Poerim| Antisemitisme stoppen

Poerim| Antisemitisme stoppen

Door eerst de eenheid binnen het Joodse volk te herstellen, is het ons in het jaar -357 gelukt om het antisemitisme te verslaan.

Download hier de printversie van het artikel

Als wij de aanklacht van Haman (de grote vijand van de Joden) tegen Achashwerosh, Koning van Perzië, bestuderen, constateren wij dat er in de tijd, wanneer het Poerim verhaal zich afspeelde, een gebrek aan Joodse eenheid was. Toen Haman aan Achashwerosh toestemming wilde vragen om het Joodse volk uit te roeien begon hij zijn pleidooi als volgt: ‘Er bestaat een volk verstrooid en verspreid binnen Uw koninkrijk.

De geleerden vertellen ons dat de aardse aanklacht van Haman (afgezien van Hamans slechtheid) op een Hemelse aanklacht gebaseerd was.

Hoewel Haman zich er niet bewust van was dat zijn klacht op een gebrek aan Joodse eenheid berustte, toch kwam de mogelijkheid om de Joden aan te klagen wegens hun gebrek aan saamhorigheid.

Vandaar dat de Megilat Esther ons vertelt dat Haman zijn betoog tegen Achashweerosh aanvangt met het benoemen van de verstrooiing en verdeeldheid onder de Joden.

Koningin Esther had ook gezien dat het probleem een gebrek aan harmonie was. Daarom, nog voordat Esther naar Koning Achashwerosh ging om genade te vragen, vroeg zij aan Mordechai: ‘Ga alle Joden verzamelen.’ Voordat men medelijden aan de Koning kon vragen, moesten eerst de Joden bij elkaar komen en zich verenigen, waardoor het gebrek aan eendracht verholpen kon worden.

In Megilat Esther staat dat ‘deze dagen worden herinnerd en opnieuw beleefd in iedere generatie.’ In iedere generatie moeten wij opnieuw de ideeën, die in Megilat Esther staan, ons weer eigen maken. Tot vandaag de dag is Poerim ook een feest van Joodse eenheid, vandaar dat de verschillende mitswot van Poerim die Joodse eenheid benadrukken:

  1. De twee mitswot, namelijk die van Mishloach Manot (het geven van kosher eten aan elkaar) en Matanot Laewjoniem (het geven van geld aan arme Joden) zijn bedoeld om Joden met elkaar te verenigen. Immers, de vertaling van Matanot Laewjoniem is niet liefdadigheid, filantropie of zelfs tsedaka, maar cadeaus aan de armen. Het geven en ontvangen van een cadeau verbindt de gever met de ontvanger. 
  2. Met betrekking tot het lezen van de rol van Esther: hoewel het voldoende is om de Megila voor te lezen in aanwezigheid van één persoon, is het beter om het te lezen met een minjan  (10 heren boven de 13 jaar). Nog beter, vertellen onze geleerden is het om zoveel mogelijk Joden daarvoor bijeen te brengen .
  3. Met betrekking tot het feestmaal van Poerim vertelt Maimonides ons dat, hoewel wij dit ook alleen met onze familie kunnen vieren, onze vreugde pas echt volmaakt is wanneer wij ons met anderen verenigen.

Moge het zijn dat als resultaat van het gezamenlijk vieren van Poerim in de geest van Joodse eenheid, wij de verdienste mogen hebben om door G-d gezegend en beschermd te worden, zoals er staat ‘zegen ons, onze Vader allen als één.’

Met wensen voor een Poerim sameach en een blijvende vrede in Israel.

Rabbijn Aryeh Leib Heintz

Comments are closed.