Tag: aanslag

Chajee Sara | Over~leven

Chajee Sara | Over~leven

De Parasha van deze week heet Chajee Sara en betekent: het leven van Sara. Hierin schuilt een bijzondere boodschap: namelijk hoe je er voor kunt zorgen dat jouw daden, lang nadat je er niet meer zult zijn, toch voort zullen blijven leven. 

Download hier een printversie van dit artikel (PDF)

Chajee Sara betekent ‘het leven van Sara’. Eigenaardig, want de eerste gebeurtenis, die in de Parasha van deze week beschreven wordt, is dat Sara overlijdt. Waarom wordt dit deel van de Torah dan het leven van Sara genoemd? En waaraan is zij eigenlijk overleden?

Het gebeurde zo: op een goede dag was de man van Sara, Avraham genoemd, niet thuis. Hij was weg. Hij was ‘s ochtends vroeg vertrokken samen met hun zoon Yitschak en nog twee begeleiders. Toen Sara erachter kwam wat het doel van deze vroege ochtendwandeling was, namelijk het opofferen van haar zoon Yitschak, ja, toen had ze het niet meer. Dat was haar te veel. Zij overleed van de schrik. Uiteindelijk werd het offeren van Yitschak door een engel tegengehouden, maar toen vader en zoon thuiskwamen moesten ze Mama begraven.

Speciale vrouw

Sara was een hele speciale vrouw. Ze is 127 jaar oud geworden en haar dagen waren gevuld met zaken die eeuwige waarde hadden. Zo bleven haar Shabbatkaarsen de hele week door branden.  Het brood dat ze op vrijdag bakte bleef de hele week vers. Tenslotte was G-ds aanwezigheid altijd merkbaar in haar tent. Deze drie wonderen stopten bij haar overlijden en kwamen terug toen haar schoondochter Rivka de tent binnenkwam. 

Drie wonderen die overeenkomen met de drie speciale mitswot¹, geboden, waar Joodse vrouwen zich tot de dag van vandaag in specialiseren:

  1. Het aansteken van Shabbat kaarsen vrijdagavond.
  2. Het kosjere bakken en koken, o.a. challa.
  3. Het gebruik van het mikwe, het ritueel bad waar Joodse vrouwen zich maandelijks in onderdompelen.

Wanneer je als mens in je leven zaken opbouwt en situaties in werking stelt die ook na je dood zullen voortleven, dan kunnen we rustig stellen dat de dood geen eindpunt is, maar een overgang naar een nieuwe levensfase. Vandaar dat de Torah het overlijden van Sara beschrijft als haar leven. Chajee Sara betekent het leven van Sara en dat is ook de naam van deze Parasha.

Toen Sara nog leefde was het effect van haar daden begrensd, omdat ze maar op één plek tegelijk kon zijn. De ziel zetelt in het lichaam, maar wordt tegelijk door dat lichaam beperkt. Na de dood verdwijnen alle lichamelijke beperkingen. Alle krachten van Sara konden zich vanaf toen onbelemmerd verspreiden zoals het in de Zohar aan ons geleerd wordt: dat een rechtschapen persoon na zijn dood meer aanwezig is in deze wereld dan toen hij nog leefde.

Sara is onze aartsmoeder. Wij zijn haar erfgenamen. Hierdoor hebben wij ook het voorrecht om ons bezig te houden met zaken die niet alleen in het hier en nu van belang zijn, maar die eeuwig effect hebben.

Erfgoed

Sara heeft de emancipatie reeds 4000 jaar geleden ingezet. Wanneer een Joodse vrouw Shabbatkaarsen aansteekt, een kosjere maaltijd voorbereidt of aan haar huwelijksleven een extra dimensie geeft dan verbindt zij zich met Sara. Daarmee geeft ze het Joodse erfgoed door aan de komende generatie. Ze maakt van zichzelf een schakel in een onafgebroken ketting. Ze verenigt het verleden met het heden en met de toekomst en ze maakt zichzelf door haar daden onverwoestbaar en eeuwig levend.

Keer op keer is bewezen dat de Joodse vrouw het schakelpunt is van onze geschiedenis. Zij is diegene die bepaalt of haar kinderen Joods zijn. Zij is diegene die het mikwe gebruikt, nog vóór de conceptie. Daarmee begint ze al met de opvoeding van haar kind dat misschien geboren zal worden. Zij zal tijdens haar zwangerschap, doordat zij kosjer eet, Joodse spiritueel geschikte cellen aanmaken in haar ongeboren kind. Vanaf de geboorte is het meestal de moeder die het grootste deel van de opvoeding op haar neemt, zeker in de vroegste jaren van het kind, waarin het alle invloeden om zich heen het meest opneemt.

Door Joodse genen op te bouwen investeert ze reeds in haar nazaat. Haar consumptie van kosjer voedsel, haar onderdompeling in het ritueel bad en haar Shabbatrust hebben haar nog ongeboren kind geïnjecteerd met een extra spirituele kracht.

De Joodse vrouw bepaalt ook de sfeer in huis. Door vrijdagavond Shabbatkaarsen aan te steken creëert zij een bepaalde sfeer; ze zegt hiermee eigenlijk: ‘Stop en niet verder.’ Even alles uitschakelen en bijkomen. We nemen één dag vrij wat de lichamelijke creativiteit betreft. De situatie waarin alles zich bevindt laten we even voor wat het is. De digitale wereld wordt een heel etmaal uitgeschakeld. Wat een rust en ontspanning!

Ze geeft hiermee aan dat de buitenwereld alleen maar welkom is wanneer zij dat zelf bepaalt. Door de week wel, op Shabbat niet. Hierdoor laat ze zien dat zij grip heeft op de buitenwereld en niet andersom. Deze discipline helpt haar om zichzelf en eventueel haar gezin waar nodig is te beschermen, ook door de week. Niets mag de innerlijke rust in haar leven verstoren. Haar Shabbatkaarsen blijven als het ware ook nog gedurende de week licht werpen op alle wereldlijke zaken zodat zij een bewuste keus kan maken in wat wel en wat niet welkom is.

Eeuwige daad

Haar Shabbatkaarsen geven het signaal af dat het tijd is voor spirituele creativiteit. Shabbat is dé dag om met familie en vrienden op een hoger niveau te opereren. De Shabbatkaarsen die de Joodse vrouw aansteekt geven niet alleen fysiek licht door. Ze brengen ook een boodschap met zich mee van warmte, genegenheid en innerlijke rust. Het zijn gevoelens die direct naar de volgende generatie overgebracht worden. Dit zal in haar kinderen en kleinkinderen blijven voortbestaan, ook lang nadat zij zelf niet meer in deze wereld zal zijn.

Of ze nu 4000 jaar geleden leefde of in de 21ste eeuw of ergens daar tussenin: zij bepaalt met haar drie duidelijke acties hoe het leven er voor haar kinderen uit zal zien.

Volgende keer, voordat je iets onderneemt, kun je je afvragen of dit na 120 jaar nog noemenswaardig zal zijn of je medemens er ook iets mee kan en of de volgende generatie het mee zal nemen. Een Sara-daad is een eeuwige daad.

Wij zijn beland in de 21ste eeuw en 4000 jaren aan traditie en overlevering zijn aan ons voorafgegaan. Wij zijn de onderste schakel van deze rijke, eeuwenlange ketting. Wat een verantwoordelijkheid! Wat een voorrecht! Onze voorouders hebben zonder onderbreking de traditie, jaar in jaar uit, van generatie op generatie, doorgegeven. Helaas hebben zij al te vaak hun leven moeten opofferen om ervoor te kunnen zorgen dat de aaneengeschakelde ketting niet doorbroken zou worden. Nu is het onze beurt. Een zeer bijzondere opdracht rust op onze schouders. 

Wij zorgen ervoor dat deze ketting onafgebroken doorgaat. Ik ben mij ervan bewust dat ik de schakel ben naar de volgende generatie. Het hangt van mij persoonlijk af of mijn kinderen of leerlingen het Jodendom met zich mee zullen dragen en of zij het op hun beurt ook verder zullen overdragen. Elke goede daad die ik doe, elke kosjere hap die ik in mijn mond steek of aan mijn gezin te eten geef alsook elke Torah les die ik absorbeer, versterkt deze schakel.

Het is ook een collectieve verantwoordelijkheid van het Joodse volk, van de mensen onder elkaar. Iedereen beïnvloedt elkaar door een voorbeeld te zijn. Aan ons de keus welk soort voorbeeld wij willen geven. Elke goede daad die een mens uitvoert voegt kracht en bescherming toe, niet alleen aan zichzelf maar ook aan zijn directe omgeving. Door het sneeuwbaleffect beïnvloedt hij uiteindelijk de hele wereld. Hij verbindt zich daardoor met alle voorgaande generaties waarvan hij de traditie heeft ontvangen en met de komende geslachten aan wie hij het doorgeeft. Wat een eer en voorrecht om deze cruciale schakel te mogen zijn.

Vastberaden

We blijven vastberaden. Het leven van Sara gaat verder door haar kinderen en haar nageslacht en dat zijn wij. Het Jodendom wordt constant aangevallen zowel van buitenaf door onze vijanden als van binnenuit door assimilatie. Ons antwoord is dat wij niet alleen doorgaan met leven maar dat wij zelfs leven toevoegen. Wij blazen nieuw leven in ons erfgoed. We planten zaadjes en blazen nieuwe energie de wereld in. We voegen goede daden toe en mikken op eeuwige waarden. Wij kunnen bijvoorbeeld een nieuwe mezoeza op onze deur plaatsen of we laten de mezoeza die al aan onze deur hangt controleren of deze nog wel kosjer is.

We proberen extra aardig te zijn voor iemand die we net hebben leren kennen of voor iemand die wij al jaren kennen. We maken de eerste stap om een relatie te herstellen met een kennis of familielid. We bellen eens een bejaarde of zieke op om hallo te zeggen of we geven geld aan de armen of aan een Joodse school of instelling. We kiezen bewust voor een Joodse partner zodat wij de ketting van het Jodendom onafgebroken in stand houden.

En we zoomen direct in op de grote drie:

1) Shabbatkaarsen op de juiste tijd aansteken

2) Kosjer eten

3) Mikwe gebruiken

Kortom, we zetten onze wapens in, Torah en Mitswot, om tegen assimilatie te vechten. We versterken het Joodse volk d.m.v. educatie, lessen en artikelen. We vereeuwigen onze inkomsten door ze te delen. Zo dragen wij individueel en collectief bij aan ons onverwoestbaar erfgoed.

Dat is ons antwoord aan de tegenstanders van het leven en aan de vijanden van het Jodendom.

Ik wens jullie allemaal een speciale Shabbat toe. Een Shabbat vol met vrolijkheid, rust en inspiratie. Een Shabbat waarop we G-d gaan vragen en eisen dat er geen leed meer zal zijn en dat Mashiach zal komen, zodat de ketting eindelijk haar doel zal hebben bereikt.

Shabbat shalom,

Bracha Heintz
www.chabadutrecht.nl

Klik hier om wekelijks per WhatsApp een artikel te ontvangen!

¹Meer informatie over de drie speciale geboden voor de Joodse vrouw zijn te vinden:
1) in het boek Chana, voertaal Nederlands
2) via cursussen 06 284786567
3)  via privégesprek 06 28 47 8657

Chanoeka Feest Utrecht

Zondag 29 dec. 2024

16 – 19 uur

het Griftpark, Utrecht Noord / Oost

www.chanoeka.info


Helpt u mee om de continuïteit van deze artikelen te waarborgen? Door te sponsoren word je een actieve partner en steun je ook verdere activiteiten! Doneren kan hier op chabadutrecht.nl/doneren.

Beeld: chabad.org

Met dank aan Sonja, Rianne en Devorah voor hun hulp bij het bewerken van dit artikel.

 

Acharee Mot | Wat gebeurt er daarna?

Acharee Mot | Wat gebeurt er daarna?

Het leven is één en al contrast. De ene dag voelen we ons geïnspireerd en high en de volgende dag vragen wij ons af waar al onze begeertes vandaan komen. Weet dat het leven er ná je meest sublieme momenten er soms heel anders uit kan zien. Gebruik dan de eerder opgedane inspiratie om valkuilen te omzeilen.

Download hier een printversie van dit artikel

Parashat Acharee Mot (na de dood) is onderverdeeld in drie hoofdstukken waar tegenstrijdige onderwerpen aan bod komen. De opbouw is als volgt:

Het eerste deel van de Parasha staat in hoofdstuk 16 van Wajiekra. Daar gaat het over de dienst van de Hogepriester (Kohen Gadol) in de Tempel op de heiligste dag van het jaar namelijk Yom Kipoer. Hier staat beschreven welke offers hij moest brengen, welke kleding hij op welk moment aandeed, hoe en voor wie hij verzoening verkreeg en welke handelingen hij in het allerheiligste moest verrichten. 

Het tweede deel, hoofdstuk 17, waarin het verbod om offers buiten de Tempel te brengen en om bloed te consumeren beschreven wordt. Vervolgens komt de onreinheid van een vogel aan bod, die zijn dood vond zonder geslacht te zijn geweest.

Ten slotte het derde deel, hoofdstuk 18, dat verboden relaties behandelt.  Het Joodse volk mocht zich niet gedragen zoals de immorele Egyptenaren, wiens land zij net verlaten hadden. Noch mochten zij de Kanaänieten, die in Israël woonden nadoen. Daarom is het verboden om een relatie te hebben met je vader, je moeder, je zuster of broer, je oom of je tante. Ook zijn buitenechtelijke relaties verboden, alsook homoseksualiteit en bestialiteit.

‘Wie denkt er nu aan zoiets’

Twee keer wordt er tijdens de dienst van Yom Kipoer, (Grote Verzoendag), uit de Torah gelezen. De eerste keer gebeurt dat tijdens het ochtendgebed. Dan wordt hoofdstuk 16 van onze Parasha gelezen, het hoe en wat van Yom Kipoer. De tweede keer dat er uit de Torah wordt gelezen is tijdens het middaggebed. Ook dan komt onze parasha aan bod, maar dan met hoofdstuk 18 en de verboden relaties.

Het contrast kan niet genegeerd worden. De eerste vraag: hoe komen twee zulke tegenstrijdige stukken in één Parasha voor? Enerzijds wordt de heiligste dag van het jaar omschreven en anderzijds worden we gewaarschuwd tegen de meest immorele zaken.

Een tweede vraag: waarom moeten wij op de heiligste dag van het jaar überhaupt geattendeerd worden op verboden relaties? Wie denkt er aan zoiets? Op zo’n speciale dag? Een dag waarop we witte kleren dragen zodat wij op engelen lijken. Op het moment dat het middaggebed gezegd wordt is het grootste gedeelte van Yom Kipoer al voorbij. Men heeft dan al bijna een heel etmaal gevast en gebeden. Onze gedachtes gaan op dat moment al naar het hoogtepunt van Yom Kipoer dat meteen daarna plaats gaat vinden, namelijk het slotgebed dat Neíla heet. Dan sluit G-d de deuren van de hemel nadat hij ons mee naar binnen heeft genomen.

Vlak voor dit bijzondere moment moeten we luisteren naar het verbod om niet intiem te zijn met een dier? We hebben dan al bijna 24 uur gevast. Wij hebben om vergiffenis gevraagd. We voelen ons schoon en rein. Zelfs de Jood die door het jaar niet zo vaak op komt dagen is aanwezig en voelt zich hemels en één met G-d. En dan dit? Je mag de naaktheid van je moeder of vader niet blootstellen! Je mag niet met een dier naar bed! Je mag niet met een koe trouwen! Wie denkt er nu aan zoiets, op dat moment?!?

Wetten en regels

Wanneer Maimonides de regels van Yom Kipoer in zijn wetboek omschrijft, eindigt hij met de volgende handelingen van de Hoge Priester:

רמב”ם: הלכות עבודת יוהכ”פ ד, ב

ואחר כך מקדש ידיו ורגליו ופושט בגדי זהב ולובש בגדי עצמו ויוצא לביתו וכל העם מלוין אותו עד ביתו  ויום טוב היה עושה על שיצא בשלום מן הקדש

En daarna waste hij (de Hoge Priester) zijn handen en voeten en trok hij zijn gouden kleren uit en deed zijn eigen kleren aan. En hij ging naar huis en het hele volk vergezelde hem tot zijn huis en hij maakte een feestdag omdat hij in vrede uit het heiligdom was gekomen.

Alles in de Torah, inclusief de mondelinge leer, is nauwkeurig. Nu komen wij bij de derde vraag: welk belang hebben wij bij het weten waar de Hogepriester naar toe ging na afloop van de dienst? Wat is hier de toegevoegde waarde van? Waar anders had hij naartoe moeten gaan? 

En behalve dat, in hoeverre is het naar huis gaan een onderdeel van een wet; vraag nummer vier. Aangezien de Rambam, Maimonides, het naar huis gaan in zijn wetboek behandelt, kunnen wij niet anders concluderen dan dat dit één van de vele regels is die de Hogepriester uit moest voeren. Het is dus niet zo dat Maimonides ons vertelt dat hij naar huis ging als extra interessante informatie. Nee, Maimonides schrijft een boek over wetten en dus is alles wat in dat boek staat een wet. Het naar huis gaan is dus een regel zoals elke andere. En niet alleen hoort deze regel erbij, het is ook nog eens het laatste voorschrift en daardoor het hoogtepunt van de Yom Kipoer-dienst.

Niet toevallig

Verder weten wij dat in het Jodendom de naam van een persoon of een voorwerp niet toevallig is. Een naam geeft de essentie weer van het voorwerp, het dier of van de persoon. Daarom moeten we proberen te begrijpen waarom onze Parasha ‘Acharee Mot’ – na de dood – heet. De dood van wie? Wat? Waarom?

Het ging om Nadaw en Awiehoe, de twee zonen van Aharon, de eerste Hogepriester.  Deze twee jongens waren op een unieke manier gestorven. Ze waren namelijk in de allerheiligste plek van de tempel geweest terwijl het geen Yom Kipoer was. Onze Parasha begint met het feit dat Aharon gewaarschuwd wordt om uitsluitend het allerheiligste te betreden op Yom Kipoer. Hij mag zich niet gedragen zoals zijn twee zonen die permanent dichtbij G-d wilden zijn. Het voelde zo spiritueel, zo warm en zo subliem voor hen, maar dit was niet de bedoeling. Op een gegeven moment waren zij zo hoog gekomen dat hun ziel niet meer in hun lichaam kon blijven waardoor ze automatisch kwamen te overlijden.

Nu begrijpen wij waarom de Parasha begint met “na de dood”. Maar waarom heet de hele Parasha zo? Een titel hoort toch van toepassing te zijn op het geheel en niet alleen op het begin! Kennelijk heeft de titel “na de dood” toch betrekking op de hele Parasha, op elk hoofdstuk 16, 17 en 18 en op elk detail. Na de dood geeft kennelijk de essentie weer van ieder onderwerp en ieder vers en niet alleen van het begin en van één vers.

Daarmee komen we bij de vijfde vraag: wat is het verband tussen Na de dood, de titel van deze Parasha, en elk onderwerp dat daarin voorkomt? In hoeverre heeft de dienst op Yom Kipoer en verboden relaties betrekking op ‘na de dood’?

Vreemde manier van tellen

Resteert nog één vraag, de zesde: voor diegenen die de tel hebben bijgehouden. Wie wel eens op Yom Kipoer in een synagoge is geweest heeft misschien wel eens het gebed gehoord waarin omschreven wordt hoe de Hogepriester, op Yom Kipoer, het bloed van de koe en de geit tegenover de ark en vervolgens tegen het gordijn sprenkelde. Hij moest eerst één keer naar boven sprenkelen en vervolgens zevenmaal naar beneden. De voorganger in de synagoge zingt dan op een meest prachtige melodie hoe de Hogepriester het sprenkelen telde:

Eén (naar boven)
Eén (naar boven) en één (naar beneden)
Eén (naar boven) en twee (naar beneden)
Eén (naar boven) en drie (naar beneden)
Eén (naar boven) en vier (naar beneden)
Eén (naar boven) en vijf (naar beneden)
Eén (naar boven) en zes (naar beneden)
Eén (naar boven) en zeven (naar beneden)

Wat een vreemde manier van tellen! Kon de priester niet gewoon ‘één’ zeggen en vervolgens van 1 tot 7 tellen? Waarom elke keer weer die ‘één’ toevoegen?

Aan de hand van alle vragen die er gesteld zijn en de antwoorden zullen wij de kerngedachte van Yom Kipoer kunnen doorzien alsmede het verband tussen de naam van de Parasha, ‘Na de dood’ en de essentie van Yom Kipoer.

Zes vragen

1 Waarom worden er twee tegengestelde onderwerpen in één Parasha behandeld?

2 Waarom worden verboden relaties op Yom Kipoer voorgelezen?

3 Waarom moeten we weten waar de Hogepriester naar toe ging na afloop van Yom Kipoer?

4 Hoezo is het naar huis gaan van de Hogepriester een wet?

5 In hoeverre heeft de naam van de Parasha, Acharee Mot (na de dood) betrekking op alle onderwerpen die in de Parasha behandeld worden?

6 Waarom herhaalt de Hogepriester steeds het woord ‘één’ als hij het bloed sprenkelt?

Tijdens en daarna

Inderdaad het draait allemaal om ‘Na de dood’, de naam van de Parasha. Het gaat om daarna. Over tijdens hebben we geen vragen. Tijdens Yom Kipoer is iedereen heilig. Dat is de sfeer, dat zijn de omstandigheden, het gevoel, het vasten, het dragen van witte kleren en het samenzijn in sjoel. De vraag is meer over het daarna.

Natuurlijk is Yom Kipoer bijzonder. Je voelt je op zo’n dag verheven, spiritueel gedreven, geïnspireerd. Je hart stroomt waarschijnlijk over van liefde, plezier en saamhorigheid. Maar hoe is het daarna? Hoe sta je er een uur later voor? Of een dag later, een week, een jaar?

Eenmaal uit de Yom Kipoer sfeer zullen je gevoelens en je verlangens niet meer zo verheven zijn. Misschien ben je over een maand in een andere bui en ga je ineens over tot het verrichten van bepaalde daden die niet helemaal overeenkomen met het Yom Kipoer-gevoel en waar jij je misschien voor moet schamen?

Beide benen op de grond

Daarom lezen wij op Yom Kipoer, bij het middaggebed, vlak voor het hoogtepunt van deze meest heilige dag, over de meest gewone dingen waar een mens in het dagelijkse leven in kan struikelen. De ene meer en de andere minder. Maar iedereen moet op Yom Kipoer beseffen, op het moment dat hij zich zo verheven voelt, dat er ook een daarna is. Dat er gruwelijkheden in het leven zijn, dat mensen zich beestachtig kunnen gedragen. “Wees je ervan bewust”, vertelt de Torah ons, “dat je moet opletten. Dat je niet dronken hoeft te zijn met je allerheiligste gevoel. Er is nog een ‘daarna’.

Zo was het niet met de twee broers Nadaw en Awiehoe. Die hadden geen daarna. Zíj bleven daarboven, vast in hun spirituele ervaring. Maar G-d wil dat wij terugkomen. Yom Kipoer is niet voor engelen. Eén dag per jaar worden we met engelen vergeleken, maar de rest van het jaar is ‘daarna’.

Met beide benen terug op de grond. De ladder van Yakov raakte weliswaar de hemel, maar de onderkant stond op de grond. De bedoeling is dat wij de eenheid van G-d niet alleen daarboven ervaren, Eén (naar boven), maar die eenheid ook in de zeven dagen van de week weten te brengen.

Eén (naar boven) en één (naar beneden), Eén (naar boven) en twee (naar beneden), Eén (naar boven) en drie (naar beneden)… Eén (naar boven) en zeven (naar beneden). Bij elke telling werd diegene die Eén is opnieuw genoemd, om te laten zien dat we de eenheid van G-d in de verscheidenheid (1-2-3-4-5-6-7) van de schepping weten te brengen, in de zeven dagen van de week, in de zeven kleuren van de regenboog of in de zeven noten in de muziek. Het doel van de schepping is om de eenheid van G-d in de aardse details van het leven te brengen.

Op zondag gebruik ik mijn tijd om vrijwilligerswerk te doen, Eén in één.
Op maandag ga ik Torah leren, Eén in twee.
Op dinsdag ga ik een extra goede daad doen voor mijn echtgenoot en mijn kinderen, Eén in drie.
Op woensdag ga ik boodschappen doen en zorg ik dat ik enkel koshere producten aanschaf, Eén in vier.
Op donderdag ga ik challa bakken, Eén in vijf.
Op vrijdag steek ik de Shabbat kaarsen aan en maak ik kidoesh, Eén in zes.
Op Zaterdag ga ik leren over de Parasha, Eén in zeven.

Dagelijks leven

Fantastisch dat je het zo fijn hebt gehad op Yom Kipoer, maar hoe was het toen je thuiskwam? Ben je überhaupt naar huis gegaan? Heb je wel een huis? Wat voor een zin heeft het om zo heilig te doen in sjoel als je daarna niet weet hoe je thuis moet komen! Het hoogtepunt van de Yom Kipoer dienst van de Hogepriester was juist zijn thuiskomst: de aandacht en de sfeer waarmee hij zijn familie tegemoetkwam na afloop van de meest heilige dag van het jaar!

Bestaat G-d bij jou ook in het dagelijks leven en in de diversiteit van de schepping? Lukt het je om ook in je dagelijkse beslommeringen je als ambassadeur van G-d te gedragen of is Yom Kipoer en de eenheid van G-d alweer vervaagd of zelfs verdwenen?

Het feit dat zelfs verboden relaties op Yom Kipoer besproken worden leert ons nog iets cruciaals: Jodendom is niet alleen gereserveerd voor de eliten onder ons, de mensen die nooit een zonde begaan, die zich nooit laten verleiden, maar de Torah is er voor iedereen. Ook op de meest sublieme momenten, zoals Yom Kipoer, is iedereen welkom, ongeacht je niveau op de ladder en ook al heb je te maken gehad met verkeerde relaties.

Vandaar dat de Torah juist bij het middaggebed ons laat horen over het meest lage gedrag, zoals bijvoorbeeld je vrouw voor een onbenullige affaire te verlaten. ‘Wees je ervan bewust’, vertelt de Torah, ‘dat niet alles constant heilig is, dat de gemiddelde mens er ook bij hoort ook al heeft hij nog zo veel overtredingen in z’n boekje staan. Hij hoort er ook bij. Wees gewaarschuwd tijdens je meest sublieme momenten en weet dat het leven er daarna soms heel anders uit kan zien’.

Moreel dilemma

Op Yom Kipoer worden wij opgeroepen om onze sublieme energie door te voeren naar onze dagelijkse activiteiten. Anderzijds, als we beproefd worden, kunnen we weten dat wij ooit in een Yom Kipoer-stemming waren en dat wij die speciale energie nu kunnen inzetten om ons hoofd boven water te houden, ook op moreel gebied. Wij laten ons niet meesleuren in allerlei misdrijven, tegenstrijdigheden en relaties die niet kloppen.

ּמִי־יַעֲלֶה בְהַר־ה’ וּמִי־יָקוּם בִּמְקוֹם קָדְשׁוֹ׃

Wie zal G-ds berg beklimmen en wie is in staat om zich op de heilige plek te handhaven?

In dit vers, Tehilim 24-3, vraagt David niet alleen wie de berg van spiritualiteit kan beklimmen, maar ook wie in staat is om daar te blijven.

Iedereen gaat op dieet, maar wie houdt het vol? 
Iedereen vindt Yom Kipoer fijn, maar wie kan het gevoel handhaven en meenemen naar de zeven dagen van de week, één en zeven en naar de rest van het jaar?

Evenwicht handhaven 

Het leven is één en al contrast. De ene dag zijn we helemaal high en de volgende dag vragen wij ons af waar onze lusten en begeertes vandaan komen. Vandaar dat we juist op Yom Kipoer voor het meest lage en immorele gedrag gewaarschuwd worden. Denk niet, zegt de Torah tegen ons, dat het van nu af aan allemaal koek en ei gaat zijn. Bereid je voor. Neem dit heilige moment mee. Gebruik je inspiratie van nu om jezelf ook morgen te bewapenen tegen de valkuilen van het dagelijkse leven. 

Besprenkel je bloed, dat symbool staat voor je warmte, je energie en je enthousiasme, niet alleen naar boven. Eén naar boven, maar verspreid het ook op zondag, Eén en één naar beneden, op maandag, Eén en twee naar beneden, op dinsdag, Eén en drie naar beneden enzovoort.

Pak die eenheid, dat intieme gevoel dat je je één met G-d voelt en ga ermee naar huis, naar je dagelijkse, aardse bezigheden. Nadaw en Awiehoe zijn niet gestraft omdat ze gangsters waren. Hun overtreding was juist dat ze met hun sublieme gevoel in de hemel bleven. Ze hebben verzuimd om terug naar beneden te gaan, om de eenheid van G-d te openbaren in de diversiteit van het aardse bestaan.

Nu begrijpen wij waarom de Rambam het naar huis gaan van de Hogepriester aan het einde van Yom Kipoer als onderdeel opneemt in de dienst van de allerheiligste dag.

Het is niet alleen een deel, het is het hoogtepunt van Yom Kipoer. Een huis kan vol met familieleden zijn die zich op allerlei manieren kunnen gedragen. Hoe reageer je daarop in de drukte van je dagelijkse leven? Behalve alle afspraken, verantwoordelijkheden, stress en tijdsdruk waaronder wij worden verwacht te opereren, zoeken wij juist thuis naar momenten van rust, eenheid en onderling respect. 

Het draait er allemaal om hoe je je daarna gedraagt.

G-d nodigt ieder mens op aarde uit om Hem te dienen. Contrasten zijn er, humeurige buien bestaan, maar wij hebben de sleutel in onze handen om ons evenwicht te bewaren. Enerzijds voeren we dagelijks in ons leven Yom Kipoer-momenten in. Anderzijds zorgen we dat we niet helemaal opgaan in onze spirituele ervaringen. We komen terug in het hier en nu. We zijn ons ervan bewust dat G-d ons hier op aarde neergezet heeft om juist in de wereldse zaken de eenheid van G-d te ontdekken. Als je 10 euro aan een arme man schenkt of aan een Joodse school geeft, dan heb je de eenheid van G-d geopenbaard in het aardse geld en in alles wat je gedaan hebt om dat geld te kunnen verdienen. We houden ons in evenwicht en weten ons te handhaven op Yom Kipoer en daarna

Shabbat shalom!

Bracha Heintz

Gebaseerd op een les van Rav YY Jacobson
Opmaak Rianne Meijer, Sonja Tamam en Devorah van der Heiden

Help jij mee om de continuïteit van deze artikelen te waarborgen? Door te sponsoren word je een actieve partner en steun je ook verdere activiteiten! Doneren kan hier op chabadutrecht.nl/doneren.

 

beeld: chabad.org