden gehad. Vol tevredenheid verliet hij de huilende menigte en keerde hij terug naar zijn hotel. 

Hij zat nog geen minuut op zijn kamer of Reb Shmuel Munkes kwam binnenlopen met een mes in zijn ene hand en een slijpsteen in de andere. Reb Shmuel ging op zijn gemak in de kamer zitten om in alle rust zijn mes te gaan slijpen. Na enkele lange seconden vroeg de Maĝied wat dit allemaal te betekenen had.  “Zoals de Maĝied misschien wel weet,” antwoordde Reb Shmuel, “hebben we nog nooit in ons dorp een rechtschapen man gehad. Wellicht komt dat door alle zonden die jij zojuist in jouw mooie toespraak hebt beschreven. Hoe dan ook, het is voor ons echt een groot gemis!” 

“Jazeker, maar wat heeft dat met het mes te maken dat jij aan het slijpen bent?” 
“Nou heel simpel! Onze ouders hebben ons geleerd dat het een grote mitswah is om voor Rosh Hashana (Joods Nieuwjaar) het graf van een rechtschapen man te bezoeken. Zoals je weet zijn alle dorpelingen vreselijk slecht en hebben wij helaas nooit zo’n rechtschapen man in ons midden gehad die op onze begraafplaats begraven is.”
“Begrijp ik, maar wat heeft dat allemaal met het mes te maken?” 
“Dat zal ik je nu haarfijn uitleggen: jammer genoeg is het dichtstbijzijnde graf van een tsadiek (rechtschapen man) heel ver weg van ons dorp. Het is bijna onmogelijk voor ons om jaarlijks zo ver te reizen en daarom hebben we unaniem besloten om een tsadiek in onze begraafplaats te hebben. We zijn er allemaal van overtuigd dat jij de aangewezen persoon bent. Na jouw toespraak weten we zeker dat er niemand zo rechtschapen als jij in deze hele regio te vinden is. Zo hebben we besloten dat ik jou zal slachten en hier op onze kleine begraafplaats zal begraven. Zo hebben wij eindelijk de mogelijkheid om een heilig graf te bezoeken”. 

Gevaarlijk

Langzaam maar zeker begon de Maĝied te beseffen dat Reb Shmuel wel eens zeer gevaarlijk zou kunnen zijn. Met zijn mooie woorden probeerde de Maĝied zich te redden. “Oh,” begon onze nu stotterende man, “.. als je het goed bekijkt, ben ik helemaal niet zo’n grote tsadiek. Ik heb hier en daar wel eens wat verkeerd gedaan, niet met opzet natuurlijk, maar toch!” 

“Kijk nou, jij bent nog bescheiden ook! En die kleine overtredingen, die zijn toch niets vergeleken met alle vreselijke dingen waar de dorpelingen zich volgens jou aan schuldig hebben gemaakt! Geloof me, jij bent onze beste keus, onder deze omstandigheden.” 

Het mes was nu gereed en de Maĝied begon het behoorlijk benauwd te krijgen. “Maar toch,” zei hij, terwijl hij de zweetdruppels van zijn voorhoofd wegveegde, “niet al mijn overtredingen waren even onschuldig!” 

Vervolgens benoemde hij een aantal zaken die echt niet door de beugel konden. Reb Shmuel vond nog steeds dat het de moeite waard was om hem als tsadiek voor de begraafplaats te kiezen. Immers was hij alsnog stukken beter dan de menigte die hij zojuist had veroordeeld. Uiteindelijk gaf de Maĝied toe dat hij nog vele ergere dingen had gedaan waar hij zich echt diep voor moest schamen. 

Nu was het de beurt van Reb Shmuel om hem toe te spreken: “Hoe durf je deze onschuldige zielen zo te berispen. Zulke mooie, lieve en fijne mensen, die dag en nacht zwoegen om een paar centen te verdienen en nog tijd vrij weten te maken om te davenen en een paar Psalmen te zeggen. Jij bent diegene die zijn leven moet gaan veranderen en tot inkeer moet komen!” De Maĝied schaamde zich diep en probeerde zo snel als hij maar kon, het dorp te verlaten.

Resteert de vraag: ‘Hoe was Reb Shmuel hierachter gekomen?’ Hoe wist hij dat de Maĝied een bedrieger was en juist zelf veel zonden had begaan? 

Kwestie van perspectief

Heel simpel! Als je puur en heilig bent, dan zie je bij een ander uitsluitend onschuld en zuiverheid. Als je eigen relatie met G-d gezond en oprecht is, dan zie je ook bij je medemens een mooie ziel, positieve energie en de pracht en praal van een door G-d geschapen mens. 

Heb je last van hoogmoed of egoïsme dan gun je een ander weinig. Je gebruikt dan zijn fouten om jezelf te verheffen. Of misschien voel je jezelf vreselijk onzeker en projecteer je je eigen mankementen op een ander. 

Het feit dat de Maĝied zo veel slechts in een ander zag, was hét bewijs voor Reb Shmuel Munkes dat de Maĝied juist diegene was die ernstige problemen had. Kwaad zien in een ander zegt meer over jezelf dan over diegene bij wie je het kwaad ziet.

Een mens is bij machte om zijn eigen gedachtes te sturen. Hij is daarom ook verantwoordelijk niet alleen voor wat hij zegt en doet maar ook voor wat hij denkt. Natuurlijk zijn er overal karkassen, lijken en andere narigheden. We zijn allemaal mensen en geen engelen, maar als dit het enige is wat jij ziet, dan ben jij diegene die een urgente wasbeurt nodig heeft om weer kosher te kunnen worden.

Uiteindelijk is het dus allemaal een kwestie van perspectief. Je kunt die zwarte bril even afzetten en dan kun je de wereld en de mensen om je heen met positieve kracht en energie aanschouwen. Train jezelf om een ander te accepteren zoals hij is. Laat hem in zijn waarde! Vergeef een ander, niet per se vanwege hem, maar voor je eigen genoegen en vrede in je leven. Het is de moeite waard om zo in het leven te staan, al is het maar voor je eigen gemoedsrust! 

Het is nu zomer en velen onder ons hebben wat meer vrije tijd dan anders. Als het weer het toelaat gaan we eropuit, een park, een bos of misschien een boottocht. Ik nodig je uit om je te ontspannen en deze tijd te gebruiken om te reflecteren. Leg je minachting over anderen even opzij. Als je boos bent op iemand omdat hij jou iets slechts heeft aangedaan, besef dan dat hij het zelf waarschijnlijk moeilijk heeft. Misschien loopt zijn diepe pijn op een onhandige manier naar jou over. Geef hem de liefde en begrip waar hij zo ontzettend naar snakt.

Zet door! Je weet namelijk nooit wie jij, door jouw voorbeeldig optreden, kunt inspireren!

Shabbat Shalom!
Bracha Heintz 

Nieuwsgierig naar meer? Hierbij een lezing van Bracha Heintz over Lashon Hara = kwaadsprekerij en hoe je, d.m.v. een positieve houding naar jezelf en naar anderen, het makkelijk kunt vermijden. 

Bracha Heintz geeft lezingen in het hele land.
Wilt U haar boeken? Bel dan naar 0628478657

Gebaseerd op lessen van Rav YY Jacobson
Laat het mij weten indien U deze artikelen niet wenst te ontvangen. Vragen en kritiek zijn ook zeer welkom!

Speciale dank voor de opmaak en correcties door Rianne Meyer, Sonja Tamam en Devorah v.d. Heiden.

Klik hier om wekelijks per WhatsApp een artikel te ontvangen!


Helpt u mee om de continuïteit van deze artikelen te waarborgen? Door te sponsoren word je een actieve partner en steun je ook verdere activiteiten! Doneren kan hier op chabadutrecht.nl/doneren.

Beeld: chabad.org

 

Masee | 42 keer op reis

Masee | 42 keer op reis

Het onverwoestbare aspect van ons volk is het feit dat we niet statisch zijn, maar blijven reizen, van land naar land, van rustplaats tot rustplaats, van het ene niveau naar het andere. We blijven leren en we blijven onszelf ontwikkelen. Zo blijft onze continuïteit gewaarborgd.

(Download hier een printversie van dit artikel)

Elke parasha heeft een naam, een titel. Deze naam is meestal een belangrijk woord dat in de eerste paar verzen van de parasha voorkomt en heel vaak is het zelfs het eerste woord.

Het feit dat dit woord aan het begin staat is niet de reden waarom het als titel wordt gekozen. De naam van de parasha is doelbewust geselecteerd omdat deze betrekking heeft op de inhoud van de hele parasha en verbonden is met de essentie ervan.

De naam מַסְעֵ֣י, (Masee) betekent reizen, het meervoud van reis. De parasha begint namelijk met het noemen van de 42 plaatsen waar het Joodse volk gelegerd heeft tijdens hun reis van Egypte naar Israel.

אֵ֜לֶּה מַסְעֵ֣י בְנֵֽי־יִשְׂרָאֵ֗ל אֲשֶׁ֥ר יָֽצְא֛וּ מֵאֶ֥רֶץ מִצְרַ֖יִם לְצִבְאֹתָ֑ם בְּיַד־משֶׁ֖ה וְאַֽהֲרֹֽן

Dit zijn de reizen van de kinderen van Israel die uit Egypte zijn gegaan volgens hun troepen, met Moshe en Aharon.

Dit is het eerste vers van onze parasha met als tweede woord “Masee”, de titel van de parasha. Vervolgens noemt de parasha de 42 plaatsen waar het Joodse volk gelegerd heeft tijdens hun tocht van Egypte naar Israel.

Men kan zich al gelijk verwonderen over het feit dat het woord “Reizen” gekozen is als titel van de parasha, terwijl het over 42 stopplaatsen gaat en niet over 42 reizen. De parasha had beter חנויות (chanoejot), legerplaatsen, kunnen heten want dat is waar het werkelijk over gaat.

Amper gereisd

De vraag wordt nog sterker wanneer men beseft dat het Joodse volk tijdens zijn veertigjarig verblijf in de woestijn amper gereisd heeft. Integendeel, het grootste deel van de veertig jaar legerde het op verschillende plekken en was het juist niet onderweg.

Als je de kaart bekijkt en de afstand berekent tussen Egypte en Israel zul je zien dat je daar zelfs te voet niet meer dan enkele weken over zou kunnen doen. Het is echt geen reis van járen en zeker niet van veertig jaar. Zo zien wij dat het volk in het eerste jaar al op 14 verschillende plekken was geweest. In het laatste jaar is het door 8 plaatsen gegaan. In de 38 jaar die er tussen lagen is het maar 20 keer gestopt. Het is zelfs zo dat het op één plek, Kadeesh Barnea genaamd, zelfs 19 jaar lang gebleven is. Het verblijf in de woestijn was dus veel meer dan een reis van A naar B, aangezien het Joodse volk meer gelegerd was dan gereisd had.

Verder staat er in het vers dat dit de reizen (in het meervoud) zijn van het Joodse volk dat uit Egypte trok. Maar om uit Egypte te trekken is er maar één reis nodig en geen 42. Je kunt toch maar één keer de grens overgaan! Dan heb je het land van Egypte toch echt wel verlaten. Hoezo staat er dan in het eerste vers dat alle 42 reizen hun uittocht uit Egypte waren?

Ook moeten we ons afvragen wat de relevantie is van het opnoemen van 42 rustplaatsen in een Torah die eeuwig is en waarvan de lessen ook eeuwig zijn. Vooral daar de Talmoed (Pesachim 116b) ons het volgende voorlegt:

בְּכָל דוֹר וָדוֹר חַיָיב אָדָם לִרְאוֹת אֶת עַצְמוֹ כְּאִלוּ הוּא יָצָא מִמִצְרָיִם

“In elke generatie hoort een mens zichzelf te beschouwen alsof hij uit Egypte is getrokken.”

Meer dan een reisverslag

Ik moet dus reflecteren over de uittocht uit Egypte alsof ik zelf die reis zou hebben gemaakt. Nu ga ik natuurlijk liever zelf op vakantie dan dat ik over een volksverhuizing van 33 eeuwen geleden ga nadenken.

Blijft de vraag, welke les ik millennia later kan trekken uit 42 reizen die eigenlijk 42 stopplaatsen waren?

We hebben drie vragen gesteld:

1 Waarom heet de parasha Masee, Reizen i.p.v. Rustplaatsen?

2 Waarom zijn alle 42 stopplaatsen een onderdeel van de uittocht terwijl de eerste etappe al voldoende was om Egypte te verlaten?

3 Welke les kunnen we trekken uit 42 etappes van eeuwen geleden, om dagelijks beter te kunnen leven?

Het is vanzelfsprekend dat de Torah ons veel meer wil vertellen dan alleen een reisverslag. De Torah is oneindig en haar lessen ook. Dit zullen wij begrijpen door eerst te analyseren wat er precies in die woestijn, veertig jaar lang, bij elke rustplaats gebeurde.

Moeilijkheden

Bij elke standplaats traden er allerlei moeilijkheden op. Bij elke rustplaats ging het Joodse volk de mist in met één of andere fout. Nog voor het splitsen van de zee verloor het volk zijn vertrouwen in G-d en wilde naar Egypte terugkeren. Dit zal in de veertigjarige reis een terugkerend thema zijn. Bij de berg Sinai werd het gouden kalf gemaakt. Er werd geklaagd over het manna, het gebrek aan water en het gebrek aan vlees en niet te vergeten was er bij het versturen van de verspieders naar Israel de angst voor het veroveren van het land. Ze werden door Amalek aangevallen en door slangen. De Edomieten lieten hen niet door hun land trekken. Koning Balak probeerde hen eerst te vervloeken en vervolgens te verleiden met afgoderij. Door te zondigen verzwakte het volk in spirituele zin.

Tegelijkertijd was elke etappe onderweg een gelegenheid om een beter mens te worden. Op elke plaats waar het Joodse volk legerde gebeurde er iets, een uitdaging, een klacht, een muiterij. Van klachten over watergebrek tot gezeur over eentonig voedsel. Van aanvallen van vijandelijke volkeren tot venijnige slangen die beten. Het volk maakte van alles mee. Blijdschap en teleurstelling, klachten en overtredingen, angst en verdriet, rouw en feest. Overal schuilde er een lering achter. Toen en nu. Het Joodse volk moest getraind worden aan de hand van allerlei voorvallen. Een soort 40-jarige stage voor drie miljoen mensen, ouderen en jongeren, kinderen en volwassenen, mannen en vrouwen, priesters, leiders en gewone mensen, houthakkers en waterscheppers.

Bij elke etappe kwam iedereen weer een stukje verder. Van fouten leert men. Bij elke rustplaats groeiden zij en ontwikkelden zij zich verder. Elke plek was een manier om het benauwde Egypte weer wat verder achter zich te laten. Elke plaats bood aan de hand van de fouten, die daar gemaakt werden, aan iedereen een gelegenheid om zijn begrenzingen en blokkades te overstijgen. Een dynamiek die zich veertig jaar lang voortzette. Een levenslange stage met lessen, niet alleen voor de volgende generatie maar tot in eeuwigheid. Zo kwam iedereen op een hoger niveau, dat niet meer verbonden was met het vorige, maar dat grenzeloos hoger en anders was. 

Vrij

In die zin kunnen de legerplaatsen “Reizen” genoemd worden. Ook al stonden ze fysiek stil, ze waren bij elke stop constant op reis in hun eigen ontwikkeling om van een verslaafd volk een vrij volk te worden, niet alleen fysiek verslaafd, maar vooral ook psychisch, mentaal en spiritueel.

Eigenlijk is ware vrijheid tot nu toe nog in geen enkele beschaving geconsolideerd; zeker niet in het communisme, niet in autocratie en zelfs niet in democratie. Ware vrijheid is als iedereen zijn hart en begeertes kan beheersen. Dat niveau bereik je niet in één keer. Stapje voor stapje ga je hiermee aan de slag. Net als in de droom van Yakov waarin hij een ladder zag, die met z’n voeten op de grond stond en zijn bovenkant de hemel raakte. Je kunt je niet hemels gaan gedragen van de ene op de andere dag, niet alles in één keer. Zoiets doe je stapsgewijs, treetje voor treetje.

Levensreis

De Baal Shem Tov (1698-1760) geeft ons inzicht in de 42 reizen door te stellen dat in wezen elk mens een reis doormaakt in zijn leven. De eerste reis is zijn geboorte, een ware verlossing uit een zeer nauwe plek. Tegen de tijd dat een moeder bijna gaat bevallen ligt de baby wegens ruimtegebrek opgerold in de baarmoeder. De bevalling is zijn uittocht van het nauwe en begrensde naar ruimte en verdere ontwikkeling. Het blijft namelijk niet bij een geboorte; elke dag daarna ontwikkelt het kind zich verder. Het groeit, het leert en wordt steeds meer volwassen en verstandig. Ook als volwassene blijft hij zich, hopelijk, ontwikkelen totdat hij zich aan de grens van Israel bevindt en de overstap maakt naar een andere wereld. Het beloofde land vertegenwoordigt de plek waar zijn ziel, in de komende wereld, zijn beloofde beloning krijgt. Met zijn overlijden maakt hij de laatste stap in/uit zijn leven. Het is de stap van een nauwe, donkere wereld vol leugens, oorlog en corruptie naar een wijde wereld vol met licht, liefde en waarheid.

Het woord Mitsrayim, Egypte, is niet alleen de naam van een land; het woord zelf betekent begrenzingen. Het verlaten van de Egyptische grens gebeurde inderdaad toen ze de grens overstaken en was met één stap geklaard. Maar het verlaten van onze eigen interne begrenzingen gaat niet in één keer. Er zijn daar vele stappen voor nodig, zelfs 42, om van een begrensde, geblokkeerde situatie in een ware vrijheid te belanden.

Ware vrijheid betekent niet dat iedereen maar doet wat hij wil, tenzij de politie en de rechterlijke macht hem tegenhoudt. Ware vrijheid is ruimte maken voor jezelf, voor wie je echt bent. Je bent niet je materiële verlangens of je begeertes, maar je bent veel meer. Til jezelf op naar je ware ik: een mens gemaakt naar het evenbeeld van Hashem met een taak die hier op aarde wacht om uitsluitend door jou vervuld te kunnen worden. Een unieke taak die niemand anders kan uitvoeren.

Weg van de minste weerstand

Eenieder heeft de vrijheid om die taak en dat doel op zich te nemen. Je kunt kiezen om ervoor te gaan of om de makkelijke, luie weg te bewandelen. De weg van de minste weerstand biedt uiteindelijk de minste vrijheid. Want een mens die zich laat gaan blijft gevangen door zijn begeertes waar hij alsmaar door geblokkeerd wordt. Hij is zo gewend om bepaalde ongezonde of zelfs kwalijke handelingen te doen dat hij zich niet meer anders gedragen kan. Hij is zijn vrijheid kwijt omdat hij vast en gevangen zit in zijn eigen gewoontes. Hij creëert mentale tralies voor zichzelf door alsmaar gehoor te geven aan waar hij zin in heeft, totdat hij denkt dat hij er niet meer uit kan komen.

Maar er is een weg uit Egypte, uit de begrenzingen. En deze weg is elke keer weer een gevecht en geeft frictie, maar is ook een stap naar bevrijding. Niet alleen verlaat je Egypte met de eerste stap, maar elke volgende stap is ook een bevrijding uit je begrenzingen, mits jij jezelf elke keer weer tilt naar een ander niveau.

Je kunt namelijk op twee manieren vooruitgaan in het leven. Je kunt steeds een stapje verder komen door iets meer te doen of je kunt naar een totaal andere categorie gaan. Door de parasha ‘’Reizen’ te noemen laat de Torah ons weten dat wij niet moeten rusten, anders had de parasha ‘Rustplaatsen’ geheten. Maar zelfs vooruitgaan blijkt onder de maat te zijn anders had de parasha ,הליכות ‘Wandelingen’ geheten.

De Torah verlangt van ons en biedt ons de gelegenheid om, bij elke stap in ons leven, onszelf naar een totaal andere categorie te verheffen. Vandaar dat de parasha ‘Reizen’ heet. Het is niet voldoende dat je elke keer iets meer doet in kwantiteit, maar probeer een ware uittocht te maken door bij elke stap ervoor te zorgen dat je jezelf op een niveau begeeft dat van een totaal ander kaliber is dan het vorige.

Vooruitlopen of vooruitspringen

Dit is het verschil tussen vooruitlopen en vooruitspringen. Bij het lopen tilt de persoon altijd één voet op, terwijl de andere voet nog op de grond staat. Hierdoor is elke stap nog verankerd en verbonden met de vorige en valt deze dus in dezelfde categorie.

Bij springen is het anders: dan tilt hij beide benen tegelijkertijd van de grond. Zo komt hij op een hoger niveau dat niet verbonden is met het vorige maar dat grenzeloos hoger en anders is.

Elke sprong is een uittocht uit je voorgaande begrenzing. De situatie die je de vorige keer hebt bereikt en die oorspronkelijk een bevrijding was, wordt na verloop van tijd, wanneer je jezelf weer verder ontwikkeld hebt, je nieuwe begrenzing. Opnieuw kun je dan een reis maken van begrenzing naar bevrijding.

Dat is ook de betekenis van het woord Masee. Het betekent reizen op een manier dat jouw vorige plek totaal niet meer bestaat. Vandaar dat elke stap een uittocht uit Egypte kan zijn. Het eerste vers zei het al: dit zijn de reizen, (in het meervoud) die het Joodse volk gemaakt heeft uit Egypte. Eén etappe was niet voldoende om de begrenzingen achter zich te laten, wel de geografische grens, maar niet de mentale grens. Daar waren 42 stappen voor nodig.

Zo stijg je steeds. Reizen en rijzen.

Je kunt de weg van Egypte naar Israel niet korter maken. Elke rustpunt was een mentale reis en ontwikkeling. 42 keer werd er een nieuwe les geleerd over zelfdiscipline. Bij elke stap in het leven, zelfs in de barre woestijn waarin wij soms moeten leven, worden wij weer een ervaring rijker. We nemen verantwoordelijkheid in morele waarden, rechtvaardigheid, liefde en barmhartigheid.

In die zin was elke rustplaats een onderdeel van een reis. Een reis naar zowel individuele als collectieve vrijheid. Vrijheid van een Egyptische tiran, Farao, en van een geniepige slang die ons voorliegt en vertelt dat alles oké is en dat het allemaal niets uitmaakt wat je wel of niet doet.

Begrenzing

Zo sprak de slang tegen Chawa in Gan Eden en zei dat het niets uitmaakte of ze wel of niet van die ene boom zou eten. Zo ook hebben wij een stemmetje in ons die ons vertelt dat het er allemaal niet toe doet wat wij in de privacy van ons eigen huis wel of niet doen. En óf het uitmaakt! Je bent toch niet voor niets geschapen! Je bent toch niet een willekeurig kruimeltje in het heelal! We zijn naar het evenbeeld van G-d gemaakt! G-d wacht en vertrouwt erop dat jij en ik verantwoordelijkheid nemen en op reis gaan van de ene stap naar de andere.

Deze reis gaat niet in één keer. Want G-d heeft niet alleen alle schepselen gemaakt maar hij heeft ook de dimensie van tijd gecreëerd. Daarbij zijn wij diegenen hier op aarde die de tijd op een hoger niveau kunnen brengen door elk moment in ons leven optimaal en op een doordachte manier te gebruiken. Dit doen wij door te reflecteren hoe wij elk moment, dat G-d ons schenkt, positief kunnen gebruiken voor onszelf en de mensen om ons heen.

Wat we vorig jaar of gisteren hebben bereikt is fantastisch, maar ten aanzien van morgen is het een begrenzing omdat we nu weer zo veel meer kunnen. De reis en de tijd in ons leven worden dan ineens zo waardevol. Met deze kennis hoef je je niet meer af te vragen waarom je leeft en wat je hier te doen hebt. Ineens wordt elk moment waardevol, of je nu een baby in ontwikkeling bent of een bejaarde die met moeite zijn ontbijt klaarmaakt. Grijp elk moment en verwelkom elke seconde in je leven want als je dat tijdstip niet optimaal gebruikt zal het voor jou en voor de hele wereld een gemiste kans zijn.

Als de parasha ‘Rustplaatsen” had geheten dan had een mens kunnen denken dat het niveau waarop hij zich nu bevindt prima is. ‘Het is voldoende wat ik nu bereikt heb en ik ga de strijd niet meer aan’. ‘Ik ben tevreden zoals ik nu ben.’ Maar de Torah zegt: ‘Nee. Zolang je leeft, zolang jou nog een dag geschonken wordt of een uur of zelfs maar één microseconde, dan heb je hier nog iets te betekenen.’

Vandaar dat je iemand niet mag vermoorden, zelfs niet één moment voordat hij toch dood zou zijn gegaan. Want wie zijn wij om te beslissen dat de taak van die persoon afgelopen is, ook al schijnt hij niets meer te kunnen, ook al is hij doodziek. Misschien is het feit dat die persoon iets later komt te overlijden van invloed op een hele reeks feiten die anders op een hele andere manier zouden gaan verlopen. Elk tijdstip, elk moment en zelfs elke seconde is door G-d geschapen en daarom onmisbaar.

Hoger niveau

De parasha heet Masee, Reizen. We zijn op reis weg naar Israel, naar het hiernamaals. Dit is een soort reis waarin elke stap een kwalitatieve vooruitgang kan zijn. Een stap die niet gerelateerd is aan de vorige. Het is een oneindige stap omdat elke vooruitgang oneindig veel groter is dan de vorige.

Men kan zich afvragen als je al een oneindige stap hebt gemaakt, hoe je dan nog hoger kan komen. Oneindig is toch al oneindig! Echter zelfs in het oneindige bestaan er verschillende gradaties.

De Tsemach Tsedek (1789-1966), een grote Joodse geleerde en Chabad Rebbe legt ons uit dat je dit zelfs in de fysieke wereld kunt zien, namelijk in de geometrie.

Hij merkt op dat een punt wiskundig gezien oneindig klein is. En wat is een streep? Een streep is een opeenvolging van een oneindig aantal oneindig kleine punten. Een punt is dus oneindig en een streep is dat ook, alleen de oneindigheid van een streep is op een hoger niveau dan de oneindigheid van een punt.

We voeren dit een stapje verder door naar een vlak te kijken. Een vlak is een samenvoeging van een oneindig aantal strepen en is daardoor op een nog hoger niveau van oneindigheid dan een streep. Een kubus is op zijn beurt een oneindig aantal vlakken en is dus oneindig ver verheven boven het vlak.

Zo zien wij dat, ook al begeef je je in het oneindige, je toch nog hoger kunt komen. Een mens kan steeds stijgen, niet alleen kwantitatief, maar ook kwalitatief. Hij hoeft niet te rusten. Hij kan altijd op reis zijn, ongeacht zijn niveau en zelfs op zo’n manier dat hij zijn vorige niveau zo ver achter zich laat dat zijn nieuwe niveau totaal niet meer verbonden is met zijn vorige situatie. Hij is daar oneindig ver vandaan. Op deze manier weet hij bij elke stap weer Egypte te verlaten omdat het nieuwe oneindige hoger is dan het vorige oneindige. Wanneer hij het nieuwe oneindige niveau bereikt is het voormalige oneindige niveau voor hem een begrenzing geworden.

Doorzettingsvermogen

Nu wordt duidelijk waarom deze parasha altijd gelezen wordt in de drie weken dat het Joodse volk rouwt wegens de verwoesting van de twee Tempels in Jeruzalem. Na de vernietiging van beide volgde er een periode van ballingschap. Na de verwoesting van de eerste Tempel (in het jaar -586) werden de Joden 70 jaar lang naar Babylonië verbannen. Na de verwoesting van de tweede tempel (in het jaar 70) werden ze door de Romeinen uit Israel verjaagd. Het Joodse volk is sindsdien nog nooit in zijn volledigheid teruggekeerd.

In die tweeduizend jaar van ballingschap, dat veel op een woestijn lijkt, is er met ons van alles gebeurd. Maar van elke fout is er wat geleerd. Uit elke negatieve ervaring is er iets positiefs gehaald. We verkeren al veel te lang in deze ballingschap. Wat een ellende moeten wij keer op keer meemaken! Dit valt met geen toetsenbord te beschrijven. Net als in de woestijn zijn wij vervolgd. In twee millennia zijn we zo vaak vernietigd, gemarteld en verwoest. Hoeveel Joden zijn gedwongen om te kiezen óf om zich te bekeren óf op de brandstapel te gaan? Hoeveel Joden zijn door al dan niet gedwongen assimilatie totaal van het Joodse toneel verdwenen? Kunnen wij daar om huilen? Ja. Daar zijn de drie rouwweken voor waar we ons nu in bevinden. Zijn wij hierdoor getraumatiseerd? Nog een grotere ja. 

En alhoewel er op elke rustplaats van de geschiedenis iets negatiefs gebeurde is er toch een les uitgehaald. De rustplaats is een reis geworden. Het statische is gaan bewegen. De neerwaartse beweging is gebruikt om nog hoger te kunnen springen. Onze spirituele en morele spieren zijn nog verder getraind en gerekt. Ja, het deed pijn en het doet nog steeds pijn en het doet helaas weer pijn, maar onze weerstand is hierdoor nog groter geworden en ons doorzettingsvermogen des te sterker.

We bestaan nog. Mooier dan ooit, vastberadener en veerkrachtiger dan ieder ander volk om door te zetten. Wij zijn diegenen, die vrijheid, moraliteit, eenheid, verantwoordelijkheid en doorzettingsvermogen tentoon spreiden aan onszelf en aan de hele wereld. Waar komen alle religies vandaan? Uit het Jodendom. Waar komen de regels, de wetten en de grondwetten vandaan die over de hele beschaving gehanteerd worden? Waarop zijn ze gebaseerd? Op de Torah en de tien geboden… allemaal van ons geleerd en al dan niet in correcte vorm overgenomen. Wellicht zijn we daarom verbannen.

Blijven reizen

En dit is het oneindige en onverwoestbare aspect van ons volk, namelijk ons voortbestaan, het feit dat we niet statisch zijn, maar blijven reizen, van land tot land, van rustplaats tot rustplaats, van het ene niveau naar het andere. We blijven leren en we blijven onszelf ontwikkelen. Zo wordt onze identiteit bewaard. Elke Jood op aarde is het bewijs van de oneindige waarde van ons volk, zowel individueel als collectief.

Ja, we gaan ervoor om moeilijke, dappere keuzes te maken in elke stap van ons leven en in elke eeuw van onze geschiedenis. G-d heeft ons niet verlaten en zal ons nooit verlaten. Onze geleerden vertellen ons dat, ondanks het feit dat de Tempel verwoest werd, de G-ddelijke aanwezigheid de plek van de Tempel nooit verlaten heeft. Elke bezoeker aan de Klaagmuur kan hiervan getuigen.

G-d heeft Jeruzalem nooit verlaten, maar ook in ons hart en in onze ziel is Hij altijd aanwezig. Zo heeft G-d ons in de Torah beloofd dat elke Jood in zichzelf een Tempel kan bouwen, een plekje waar G-d welkom is om zich daar te openbaren. Een hart waar G-d zich thuis voelt omdat de mens G-ds wegen bewandelt. Net zoals G-d de Tempelberg, zelfs na de verwoesting, nooit verlaten heeft zo blijft Hij in ieders hart zetelen.

Hij blijft en daarom kiezen wij niet voor passiviteit. We gaan er niet onderdoor, integendeel, we springen van niveau naar niveau en reizen constant door totdat we met Mashiach in Israel zullen aankomen en wij het Oneindige, zonder enige begrenzing, met onze vleselijke ogen zullen kunnen aanschouwen. Spoedig in onze dagen, AMEN!

Bracha Heintz

Gebaseerd op een les van Rabbi Berel Bell en Rabbi Jonathan Sacks z”l

Speciale dank voor de opmaak en correcties van Rianne Meyer, Sonja Tamam en Devorah v.d. Heiden.

Klik hier om wekelijks per WhatsApp een artikel te ontvangen!

Help jij Chabad Utrecht mee om de continuïteit van dit soort artikelen te waarborgen? Door te sponsoren word je een actieve partner en steun je ook verdere activiteiten! Doneren kan hier op https://chabadutrecht.nl/doneren.

Beeld: chabad.org

Even voorstellen

Samen al meer dan 30 jaar in Utrecht aan het werk: rabbijn & rebbeztin Heintz! Lees meer..

Vrienden Joods Utrecht

Poerim | Vasten bij oorlog

Tijdens het Poerim gebeuren moest het Joodse volk zich op 13 Adar verdedigen tegen de antisemitische Perzen, die toestemming hadden gekregen van Koning Achashwerosh om hen te vermoorden.>> Lees hier verder!

Klik hier om wekelijks per WhatsApp een artikel te ontvangen!

Poerim 2024

En zo hebben wij Poerim in Utrecht gevierd.
Op één of andere manier is het gelukt om de simcha van Poerim met de situatie in Israël te combineren.  >> Lees hier verder!

Poerim| Koningin Esther en president Zelensky

Koningin Esther toonde kracht. Ze was maar een verlegen meisje, een wees van zowel haar vader als haar moeder. Mordechai had haar in huis genomen en opgevoed en de Megila vertelt ons dat zij alles deed wat hij haar vroeg. >> Lees hier verder!

Klik hier om wekelijks per WhatsApp een artikel te ontvangen!

Poerim | Alles op z’n tijd

Wat vreemd dat Mordechai niet gelijk beloond werd nadat hij het leven van koning Achashwerosh had gered. Maar Mordechai had geduld en het volste vertrouwen dat er overal een reden voor was. >>Lees hier verder!

Klik hier om wekelijks per WhatsApp een artikel te ontvangen!

🕯️🕯️ Shabaton Utrecht🍷🥖

🎥 Masterclass Joods Monument

Op deze bijzondere locatie in Utrecht vertelt Bracha Heintz over de Joodse geschiedenis van Utrecht en blies Rabbijn Heintz op de sjofar. Bekijk ook de bijdragen van Wim Rietkerk en kunstenaar Amiran Djanashvili. Meer foto’s hier.