Chanoeka en Poeriem

Chanoeka en Poeriem

Chanoeka en Poeriem zijn allebei feestdagen die door de geleerden ingesteld zijn. Chanoeka en Poeriem worden in de Tora niet genoemd, althans niet direct. Het 25ste woord in de Tora is “licht”. Chanoeka begint op de 25ste van de maand Kislew. Dit is slechts een aanduiding. Een duidelijke directe vermelding is in de 5 boeken Moses niet te vinden, noch van Chanoeka noch van Poeriem. Historisch gezien is dit makkelijk te verklaren: alle feestdagen die in de Tora genoemd worden hebben betrekking op gebeurtenissen die voor de dood van Mosjé plaatsvonden. De geschiedenis van Chanoe-ka en Poeriem zijn van een veel latere tijd.

Er bestaan 613 geboden in de Tora: 248 positieve en 365 negatieve geboden. De mitswot die wij vervullen met Chanoeka en Poeriem zijn daar geen onderdeel van. Als wij de Menora aansteken met Chanoeka of de Meĝiela beluisteren op Poeriem zijn wij bezig met het vervullen van een rabbinaal gebod.

Chanoeka en Poeriem hebben een overeenkomst, maar ook verschillen. Zo is het boek van Esther opgenomen in Tenach, het boek der Maccabeeërs niet.

Een ander verschil is dat bij Chanoeka de nadruk op de spirituele kant van het Jodendom ligt. De Syrische Grieken vielen het Jodendom aan en niet de Joden. Hun leven werd slechts bedreigd wanneer zij zich aan de mitswot hielden.
En dus vieren wij Cha-noeka hoofdzakelijk op een spirituele manier: wij steken lichten aan, zingen Maoz Tsoer en loven G-d in het Hallel gebed.

Haman hield er andere ideeën op na. Zijn doel was om het lichaam van de Jood te vernietigen ongeacht of hij zich aan de geboden hield of niet. Met Poeriem zijn wij dan ook voornamelijk met lichamelijke zaken bezig: wij nuttigen een speciale Poeriem maaltijd, sturen elkaar kosjer eten toe en geven geld aan arme mensen.

Tegenwoordig wordt het Joodse volk nog steeds bedreigd, zowel lichamelijk, door antisemitisme als geestelijk, door assimilatie.

Het gevecht hiertegen, de politiek, de oplossingen het terrorisme, het lijkt een oneindige sleur te zijn. “Wie is Uw gelijk onder de machtigen, Eeuwige!” was de slagzin ( en tevens het acroniem) van de Maccabeeërs. Het was maar een handvol mensen die tegen een groot leger moest vechten. Het voortbestaan van het Joodse volk is niet logisch te verklaren, daar zijn alle geschiedkundigen het over eens. Omdat G-d met ons is, kunnen wij onze vijanden verslaan en omdat wij de kleine Chanoeka vlammetjes ’s avonds aansteken kunnen wij heel veel duisternis verdrijven.

Chanoeka Sameach!

Rabbijn A.L. Heintz

Comments are closed.