
Balak | Een vloekende profeet op een babbelende ezel
Het Joodse volk werd door één van de grootste Jodenhaters die de geschiedenis ooit gekend heeft gezegend. Ieder mens, Joods of niet-Joods, kan ervoor kiezen om te zegenen of om te vervloeken. Er is één voorwaarde: stel je bescheiden op en stel je open voor Hashem. Probeer niet om G-d of de Torah te slim af te zijn.
Download hier de printversie van dit artikel (PDF)
Veertig jaar na de uittocht uit Egypte stond het Joodse volk klaar om Israel, via het zuiden, binnen te trekken. Er waren alleen nog twee landen te doorkruisen, Edom en Moav. Deze landen lieten het Joodse volk niet passeren. Israel moest omlopen. Noodgedwongen moest het eerst een heel stuk oostwaarts trekken om pas daarna richting het noorden te kunnen gaan om zo het land van Edom en Moav te omzeilen. Ze zouden hun entree in Israel maken via de oostelijke grens tegenover Jericho. Ze vielen noch Edom noch Moav aan. Deze landen lagen namelijk ten oosten van de Jordaan en hoorden niet bij het nog te veroveren Israel, dat ten westen van de Jordaan lag.
Het Joodse volk wist onderhand uit ervaring dat zij zonder G-ds bescherming geen schijn van kans hadden om welk land dan ook te overwinnen. De Edomieten en Moabieten waren niet bang, want ze dachten dat het Joodse volk alleen Kanaän in beslag zou gaan nemen, het land ten westen van de Jordaan. Vrede en rust voor iedereen. Zo trok het Joodse volk langs de westelijke Jordaanoever verder noordwaarts.
Verslagen
Het Joodse volk reisde nog steeds ten westen van de Jordaan en ging nu het land van Sichon tegemoet. Ook dit land weigerde toegang te verlenen aan het Joodse volk. Het werd namelijk betaald door de Kanaänieten (bewoners van het nog te veroveren land ten westen van de Jordaan) om hun land te beschermen en als bufferzone te fungeren. In deze strijd werd Sichon, met zijn enorme leger en al zijn macht en kracht, toch door Israel verslagen. Aan de Israelische kant was er geen enkel slachtoffer.
Na de slag om Sichon trok het Joodse volk verder noordwaarts om het volgende volk tegemoet te gaan: Bashan met zijn koning Oğ. Hij had zijn hele leger paraat maar Israel was sterker en versloeg ook Oğ. Israel had zowel het land van Sichon als het land van Oğ in bezit genomen.
En zo belanden wij in onze parasha bij een koning van Moav, die Balak heet en die het ineens heel benauwd kreeg toen hij hoorde dat Israel toch landen in bezit had genomen die ten oosten van de Jordaan liggen. Israel had de grote machten van Sichon en Og zomaar verslagen. Aan de Israelische kant was geen enkel slachtoffer gevallen, hetgeen niet bepaald een kalmerend effect had op de Moabitische koning.
“Wacht eens even”, dacht de Moabitische koning Balak, “Is mijn land Moav, dat ook ten oosten van de Jordaan ligt, nog wel veilig? Als Israel toch landen veroverd heeft aan de oostelijke kant van de Jordaan, waarom dan ook niet Moav? Misschien zijn wij hierna aan de beurt. Weliswaar is Israel hier al voorbijgegaan maar je weet maar nooit…”
Balak werd er helemaal misselijk van (Bamidbar 22-3). Hij dacht diep na, pleegde overleg met zijn buurland Midian en besefte dat zelfs de enorme krachtige landen van Sichon en Oğ zo gemakkelijk door Israel verslagen werden.
Wat nu? Balak was zo slim om niet op een militaire defensie te rekenen. Het was namelijk overduidelijk dat G-d het Joodse volk hielp. Hun overmacht hadden zij niet te danken aan hun militaire kracht. Hij moest iets anders verzinnen om het Joodse volk te verslaan. Nu had hij natuurlijk al gehoord wat voor een soort mensen ‘die Joden’ waren. Dat ze zo spiritueel waren en dat zij heel veel lernden en dawenden (baden). De kracht van het Joodse volk lag duidelijk in hun mond, in wat ze zeggen. “En daar gaan we hen mee verslaan”, dacht deze slimme koning. Balak nam een profeet uit Midian in dienst om het klusje voor hem te klaren. Deze profeet heette Bilam en hij ging ‘de Endlösung’ voor Balak uitvoeren.
Vloekende profeet
De profeet Bilam werd erbij gehaald. Balaks vertegenwoordigers bezochten hem. Het doel was duidelijk. Bilam werd in dienst genomen om het Joodse volk te vervloeken. Hij was daar zeer bedreven in en had met zijn vervloekingen al meerdere successen weten te boeken. Spirituele krachten bestaan namelijk net zo goed in de niet-Joodse wereld. Toch moest deze niet-Joodse profeet eerst G-d raadplegen. Bilam was zich er heel goed van bewust dat zonder G-ds toestemming hem niets zou gaan lukken. Bilam kon uitsluitend ’s nachts inspiratie opdoen, vandaar dat de delegatie van koning Balak bleef overnachten. In de nacht verbood Hashem Bilam om het Joodse volk te vervloeken. Zelfs zegenen mocht niet. Ze waren immers al gezegend! Bilam kon niet op het verzoek van Balak ingaan en de delegatie van koning Balak werd teruggestuurd.
Maar koning Balak nam hier geen genoegen mee. Hij gaf niet zo gemakkelijk op. De veiligheid van zijn hele land was in het geding. Hij dacht: ”Laat ik wat hogere pieten naar Bilam sturen en het salaris wat aantrekkelijker maken.” Zo gezegd, zo gedaan. De grootste en hoogste ministers en vertegenwoordigers van Moav werden naar Bilam gestuurd om hem te smeken om het Joodse volk te vervloeken. Bilam raadpleegde Hashem weer en nu ontving hij wel G-ddelijke toestemming om te gaan, op voorwaarde dat Bilam alleen zou zeggen wat G-d toe zou staan. “Nou, dat zien we nog wel”, bedacht Bilam.
Wat vreemd. Eerst mocht Bilam niet mee met de afgevaardigden van Balak en nu mocht het wel? Was G-d van mening veranderd? Maar G-d verandert nooit van mening. Dan zou G-d zich in één van de twee gevallen ‘vergist’ hebben. Niet alleen dat, maar nadat G-d Bilam toestemming had gegeven om met de tweede delegatie mee te gaan, werd G-d alsnog kwaad op hem! Waarom de boosheid als G-d hem toch toestemming had gegeven? Vervolgens bood Bilam aan om huiswaarts te keren, maar G-d zei dat Bilam toch verder moest gaan. Nee ja, ja nee? Heeft G-d twijfels? Onmogelijk. Hij is volmaakt en twijfelt nooit. Het zijn de omstandigheden die wijzigen waardoor G-d zijn respons aanpast.
Jodenhater zegent Israël
Terug naar Bilam de profeet. Nu heeft hij van G-d toestemming ontvangen. Hij pakt zijn ezelin en samen met Balaks hoogwaardigheidsbekleders gaat hij op weg. Hij is de machtigste en meest arrogante man op aarde. Hij gaat het opnemen tegen de nieuwste superpower, Israel, genaamd. Hij gaat de grootste profeet aller tijden, Moshe Rabenoe, overstijgen. Hij gaat Hashem ‘omzeilen’ en tijdens een moment van G-ds ‘onoplettendheid’, zal hij het Joodse volk vervloeken. Hoe is het mogelijk? Wat een arrogantie! Wat een verbeelding en verwaandheid! Alsof het mogelijk zou zijn dat G-d Almachtig even iets niet zou merken!
Maar G-d heeft hele andere plannen. Hij denkt zo: “Laat nu eens een niet-Joodse profeet het Joodse volk zegenen. Joden zijn zich altijd aan het verontschuldigen en doen alsof zij een volk zijn net als elk ander volk. Niets is minder waar. Een volk van priesters en een heilig volk is het. Als het Joodse volk zelf niet wil geloven hoe speciaal het is, laat ze het dan van een ander horen! Bovendien: als je complimenten van een vriend krijgt, weet je nooit of ze eerlijk bedoeld zijn. Maar als je grootste vijand je gaat loven, dan weet je precies wat het waard is.
En zo zien wij dat Bilam de mooiste complimenten aan het Joodse volk gaat geven. De grootste profetieën zullen straks uit zijn mond vloeien. Prachtige verzen en gedichten gaat hij uitspreken. Hij gaat zelfs de komst van Mashiach voorspellen. Eén van de zinnen uit zijn zegen staat ook nog in het dagelijkse ochtendgebed. En dit alles uit de mond van één van de grootste Jodenhaters die de geschiedenis ooit gekend heeft.
G-d koos ervoor dat deze prachtige teksten uit de mond van een niet-Joodse profeet zouden komen. Maar alvorens dit mogelijk te maken, zal deze profeet eerst een metamorfose moeten ondergaan en zijn hoogmoedige gedrag moeten afleren. Het is namelijk alleen mogelijk om G-ds woord te ontvangen als men zeer bescheiden is. Hashem gaat Bilam tot bescheidenheid brengen met behulp van een vervoermiddel. Geen kameel of een Jaguar, maar een ezelin. Bilam ging onderweg met alle VIPs van de regio. G-d was woedend op hem. Hoe durfde hij aan te dringen en G-d een tweede keer vragen. Maar in de Talmoed (Makot 10b) staat:
בדרך שאדם רוצה לילך בה, מוליכין אותו
In de weg die een mens wil inslaan, daarin wordt hij geleid.
Zelf kiezen
G-d had Bilam de eerste keer geen toestemming gegeven, maar Bilam drong aan. G-d wilde Bilam beschermen tegen zijn eigen val, maar het is moeilijk voor Bilam om ‘nee’ te horen. Hij drong aan en kreeg bij de tweede delegatie toestemming van G-d om mee te gaan, maar op voorwaarde dat hij alleen zal uitspreken wat G-d hem toe zou staan. Maar Bilam was helemaal niet van plan om zich aan voorwaarden te houden. Hij ging op stap en dacht in zijn verwaandheid tegen G-ds wil in te kunnen gaan. Dat is de reden waarom G-d woedend op hem is, hoewel Hij hem toestemming had gegeven. G-d probeerde onderweg ervoor te zorgen dat Bilam zijn GPS opnieuw ging instellen en zijn route ging aanpassen. Maar Bilam zal, zoals ieder ander mens, uiteindelijk zelf moeten kiezen welk pad hij inslaat.
G-d wilde zo graag dat zelfs deze Bilam tot inkeer zou komen. Daartoe had Hij al 2488 jaar eerder al voorbereidingen getroffen. Zo vertelt ons Spreuken der Vaderen: het was de zesde dag van de schepping. De hele wereld was geschapen. Alles stond klaar en de Shabbat kon beginnen. Maar nee, stop, nog even, terwijl het al schemerde, moesten er nog gauw enkele details aan de schepping toegevoegd worden, zoals onder andere de sprekende mond van de ezelin….
Ezelin
Een ezelin van het grootste kaliber, het trouwe dier van Bilam is een belangrijk detail in het verhaal: op het moment dat Bilam door een smalle plek trekt, stopt het dier ineens. Ze weigert verder te gaan omdat zij een engel ziet die de weg verspert. Bilam ziet de engel niet en wordt woedend op het dier en slaat het meerdere keren! De ezelin opent haar mond en begint te spreken: “Wat heb ik tegen jou gedaan dat je mij al drie keer slaat?” “Jij hebt mij beschaamd”, zegt Bilam tegen het dier, ”als ik een zwaard had zou ik jou nu doden.”
Wat een afgang voor Bilam. Hij claimt een heel volk met zijn woorden te kunnen uitroeien, maar voor zijn ezelin moet er een zwaard aan te pas komen! Uiteindelijk ziet Bilam de engel en beseft hij dat zijn tomtom een reset nodig heeft. Hij vraagt de engel of hij maar niet beter terug naar huis kan gaan. Maar nu Bilam vernederd is mag hij zijn reis voortzetten. Zijn vernedering maakt het nu mogelijk dat de zegeningen die voor het Joodse volk bestemd zijn, via zijn mond uitgesproken kunnen worden.
Bilam was als een gieter afgegaan. Hij zou toch Moshe Rabenoe in profetie verslaan? Hij zou toch krachtiger zijn dan de koningen Sichon en Oğ? Hij zou G-d te slim af zijn. Maar nu blijkt dat hij niet eens in staat is zijn eigen ezelin te laten gehoorzamen! Bilam ziet de engel niet, maar de ezelin ziet hem wel en weigert verder te lopen. Wat een afgang, vooral met al die VIPs aan zijn zijde. Daarom mocht Bilam de eerste keer niet gaan en de tweede keer wel. De tweede delegatie bestond namelijk uit veel belangrijkere personen, waardoor de schaamte en afgang van Bilam des te groter was. G-d was dus niet van mening veranderd, maar de situatie was anders geworden!
Bilam schaamde zich diep. Zijn argwaan was geraakt en zijn arrogantie hiermee verdwenen.
Doorgeefluik
Nu hij helemaal van zijn trots af is, kan hij verder gaan. Hij heeft toestemming om zijn reis voort te zetten. Hij zal het Joodse volk loven en zegenen. Nu kan het G-ddelijke woord uit zijn keel voortkomen. Bilam is wel geschikt om als doorgeefluik te functioneren voor G-ds woord. Hieruit leren wij dat, als wij Hashem dichtbij ons willen houden, wij eerst van onze hoogmoed af moeten komen. Gooi je trots en arrogantie weg.
מה־טבו אהליך יעקב משכנתיך ישראל (Bamidbar 24-5)
Dit is de zin waarmee Bilam het Joodse volk zegent. Dit is tevens het vers dat wij dagelijks in ons ochtendgebed uitspreken: “Jakov, wat zijn jullie tenten goed en Jisrael, jullie woningen.”
Het Joodse volk heeft twee namen, vernoemd naar Jakov die de enige aartsvader was die uitsluitend Joodse kinderen had. Nadat Jakov met de engel had gevochten kreeg hij van G-d een tweede naam, namelijk Jisrael.
Bilam zegende het Joodse volk als volgt: “Of je nu een Jakov Jood bent en je jezelf sporadisch (als een tent) met het Jodendom bezighoudt of je bent een Jisrael en je leeft constant (als een woning) met het Joodse gevoel, “Wat is het toch (allebei) goed!”
Vertegenwoordiger
Iedereen kan als vertegenwoordiger of afgezant van G-d hier op aarde functioneren, op voorwaarde dat hij de spelregels kent en zich bescheiden opstelt. Hij moet niet proberen om G-d of de Torah te slim af te zijn of op een andere manier Hem te overtreffen. Ieder mens, Joods of niet-Joods, kan ervoor kiezen om te zegenen of om te vervloeken. Elke persoon kan beslissen om de G-ddelijke aanwezigheid in zich te voelen, te ervaren en verder uit te stralen. Voorwaarde is wel dat je ruimte voor Hem maakt.
Stel je bescheiden op, zie jezelf als een afgezant van een hogere Macht die jou de eer geeft om Hem hier op aarde te vertegenwoordigen. Cijfer jouw wil en comfort weg voor de wil en de geboden van Hashem en dan zal Hij de wil van anderen voor jou doen verdwijnen. Probeer die keus het liefst te maken zonder dat er een ezelin of allerlei andere narigheid aan te pas hoeft te komen.
Met een nederige groet, Shabbat shalom!
Bracha Heintz
Gebaseerd op lessen artikel van Rav YY Jacobson
Laat het mij weten indien U deze artikelen niet wenst te ontvangen. Vragen en kritiek zijn zeer welkom!
Help mee om de continuïteit van deze artikelen te waarborgen. Door te sponsoren word je een actieve partner en steun je ook verdere activiteiten! Doneren kan hier op chabadutrecht.nl/doneren.
Beeld: chabad.org