Choekat | Wees niet bang voor de boze Oğ

Choekat | Wees niet bang voor de boze Oğ

Wist je dat één goede daad, zelfs wanneer deze met bijbedoelingen gedaan wordt, iemand generaties later nog kan beschermen? 

(Download hier een printversie van dit artikel)

Wees niet bang voor de boze Oğ!
Wees niet bang!
Wees niet bang!
 
Wees niet bang voor de boze Oğ!
Wees niet bang!
 
Je kunt het geloven of niet, maar zelfs Moshe Rabenoe is ooit bang geweest. Inderdaad, de grootste profeet aller tijden, de man die Farao had verslagen en de zee opgesplitst had moest door Hashem gerustgesteld worden omdat hij ergens bang voor was (Dewariem 21-34).

Maar wat heeft Moshe Rabenoe zo bang gemaakt?

Het was de reus Oğ. En nee, het was niet omdat hij zo lang was.

Wie was Oğ? En waarom was Oğ de oorzaak van zoveel angst bij Moshe Rabenoe, de grootste leider aller tijden? Om dit te begrijpen moeten we teruggaan naar het tijdperk van Avraham. Oğ was namelijk een reus die generaties lang geleefd had. Hij leefde in de tijd van Avraham en leefde nog steeds in de tijd van Moshe Rabenoe!

Wat was er gebeurd?
Lot, de neef van Avraham was gevangengenomen en Oğ de reus kwam Avraham daarvoor waarschuwen. Het was niet uit grote liefde dat Oğ  dat gedaan had, maar omdat Oğ wist dat Avraham zijn neef zou gaan bevrijden. Oğ hoopte dat Avraham bij deze reddingsactie zou komen te overlijden en dan zou Oğ met Sara, de mooie vrouw van Avraham, kunnen trouwen. Maar Avraham werd niet verslagen en Lot werd inderdaad gered.
En nu, generaties later, staat het Joodse volk aan de oostelijke oever van de Yarden, klaar om Israel binnen te trekken. Maar Oğ, de koning van Bashan, verspert de weg en valt Israel aan. Het Joodse volk was toen al in staat om allerlei vijanden het hoofd te bieden: de Egyptenaren, Amalek, Edom, de Midianieten en Sichon, de Koning van de Emorieten. Nergens zien we bij deze vijanden dat Moshe Rabenoe bang is. Maar nu ze voor Oğ, koning van Bashan, staan ineens wel. Wat is het verschil?

Moshe Rabenoe was bezorgd dat Oğ door Hashem geholpen zou worden omdat Oğ jaren daarvoor de reden was geweest dat Lot werd gered. Weliswaar had Oğ dat met een bijbedoeling gedaan, maar toch, een goede daad is een goede daad, onafhankelijk van de motivatie die erachter heeft gelegen.

Deze verdienste zou zo maar Oğ kunnen beschermen… reden genoeg voor de twijfels van Moshe Rabenoe of hij Oğ, de koning van Bashan, wel zou kunnen verslaan.

Hieruit leren wij een krachtige les over wat één goede daad kan bewerkstelligen. 

Eén goede daad, zelfs met slechte bijbedoelingen gedaan, kan iemand generaties later nog beschermen, zoveel zelfs dat Moshe Rabenoe daar angstig over kon worden.

Hiermee wordt het bewijs geleverd van de immense kracht van zelfs maar één goede daad!  

Shabbat shalom!
Bracha Heintz
Gebaseerd op Rashi, Dewariem 21-34

 

Help mee om de continuïteit van deze artikelen te waarborgen. Door te sponsoren word je een actieve partner en steun je ook verdere activiteiten! Doneren kan hier op chabadutrecht.nl/doneren.

Beeld: chabad.org

Comments are closed.