
Shelach Lecha | Israel, here I come!
Wat als je het overleven van het Joodse volk eerlijk zou analyseren? Dan is er maar één conclusie mogelijk: het is niet land, taal, cultuur of militaire macht die ons in al die duizenden jaren bij elkaar heeft gehouden. Het is onze onvoorwaardelijke verbinding met de Torah, zo vertelt ons de parasha van deze week.
Download hier een printversie van dit artikel (PDF)
Het gebeurde een jaar nadat het Joodse volk de Torah op de berg Sinai had ontvangen. Op 29 Siewan 2449 arriveerde het volk net ten zuiden van de Israelische grens. Nog een paar kilometer en het Joodse volk kon het beloofde land binnentreden.
Het was hoog tijd om twaalf verspieders te sturen om het land te verkennen. Zij werden nauwkeurig gekozen. Ze waren stuk voor stuk vooraanstaande leiders, ieder over zijn eigen stam. Ze kregen als opdracht om het beloofde land te verkennen en hun bevindingen te rapporteren.
Nationale ramp
Men kan zich afvragen of dit werkelijk nodig was. Had het zin om een land te verkennen dat door G-d beloofd was? Was het inderdaad noodzakelijk om na te gaan of G-d in staat was het heilige land aan het volk Israel te schenken? Wat deed het ertoe of er veel of weinig bewoners waren en of ze sterk of zwak waren? In hoeverre was het van belang om te onderzoeken of er vestingsteden waren of niet? G-d is toch Almachtig!
Toch vroeg Moshe Rabenoe toestemming aan G-d om verspieders te sturen omdat het Joodse volk dat eiste. G-d heeft hun verzoek ingewilligd hoewel het best een riskante operatie was. Wie wist of de verspieders alles wat ze zouden gaan zien op de juiste manier zouden gaan interpreteren? Toch gaf G-d toestemming voor dit project met alle risico’s van dien; dan hadden zij maar niet moeten twijfelen of het land wel of niet veroverd kon worden. Moshe Rabenoee van zijn kant dacht: “Laat ze maar gaan en dan zullen zij na hun bevindingen juist enthousiast worden over het aan hen beloofde land.” שְׁלַח לְךָ֣ Shelach Lecha is de naam van deze parasha en dat betekent Stuur voor jezelf. G-d zegt tegen Moshe Rabenoe: “Stuur voor jezelf” omdat jij (het Joodse volk) dat zo graag wilt, maar voor Mij hoeft het niet.
Wanneer de verspieders terugkomen gebeurt er een nationale ramp, een vergissing die de koers van de komende 40 jaren zal veranderen. Tien van de twaalf verspieders houden zich niet aan hun verkenningsopdracht: ze geven niet alleen verslag, ze trekken ook conclusies en geven advies (Shelach 13-31):
לֹ֥א נוּכַ֖ל לַעֲל֣וֹת אֶל־הָעָ֑ם כִּֽי־חָזָ֥ק ה֖וּא מִמֶּֽנּוּ׃…
…wij zullen niet tegen het volk op kunnen, want het is sterker dan Hij.
Met andere woorden: wij zullen de volkeren die in Israel wonen niet kunnen verslaan want zij zijn sterker dan Hij (G-d).
Naar hun mening is echter nooit gevraagd, alleen dat ze verslag zouden doen. Met dit ongevraagde advies demoraliseren zij een heel volk.
“Het land eet haar bewoners op!” verklaren de verspieders er ook nog bij. Dientengevolge raakt het hele Joodse volk in paniek. Hysterie heerst alom. Er wordt gehuild en geklaagd over Moshe Rabenoe en Aharon haKohen. “Waren we maar in Egypte gestorven of zelfs in de woestijn etc…”, zeiden de mensen die de Torah hadden ontvangen. “Laten wij een leider benoemen en teruggaan naar Egypte”, besloten zij (Shelach 14 – 2,3,4).
Dit was de tiende keer dat G-d door het Joodse volk op de proef werd gesteld (Shelach 14-22):
וַיְנַסּ֣וּ אֹתִ֗י זֶ֚ה עֶ֣שֶׂר פְּעָמִ֔ים וְלֹ֥א שָׁמְע֖וּ בְּקוֹלִֽי׃…
…en zij hebben mij, bij deze al tien keer op de proef gesteld en zij hebben niet naar mijn stem geluisterd.
Bezwaar
Wanneer je alles wat dieper analyseert, kom je er al gauw achter dat dit verhaal minder simpel is dan op het eerste gezicht lijkt. Want hoe kan het zijn dat het Joodse volk ineens zijn vertrouwen in G-d was kwijtgeraakt? Het leefde immers van het ene wonder naar het andere. Iedereen was getuige geweest van de tien plagen en de splitsing van de zee. Iedereen had met eigen ogen kunnen aanschouwen hoe een heel Egyptisch leger in de zee verdronk. Wat hadden ze ook alweer voor het ontbijt gegeten? Juist ja, Manna, dat dagelijks uit de hemel viel. Ze dronken water dat uit een steen vloeide. De wolken beschermden hen tegen warmte, kou en nog andere gevaren die in de woestijn voorkwamen zoals slangen en schorpioenen.
Eénmaal in de geschiedenis van de wereld gebeurde het dat G-d zich aan een heel volk heeft geopenbaard. Dat was bij de berg Sinai. Zoiets was nog nooit eerder gebeurd en is daarna nooit meer voorgekomen. En als je een verspieder zou vragen wat hij voor zijn ontbijt had gegeten, dan zou hij antwoorden dat er Manna geserveerd was. “Hoezo brood uit de hemel?” zou je hem kunnen vragen. “Nou gewoon, uit de hemel! Bij ons zijn wonderen een natuurlijke manier van leven.” ”Werkelijk? Geloof je het zelf?” ”Ja hoor, G-d heeft alles gemaakt en alles is van Hem. En dus, als G-d dit wenst dan zorgt Hij dat er voedsel uit de hemel valt.”
En deze zelfde verspieder die net brood uit G-ds keuken had gegeten en zijn dorst had gelest door middel van een steen waar water uit vloeide, stond op en verklaarde dat G-d niet sterk genoeg was om één klein landje te veroveren? Onbegrijpelijk! Raar en volkomen tegen alle logica in! En niet alleen dat, het hele volk deed hier ook nog eens aan mee! Was er dan niemand die het Joodse volk kon overtuigen van G-ds capaciteiten? Was er niet één man of vrouw die iedereen attent kon maken op de hoeveelheid wonderen die G-d al verricht had?
De verspieders waren vooraanstaande leiders, één voor elke stam. Ze waren gelovig en hadden volkomen vertrouwen in de capaciteiten van de Almachtige. Wat was dan hun bezwaar tegen de intocht in het Heilige Land?
Exotisch hotel
Nee, de tien verspieders hadden een veel subtielere reden om de reis naar Israel tegen te houden. Ze waren namelijk bang om hun oase in de woestijn te verlaten. Dagelijks Manna uit de hemel, water uit een wonderbaarlijke woestijnbron, splitsende zeeën en nog meer van dit soort wondertjes maakten het leven wel heel erg aangenaam in die woestijn; een soort exotisch 5-sterren hotel met eerste klas bediening. En nu zouden ze het land in moeten trekken? Het eerst moeten veroveren en vervolgens gaan bewerken, een politiek systeem opzetten, het land verdedigen, ontbijt, lunch en avondeten klaarmaken? De vloer dweilen en de ramen lappen? “Wanneer is er dan nog tijd voor spirituele zaken?” vroegen de verspieders zich af. “Dat is toch onze specialiteit? Wanneer gaan we lernen en mitswot doen? Het leven in het land, de dagelijkse beslommeringen van de fysieke wereld, gaan ons volledig consumeren! “Het land eet haar bewoners op!” is wat zij verklaarden.
En als we al van onze spirituele oase naar een lichamelijk bestaan moeten overgaan, zijn wij dan niet automatisch onze G-ddelijke bescherming kwijt?
Schakel tussen hemel en aarde
Noch de verspieders, noch het Joodse volk hadden begrepen hoe de vork in de steel zat. Je hoeft namelijk het spirituele niet van het lichamelijke te scheiden. Integendeel. Toen de Torah bij de berg Sinai uit de hemel daalde en Moshe Rabenoe de berg besteeg werd er een brug geslagen. Er is toen een schakel gecreëerd tussen hemel en aarde: Moshe Rabenoe ging omhoog en de Torah kwam naar beneden. Vanaf de openbaring op de berg Sinai en daarna werd het mogelijk om het lichamelijke en het spirituele niet alleen met elkaar te verbinden maar zelfs met elkaar te verweven.
Het Joodse volk kreeg op dat moment een nieuwe taak, een missie. Elke Jood kreeg vanaf de openbaring op de berg Sinai de mogelijkheid om een verbinding te maken tussen het spirituele en het lichamelijke. En dat is de essentie van elk gebod: je neemt een fysiek voorwerp en met dat object voer je G-ds wil uit. Je neemt bijvoorbeeld geld (materie) en je geeft het aan een arm persoon. Niet alleen is de arme op dat moment geholpen en heeft de gever een goede daad verricht, maar ook is nu het gegeven geld getransformeerd. Voorheen was het een gewoon bankbiljet en nu heeft het een metamorphose ondergaan: het is een mitswah-biljet geworden.
De gever heeft een verbintenis tot stand gebracht tussen het geld en het hogere doel waar het geld voor gebruikt is. Dankzij deze ene goede daad is het geld zelf ook verheven. Tevens is alles wat de geldschenker gedaan heeft om dat geld te verdienen ook in deze verbintenis met G-d opgenomen. Heeft hij het geld door werken verdiend, dan is elke actie die hij ondernomen heeft om dat salaris te verdienen op een hogere plek gekomen. Ook alle energie en al het eten dat hij gebruikt heeft om dat loon binnen te halen worden verheven. Heeft hij op de dag dat hij werkte een boterham gegeten, dan worden de akker, de boer, de zaadjes en de mest, het graan, de bakker en alles wat nodig was voor het ontstaan van deze boterham, allemaal getransformeerd naar een hogere dimensie. Met andere woorden, door een mitswa te doen verander je de hoedanigheid van alle materie die direct of indirect nodig was om het gebod uit te voeren.
Dit geldt voor elk van de 613 ge- en verboden. Dit fenomeen is te herleiden tot het woord mitswa dat vertaald wordt met gebod of verbod. Het woord mitswa betekent echter ook ‘verbinding’ omdat elke keer als je doet wat een ander je vraagt of als je je weerhoudt om te doen wat een ander jou verzocht heeft om niet te doen, heb jij je relatie met de vrager versterkt. Wanneer je een Mitswah doet creëer je niet alleen een relatie tussen jezelf en G-d, maar ook tussen alle materie die je voor dit gebod gebruikt hebt en G-d.
Ga de wereld in
Volgens dit principe begrijpen we hoe essentieel het is om ons met de materie bezig te houden. Dit is de reden waarom G-d ons in deze wereld heeft neergezet en niet ergens daarboven samen met engelen en geesten. Wel moet het gebruik van het materiële plaatsvinden volgens de aanwijzingen zoals die in de Torah worden uiteengezet. Als we de materie op eigen houtje zouden gebruiken dan zouden wij de relatie met G-d kwijtraken en zou de fysieke wereld blijven waar die is. Daarmee zouden wij aan het hele doel van de schepping voorbijgaan, aangezien G-d een lage materiële wereld juist geschapen heeft opdat de mens het zou verheffen. Eet je een koshere maaltijd dan verhef je het voedsel dat je geconsumeerd hebt. Als je niet kosher eet dan blijven het eten en jammer genoeg alle cellen die door dat voedsel in jouw lichaam ontstaan zijn in deze wereld steken.
Daarom heet iets dat verboden is, in het Hebreeuws אסור (asoer). Maar asoer betekent niet alleen verboden. Het betekent ook vastgebonden omdat als je iets doet dat verboden is, dan blijft de materie waarmee je het verbod hebt uitgevoerd vastgebonden in de lage wereld.
Anderzijds heet iets wat geoorloofd is מותר (moetar). Moetar betekent geoorloofd, maar het betekent ook ‘los’ omdat het voorwerp of de materie waarmee je een gebod uitvoert los zit en na het uitvoeren van het gebod kan stijgen naar hogere werelden.
Door iets te eten dat אסור (asoer) verboden/vastgebonden is heb je een kans gemist om jezelf en de hele voedselketen te verheffen.
Veel mensen raken depressief omdat ze geen doel voor zichzelf in het leven voor ogen hebben. De Torah helpt ons om te realiseren dat elke, zelfs minuscule actie, uitwerkingen heeft in alle werelden, zowel materieel als spiritueel. De mens is een schakel, een katalysator, om bewust volgens de Torah te leven en het doel waarvoor G-d de wereld heeft geschapen te bereiken. Wat een verantwoordelijkheid en wat een voorrecht! Elke handeling en beweging wordt ineens cruciaal. Ik doe er toe en niet zo’n klein beetje ook. Mijn keuzes, ook wanneer niemand mij ziet en niemand ervan af weet, maken een oneindig verschil. Ik ben in staat om alles waar ik mee in aanraking kom te transformeren. Wauw! Ik hoef alleen maar de gebruiksaanwijzingen uit de Torah te volgen!
Door in die woestijn te blijven en geen materiële zorgen te hebben, omdat G-d in alles voorziet, ga ik voorbij aan het doel waar ik voor geschapen ben. Door alles wat heilig is nog heiliger te maken breng ik geen enkele mutatie teweeg en bereik ik het doel van de schepping niet, integendeel! Het gaat er juist om, om deze lage fysieke wereld te transformeren naar een hoger niveau. Zoiets doe je niet in een woestijn waar G-d jou een VIP-behandeling geeft.
Nee, ga de wereld in, ga ploegen, zaaien en oogsten, ga de huur betalen en zorg dat er vrede in je eigen gezin heerst. Ga je karakter verbeteren en leer je te beheersen!
Tijd om te leren omgaan met duisternis en negatieve krachten. Tijd om een stukje van de hemel naar het aardse te brengen. Ruime gelegenheid om onze negatieve trekken af te leren en de materie voor een hoger doel te gebruiken. Wil je Joods doen, ren dan niet weg van het aardse leven, maar leer ermee om te gaan. Lééf het leven en probeer daarbij je lichamelijke neigingen om te buigen naar goede daden. De wens van de verspieders was om in de woestijn te blijven om zo het aardse leven te ontvluchten. Deze manier van denken was hun valkuil.
De verspieders hebben met hun denkfout het hele volk gedemoraliseerd. Iedereen begon zinloos te huilen en te jammeren. De dag dat dit geschiedde was 9 Aw, de meest droevige dag van het jaar voor het Joodse volk. Een dag waarop er ook later in de geschiedenis vele calamiteiten zouden gaan plaatsvinden.
“Jullie huilen voor niets. Jullie willen het land niet binnen?…dan maar niet” zegt G-d tegen hen. “Jullie zijn zo dicht bij jullie bestemming, slechts enkele kilometers van de grens, maar ik zie dat jullie er niet klaar voor zijn. Er zal nog heel wat moeten gebeuren voordat jullie het heilige land binnen kunnen treden. Blijf dan nog maar even (39 jaar) in de woestijn. Jullie hebben de theorie geleerd (Torah) en nu gaan jullie 39 jaar in de wildernis stage lopen. Pas daarna zullen jullie in staat zijn om Israel binnen te treden en het doel te gaan bereiken waar de hele wereld voor geschapen is, namelijk het vermengen van het fysieke met het spirituele, oftewel het gebruiken van materie om ge- en verboden uit te voeren, waardoor deze materie een hoger niveau kan bereiken.”
Omweg
Het duurt namelijk geen veertig jaar om van Egypte naar Israel te gaan, zelfs niet te voet, tenzij je ontzettend omloopt of überhaupt ergens blijft steken. En dat is precies wat er gebeurde: 19 jaar lang bleef het volk in de Paran woestijn in Kadesh Barnea gelegerd, direct ten zuiden van Israel.
Daarna hebben zij 19 jaar lang een cirkel gemaakt om weer in Kadesh Barnea terecht te komen. Van daaruit zijn ze via het oosten Israel binnengetrokken. Maar we lopen op de feiten vooruit. Het is duidelijk: de intocht in Israel die in 2449 plaats had kunnen vinden, één jaar na de uittocht uit Egypte en de ontvangst van de Torah, werd 39 jaar lang, tot het jaar 2488, uitgesteld.
Deze jammerlijke geschiedenis heeft nog een staartje.
Één groep, de Maapiliem, kreeg spijt van het klagen. Ondanks het decreet om in de woestijn te blijven, besloten ze om toch direct naar Israel te gaan (Bemidbar 14, 40-44). “Nee,” zei Moshe Rabenoe, “daar is het nu te laat voor. Eerder had het wel gekund, maar nu niet meer. Als G-d dit niet wenst, is jullie reis gedoemd om te falen.” Maar de Maapiliem vertrokken toch. Moshe ging niet mee. De ark met de stenen tafelen, die bij oorlogen altijd meeging, bleef in het kamp. Deze fanatiekelingen vertrokken richting Israel. Het was tegen G-ds wil in én ook nog zonder de stenen tafelen!
Helaas werden zij allemaal door de Amalekieten en Kanaänieten vermoord. Deze tocht naar Israel, zonder de ark waar de Torah in lag en buiten G-ds wil om, bleek fataal. Een fout met levensgevaarlijke consequenties.
Zionistische droom
De geschiedenis heeft zich nog geen eeuw geleden met het Zionisme herhaald. Zo’n 120 jaar geleden beweerde men dat antisemitisme veroorzaakt werd door het ‘gebrek aan een eigen land’. Elk volk heeft een eigen land nodig, verklaarde men, een plek waar het samen in alle rust kan leven en men zich tegen zijn vijanden kan verdedigen. De Zionisten besloten in 1897 dat vanaf het moment dat zij hun eigen land zouden hebben, zij een normaal leven zouden gaan leiden. De Jodenvervolging zou dan ophouden.
Vandaag is Israel een realiteit. Het is het mooiste land op aarde met een sterk leger. Een tehuis voor miljoenen Joden waar zij naartoe kunnen vluchten, waar zij kunnen wonen en zich ontplooien. Daar hebben zij zich weten te ontwikkelen tot één van de meest geavanceerde landen ter wereld. We steunen het land met hart en ziel en zijn zo trots op al zijn prestaties en successen. Als het daar even misgaat luisteren we dag en nacht naar het nieuws, zo betrokken zijn wij. Bij elke raket die neervalt stopt ons hart even te kloppen.
Het feit dat het Joodse volk zich in zijn oorspronkelijke land opnieuw heeft weten te vestigen is een geweldig wonder. Dat het Joodse volk zich op eigen bodem kan verdedigen, zonder aan iemand verantwoording af te leggen, is een enorme prestatie!
Toch mogen we vaststellen dat de Zionistische droom maar gedeeltelijk realiteit is geworden. We zijn allesbehalve een normaal gemiddeld land geworden, waar niemand zich om bekommert. Israel is maar een piepklein plekje op de aardbol. Wij bemoeien ons met niets en met niemand. Toch krijgen wij wereldwijd ruimschoots aandacht.
Elk volk begint met een groep personen die samen op één plek – een land – woont en een eenheid vormt. Het Joodse volk is anders. Een land is niet wat ons bindt, noch een taal. Al 2000 jaar geleden zijn wij uit Israel verdreven, maar het Joodse volk is zijn identiteit en zijn eenheid nooit kwijtgeraakt.
Rav Saadya Gaon uit de tiende eeuw probeerde dit vreemde fenomeen te analyseren. Het is geen taal of haarkleur of stijl die ons bindt. Het is een ideologie, een mening, een manier om naar de wereld te kijken door een Torah-lens. Het is een code en het is een systeem van wat je als Jood wel en niet doet dat de Jood uit Gibraltar verbindt met zijn broer uit Yemen of Taiwan.
Geen oplossing
De Zionisten dachten dat als Israel een eigen terrein zou hebben, alle volkeren ons eindelijk met rust zouden laten. Zo’n klein landje, zo ver weg in het oosten… en daarmee zou het antisemitisme tevens verdwijnen. De Jood zou dan geen religieus individu meer zijn, maar gewoon, net als ieder ander mens op deze aardbol, een bewoner van één van de vele landen ter wereld. In het Israelische volkslied werd G-ds naam vermeden. In de Onafhankelijkheidsverklaring van 1948 worden de Torah en haar regels en wetten verzwegen. Dit zou de veiligheid van Israel waarborgen. Geen Holocaust meer, geen aanvallen, geen antisemitisme.
Maar geen dag gaat voorbij of Israel wordt in de media besproken. Het antisemitisme zou stoppen, werd er in 1897 in Bazel, bij het eerste Zionistische congres, verklaard. Een eigen land was de oplossing.
En toen 7 oktober…
Wat is er misgegaan met al deze prachtige plannen? Hoeveel oorlogen vanaf dag één heeft Israel moeten bevechten om zich te kunnen handhaven? Hoeveel miljoenen Israeliërs hebben zich sinds de oorlog in Koeweit in 1991 in schuilkelders moeten verstoppen, met of zonder gasmaskers? Een eigen seculier land zou ervoor gezorgd moeten hebben dat de Joden niet meer zoveel aandacht zouden krijgen. Niets is minder waar.
Integendeel, het bestaan van Israel wakkert dagelijks nog meer antisemitisme aan in Israel en in de hele wereld dan ooit tevoren. Elke keer dat er in ons land oorlog gevoerd wordt, stijgt het antisemitisme in de hele wereld! Wat was de vergissing van de Zionisten? Terwijl onze soldaten dagelijks hun leven op het spel zetten om ons bestaansrecht te verdedigen mogen wij deze vraag niet negeren. Wat is het Joodse volk en wat is antisemitisme?
Torah en Mitswot
Het bestaan van het Joodse volk is niet afhankelijk van een land of een politiek systeem. We zijn verspreid over de hele wereld, spreken tientallen talen en hebben talloze gewoontes. Wat is de rode draad die een Jood uit Australië verbindt met zijn geloofsgenoot uit Canada? Wat bindt hen samen?
Er is maar één antwoord mogelijk en dat is de Torah met de Mitswot. Elk volk op aarde is begonnen met een eigen terrein. De Joodse geschiedenis begint echter in een woestijn, in niemandsland. Ons land krijgt alleen maar betekenis binnen de context van de Torah. Het is de Torah die ons gebiedt om in Israel te wonen. Het is de Torah die ons gebiedt om daar, en uitsluitend daar, een tempel te bouwen. Nergens anders ter wereld mag men altaars bouwen en offers brengen.
Ons volk wordt verenigd door een ideologie, een wet en uniforme praktijken. En het antisemitisme wordt door deze zelfde ideologie die elke Jood bewust of onbewust vertegenwoordigt aangewakkerd.
Onvoorwaardelijke verbinding
Ga aan tafel zitten met een Jood uit Monaco of Mexico, nu of 200 jaar geleden toen er nog geen WhatsApp bestond en communicatie traag verliep of soms onmogelijk was. Misschien zul je zijn taal niet verstaan, maar hij zal wel zijn handen wassen voordat hij brood eet. Na de maaltijd zal hij precies dezelfde woorden uitspreken om G-d te bedanken, zoals er in de Torah staat: ”Je zult eten en je zult verzadigd zijn en je zult G-d erkennen als bron van alle zegeningen.”
Mocht hij dat zelf niet meer doen, dan heeft zijn (groot)vader het wel gedaan. Zijn er heel veel generaties voorbijgegaan zonder Joodse praktijken, dan weten de nakomelingen vaak niet eens meer dat ze Joods zijn. Ze zijn dan hun verbindingsfactor, namelijk de Joodse gebruiken, kwijtgeraakt en daarmee hun Joodse identiteit.
Kijk naar Moses Mendelssohn die in 1782 de integratie van het Joodse volk in het Duitse leven ging promoten. Hij was tegen het gebruik van de Jiddische taal. Hij stelde dat als de Joden zouden assimileren, dan zouden de Duitsers hen niet meer discrimineren. Zijn ideeën hebben het niet lang overleefd. Vier van zijn zes kinderen hebben zich tot het Christendom bekeerd. Om maar niet te spreken over de ‘gelijke behandeling’ waar de nazi’s juist in dat land, 150 jaar later, zich schuldig aan hebben gemaakt.
De assimilatie die door de liberalen in gang was gezet heeft geen enkele Jood tegen de holocaust kunnen beschermen. Integendeel, het is juist deze trend die tot op de dag van vandaag de continuïteit van het Joodse volk nog het meest in gevaar brengt. Het Joodse volk verliest meer mensen aan assimilatie en gemengde huwelijken dan aan antisemitisme of oorlogen. De getallen liegen er niet om. In de 19de eeuw heeft 40% van de Joden uit Berlijn zich bekeerd tot het Christendom. En in de VS zijn, tussen 1840 en 1930, 1 miljoen Joden geassimileerd.
We kunnen in alle eerlijkheid stellen dat Rav Saadya Gaon gelijk had en nog steeds gelijk heeft. Iedere groepering binnen het Joodse volk die van de Torah is afgedwaald heeft geen stand kunnen houden. Waar zijn de aanbidders van De Baäl, een afgod in de tijd van Eliyahu, de profeet? Waar wonen de Tsedoekim die alleen de schriftelijke leer in acht namen en de mondelinge leer verwierpen? Waar zijn de achterkleinkinderen van Moses Mendelssohn en de andere bedenkers van de Joodse Verlichting? Ze zijn óf teruggekeerd naar het authentieke Jodendom óf ze weten na enkele generaties niet meer dat ze Joods zijn. Jodendom zonder Torah houdt geen eeuwen stand.
Als je het overleven van het Joodse volk eerlijk zou analyseren kun je maar één conclusie trekken: Het is geen land, taal, cultuur of militaire macht die ons in al die duizenden jaren bij elkaar heeft gehouden. Het is onze onvoorwaardelijke verbinding met het eeuwige aspect van de Torah. Dat is de leidraad.
Verzamelen
De Zionisten hebben oprecht gedacht dat G-dsdienst alleen maar zijn nut had buiten Israel. Torah en Mitswot waren nodig om onze identiteit te waarborgen. Eenmaal in Israel zou Torah overbodig zijn. Jodendom zou zelfs in de weg staan om van Israel een gewoon democratisch, seculier land te maken waar de wereld geen aandacht meer aan zou schenken.
Hoeveel uren heeft het geduurd nadat de staat Israel uitgeroepen werd totdat het aangevallen werd? De feiten liegen er niet om.
Rav Saadya Gaon had gelijk en de Zionisten, hoe oprecht dan ook, hebben zich vergist. De parasha vertelt ons hoe Moshe Rabenoe een enthousiaste groep toespreekt die spijt had van al het klagen en Israel op eigen houtje toch Israel wilde binnentrekken. “Nee”, zei Moshe Rabenoe tegen hen. “De Torah gaat deze keer niet met jullie mee. De ark blijft hier en daardoor zal jullie missie helaas in een grote catastrofe ontaarden. “Want als je naar Israel gaat zonder de Torah mee te nemen, dan zul je geen succes boeken.”
Premier Netanyahu weet het ook. Vlak voor de aanval op Iran begaf hij zich naar de Kotel (Klaagmuur) on daar zijn gebeden uit te spreken. Hij weet dat het succes van deze aanval, de superioriteit van het Israëlische leger, de bescherming van het volk en de uiteindelijke overwinning allemaal uitsluitend afhankelijk zijn van G-ds hulp. Amen!
Bracha Heintz
www.chabadutrecht.nl
Klik hier om wekelijks per WhatsApp een artikel te ontvangen!
Geïnspireerd op o.a. een les van Rav YY Jacobson. Commentaar is welkom!
Help mee om de continuïteit van deze artikelen te waarborgen. Door te sponsoren word je een actieve partner en steun je ook verdere activiteiten! Doneren kan hier op chabadutrecht.nl/doneren.
Beeld: chabad.org