Categorie: Parasha

Yitro | Tien geboden onderling verbonden

Yitro | Tien geboden onderling verbonden

De tien geboden vormen een samenhangend geheel. Wanneer de mens veranderingen in deze tiencijferige code  aanbrengt en zélf over leven en dood beslist, dan gaat het volledig mis. Alle tien zijn tegelijkertijd nodig om een ethische beschaving te bereiken, gebaseerd op een G-ddelijke visie.

Download hier de printversie van dit artikel (PDF)

Bij de berg Sinai ontving het Joodse volk de tien geboden op twee tafels. Heb je je ooit afgevraagd waarom twéé tafels? Waarom niet één tafel of drie, of meer? Wat heeft G-d belet om alle tien geboden op één steen te graveren? Waren de stenen niet groot genoeg?

Wanneer de geboden wel allemaal op één steen waren gegraveerd, hadden de tien geboden hoogstwaarschijnlijk allemaal onder elkaar gestaan. Oké, maar wat dan nog? Het gaat toch om de inhoud en toch niet om de lay-out!

Laten we ons geheugen opfrissen en kijken wat de tien geboden precies waren:

    Op de eerste steen stond:    Op de tweede steen stond:
   1. Ik ben G-d, jullie G-d, die jullie uit               Egypte heeft gehaald.    6. U zult niet moorden.
    2. U zult geen andere goden hebben.    7. U zult geen overspel plegen.
    3. U zult niet voor niets met G-ds naam          zweren.    8. U zult niet stelen.
    4. Onthoud de Shabbat.    9. U zult geen valse getuigenis afleggen.
     5. Eer Uw vader en Uw moeder.    10. U zult het huis van een ander niet                begeren enz.

Eerlijke verdeling

Nu we vastgesteld hebben dat er twee tafels zijn, constateren wij dat er vijf geboden op de ene en vijf op de andere tafel staan. Een mooie en eerlijke verdeling. De eerste vijf gaan over de relatie tussen de mens en G-d en de laatste vijf tussen de mens en zijn medemens. Maar je kunt er nog meer mee doen. De Midrash vertelt ons dat je de tien geboden niet alleen achter elkaar kunt lezen van 1 tot 10, maar dat je ze ook, juist omdat ze over twee tafelen verdeeld zijn, van rechts naar links kunt lezen. Dan lees je na het eerste gebod, het zesde gebod en na het tweede gebod het zevende, enzovoort.

Op deze manier staat het geloven in G-d (nummer 1) naast het verbod om te moorden (nummer 6). Hierin schuilt een cruciale les.

Vooruitgang

In de achttiende eeuw begon de industriële revolutie. Na eeuwen weinig vooruitgang te hebben geboekt barstten ineens bronnen van kennis los. De ene na de andere ontdekking werd gedaan. Veel van deze technische hoogstandjes waren al veel eerder ontdekt, zoals de stoommachine bijvoorbeeld. Zij deed reeds in de eerste eeuw haar intrede maar werd toen als een soort speelgoed gezien zonder enkel nut. Pas in de achttiende eeuw werd er een praktische toepassing gevonden voor ontdekkingen die al eeuwen eerder werden gedaan.

Machines vervingen spierkracht, vermoeidheid en armoede. De economische omstandigheden verbeterden. Tegelijkertijd ontstond er een nieuwe filosofie en daarmee een nieuwe manier van leven: Weg met geloof en religie. We hebben G-d niet meer nodig. We hebben nu alles zelf uitgevonden. Wij kunnen alles logisch verklaren. Alles kan in een laboratorium ontdekt en bewezen worden. 

Oh ja? Kan werkelijk alles met testen en  microscopen hard gemaakt worden? 

Nog steeds worden er dagelijks nieuwe wetenschappelijke feiten aan het licht gebracht. Wij zijn in staat om feiten, bewegingen en patronen vast te stellen die een bepaalde koers varen. Deze ontdekte patronen die binnen enkele tientallen jaren geobserveerd worden, worden vervolgens toegepast op miljoenen jaren terug, de zogenaamde extrapolatie. Maar let op, dit is geen echte wetenschap meer. De wetenschappers stellen met een minimum aan gegevens een hele theorie vast die zij vervolgens op andere situaties toepassen. Wie zegt echter dat een bepaald patroon, dat je maar enkele tientallen jaren hebt kunnen observeren, tot miljoenen jaren terug, in het verleden toegepast kunnen worden? Hierdoor treed je uit de wereld van de wetenschap en begeef je je in een wazig gebied van theorieën, die elkaar vaak tegenspreken. Deze theorieën worden verward met wetenschap.

Er worden conclusies getrokken die oorspronkelijk hun basis in de wetenschap hadden, maar waar we ondertussen miljoenen jaren van verwijderd zijn geraakt. De ene theorie volgt de andere op.

Onder controle

Theorie betekent: het zóu zo kunnen zijn, maar misschien is het ook anders. Het is immers maar een theorie, een mogelijkheid. We gaan ervan uit dat het zo hád kunnen zijn. Vervolgens wordt hier een heel nieuw soort ‘wetenschap’, filosofie of geloof op gebouwd. Zoals bijvoorbeeld de evolutietheorie die op alle scholen en in musea als feit wordt onderwezen maar die slechts een theorie is!

Zo wordt iedereen geleerd dat de mens uit een aap is geëvolueerd en dat de wereld al miljoenen jaren bestaat. Men vergeet daarbij te vermelden dat het een theorie is en vooral ook wordt niet uitgelegd wat het woord theorie betekent. Op deze manier groeien reeds enkele generaties op met de zekerheid dat de wereld uit één of andere ontploffing ontstaan is, dat onze voorouders apen waren en dat het geloven in G-d de wetenschap zou tegenspreken. Deze theorieën worden zo vaak verteld en herhaald dat ze uiteindelijk als betrouwbaar beschouwd en als feit geaccepteerd worden.

Het begin

Echte wetenschap is echter hetgeen je kunt waarnemen al dan niet in een laboratorium. Het moet geobserveerd en geanalyseerd worden en het mag geen speculatie of theorie zijn. Alle ware wetenschappers zijn het er over eens dat er ergens een begin heeft moeten zijn. De vraag is alleen welke naam men aan dat begin wenst te geven. Noemen we het ‘Het begin’, ‘De Big Bang’ of ‘G-d’? Het zijn allemaal namen voor hetzelfde fenomeen.

Maar als men het G-d gaat noemen dan zitten er allerlei consequenties aan vast. G-d heeft namelijk met de schepping een gebruiksaanwijzing meegeleverd, de Torah.

Daarentegen, wanneer je in een verzonnen theorie wilt geloven dan is jouw leven het resultaat van een willekeurige ontploffing. Op deze manier heb je geen enkele morele verantwoordelijkheid en kun je doen en laten wat je wilt. Geen wonder dat zo velen onder ons niet geloven. Hier kiezen wij bewust of onbewust voor.  Zonder geloof ben je maar een willekeurige schepping: het resultaat van een ‘ongeluk’. In dat geval kunnen je handelingen ook willekeurig zijn. Het maakt toch allemaal niets uit in een wereld van ongelukken en toevalligheden.

Geloven in ‘ik weet het niet’

Je kunt er ook voor kiezen om de waarheid onder ogen te zien door toe te geven dat je niet weet waar de wereld vandaan komt. Je kunt geloven in een soort onbekende energie die de wereld tot stand heeft doen komen. Je gelooft in een ‘ik weet het niet’; met andere woorden: in iets dat je niet weet wat het is en wat je niet begrijpt.  Aan jou de keus om deze bron van alle schepselen G-d te noemen of niet.

Kent U het verhaal van de bar mitswah-jongen die zijn toespraak voor zijn feest aan het voorbereiden is? Hij gaat naar zijn vader toe en vraagt hem waar hun familie vandaan komt, waarop Papa antwoordt dat ze afstammelingen zijn van apen. Vervolgens gaat de jongen naar zijn moeder toe met dezelfde vraag. Mama reageert anders en vertelt over Opa en Oma, de grootouders en de betovergrootouders, de Joodse geschiedenis,  de aartsvaders en de eerste mens, Adam, door G-d geschapen. Onze bar mitswah jongen begrijpt er niets meer van! Papa had het over een hele andere afkomst! Oh, geen probleem reageert zijn moeder. Papa stamt af van de apen en mijn kant van de familie stamt af van Avraham, Yitschak en Yakov.

Hoe dan ook, we proberen alles onder controle te krijgen, te begrijpen en te verklaren, maar soms ook  veel. We denken met onze nieuw verkregen wijsheid ook een stap naar morele waarden en een gezonde maatschappij te kunnen maken. De wetenschap is geweldig! De industriële revolutie, de techniek en de digitale wereld hebben ons gebracht naar een vernieuwde, razendsnelle wereld met tal van mogelijkheden. 

Of het nu een nieuwe ontdekking op de maan betreft of een digitale hersenoperatie: de vooruitgang is verbijsterend. Toch blijkt enige voorzichtigheid geboden.

Overbodig

Met al deze nieuwe wijsheid hebben de mensen geconcludeerd dat ze zélf ook maatschappelijke en morele regels kunnen bepalen. G-dsdienst en religieuze regels lijken passé. Wij kunnen met onze logica niet alleen natuurlijke feiten ontdekken maar wij kunnen ook heel goed begrijpen dat stelen en moord niet hand in hand gaan met een gezonde samenleving. Vroeger hadden we G-d nodig om ons te genezen, om wonderbaarlijke feiten te verklaren en om regels te bepalen. Nu is Hij door de wetenschap vervangen. Een overbodige G-d!

Niets nieuws onder de zon, zou onze koning Salomon zeggen. De slang hield er ook al soortgelijke ideeën op na. Hij overtuigde Chava (Eva) om van de boom te eten zodat ‘Jullie zullen zijn net als G-d die goed en kwaad kent’, Bereeshiet 3-6. Als Chava van de verboden vrucht at, zou ze een soort slimheid verkrijgen waardoor ze op G-d zou lijken en onder andere ethische regels zelf zou kunnen gaan bepalen. Kun je het geloven? Het lijkt alsof  G-d wel enige concurrentie heeft!

Wat zich tijdens de verlichting afspeelde is dat men opperde dat gebod 6, niet moorden, heel goed zou functioneren zonder gebod 1, het geloven in   G-d. Ons gezond verstand vertelt ons dat we geen moord moeten plegen (gebod 6) en daar hebben we G-d dus helemaal niet meer voor nodig (gebod 1).

Helemaal mis

Misschien zou dit gedachtegoed nog steeds hebben kunnen standhouden, ware het niet dat het helemaal mis ging. In hét land waar wetenschap en cultuur bloeiden en groeiden vonden de grootste gruwelijkheden plaats…

Inderdaad: de grootste componisten en orkesten, de meest geavanceerde universiteiten waren in Duitsland geconcentreerd. Na het vergassen van 12.000 mensen per dag genoten de SS’ers ‘s avonds van een prachtig concert van Bach of Mozart. In de avonduren na ‘het werk’ aaiden zij hun trouwe honden en genoten ze samen met hun echtgenoten van voortreffelijke wijnen.

Wat is er mis met moord als je niet in G-d gelooft? Helemaal niets. Op het moment dat het wel of niet vermoorden een menselijke keuze is, is het aan iedereen om te oordelen naar eigen verstand. Vindt iemand het rechtvaardig en juist om één persoon of zes miljoen mensen te vermoorden om welke reden dan ook, waarom niet? Dit is dan puur een kwestie van persoonlijke mening, smaak en mode.

Niemand kan objectief bepalen of een gedrag ethisch is of niet. 

Een mens vermoorden is onacceptabel, daar zijn velen het over eens. Maar hoe zit het dan met een heel oud vrouwtje, dat vreselijk lijdt aan een ongeneeslijke ziekte? Of met een Chinees? Een Jood? Een Indiaan? Een gestoord persoon? Een beetje gestoord persoon? Heel erg gestoord? Of een ongewilde baby? Een ongeboren baby? Of een ongezond kindje? Na vier maanden zwangerschap mag het niet, maar mag het daarvoor wel? Waar ligt de grens? Wie bepaalt die grens? Gebod 1 (geloof) is nodig om gebod 6 (geen moord) te kunnen uitvoeren.

Als de mens over leven en dood beslist, eindigen wij in Auschwitz.

Nu het omgekeerde, het religieuze kwaad. Wel gebod 1, het geloven in G-d, in ere houden, maar gebod 6 negeren. Dat wil zeggen, je gelooft in G-d en je bent super religieus. Zo fanatiek ben jij dat je anderen gaat vermoorden (6) omdat zij niet met jouw geloofsovertuiging meedoen.

Zolang je in G-d gelooft mag je links en rechts vermoorden, zeggen deze extremisten. Zijn alle middelen en manieren toegestaan om in de naam van een religie, ongelovigen of andersgelovigen uit te schakelen? Door de eeuwen heen werden en worden vandaag de dag hele volkeren uitgeroeid omdat ze een andere G-dsdienst aanhangen. Geen wonder dat velen zo’n soort G-dsdienst verafschuwen. Omdat gebod 1 (geloof) dan in z’n eentje rechts staat, zonder zijn linker maatje nummer 6 (moord). 

De tien geboden zijn geen multiple choice, het is geen keuzepakket!

G-dsdienst en moord passen niet bij elkaar. Als je G-d eert, eer je ook Zijn schepselen. Het leven van elk schepsel dient in stand te worden gehouden en gerespecteerd te worden. Als het voor G-d belangrijk genoeg is om iemand of iets te creëren, wie zijn wij dan om het te verachten, laat staan te vermoorden? Moord gaat regelrecht in tegen de schepping. Wie G-ds schepsel kapot maakt heeft geen respect voor G-d zelf. Als ik een mooi kunstwerk maak en jij verscheurt het, dan respecteer je noch mijn kunst noch mij.

Revolutionaire code

In het jaar 2448 na de schepping heeft het Joodse volk een tiencijferige code op de berg Sinai gekregen. Daarmee heeft het Joodse volk een beschaving verkregen gebaseerd op rechtvaardigheid, vrede, respect en liefde. Afgodsdienst, kinderoffers en wreedheid waren in die tijd de norm. Via het Joodse volk kreeg de mensheid een revolutionaire code aangeboden. Een code die je zowel verticaal als horizontaal dient te gebruiken. Wanneer je deze beschaving wilt creëren en handhaven, moet je wel alle toetsen indrukken, anders werkt de code niet en bereik jij je doel niet.

Wanneer de tien geboden in shoel gelezen worden, gaat iedereen staan, net zoals iedereen bij de berg Sinai dat heeft gedaan. Het is alsof wij het opnieuw ervaren. We nemen de tien geboden en daarmee de hele Torah opnieuw op ons. Niet alleen wat er uitdrukkelijk staat, maar ook wat de Torah op subtiele wijze en in verschillende richtingen laat doorschemeren.

Shabbat Shalom!

Bracha Heintz
+31628478657

www.chabadutrecht.nl


Gebaseerd op een les van Rav YY Jacobson.
Tekst: Bracha Heintz | Opmaak: Rianne Meijer, Devorah van der Heiden & Sonja Tamam

 
 
 

 
 
 
 

 

 

Shemot | Israel overleeft altijd!

Shemot | Israel overleeft altijd!

Farao ontkende de bijdrage van het Joodse volk aan de maatschappij. Ook begreep hij het overlevingsvermogen van Yosef niet. Toen niet en nu ook niet.

Farao kende Yosef niet (Shemot 1-8). Hij was de enorme bijdrage die Yosef aan de wereld had geleverd ‘vergeten’.

Behalve deze Farao kent geen enkele vijand de hoedanigheid van het Joodse volk. Onze vijanden begrijpen niet hoe Yosef kan gedijen nadat hij in een put is gegooid en als slaaf is verkocht.

Onze vijand vat niet waarom Yosef, na 12 jaar gevangenis, ineens een onderkoning kan worden.

Na millenia realiseren zij zich nog steeds niet dat wij alles altijd overleven.

Hoe harder je ons slaat hoe vastberadener wij worden.

Hoe meer je ons terroriseert hoe meer onze onderlinge eenheid en saamhorigheid groeit.

Als je één van ons raakt, raak je ons allemaal. Zo was het en zo zal het blijven.

Shabbat Shalom!
Am Yisroel Chai!

Metsora | Jouw woorden kunnen opbouwen of verwoesten

Metsora | Jouw woorden kunnen opbouwen of verwoesten

Met woorden kun je mensen maken of breken. Kwaadspreken zegt meer over de spreker dan over diegene over wie gesproken wordt. Reis met ons mee en ontdek hoe de Torah op subtiele wijze ons uitlegt wat de oorzaak van kwaadspreken is en hóe het te genezen. Hoe zit het met jou? Probeer jij jezelf boven anderen te verheffen door kwaad over hen te spreken of stralen jouw woorden zelfrespect en liefde uit?

Download hier een printversie van dit artikel (PDF)

Twee broers speelden met elkaar. De jongere broer was langer dan zijn oudere broer. Daarom plaatste de oudere, korte broer zijn langere broertje in een kuil. Toen hun vader, de Rebbe Maharash, dit zag, vroeg hij aan de oudere broer waar hij mee bezig was. Hij antwoordde: ‘Het is niet eerlijk dat hij jonger is dan ik, maar toch langer. Dus heb ik hem in een kuil gezet zodat ik de langste ben.’ Waarop zijn vader zei: ‘Als je dit stoort, ga dan zelf op een aardhoop staan.’

Maar op een aardhoop klimmen is lastig en vermoeiend en dus geven wij meestal de voorkeur aan een gemakkelijkere weg. Bewust of onbewust kiezen wij er vaak voor om een ander persoon te verlagen in plaats van onszelf te verheffen.

Woorden hebben scheppingskracht

Spreken is een krachtig middel. De wereld is geschapen door gesproken woorden, Bereeshiet (1-3): ‘En G-d zei, ‘…er zij licht’, en er was licht’.

Woorden hebben een scheppende kracht. Ze zijn door G-d gebruikt om de wereld te creëren. De letters van elk Hebreeuws woord vormen samen een code, de DNA van elk schepsel. Denk je dat het niets uitmaakt wat je zegt? Meen je dat enkel daden betekenis hebben? Spreken lijkt misschien onbeduidend te zijn maar de Joodse traditie leert ons dat elk woord niet alleen waardevol is maar zelfs cruciaal.

Met woorden kun je scheppen of kapot maken. Je kunt ermee bouwen of verwoesten, je medemens groot maken of hem helemaal afbreken. Niet alleen dat, het zou zo maar kunnen zijn, dat als je iets voorspelt, dat het ook zo zal gebeuren. Je hebt dan met je woorden een bepaalde realiteit teweeg gebracht. Spreek je op een negatieve manier, dan zou de uitkomst precies zo kunnen zijn zoals je voorspeld hebt. Zeg je positieve dingen, dan zal er hoogstwaarschijnlijk iets positiefs uit voortvloeien. 

Zo gaat het ook als je over een ander spreekt. Zeg je iets positief over hem dan ondersteun en benadruk je daarmee zijn goede kant. Mooie aspecten worden door jouw compliment – ook al hoort die ander het niet – belicht en versterkt. Als vanzelf wordt het negatieve zwakker. Spreek je negatieve woorden dan versterk je juist het aspect waar je zoveel last van hebt. Niet slim!

Laster brengt scheiding

In de tijd van de Tempel waren de mensen spiritueel zo gevoelig dat, wanneer zij kwaadspraken, er een bepaalde spirituele huidziekte ontstond die Tsaraat heette. De zieke werd Metsora genoemd en zo heet de Parasha van deze week. Metsora betekent letterlijk ‘hij uit iets slechts’.

Zo zien we dat Moshe door deze ziekte getroffen werd toen hij bij de brandende struik kwaadsprak over het Joodse volk (Shemot 4):

וַיַּ֤עַן מֹשֶׁה֙ וַיֹּ֔אמֶר וְהֵן֙ לֹֽא־יַאֲמִ֣ינוּ לִ֔י וְלֹ֥א יִשְׁמְע֖וּ בְּקֹלִ֑י כִּ֣י יֹֽאמְר֔וּ לֹֽא־נִרְאָ֥ה אֵלֶ֖יךָ ה’׃

En Moshe antwoordde en hij zei, zij zullen mij niet geloven en zij zullen niet naar mijn stem luisteren, want zij zullen zeggen G-d is niet aan jou verschenen.

Daarna moest Moshe zijn hand op zijn borst plaatsen en toen hij zijn hand terughaalde was er Tsaraat op, een huidaandoening die op sneeuw leek.

Werd vroeger deze ‘ziekte’ eenmaal geconstateerd, dan werd de persoon onrein verklaard en moest hij tijdelijk buiten de stad in quarantaine. Door zijn laster waren mensen uit elkaar gehaald en gescheiden. Als rectificatie moest hij zelf ook isolement ervaren. Wanneer de ziekte over was, moest de gewezen kwaadspreker een offer brengen om zijn reiniging te voltooien.

Dit offer bestond uit twee duiven: één werd geslacht en de andere werd na een bepaald ritueel vrijgelaten.

Dit roept twee vragen op: waarom werden er juist vogels gekozen en waarom werd de tweede vogel niet geslacht?

Vogels

De Talmoed geeft antwoord: vogels fluiten en kwekken aan één stuk door. Zoals de kwaadspreker zijn mond niet kon houden, zo zingen vogels non-stop! Laster moet stoppen, vandaar dat de ene vogel geslacht werd. De tweede, die bij het ritueel gebruikt werd, bleef leven; een mens is namelijk niet alleen verantwoordelijk voor de slechte woorden die hij uitspreekt. Hij moet ook verantwoording afleggen voor wat hij níet gezegd heeft wanneer hij zijn mond wél open had moeten doen.

Kwaad kan slechts gedijen wanneer men zwijgt.

Ijow, adviseur van Farao, werd gestraft omdat hij zweeg toen de Endlösung van het Joodse volk in het Egyptische paleis besproken werd. Awiehoe vond de dood omdat hij niet protesteerde toen zijn broer Nadav kwaadsprak over Moshe en Aharon.

Heel veel ellende had in de Tweede Wereldoorlog voorkomen kunnen worden als de vrije landen tijdig op waren gekomen tegen de bezetting en het uitroeien van miljoenen mensen! In 1938 annexeerde het naziregime het Sudetenland dat toen deel uitmaakte van het toenmalige Tsjechoslowakije. Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk moedigden de annexatie aan om zo de vrede te kunnen bewaren. De rest van de wereld keek weg. In 2014 annexeerde Rusland de Krim. Ook dit werd min of meer door de wereld gedoogd. Wat de totale gevolgen van dit zwijgen zullen zijn, kan op het moment van dit schrijven nog niet worden overzien! En wie zich niet over 7 oktober uitspreekt is verantwoordelijk voor de gevolgen hiervan. Soms moet je stil zijn, maar soms zijn zwijgen en wegkijken ronduit levensgevaarlijk.

Kwaadspreken

Tsaraat was niet alleen een ziekte die zich op de huid manifesteerde. Ook kleding of de muren van je huis konden bepaalde vlekken vertonen die door de priesters geanalyseerd moesten worden. Soms werd er een week gewacht om te kijken of er veranderingen in de Tsaraat te bespeuren waren. Als de ziekte aanhield moest gedragen kleding weleens verbrand worden en bevlekte muren verwoest om op een afdoende manier de ziekte en de zieke te genezen.

De Rambam vertelt ons dat kwaadspreken, ook al is wat wij zeggen waar, even erg is als moord, verboden relaties en afgodsdienst samen!

Iedereen weet het: Kwaadspreken is verboden, maar toch wordt het zo veel gedaan. Wat is het toch dat men de verleiding niet kan weerstaan?

Men zou kunnen denken dat er een of ander mystiek verband bestaat tussen lasteren en de Tsaraatziekte en die zal er heus wel zijn. Er bestaat echter ook een simpel en direct verband. Iemand die kwaadspreekt doet dit niet zomaar. Hij denkt daar iets mee te bereiken. Wat hij zeker bereikt is een misvorming van zijn huid. Deze huidverminking weerspiegelt de vervorming van zijn eigen ziel.

Mensen die lekker in hun vel zitten en mentaal gezond zijn hebben geen behoefte aan kwaadspreken. Ze hoeven zichzelf niet te verheffen door een ander te vernederen. Ze zijn zelf al op een aardhoop, misschien niet bovenaan, maar ze dromen wel van een ladder die aan de onderkant op de grond staat en aan de bovenkant de hemel bereikt.

וַֽיַּחֲלֹ֗ם וְהִנֵּ֤ה סֻלָּם֙ מֻצָּ֣ב אַ֔רְצָה וְרֹאשׁ֖וֹ מַגִּ֣יעַ הַשָּׁמָ֑יְמָה

En hij (Yakov) droomde over een ladder die op de aarde stond waarvan de bovenkant de hemel bereikte…

Stevig in je schoenen

We leven in de realiteit. Tegelijkertijd weten wij deze realiteit te combineren met een hoger doel, met een ideaal. Een mens kan zich met iets hogers verbinden. Hij kan zijn aandacht af en toe focussen op het feit dat G-d onvoorwaardelijk van hem houdt, precies zoals hij is, ongeacht zijn gebreken of zijn fouten. Als hij dat doet zal hij een aangenaam beeld van zichzelf ontwikkelen. Hij zal lekker in zijn vel zitten en geen behoefte hebben om een ander met woorden te verlagen. Hij blijft realistisch en is zeker niet blind voor de feiten om hem heen. Hij weet wel degelijk wanneer iemand anders fouten maakt. Het is niet zo dat hij zich weerhoudt van laster omdat hij bang is van een G-ddelijke straf. Hij ondersteunt de verkeerde handelingen die hij bij een ander waarneemt absoluut niet. Dit motiveert hem echter niet om er met anderen over te spreken. Nee, hij gaat juist actie ondernemen om zijn vriend te helpen om de situatie te corrigeren. Bij hem is er geen behoefte aan laster! Want kwaadspreken over een ander heeft in de geschiedenis nog geen enkel probleem opgelost of een wond genezen of een negatieve situatie verbeterd.

Als je behoefte hebt om kwaad te spreken is dat waarschijnlijk uit onzekerheid en arrogantie. Die twee gaan altijd samen. Maar als je gezond bent en stevig in je schoenen staat dan heb je geen laster nodig om een diep en ongelukkig gat in jezelf op te vullen.

Dan ben jij een ladder-persoon. Iemand die weliswaar aards is, met alle problemen die daarbij horen, maar ook iemand die zich tegelijkertijd bewust is van het feit dat hij de hemel kan raken. Niemand kan jouw waardigheid en zelfrespect afnemen. Je hebt een bepaald doel waar je je op focust en het kwaad dat om je heen gebeurt is geen reden voor jou om tot kwaadspreken over te gaan.

Drie vormen van laster

De Torah noemt drie soorten Tzaraat in Wajiekra 13-2. De aandoening kon drie vormen aannemen:

  • שְׂאֵ֤ת > een zwelling
  • סַפַּ֙חַת֙ > een vlek
  • בַהֶ֔רֶת > een lichtverkleuring

Alle drie reflecteren direct de toestand waarin de kwaadspreker verkeert. De soort huidziekte reflecteert de gemoedstoestand van de zieke.

De zwelling is de persoon die zich onzeker voelt en zich verheft door een ander in een kuil te plaatsen. De ene verdooft zijn onaangename gevoelens door een driedubbele maaltijd te eten en een ander gebruikt laster als uitlaatklep.

De vlek is iets dat op de huid is. Deze laster is niet van hem afkomstig, maar zit er als een extraatje bovenop, net als de wond die iets vreemds voor de huid is. Het hoort er niet te zijn. Het is een weefsel dat niet bij het lichaam hoort. Dit vertegenwoordigt diegene die graag meedoet. Zelf is hij niet begonnen met kwaadspreken, maar eenmaal in de sociale groep, durft hij er niet van af te wijken door het spannende gesprek te stoppen of ervan weg te lopen. Bij hem ontbreekt de wilskracht om te zijn wie hij eigenlijk is.

De lichtverkleuring is de persoon die alles duidelijk (‘licht’) denkt te weten over de ander. Hij ziet een bepaald gedrag en weet al meteen waarom die persoon dat gedaan heeft en trekt zijn conclusies. Hij is zo zeker van zijn zaak, hij is zo arrogant dat hij niet eens navraag doet over wat er aan de hand is. In plaats van kwaad te spreken kan hij ook even informeren en vragen wat er gebeurd is. Misschien kun je helpen oplossen in plaats van het probleem en diegene die eronder lijdt nog verder de grond in te boren. Het geven van het voordeel van de twijfel getuigt van grootsheid en bescheidenheid.

Ben je zelf gezond, dan heeft laster jou niets te bieden. Ben je een zuurpruim, dan zie je bij jezelf en bij anderen een berg van negativiteit. Ben je een levensgenieter, dan zijn de moeilijkheden niet verdwenen, noch van jezelf noch van een ander, maar je kijkt er wel anders naar.

Hoe je kijkt

Ook daarover geeft de Torah ons een subtiele boodschap: soms moest een kledingstuk waar Tsaraat op geconstateerd was gewassen worden – waarna er een week gewacht moest worden:

וְרָאָ֨ה הַכֹּהֵ֜ן אַחֲרֵ֣י ׀ הֻכַּבֵּ֣ס אֶת־הַנֶּ֗גַע וְ֠הִנֵּה לֹֽא־הָפַ֨ךְ הַנֶּ֤גַע אֶת־עֵינוֹ֙

En de Kohen zal kijken nadat de vlek gewassen is en zie, het oog van de vlek was niet omgewenteld…

Hoezo het oog van de vlek? Daarmee wordt natuurlijk bedoeld hoe de vlek er uit zag, maar waarom het woord עין (ajien) gebruiken dat oog betekent en dat tevens de 16de letter van het Hebreeuwse alfabet is. Omdat het verschil tussen kwaadspreken en stil zijn direct verbonden is met je oog, met hoe je naar dingen kijkt. Het is het verschil tussen נגע (negua) een plaag, vlek of letsel en ענג (oneg) dat plezier betekent.

De twee woorden נגע (negua), plaag en ענג (oneg) plezier hebben beide dezelfde letters, alleen de volgorde van de letters is anders. Bij het woord  נגע (negua), plaag, staat de letter ע, dat oog betekent, als laatste en bij het woord ענג (oneg) staat de letter ע (oog) als eerste. En daar moest de Kohen naar kijken: Waar was jouw oog? Hoe keek jij naar zaken in je leven? Had je een negatief oog, oftewel een pessimistische blik op zaken, en klaagde je? Of was je iemand die dankbaar naar het positieve in zijn leven bleef kijken. Had je de ע van het woord נֶּ֤גַע (negua), plaag, weten te verplaatsen naar het begin van het woord om zo plezier, ענג (oneg) te verkrijgen? Was je van een ongezonde, negatieve zuurpruim een levensgenieter geworden?

Als je na een week van quarantaine jezelf genezen had van je onzekerheden en leegtes, dan was je weer in staat om tot de maatschappij toe te treden en uit je zelfisolatie te gaan. Wanneer je jezelf op een positieve manier kan bekijken, dan kun je dat ook bij je medemens. Je behoefte en beweegreden tot kwaadspreken is dan automatisch verdwenen.

Het grootste plezier, ענג (oneg), dat ouders kunnen hebben, is wanneer ze van iemand anders horen dat hun kind zich goed gedragen heeft. Misschien wisten zij al dat hun zoon of dochter deze karaktereigenschap had of zich zo gedroeg of misschien klopt het zelfs helemaal niet. Maar het hart van Papa en Mamma zwelt op van liefde, trots en plezier wanneer zij op een ouderavond goede geluiden over hun kind(eren) te horen krijgen. Dit is wat positieve woorden over een ander teweeg kunnen brengen.

Evenbeeld: liefde verspreiden

Wij zijn naar het evenbeeld van G-d geschapen. We kunnen G-d geen groter plezier doen dan op een positieve manier over Zijn kinderen te spreken. En dan, dames en heren, zult U zien dat het goede zich gaat uitbreiden. Het negatieve heeft dan geen ruimte meer en verdwijnt vanzelf.

G-d is diegene die het spreken in ons geschapen heeft. Dat was een gigantische maar ook riskante actie. We zijn de enige schepselen op aarde die deze kunde bezitten. Laten we deze instrumenten, onze tanden, keel, gehemelte en tong die tot onze beschikking gesteld zijn, optimaal gebruiken. Laten we woorden en zinnen benutten om goede en liefdevolle gevoelens weer te geven. Een lief woordje hier, een vriendelijke Whatsapp daar, een respectvolle e-mail of een leuk ansichtkaartje maakt een wereld van verschil. 

Denk na voordat je iets zegt. Heb je kritiek? Kijk eerst eens waar het vandaan komt. Zeg je het uit liefde of heb je behoefte om te laten zien dat je beter bent? Ben je de andere persoon aan het helpen of voel je jezelf onzeker?

Zorg ervoor dat je jezelf voldaan en gelukkig voelt en dan zal je een ander ook op een positieve manier bekijken.

De mens is het enige schepsel dat kan spreken. Zorg ervoor dat jouw woorden laten zien dat je een mens bent, iemand die grootsheid, waardigheid en zelfrespect uitstraalt. Met onze woorden en zinnen kunnen wij hele werelden creëren, liefde verspreiden en genezing bewerkstelligen. Wat zeg jij?

Bracha Heintz

Gebaseerd op een les van Rav YY Jacobson
Opmaak Rianne Meijer en Sonja Tamam en Devorah van der Heiden

 

Klik hier om wekelijks per WhatsApp een artikel te ontvangen!

Help jij mee om de continuïteit van deze artikelen te waarborgen? Door te sponsoren word je een actieve partner en steun je ook verdere activiteiten! Doneren kan hier op chabadutrecht.nl/doneren.

Beeld: chabad.org