
Yitro | Tien geboden onderling verbonden
De tien geboden vormen een samenhangend geheel. Wanneer de mens veranderingen in deze tiencijferige code aanbrengt en zélf over leven en dood beslist, dan gaat het volledig mis. Alle tien zijn tegelijkertijd nodig om een ethische beschaving te bereiken, gebaseerd op een G-ddelijke visie.
Download hier de printversie van dit artikel (PDF)
Bij de berg Sinai ontving het Joodse volk de tien geboden op twee tafels. Heb je je ooit afgevraagd waarom twéé tafels? Waarom niet één tafel of drie, of meer? Wat heeft G-d belet om alle tien geboden op één steen te graveren? Waren de stenen niet groot genoeg?
Wanneer de geboden wel allemaal op één steen waren gegraveerd, hadden de tien geboden hoogstwaarschijnlijk allemaal onder elkaar gestaan. Oké, maar wat dan nog? Het gaat toch om de inhoud en toch niet om de lay-out!
Laten we ons geheugen opfrissen en kijken wat de tien geboden precies waren:
Op de eerste steen stond: | Op de tweede steen stond: |
1. Ik ben G-d, jullie G-d, die jullie uit Egypte heeft gehaald. | 6. U zult niet moorden. |
2. U zult geen andere goden hebben. | 7. U zult geen overspel plegen. |
3. U zult niet voor niets met G-ds naam zweren. | 8. U zult niet stelen. |
4. Onthoud de Shabbat. | 9. U zult geen valse getuigenis afleggen. |
5. Eer Uw vader en Uw moeder. | 10. U zult het huis van een ander niet begeren enz. |
Eerlijke verdeling
Nu we vastgesteld hebben dat er twee tafels zijn, constateren wij dat er vijf geboden op de ene en vijf op de andere tafel staan. Een mooie en eerlijke verdeling. De eerste vijf gaan over de relatie tussen de mens en G-d en de laatste vijf tussen de mens en zijn medemens. Maar je kunt er nog meer mee doen. De Midrash vertelt ons dat je de tien geboden niet alleen achter elkaar kunt lezen van 1 tot 10, maar dat je ze ook, juist omdat ze over twee tafelen verdeeld zijn, van rechts naar links kunt lezen. Dan lees je na het eerste gebod, het zesde gebod en na het tweede gebod het zevende, enzovoort.
Op deze manier staat het geloven in G-d (nummer 1) naast het verbod om te moorden (nummer 6). Hierin schuilt een cruciale les.
Vooruitgang
In de achttiende eeuw begon de industriële revolutie. Na eeuwen weinig vooruitgang te hebben geboekt barstten ineens bronnen van kennis los. De ene na de andere ontdekking werd gedaan. Veel van deze technische hoogstandjes waren al veel eerder ontdekt, zoals de stoommachine bijvoorbeeld. Zij deed reeds in de eerste eeuw haar intrede maar werd toen als een soort speelgoed gezien zonder enkel nut. Pas in de achttiende eeuw werd er een praktische toepassing gevonden voor ontdekkingen die al eeuwen eerder werden gedaan.
Machines vervingen spierkracht, vermoeidheid en armoede. De economische omstandigheden verbeterden. Tegelijkertijd ontstond er een nieuwe filosofie en daarmee een nieuwe manier van leven: Weg met geloof en religie. We hebben G-d niet meer nodig. We hebben nu alles zelf uitgevonden. Wij kunnen alles logisch verklaren. Alles kan in een laboratorium ontdekt en bewezen worden.
Oh ja? Kan werkelijk alles met testen en microscopen hard gemaakt worden?
Nog steeds worden er dagelijks nieuwe wetenschappelijke feiten aan het licht gebracht. Wij zijn in staat om feiten, bewegingen en patronen vast te stellen die een bepaalde koers varen. Deze ontdekte patronen die binnen enkele tientallen jaren geobserveerd worden, worden vervolgens toegepast op miljoenen jaren terug, de zogenaamde extrapolatie. Maar let op, dit is geen echte wetenschap meer. De wetenschappers stellen met een minimum aan gegevens een hele theorie vast die zij vervolgens op andere situaties toepassen. Wie zegt echter dat een bepaald patroon, dat je maar enkele tientallen jaren hebt kunnen observeren, tot miljoenen jaren terug, in het verleden toegepast kunnen worden? Hierdoor treed je uit de wereld van de wetenschap en begeef je je in een wazig gebied van theorieën, die elkaar vaak tegenspreken. Deze theorieën worden verward met wetenschap.
Er worden conclusies getrokken die oorspronkelijk hun basis in de wetenschap hadden, maar waar we ondertussen miljoenen jaren van verwijderd zijn geraakt. De ene theorie volgt de andere op.
Onder controle
Theorie betekent: het zóu zo kunnen zijn, maar misschien is het ook anders. Het is immers maar een theorie, een mogelijkheid. We gaan ervan uit dat het zo hád kunnen zijn. Vervolgens wordt hier een heel nieuw soort ‘wetenschap’, filosofie of geloof op gebouwd. Zoals bijvoorbeeld de evolutietheorie die op alle scholen en in musea als feit wordt onderwezen maar die slechts een theorie is!
Zo wordt iedereen geleerd dat de mens uit een aap is geëvolueerd en dat de wereld al miljoenen jaren bestaat. Men vergeet daarbij te vermelden dat het een theorie is en vooral ook wordt niet uitgelegd wat het woord theorie betekent. Op deze manier groeien reeds enkele generaties op met de zekerheid dat de wereld uit één of andere ontploffing ontstaan is, dat onze voorouders apen waren en dat het geloven in G-d de wetenschap zou tegenspreken. Deze theorieën worden zo vaak verteld en herhaald dat ze uiteindelijk als betrouwbaar beschouwd en als feit geaccepteerd worden.
Het begin
Echte wetenschap is echter hetgeen je kunt waarnemen al dan niet in een laboratorium. Het moet geobserveerd en geanalyseerd worden en het mag geen speculatie of theorie zijn. Alle ware wetenschappers zijn het er over eens dat er ergens een begin heeft moeten zijn. De vraag is alleen welke naam men aan dat begin wenst te geven. Noemen we het ‘Het begin’, ‘De Big Bang’ of ‘G-d’? Het zijn allemaal namen voor hetzelfde fenomeen.
Maar als men het G-d gaat noemen dan zitten er allerlei consequenties aan vast. G-d heeft namelijk met de schepping een gebruiksaanwijzing meegeleverd, de Torah.
Daarentegen, wanneer je in een verzonnen theorie wilt geloven dan is jouw leven het resultaat van een willekeurige ontploffing. Op deze manier heb je geen enkele morele verantwoordelijkheid en kun je doen en laten wat je wilt. Geen wonder dat zo velen onder ons niet geloven. Hier kiezen wij bewust of onbewust voor. Zonder geloof ben je maar een willekeurige schepping: het resultaat van een ‘ongeluk’. In dat geval kunnen je handelingen ook willekeurig zijn. Het maakt toch allemaal niets uit in een wereld van ongelukken en toevalligheden.
Geloven in ‘ik weet het niet’
Je kunt er ook voor kiezen om de waarheid onder ogen te zien door toe te geven dat je niet weet waar de wereld vandaan komt. Je kunt geloven in een soort onbekende energie die de wereld tot stand heeft doen komen. Je gelooft in een ‘ik weet het niet’; met andere woorden: in iets dat je niet weet wat het is en wat je niet begrijpt. Aan jou de keus om deze bron van alle schepselen G-d te noemen of niet.
Kent U het verhaal van de bar mitswah-jongen die zijn toespraak voor zijn feest aan het voorbereiden is? Hij gaat naar zijn vader toe en vraagt hem waar hun familie vandaan komt, waarop Papa antwoordt dat ze afstammelingen zijn van apen. Vervolgens gaat de jongen naar zijn moeder toe met dezelfde vraag. Mama reageert anders en vertelt over Opa en Oma, de grootouders en de betovergrootouders, de Joodse geschiedenis, de aartsvaders en de eerste mens, Adam, door G-d geschapen. Onze bar mitswah jongen begrijpt er niets meer van! Papa had het over een hele andere afkomst! Oh, geen probleem reageert zijn moeder. Papa stamt af van de apen en mijn kant van de familie stamt af van Avraham, Yitschak en Yakov.
Hoe dan ook, we proberen alles onder controle te krijgen, te begrijpen en te verklaren, maar soms ook té veel. We denken met onze nieuw verkregen wijsheid ook een stap naar morele waarden en een gezonde maatschappij te kunnen maken. De wetenschap is geweldig! De industriële revolutie, de techniek en de digitale wereld hebben ons gebracht naar een vernieuwde, razendsnelle wereld met tal van mogelijkheden.
Of het nu een nieuwe ontdekking op de maan betreft of een digitale hersenoperatie: de vooruitgang is verbijsterend. Toch blijkt enige voorzichtigheid geboden.
Overbodig
Met al deze nieuwe wijsheid hebben de mensen geconcludeerd dat ze zélf ook maatschappelijke en morele regels kunnen bepalen. G-dsdienst en religieuze regels lijken passé. Wij kunnen met onze logica niet alleen natuurlijke feiten ontdekken maar wij kunnen ook heel goed begrijpen dat stelen en moord niet hand in hand gaan met een gezonde samenleving. Vroeger hadden we G-d nodig om ons te genezen, om wonderbaarlijke feiten te verklaren en om regels te bepalen. Nu is Hij door de wetenschap vervangen. Een overbodige G-d!
Niets nieuws onder de zon, zou onze koning Salomon zeggen. De slang hield er ook al soortgelijke ideeën op na. Hij overtuigde Chava (Eva) om van de boom te eten zodat ‘Jullie zullen zijn net als G-d die goed en kwaad kent’, Bereeshiet 3-6. Als Chava van de verboden vrucht at, zou ze een soort slimheid verkrijgen waardoor ze op G-d zou lijken en onder andere ethische regels zelf zou kunnen gaan bepalen. Kun je het geloven? Het lijkt alsof G-d wel enige concurrentie heeft!
Wat zich tijdens de verlichting afspeelde is dat men opperde dat gebod 6, niet moorden, heel goed zou functioneren zonder gebod 1, het geloven in G-d. Ons gezond verstand vertelt ons dat we geen moord moeten plegen (gebod 6) en daar hebben we G-d dus helemaal niet meer voor nodig (gebod 1).
Helemaal mis
Misschien zou dit gedachtegoed nog steeds hebben kunnen standhouden, ware het niet dat het helemaal mis ging. In hét land waar wetenschap en cultuur bloeiden en groeiden vonden de grootste gruwelijkheden plaats…
Inderdaad: de grootste componisten en orkesten, de meest geavanceerde universiteiten waren in Duitsland geconcentreerd. Na het vergassen van 12.000 mensen per dag genoten de SS’ers ‘s avonds van een prachtig concert van Bach of Mozart. In de avonduren na ‘het werk’ aaiden zij hun trouwe honden en genoten ze samen met hun echtgenoten van voortreffelijke wijnen.
Wat is er mis met moord als je niet in G-d gelooft? Helemaal niets. Op het moment dat het wel of niet vermoorden een menselijke keuze is, is het aan iedereen om te oordelen naar eigen verstand. Vindt iemand het rechtvaardig en juist om één persoon of zes miljoen mensen te vermoorden om welke reden dan ook, waarom niet? Dit is dan puur een kwestie van persoonlijke mening, smaak en mode.
Niemand kan objectief bepalen of een gedrag ethisch is of niet.
Een mens vermoorden is onacceptabel, daar zijn velen het over eens. Maar hoe zit het dan met een heel oud vrouwtje, dat vreselijk lijdt aan een ongeneeslijke ziekte? Of met een Chinees? Een Jood? Een Indiaan? Een gestoord persoon? Een beetje gestoord persoon? Heel erg gestoord? Of een ongewilde baby? Een ongeboren baby? Of een ongezond kindje? Na vier maanden zwangerschap mag het niet, maar mag het daarvoor wel? Waar ligt de grens? Wie bepaalt die grens? Gebod 1 (geloof) is nodig om gebod 6 (geen moord) te kunnen uitvoeren.
Als de mens over leven en dood beslist, eindigen wij in Auschwitz.
Nu het omgekeerde, het religieuze kwaad. Wel gebod 1, het geloven in G-d, in ere houden, maar gebod 6 negeren. Dat wil zeggen, je gelooft in G-d en je bent super religieus. Zo fanatiek ben jij dat je anderen gaat vermoorden (6) omdat zij niet met jouw geloofsovertuiging meedoen.
Zolang je in G-d gelooft mag je links en rechts vermoorden, zeggen deze extremisten. Zijn alle middelen en manieren toegestaan om in de naam van een religie, ongelovigen of andersgelovigen uit te schakelen? Door de eeuwen heen werden en worden vandaag de dag hele volkeren uitgeroeid omdat ze een andere G-dsdienst aanhangen. Geen wonder dat velen zo’n soort G-dsdienst verafschuwen. Omdat gebod 1 (geloof) dan in z’n eentje rechts staat, zonder zijn linker maatje nummer 6 (moord).
De tien geboden zijn geen multiple choice, het is geen keuzepakket!
G-dsdienst en moord passen niet bij elkaar. Als je G-d eert, eer je ook Zijn schepselen. Het leven van elk schepsel dient in stand te worden gehouden en gerespecteerd te worden. Als het voor G-d belangrijk genoeg is om iemand of iets te creëren, wie zijn wij dan om het te verachten, laat staan te vermoorden? Moord gaat regelrecht in tegen de schepping. Wie G-ds schepsel kapot maakt heeft geen respect voor G-d zelf. Als ik een mooi kunstwerk maak en jij verscheurt het, dan respecteer je noch mijn kunst noch mij.
Revolutionaire code
In het jaar 2448 na de schepping heeft het Joodse volk een tiencijferige code op de berg Sinai gekregen. Daarmee heeft het Joodse volk een beschaving verkregen gebaseerd op rechtvaardigheid, vrede, respect en liefde. Afgodsdienst, kinderoffers en wreedheid waren in die tijd de norm. Via het Joodse volk kreeg de mensheid een revolutionaire code aangeboden. Een code die je zowel verticaal als horizontaal dient te gebruiken. Wanneer je deze beschaving wilt creëren en handhaven, moet je wel alle toetsen indrukken, anders werkt de code niet en bereik jij je doel niet.
Wanneer de tien geboden in shoel gelezen worden, gaat iedereen staan, net zoals iedereen bij de berg Sinai dat heeft gedaan. Het is alsof wij het opnieuw ervaren. We nemen de tien geboden en daarmee de hele Torah opnieuw op ons. Niet alleen wat er uitdrukkelijk staat, maar ook wat de Torah op subtiele wijze en in verschillende richtingen laat doorschemeren.
Shabbat Shalom!
Bracha Heintz
+31628478657
www.chabadutrecht.nl
Gebaseerd op een les van Rav YY Jacobson.
Tekst: Bracha Heintz | Opmaak: Rianne Meijer, Devorah van der Heiden & Sonja Tamam