Beshalach | Hoe hardnekkig zijn wij?

Beshalach | Hoe hardnekkig zijn wij?

Overal om je heen zijn er blokkades en belemmeringen die je beletten om te doen wat je echt wilt. Net zoals Farao het Joodse volk maar bleef vasthouden. Zet je ondanks deze obstakels toch door, dan zullen de Farao’s je uiteindelijk helpen, de zee zal splitsen en jij zult je doel bereiken.

Download hier een printversie van dit artikel (PDF)

Het was eindelijk zover. De vrijheid van het Joodse volk was een feit. Am Yisrael had Egypte verlaten en was onderweg naar de berg Sinaï om de Torah in ontvangst te nemen.

En het gebeurde toen Farao het Joodse volk wegstuurde… Shemot 13:17

Zo begint de Parasha, het Torah-stukje dat wij deze week lezen. Inderdaad, het was Farao zelf die het Joodse volk wegstuurde. Oh ja, werkelijk? Dezelfde Farao die keer op keer geen toestemming gaf om het Joodse volk van de slavernij te bevrijden? Dezelfde man die, ondanks vele waarschuwingen, zijn land door de tien plagen ten onder liet gaan? De dictator die hardnekkig weigerde om zijn slaven te laten gaan?

Wanneer je de Hebreeuwse letters van het woord פרעה  (Farao) omdraait, dan krijg je הערף, de nek.
Farao is namelijk een nek-persoon.

Hardnekkig

Wat is een nek-persoon? Iedereen heeft toch een nek? Inderdaad is dat zo, maar afhankelijk van ieder individu, spelen verschillende lichaamsdelen of karaktereigenschappen een meer of minder belangrijke rol. Zo speelt bij Farao de nek een cruciale rol, zoveel zelfs dat de letters van zijn naam dezelfde letters zijn als de nek.

Wat is de rol van de nek? Het is het doorgeefluik tussen het hoofd en de rest van het lichaam, tussen de hersens en het hart. In de praktijk betekent dit dat alles wat zich in de hersens afspeelt, niet automatisch naar het hart doorgespeeld wordt. Eerst moeten de intellectuele zaken door een smalle nek voordat deze bij het hart (gevoelens) en de rest van het lichaam (daden) terecht kunnen komen. Juist in die nek zou wel eens een blokkade kunnen ontstaan. Een soort file, omdat de weg ineens smaller wordt.

Je weet iets, je begrijpt het, je hersens staan erachter, maar de communicatie naar je lichaam is geblokkeerd. Hart en gevoelens zijn niet onder de indruk. Je begrijpt het wel, maar je voelt er weinig of niets voor en je handelt er ook niet naar. Dit is hoe Farao, een nek-persoon, in elkaar zit.

Wat is hardnekkigheid (קשה ערף)? Dat is een eigenschap van iemand die iets begrijpt en er toch niet naar handelt. Eigenwijs in gewoon Nederlands. Maar waarom heet het hardnekkig, een uitdrukking die letterlijk uit het Hebreeuws vertaald is? Omdat de nek moeilijk en hard doet. In plaats van alles door te laten stromen stelt de nek zich hard op en verspert het de doorgang.

In het water

Bij Moshe ligt het anders. Batya, de dochter van Farao, haalde uit de Nijl een mandje, waar een baby in lag te huilen.

וַתִּקְרָ֤א שְׁמוֹ֙ מֹשֶׁ֔ה וַתֹּ֕אמֶר כִּ֥י מִן־הַמַּ֖יִם מְשִׁיתִֽהוּ׃ 

Ze noemde zijn naam Moshe want zij had hem uit het water getrokken. Shemot 2:10

Moshe was uit het water gehaald en zo heet hij ook. Zijn hele wezen, karakter en essentie worden door water bepaald. Hij is een water-persoon. Wat is het kenmerk van wezens die met water verbonden zijn? Dat je ze niet van het water kunt scheiden. Zou je een vis uit het water halen en daardoor van zijn bron verwijderen dan zou dat zijn dood betekenen.

Dieren en mensen die op het land leven zijn wel met het land verbonden, maar niet zo sterk als een vis met het water. Een land-schepsel leeft namelijk óp de aarde en niet erin. Het is wel nauw met de aarde verbonden. Hij staat erop en zijn voedsel komt al dan niet direct uit die aarde. Toch is zo’n wezen niet volledig met de aarde verbonden. Gelukkig maar, want als hij wel helemaal in de aarde zou zijn, dan zou dat zijn dood en begrafenis betekenen.

Daarentegen, voor wie met water verbonden is, is het moeilijk – of zelfs onmogelijk – om zich daarvan af te scheiden. De meeste dieren die in water leven, kunnen daarbuiten niet overleven. Ze zijn dusdanig verbonden met hun bron dat ze daar niet van afgescheiden kunnen worden.

Wanneer een land-schepsel volledig met zijn bron, de aarde, verbonden is dan gaat het dood. Bij een vis is het juist andersom. Hij moet juist met zijn bron verbonden blijven om te overleven.

Farao losgekoppeld

Moshe is een water-persoon d.w.z. dat hij met zijn bron verbonden is. Hij weet waar hij vandaan komt. Hij verbindt zich met het idee dat er een Schepper is, die alles, inclusief hemzelf, gemaakt heeft. Farao, daarentegen was een nek-persoon. Hij was per definitie losgekoppeld van zijn bron. Farao beweerde (Yechezkel 29-3)

לִ֥י יְאֹרִ֖י וַאֲנִ֥י עֲשִׂיתִֽנִי׃

‘De Nijl is van mij en ik heb mijzelf gemaakt.’

In Egypte regent het vrijwel nooit. Jaren kunnen voorbijgaan zonder dat er een druppel regen valt. De hele economie van het land is niet op hemels water gebaseerd maar op het water van de Nijl. Farao beweerde dat deze rivier van hem was en dat hij zichzelf door zijn eigen wijsheid en slimheid groot gemaakt had en zichzelf koning had gemaakt. Hij had geen hemelse regen nodig of een G-d die hem hielp. Hij dacht alles zelf te kunnen en liet zich door iedereen aanbidden. 

Hier ligt het verschil tussen Farao en Moshe. Farao was nergens mee verbonden. Niets maakte indruk op hem. Zelfs de plagen die heel Egypte verwoestten lieten hem koud. Zijn hardnekkigheid heeft zijn hele land, zijn hele volk en uiteindelijk ook hemzelf tot totale destructie geleid, gelijk een regeringsleider die met zijn koppigheid verwoesting veroorzaakt en uiteindelijk zijn eigen ondergang teweegbrengt.

En toen kwam plaag nummer tien, de laatste, het sterven van de eerstgeborenen. Farao was zelf een eerstgeborene en zijn eigen leven stond nu op het spel. Toen zag hij pas de waarheid onder ogen. Niet zijn eigen waarheid en illusie, maar de echte waarheid, de G-ddelijke waarheid, de essentie en zuivere juistheid. Net zoals bij menig atheïst bij wie het geloof pas boven water wanneer hij met een ernstige ziekte of een levensgevaarlijke situatie geconfronteerd wordt.

Wie willen wij zijn? Als Moshe die met zijn Schepper verbonden is of wachten wij, zoals Farao, op een calamiteit om de waarheid noodgedwongen te ontdekken?

Farao was volledig losgekoppeld van zijn Schepper en bron. Zelfs toen G-d Zich aan hem openbaarde met bovennatuurlijke plagen, liet dit hem koud. De grootste wonderen bleven bij hem in het bovenkamertje steken. De ene plaag na de andere brak uit. Natuurlijke rampen, ziektes en pandemieën maakten nauwelijks indruk op hem. Hij zag G-ds hand wel, maar hij handelde er niet naar.  Zijn nek vormde een barrière tussen hetgeen hij zag en begreep en hetgeen hij voelde. Farao was een waanzinnige geblokkeerde dictator die zijn land niet op een rationele manier kon besturen.

Moshe daarentegen was naadloos met zijn bron verbonden. Hij wist en voelde waar hij vandaan kwam, zowel in zijn hersens als in zijn hart. Zijn nek faciliteerde de connectie tussen het besef in zijn hersens enerzijds en het gevoel en ernaar handelen anderzijds. Moshe realiseerde zich wie zijn Schepper was en handelde er ook naar.

Zo zie je maar weer dat het geen zin heeft om op wonderen te wachten om dan pas je band met G-d te versterken. Farao zag heel veel wonderen, maar die hadden bij hem geen impact. Wonderen zijn overal als je ervoor kiest om ze niet alleen te zien, maar om er vooral naar te handelen.

Blokkades en belemmeringen

En wij? Wij leven in een wereld vol met Farao’s, blokkades en andere belemmeringen die ons weerhouden om uit te voeren wat wij echt willen, om toe te passen wat onze hersens beslissen wat goed voor ons is.

Wie zijn onze Farao’s?

Mensen en ideeën die ons in de weg zitten, die ons beletten om te doen wat wij diep in onszelf werkelijk willen.
Situaties die de weg naar de berg Sinaï en het ontvangen van de Torah versperren.
Voor de ene is het het examen dat op Shabbat gemaakt moet worden en voor de ander is het de baan die dreigt verloren te worden wanneer iemand op zaterdag niet komt opdagen. 
Een joodse partner vinden lijkt onbegonnen werk en kosher eten op tafel zetten vinden we moeilijk, te duur, te ver, te ingewikkeld en te lastig. Wij lopen tegen huwelijkswetten aan en vinden het uitdagend om de Shabbatkaarsen op tijd aan te steken.

Wij zien wonderen om ons heen. Wij zien bijvoorbeeld dat het Joodse volk, ondanks zoveel tegenslag, millennia lang, alles en iedereen overleeft. We zien dat Israel, omringd door vijandelijke staten, blijft voortbestaan. De werking van ons lichaam is ook een groot wonder dat wij vooral pas merken wanneer een deel, G-d behoede ons, niet naar behoren functioneert. De plagen waren zeker wonderen! Maar waarom beschouwen wij de dagelijkse wonderen niet als wonderen? Waarom kijken wij er niet naar? Waarom doen we er niets mee en laten zij ons koud?

Geen toegang emoties

Het antwoord zit hem in de nek. Wij hebben soms te maken met een hardnekkige barrière. Wij hebben gewoon last van hardnekkigheid. Wij zien G-ds aanwezigheid wel, maar wij doen er niets mee. Het blijft een intellectuele gewaarwording die niet doorgesluisd wordt naar het hart. De nek blokkeert de toegang tot de emoties.

Toch gaat het uiteindelijk lukken om door te zetten. We beseffen dan dat elke belemmering enkel een uitdaging en illusie is. Wij kunnen het wel, als wij het maar echt hard genoeg willen. Dan zal wat de hersens weten, kunnen doorvloeien naar het hart. Wij hoeven alleen maar te beslissen om nu eens te gaan toepassen wat de Almachtige G-d van ons wil, in plaats van onszelf steeds achter smoesjes te verschuilen. Als wij krachtig en dapper gaan kiezen om geen gehoor meer te geven aan wat ons door de buitenwereld (Farao) opgedrongen wordt, dan zullen de mensen die aan de macht zijn of onze baas zijn, ons uiteindelijk helpen om G-ds wil uit te voeren. Durven wij deze stap in ons leven te zetten?

Farao, die steeds weigerde om het Joodse volk vrij te laten, heeft ons uiteindelijk naar de berg Sinaï gestuurd. Hij heeft ons zelfs uit Egypte verjaagd, zoals er staat: ‘En het was toen Farao het volk wegstuurde’. Niet alleen heeft Farao toestemming gegeven aan de Joden om weg te trekken, hij heeft ze zelfs weggestuurd!

Dus trek je niets aan van wat ze allemaal zeggen en allemaal doen. Onthoud, gelijk de dieren die in water leven, wat je bron is en waar je vandaan komt. Laat je niet intimideren door een werkbaas of een schooldirecteur die jou op Shabbat of Yom Kipoer geen vrije dag wilt geven. Kijk recht voor je. Vrees niet de Egyptenaren die je achterna zitten. Geneer je niet wanneer jij je koshere boterham eet en je klasgenoten of collega’s een niet-koshere amandelkoek in de cafetaria kopen. Wees niet bang voor de zeeën van uitdagingen die op je pad liggen. Uiteindelijk, wanneer de buitenwereld merkt dat je doorzet, dat je principes hebt, dan zal die buitenwereld jou respecteren en jou juist helpen om naar de Torah toe te gaan; En het gebeurde toen Farao het Joodse volk wegstuurde…

Doel bereiken

De hardnekkigheid van Farao zette zich alsnog voort: drie dagen na de uittocht uit Egypte begonnen de Egyptenaren spijt te krijgen dat zij hun slaven kwijt waren. Uitgerust met hun 600 beste wagens (Shemot 14:7) haalden zij het Joodse volk al gauw in. Am Yisrael zat klem tussen het Egyptische leger achter zich en de Rode Zee pal voor hen. Men kon geen kant uit. Grote Paniek! Wat nu?

“En G-d zei tegen Moshe, waarom schreeuw je uit tot mij? Je zit hier een uitgebreid gesprek met Mij te voeren terwijl het Joodse volk in nood is. Spreek tot het Joodse volk en laat ze reizen!”
Shemot 13:15

Wij identificeren ons met Moshe en wij zijn wel verbonden met G-d, onze bron. Wij laten ons niet afschrikken door najagende vijanden en stormachtige zeeën. Wij houden ons vast aan een Macht die hoger is dan een zee of een leger Egyptenaren. Wie zich hogerop vasthoudt valt niet om. Gelijk iemand die zich in een bus vasthoudt aan een hangend touw. Ondanks al het geschud raakt hij zijn evenwicht niet kwijt. Wij worden in ons leven ook geschud en geduwd, soms door anderen, maar soms ook door onszelf. Hoe meer we ons met Boven verbinden, hoe weerbaarder we zijn. Wij gaan voorwaarts en verdrinken in geen enkele zee. Toen niet en nu ook niet. We lopen zelfs geen enkele schade op gelijk het Joodse volk, waar we van weten dat zelfs hun kleding bij het doorkruisen van de zee droog bleef. Niet alleen heeft het water zich gesplitst, maar zelfs de grond onder hun voeten werd droog. Die hele zee, al die blokkades die je voor je ziet, blijken achteraf helemaal niet te bestaan. Het was enkel een illusie. Voel maar aan je kleren, ze zijn niet eens nat geworden!

Zo is het ook met al onze uitdagingen en moeilijkheden. Ze lijken onoverkomelijk. Ze schrikken ons af. Maar de doorzetter merkt al gauw dat het allemaal verbeelding was. Want zodra je eraan begint, verdwijnen alle belemmeringen als sneeuw voor de zon.

Vergeet je doel niet en houd vol. Zorg dat, wat je met je verstand weet, naadloos overgaat naar je gevoelens en naar je daden. Dan zullen de Farao’s je uiteindelijk helpen en zal de zee zich splijten opdat jij je doel kan bereiken… voorwaarts!

Bracha Heintz
chabadutrecht.nl

Gebaseerd op een les van Rav YY Jacobson


Tekst: Bracha Heintz | Opmaak: Rianne Meijer & Sonja Tamam

Ontvang regelmatig artikelen en korte videoclips
door een WhatsApp te sturen naar 0628478657
of een email naar bracha@joods.org

Donaties zijn welkom op www.chabadutrecht/doneren

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *