Pienchas | Hoe blijf ik objectief?

Pienchas | Hoe blijf ik objectief?

Wie is er vrij van vooroordelen? Al ben je Moshe Rabenoe zelf of een koning of hogepriester: word je gewaar van je menselijke kant. Laat je alleen je eigen waarheden meetellen of laat jij je adviseren en luister je naar het perspectief van een ander? “Sta open voor de zuivere waarheid”, leert ons deze parasha.

Download hier een printversie van dit artikel (PDF)

Omdat het Joodse volk op het punt stond om Israel binnen te trekken, wordt in deze Parasha de verdeling van het land besproken. Elke stam, behalve Levi, ontving één deel. Hierbij werd rekening gehouden met de vruchtbaarheid van het land en niet alleen hoe groot de oppervlakte was, opdat iedereen een eerlijk deel zou ontvangen. Elazar en Yehoshua zorgden voor de verdeling. Elazar was de hogepriester, opvolger van zijn vader Aharon. Yehoshua was de leider van het Joodse volk nadat Moshe Rabenoe was gestorven. 

Match

Elazar moest de borstplaat aantrekken. Dat was het speciale gewaad met 12 edelstenen dat enkel door de hogepriester gedragen werd. Vervolgens kwam het hoofd van iedere stam naar hem toe. Door de G-ddelijke inspiratie die Elazar via de borstplaat ontving, vertelde hij aan elk stamhoofd welk deel van het land hem toekwam. Deze match werd daarna door een loterij bevestigd: voor elke stam werd er een plankje met de naam van zijn stam erop in één kruik gelegd. In een tweede kruik lagen ook 12 plankjes met op ieder plankje een ander deel van Israel beschreven. Yehoshua deed één hand in de ene kruik en zijn andere hand in de tweede kruik. Vervolgens haalde hij uit elke kruik één plankje, één met de naam van de stam erop en één waar een stuk grondgebied op stond en zo werd de match  bewezen. Zo wist iedere stam welke portie het kreeg: ten eerste via de borstplaat van Elazar en ten tweede door de loterij waar precies hetzelfde resultaat uitkwam.  

Verder kreeg elke familie binnen een stam een stuk grond naar de grootte van zijn gezin. 

Dames erven ook 

Op dat moment kwamen de dochters van Tselafchad in beeld. Ze hadden een klacht en gingen die aan Moshe Rabenoe voorleggen. Zij hadden geen broers, maar wilden wel heel graag een stuk grond krijgen in het Beloofde Land. Die liefde voor het land hadden ze natuurlijk van hun ouders meegekregen. Want wie was nu hun vader Tselafchad? Zijn dochters beschreven hem als een man die uit Egypte was getrokken en wegens zijn eigen zonde in de woestijn was gestorven. 

Welke zonde? Hiervoor moeten wij 39 jaar teruggaan in de tijd, naar het moment dat het Joodse volk, naar aanleiding van het verslag van de verspieders, over Israel had geklaagd. Er werd gezegd dat het land te moeilijk was om te veroveren. G-d was boos over dit gebrek aan vertrouwen in Hem en besloot dat deze hele generatie ongeschikt was om Israel binnen te trekken. Een groepje Joden kreeg spijt van het klagen en besloot toch naar Israel te gaan. Dit was echter niet de bedoeling en ze werden aangevallen en allemaal vermoord. Tselafchad maakte deel uit van die groep. Zo veel liefde had deze man voor het beloofde land: hij had zijn leven ervoor opgeofferd. Geen wonder dat zijn dochters, 39 jaar later, erop stonden om een deel van dat land te mogen erven. 

Uit respect vertelden deze dames niet wat hun vader verkeerd had gedaan, maar wel wat hij zeker niet gedaan had. Zij vertelden aan Moshe Rabenoe hoe hun vader zich niet samen met Korach verzet had tegen de autoriteit van Moshe en Aharon. Hun betoog ging verder: iedereen die uit Egypte kwam had recht op een stukje grond in Israel. Alleen stierf deze hele generatie in de woestijn. Dat geslacht leefde niet meer, maar ze waren niet alles kwijt: G-d had hun een stukje land in Israel beloofd en dat recht hadden de kinderen bij binnenkomst in het beloofde land van hun gestorven ouders geërfd. Waarom zou onze vader, omdat hij geen zoon had, niet krijgen waar elke Jood, die uit Egypte was getrokken, recht op had? Zal de naam van onze vader en zijn erfrecht op het land verloren gaan? 

Maar Moshe Rabenoe antwoordt niet. Het lijkt alsof hij de oplossing niet weet. Hij stelt de vraag direct aan G-d, Die de dames gelijk geeft. Vervolgens worden in de Torah de wetten van erfenis besproken.  

Objectiviteit  

Wat vreemd! Een man die de hele Torah ontvangen en doorgegeven heeft kan ineens dit vraagstuk niet beantwoorden? Hij heeft de Torah geleerd en uitgelegd aan het hele Joodse volk en nu weet hij zich geen raad en kan hij een simpele vraag niet beantwoorden: Óf dames erven óf dames erven niet! Maar Moshe Rabenoe was een hele grote man. Niet alleen omdat hij zo veel wist, zo veel aankon en zo slim en heilig was, maar vooral omdat hij er ook zo bewust van was hoe klein en menselijk hij was. Want ziet U, niemand, zelfs niet Moshe Rabenoe, is vrij van subjectiviteit.  

Moshe Rabenoe was namelijk bang dat hij dit simpele geval niet objectief kon beoordelen. Want natuurlijk erven dochters van hun vader wanneer er geen broers zijn. Waar anders moeten deze dames wonen en leven wanneer hun vader gestorven is? In niemandsland? Zelfs als er broers waren, konden de jongens pas hun erfenis claimen wanneer al hun zusters uitgehuwelijkt waren. Waar anders hadden zij van moeten leven als hun vader er niet meer was en ze nog thuis woonden? Moesten ze dan ineens op straat verblijven of bij hun broer intrekken? Nee, ze bleven op het landgoed van hun vader wonen totdat ze trouwden. Moshe Rabenoe had zo makkelijk kunnen begrijpen welke wet voor hen gold. Waarom moest hij G-d inschakelen voor een simpele, logische kwestie? 

Rabenoe Bachje, een Spaanse geleerde uit de 13de eeuw biedt inzicht.

De Talmoed helpt ons verder door ons te verdiepen in sterrenkunde en objectiviteit. Een beetje astronomie en kennis van kalenders is hier op z’n plaats. 

Welnu, het duurt voor de maan ongeveer 29 ½ dagen om een rondje rond de aarde te maken: dat is één Joodse maand. Als de maan 12 keer de aarde heeft omcirkeld dan is het Joodse jaar om.

12 x 29 1/2 = 354 dagen

Maanjaar en Zonnejaar 

Echter, duurt het 365 dagen voordat de zon zijn cyclus heeft voltooid.

365 – 354 = 11 

Het Joodse maanjaar komt hierdoor 11 dagen te kort ten aanzien van het zonnejaar. Na twee jaar is er een verschil van 22 dagen. Na drie jaar is er al een afwijking van meer dan een maand. Aangezien de Joodse feestdagen vaste data hebben in de Joodse maand, vallen deze feestdagen steeds 11 dagen eerder dan het jaar ervoor, ten aanzien van de cyclus van de zon. Hierdoor zouden de feestdagen langzaam maar zeker, na een aantal jaren in een eerder seizoen vallen. Toch staat in de Torah dat Pesach in de lente gevierd moet worden. Wanneer het lente is wordt door de zon bepaald en niet door de maan. Om het verschil van 11 dagen te overbruggen wordt er af en toe een 13de maand toegevoegd.  

Resteert de vraag wanneer dit moest gebeuren. Tegenwoordig hebben wij daar een vaste kalender voor.  Vroeger werd dit door het hooggerechtshof, dat zitting in de Tempel in Yerushalayim had, besloten. Doorslaggevende factoren waren bijvoorbeeld dat Pesach na de lente equinox moest vallen of dat de wegen droog genoeg moesten zijn zodat de Joden zich naar de tempel in Yerushalayim konden begeven om daar Pesach te vieren. 

Koude voeten en eigenbelang

Niet iedereen mocht een inbreng hebben in de beslissing of er in een bepaald jaar wel of geen 13de maand ingevoegd moest worden. Twee zeer vooraanstaande personen, de koning en de hogepriester, mochten niet aan deze beslissing meedoen. Waarom? Omdat ze allebei belang hadden bij het wel of niet toevoegen van een dertiende maand. 

De koning had een jaarlijks budget om salarissen uit te betalen. Hoe lang het jaar duurde deed er niet toe. Voor dezelfde prijs kon hij mensen twaalf of dertien maanden in dienst hebben. Een toegevoegde maand was voor de koning een financieel voordeel. 

En hoe zat het met de hogepriester? Bij hem was het een warmte kwestie. Hij was verantwoordelijk voor de dienst op Yom Kipoer. Op deze heilige dag moest hij op blote voeten de dienst in de Tempel uitvoeren en zich talloze keren in het water onderdompelen. Hoe later Yom Kipoer in de herfst zou vallen door een toegevoegde maand, hoe kouder z’n voetjes zouden aanvoelen. Oh ja, werkelijk? Zou dit de motivatie zijn van de hogepriester om een noodzakelijke dertiende maand wel of niet toe te voegen? Zou voor de heiligste man, op de heiligste dag van het jaar, op de meest heilige plek op aarde, de temperatuur van het mikwe-water meer wegen dan het nationale belang? 

Ja, vertelt de Talmoed ons. Niemand is vrij van subjectiviteit. Bewust of onbewust ziet men alles een beetje scheef wanneer er eigenbelang bij komt kijken. Zelfs de koning en zelfs de priester. Zelfs op Yom Kipoer. 

Op het moment dat de dochters van Tselafchad om een stukje grond vragen, maar eerst zeggen dat hun vader niet tegen Moshe Rabenoe in opstand was gekomen, voelt Moshe Rabenoe al dat hij niet meer op een objectieve manier kan beslissen. Oh, dus jullie vader was aan mijn kant! Dan zegt Moshe Rabenoe: Ho! Stop! Weliswaar is deze hele gebeurtenis 39 jaar eerder gebeurd, toch trek ik mij terug. Want wie is vrij van vooroordelen? Al ben je Moshe zelf of een koning of een hogepriester, al sta je nog zo hoog, al ben je nog zo rechtschapen, wees je ook bewust van je kwetsbaarheid. 

Daarom is het zo belangrijk voor iedereen om een raadgever voor zichzelf te kiezen. Iemand waarmee hij kan overleggen. Een persoon met wie hij zijn kleine probleempjes en zijn grote valkuilen kan bespreken. Een mens denkt namelijk uit eigenliefde al gauw dat hij gelijk heeft.  

Wees je bewust van

Wij leren in het eerste hoofdstuk van Pirkei Awot dat Yehoshua ben Perachja zegt: “Maak voor jezelf een meester”. Een meester of raadgever hoeft niet slimmer of wijzer te zijn dan wij. Dat kan ook niet, aangezien de meeste mensen denken slimmer te zijn dan ieder ander. Het grote voordeel van het overleggen ligt in het feit dat je raadgever objectief naar jouw situaties kan kijken en jou kan helpen om beslissingen te maken in je leven, gebaseerd op juistheid en niet op eigenliefde.  

Niemand vraagt je om volmaakt te zijn, wel verantwoordelijk. Wees niet perfect, maar wel bewust van je menselijke kant. Wees eerlijk en realiseer je hoe bevooroordeeld je kunt zijn, zonder dat je daar bewust van bent. Wees bescheiden, laat je uitdagen, luister naar een ander perspectief en sta open voor de zuivere waarheid. 

Moshe Rabenoe was toen 120 jaar oud. Hij had ongelofelijk veel in zijn leven weten te bereiken. Hij stond op een niveau dat niemand ooit zou kunnen bereiken. En toch, op het moment dat een groep dames hem een complimentje geeft over iets dat 39 jaar eerder was gebeurd, is hij zich ervan bewust dat hij zijn objectiviteit kwijt is. Hij trekt zich terug en laat zich adviseren. 

Dit is de les voor ons. Wil je je hele leven in een droom leven waarin alleen je eigen waarheden meetellen? Hoe kom je dan verder? Je blijft dan jarenlang in hetzelfde rondje draaien. Kom uit je wereld van verbeelding. Laat je adviseren. Neem dat neutrale advies van een kennis of vriend aan en ga voorwaarts. Op naar de volgende uitdaging. 

Shabbat shalom! 

Bracha Heintz

Gebaseerd op lessen artikel van Rav YY Jacobson

Speciale dank voor de opmaak en correcties van Rianne Meyer, Sonja Tamam en Devorah vd Heiden. Laat het mij weten indien U deze artikelen niet wenst te ontvangen. Vragen en kritiek zijn zeer welkom!


Klik hier om wekelijks per WhatsApp een artikel te ontvangen!

Help mee om de continuïteit van deze artikelen te waarborgen. Door te sponsoren word je een actieve partner en steun je ook verdere activiteiten! Doneren kan hier op chabadutrecht.nl/doneren.

Beeld: chabad.org

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *