Tag: Lubavitcher Rebbe

Noach | Regen, kou en toch inspiratie

Noach | Regen, kou en toch inspiratie

De dagen worden korter en donkerder. De Joodse feestdagen zijn achter de rug. Zolang er feest werd gevierd is het niet moeilijk om blij en vrolijk te zijn. Waar vind je kracht om de spiritualiteit er toch in te houden? Het verhaal van Noach en de zondvloed geeft een verrassend diep inzicht.

Download hier de PDF van dit artikel

Deze week zijn wij met een nieuwe, speciale Joodse maand begonnen die Mar Cheshwan heet. Wat is hier zo speciaal aan? Het bijzondere van Mar Cheshwan is dat het juist níet speciaal is, er komt geen enkele feestdag in voor. Dit is de enige maand in het Joodse jaar zonder bijzondere dag. Kijk maar:

Tishri (september-oktober)
Rosh Hashana – Joods Nieuwjaar

– Yom Kippoer – Grote Verzoendag
– Soekot – Loofhuttenfeest
– Simchat Torah – Vreugde der Wet

Mar Cheshwan (oktober-november)
Niets

Kislew (november-december)
Begin van Chanoeka

Tewet (december-januari)
Laatste dagen van Chanoeka

Shewat (januari-februari)
Toe Bishwat – Nieuwjaar der bomen

Adar (februari-maart)
– Poerim – Lotenfeest

Niessan (maart-april)
Pesach – Pasen

Ijar (april-mei)
-Omer tellen

-Tweede Pesach

Siewan (mei-juni)
Shawoe’ot – Wekenfeest

Tamoez (juni-juli)
Vastendag die met de komst van Mashiach veranderd zal worden in een feestdag

Aw (juli-augustus)
Vastendag die bij de komst van Mashiach veranderd zal worden in een feestdag

– Toe Beaw – 15 Aw

Eloel (augustus-september)
Maand van Barmhartigheid    

Zondvloed

In de maand Mar Cheshwan zijn er geen feestdagen. Wel is dit de maand waarin de zondvloed begon en eindigde. De Torah vertelt ons dat de ellende op 17 Mar-Cheshwan begon (Bereeshiet 7 – 11).  Het regende 40 dagen en nachten. De regen stopte op 27 Kislew. Hierna bleven de overstromingen nog 150 dagen duren:

וַיָּשֻׁבוּ הַמַּיִם מֵעַל הָאָרֶץ הָלוֹךְ וָשׁוֹב וַיַּחְסְרוּ הַמַּיִם מִקְצֵה חֲמִשִּׁים וּמְאַת יוֹם 

En de wateren gingen heen en weer, ze werden minder aan het einde van 150 dagen.
Bereeshiet 8-3

Het woord קץ (kets) betekent einde en heeft een getallenwaarde van 190. Dit zijn de 40 dagen en nachten dat het geregend heeft, plus de 150 dagen waarin het water nog woest over de aarde stroomde. Na die 150 dagen was het 1 Siewan en begon het water te minderen met een kwart ama, elleboog, per dag. Twee maanden later werden de toppen van de bergen zichtbaar. Het was toen 1 Aw.

Noach wachtte nog 40 dagen, tot 10 Eloel, en stuurde toen een raaf die zeven dagen om de ark cirkelde maar toen weer terugkwam in de ark.
Het was 17 Eloel toen Noach de eerste duif stuurde, die ook terugkwam.
Een week later, op 24 Eloel, stuurde hij de tweede duif, die met een olijftak terugkwam.
Weer een week later, op 1 Tishrie stuurde Noach de derde duif die niet terugkeerde. Er was toen geen water meer, maar wel modder.
Pas een maand plus 27 dagen later, op 27 Mar Cheshwan, was de aarde helemaal opgedroogd en kwamen Noach en zijn gezin uit de ark.

G-d had de zondvloed gebracht omdat de mensen in die tijd hun morele normen en waarden kwijt waren geraakt. G-d wilde een totale reiniging en daar was kennelijk één vól jaar voor nodig, zo merkt de Frans Joodse geleerde Rashi op. Er was een reset nodig, een nieuwe start en dat duurt altijd even: veertig dagen en nachten regen om precies te zijn; net als de veertig Seah (vloeibare kubieke maat) van een mikwe, een ritueel bad. De wereld had een grondige spirituele schoonmaakbeurt nodig.

Van 17 Marcheshwan tot 27 Marcheshwan is zelfs 365 dagen en dat is langer dan een Joods jaar. Het is één Joods jaar plus 11 dagen, 354 + 11 = 365.

Joods jaar: maan en zon

Het Joodse jaar is voornamelijk, maar niet uitsluitend, op de maan gebaseerd. De Joodse maand gaat helemaal volgens de cyclus van de maan: aan het begin van de maand is de maan heel dun en wast. Op de 15de van de Joodse maand is de maan vol en vervolgens wordt de maan hoe langer hoe kleiner tot aan het einde van de maand.

Zo cirkelt de maan in ongeveer 29,5 dagen om de aarde waardoor de Joodse maanden, meestal om en om, 29 of 30 dagen hebben. Als de maan twaalf keer een cyclus heeft gehad, is het Joodse jaar om.

Twaalf keer 29,5 is 354, de lengte van het Joodse jaar.

Het zonnejaar daarentegen houdt geen rekening met de cycli van de maan. Waar is het wel op gebaseerd? Op de omwenteling van de zon rond de aarde die 365 dagen duurt, het zonnejaar. Na deze 365 dagen bevindt de zon zich precies weer op dezelfde plek als 365 dagen daarvoor.

Was de zondvloed van 17 Mar Cheshwan tot 17 Mar Cheshwan geweest, dan had het een heel Joods jaar geduurd van 354 dagen, 12 keer de cyclus van de maand. Maar de zondvloed was van 17 Mar Chershwan tot 27 Mar Cheshwan. Dat zijn 11 dagen meer dan het Joodse jaar d.w.z. 365 dagen, precies de lengte van een zonnejaar. Kennelijk moest de zondvloed 365 dagen duren, een heel zonnejaar. Waarom niet een Joods jaar? En wat zijn verder nog de verschillen tussen een zonnejaar en een maanjaar?

1) De Gregoriaanse kalender zoals wij die in de westerse wereld gebruiken is een zonnekalender. Het jaar duurt 365 dagen, de tijd die nodig is voor de zon om een volle omwenteling om de aarde te maken. De maanden in deze kalender zijn een twaalfde van het 365-dagen-durende-zonnejaar en zijn niet gerelateerd aan de maan. Verjaardagen en andere data volgens deze kalender vallen nooit op een bepaalde maanstand, maar wel elk jaar op dezelfde zonnestand.

2) De Islamitische kalender daarentegen is een maankalender. Als de maan 12 keer een cyclus heeft gemaakt, dan zijn 354 dagen voorbij en dan is het Islamitische jaar om. Elk jaar duurt dit maanjaar 11 dagen minder vergeleken met het zonnejaar. Op den duur verschuiven daardoor de data steeds terug ten opzichte van de positie van de zon in de hemel. Vandaar dat de Ramadan elk jaar 11 dagen eerder in de Gregoriaanse zonnekalender valt dan het jaar ervoor. Uiteindelijk verschuiven de Islamitische feestdagen van het ene seizoen naar het andere, dan wel in de winter, dan wel in de zomer. Dit wordt allemaal veroorzaakt door het 11-dagen-verschil tussen het Islamitische jaar en het Gregoriaanse jaar, tussen het maanjaar van 354 dagen en het zonnejaar van 365 dagen. Na drie jaar treedt er al een verschil op van 3 x 11 = 33 dagen, dat zelfs meer is dan een maand.

3) De Joodse kalender is zowel een maankalender als een zonnekalender. Er wordt met beide hemellichamen rekening gehouden. De Joodse maanden volgen de cyclus van de maan. Om het tekort van 11 dagen ten aanzien van de cyclus van de zon te overbruggen, wordt er om de twee of drie jaar een schrikkelmaand toegevoegd. Zo hebben de Joodse feestdagen een vaste maanstand en vallen ze ook nog altijd in hetzelfde seizoen, een bijna vaste zonnestand.

Licht reflecteren

Wat doet het ertoe of het jaar 365 dagen duurt (volgens de zon) of 354 dagen duurt (volgens 12 keer de maancyclus)? Waarom wordt de kalender op de zon (Gregoriaans) dan wel op de maan (Islamitisch) dan wel op allebei (Joods) gebaseerd? En waarom moest Noach in de boot blijven gedurende een zonnejaar van 365 dagen en was een maanjaar van 354 dagen kennelijk onvoldoende?

Om deze verschillen te doorgronden zullen we eerst moeten analyseren wat het verschil is tussen de zon en de maan.

De zon geeft één en al licht. Hij straalt niet alleen licht, hij is licht. Dat is spiritualiteit: licht zijn en licht delen.

De maan daarentegen is een grote zwarte bal. Symbool van de fysieke wereld. Een groot zwart gat dat alles naar zich toe trekt en niets weerkaatst. De definitie van duisternis. Toch, als de maan zich gunstig weet te positioneren dan kan het het licht van de zon reflecteren.

De zon vertegenwoordigt een mens die goede daden verricht, licht heeft en het met anderen deelt. De maan daarentegen is een mens die alles naar zich toe trekt, alleen voor zichzelf bezig is en niets voor een ander doet. Wat van hem is, bewaart hij voor zichzelf en wat anderen bezitten wil hij eigenlijk ook hebben. Het fysieke is voor hem een grote reis naar zichzelf, zijn behoeftes en begeertes. Hij trekt alles naar zich toe, naar zijn eigen groot zwart gat.

Anderzijds, als hij weet hoe hij het lichamelijke kan gebruiken voor hogere doelen, voor een ander bijvoorbeeld en om te delen, dan heeft hij zijn leven en zijn houding zo gepositioneerd dat hij licht gaat weerkaatsen.

Lukt het je om het fysieke te gebruiken voor iets anders dan jezelf, dan gaat de materie licht geven en het spirituele reflecteren. Gebruik je de materie voor jezelf, dan is het een groot zwart gat. Besteed je het aan een ander, dan gaat het glimmen en schijnen zoals de maan het licht van de zon reflecteert.

De zondvloed was de noodzakelijke reiniging van een hele generatie dat maangedrag vertoonde. De mensen waren toen uitsluitend met zichzelf en voor zichzelf bezig. Om dit zwarte maangedrag te corrigeren zou een maanjaar van 354 dagen onder de maat zijn; een zonnejaar van reiniging voldeed daarentegen wel. 

Donder en bliksem

Los van elkaar doen de zon en de maan het ieder uitstekend. De zon op zich, een vuurbal van licht, vertegenwoordigt zuivere spiritualiteit en heeft nergens last van. Het licht is constant, bewust van de waarheid en gedijt heerlijk gedijen.

Het lichamelijke, los van het spirituele kan ook heel tevreden zijn. Slapen, eten, werken, sporten en de volgende dag weer opnieuw. Zo lang je je niet bewust bent van hogere waarden, kan de lichamelijke radslag eeuwig doordraaien. Je leeft op het niveau van een dier, maar daar heb je zelf totaal geen last van. Anderen waarschijnlijk wel.

Maar, als je het spirituele wilt integreren in het lichamelijke, als je een lichtgevende maan wilt zijn, dan begint het een ingewikkeld verhaal te worden en kan er frictie ontstaan. Donder, bliksem, overstromingen, zondvloeden en tsunami’s. Hoe moet je hiermee omgaan? Als een dier leven en alleen fysiek bezig zijn, brengt geen voldoening of geluk. Zuiver spiritueel leven, zoals engelen, gaat ook niet. Je zult moeten eten, drinken, slapen, studeren, werken en een sociaal leven leiden. Wanneer je het lichamelijke en het spirituele in elkaar wilt laten overlopen komt er spanning en wrijving.

Als je op dieet wilt kun je niet helemaal stoppen met eten. Als je te veel werkt, kun je het niet oplossen door je baan helemaal op te zeggen. Ergens zal je een balans moeten zoeken. Totdat je dit evenwicht vindt, zou het wel eens heel hard kunnen gaan waaien en stormen. Het verschil in drukgebied tussen materieel en spiritueel veroorzaakt een zondvloed met onbestendig weer. Zet door en je zult het ultieme doel van de schepping bereiken, namelijk de fysieke wereld gebruiken om licht en spiritualiteit te laten doorschemeren.

Inspiratie creëren

Daarom houdt de Joodse kalender rekening met zowel de zon als met de maan, met het spirituele als met het materiële. De maanden zijn volgens de cyclus van de maan en de jaren volgens de cycli van de zon. Omdat er een verschil van 11 dagen is met het zonnejaar is er af en toe een schrikkelmaand om de achterstand in te halen en het evenwicht te behouden.

De zondvloed moest een vol zonnejaar duren van 365 dagen, van 17 Mar Cheshwan tot 27 Mar Cheshwan. De 12 manen moesten een beurt krijgen (354 dagen) en nog eens 11 dagen erbij om een vol zonnejaar te verkrijgen. Dit heeft de balans hersteld tussen zon en maan, tussen materieel en spiritueel. De generaties vóór Noach waren het evenwicht kwijt.

De maan heeft de zon nodig (die 11 dagen extra) om van een zwart egoïstisch gat, een zilver licht te worden. De maan reflecteert het zonlicht en deelt haar maneschijn weer met anderen. Zo kan een mens ook zijn materie (maan) gebruiken om het G-ddelijke licht (zon) daarmee te weerkaatsen. Op het moment dat hij zijn bezittingen en zijn gaven met een ander deelt heeft hij materie met spiritualiteit  weten te vermengen. Op dat moment is het lichamelijke in zijn leven veranderd van een zwart gat naar een zilver licht.

Zo gaan wij van een maand vol feestdagen en spiritualiteit naar een lege maand. Zolang wij speciale dagen vieren, worden we geïnspireerd door verschillende thema’s, door elkaars gezelschap, door gebeden, gezelligheid en saamhorigheid. Ineens worden we in het diepe gegooid, naar een donkere maand zonder een enkel feest, maar wel vol met water en zondvloed.

Een maand gevuld met regen, kou en winter. De vloed kan ons overspoelen. De leegte kan ons doen schrikken. Maar, dat is alleen maar als je afhankelijk bent van de gebeurtenissen en de mensen om je heen. Wie ben jij dan? Wat weerkaats jij? Ben jij als een zwart gat dat al het licht van feestdagen en anderen absorbeert of ga je in Mar Cheshwan het zonlicht van de vorige maand weerspiegelen?

Wanneer ga jij je eigen inspiratie creëren?

Zolang er feest wordt gevierd, ben je blij en vrolijk. Zolang je geïnspireerd wordt, gaat het je goed. Maar wanneer ga jij je eigen inspiratie creëren, zonder afhankelijk te zijn van gebeurtenissen of mensen om je heen? De dagen worden korter en donkerder. Je omgeving is er niet meer om jou te inspireren. Nu ben jij het, alleen. Nu zal je kracht uit jezelf moeten putten om de spiritualiteit in jouw lichamelijke leven te laten doordringen.

Schrik niet van Tsunami’s en overstromingen. Houd je hoofd boven water en laat zien dat jij ook een wereld voor jezelf kunt maken waarin het G-ddelijke en het spirituele een warm plekje verdienen, midden in de leegte, midden in je dagelijkse feestloze leven.

Feestloos, maar niet geesteloos!

Shabbat Shalom!

Bracha Heintz

              >>  lees ook de parasha Noach | Kom aan boord!

              >>   lees ook de parasha Noach | Volhouden ondanks moeilijkheden

             >>  lees ook de parasha Noach | Voor, tijdens en na de zondvloed

Gebaseerd op lessen en artikelen van Rav YY Jacobson. Laat het mij weten indien U deze artikelen niet wenst te ontvangen. Vragen en kritiek zijn ook zeer welkom!


Helpt u mee om de continuïteit van deze artikelen te waarborgen? Door te sponsoren word je een actieve partner en steun je ook verdere activiteiten! Doneren kan hier op chabadutrecht.nl/doneren.

Beeld: chabad.org

Met dank aan Rianne, Sonja en Devorah voor hun hulp bij het bewerken van dit artikel.

 

 

Bereeshiet | Energiebron voor het hele jaar

Bereeshiet | Energiebron voor het hele jaar

De Torah is de gebruiksaanwijzing voor het leven: ze leert ons hoe we tegelijkertijd ín én bóven de wereld kunnen leven. Toch komen wij dikwijls obstakels tegen die het uitvoeren van de geboden belemmeren: werkelijkheid of illusie?

Dowload hier een printversie (PDF) van dit artikel)

De feestdagen zijn amper voorbij. Hiermee hebben wij een reeks zeer bijzondere dagen achter de rug. En nu beginnen we de Torah opnieuw te lezen van vooraf aan met niets minder dan het scheppingsverhaal.

בְּרֵאשִׁ֖ית בָּרָ֣א אֱלֹקים אֵ֥ת הַשָּׁמַ֖יִם וְאֵ֥ת הָאָֽרֶץ׃

Bereeshiet, in het begin schiep G-d de hemel en de aarde.
[Bereeshiet 1-1]

Maar betekent Bereeshiet (het eerste woord uit de Torah) wel in het begin? Ik moet u teleurstellen, geachte lezer, omdat het woord Bereeshiet helemaal niet het gebruikelijke woord is om in het begin te zeggen. Als u denkt dat de Torah bij het begin begint en het een geschiedenisboek is, dan zit u fout. Als u meent dat de Torah een boek met verhalen is, ook dan heeft u het mis.

Spiritueel en materieel

Natuurlijk zijn er in de Torah  vele verhalen, omdat wij aan de hand van deze vertellingen een bepaald idee beter kunnen begrijpen. De verhalen zijn nodig om iets duidelijk te maken of te illustreren.

Wat is de Torah dan wel? Het is onder andere een boek dat G-d aan ons gegeven heeft en dat gevuld is met lessen over hoe we tegelijkertijd boven de wereld en in de wereld kunnen leven. Dit doen wij door de ge- en verboden, die in de Torah beschreven staan, uit te voeren.

De geboden en verboden zijn allemaal met materie verbonden. Je kunt namelijk geen koe kosher slachten zonder dat er een koe aan te pas komt. Noch kun je een Shabbat-lichtje aansteken zonder olie of was. Door de geboden uit te voeren sla je een brug tussen het spirituele en het materiële. De Torah is een systeem, een gebruiksaanwijzing om de materie te verheffen naar een ander niveau en een andere dimensie. De verhalen helpen ons daarbij.

G-d is de Schepper van hemel en aarde. Hemel betekent ook spirituele wereld en met aarde wordt de materiële wereld bedoeld. Omdat G-d beide geschapen heeft, is Hij ook de Enige die de formule kent om een brug te slaan tussen het aardse en het hemelse, waardoor de materie verheven kan worden. Zo worden we geholpen om uit onze dagelijkse sleur te komen en alle materie die wij dag in dag uit gebruiken naar een andere dimensie te verheffen. De formule is het volgen van de Mitswot, de geboden. De ge- en verboden zijn de gebruiksaanwijzing. Elke keer dat je er eentje uitvoert, verhef je het stukje materie waarmee je het gebod uitvoert en je brengt jezelf ook naar een hoger niveau.

Toen G-d de wereld schiep heeft Hij van spiritualiteit materie gemaakt, een neerwaartse beweging. Wanneer een mens een gebod uitvoert, doet hij het omgekeerde: hij maakt van materie weer spiritualiteit, een opwaartse beweging. Hij brengt zichzelf en de gebruikte materialen terug naar hun bron.

Stel: iemand bakt een lekkere taart om op Shabbat te eten. Hiermee eert hij de Shabbat omdat hij het lekkerste wat hij heeft, voorbereidt voor deze belangrijke dag. Met dit bakken verheft hij alle ingrediënten van de taart en alle moeite, die hij en anderen erin gestoken hebben om deze taart tot stand te laten komen en tot een hoger bestaan te leiden. Van het zaaien en oogsten van de gebruikte tarwe tot de oven en keuken waar het in gebakken is heeft elke afzonderlijke handeling of stap een andere dimensie gekregen omdat die taart gebakken is om er op Shabbat plezier van te hebben, en niet zomaar voorbereid is om er zelfzuchtig van te genieten. 

Gebruiksaanwijzing

Een dier gebruikt de materiële wereld uitsluitend om in zijn behoeftes te voorzien. Dit is zijn instinct en het heeft geen andere mogelijkheid. Een mens kan daarentegen kiezen hoe hij handelt: óf gelijk een dier óf gelijk een schepsel dat naar het evenbeeld van G-d gemaakt is. Een mens heeft de keus, een dier niet. Een mens kan, net zoals een dier, de materiële wereld voor zichzelf gebruiken of hij kan het verheffen door middel van de gebruiksaanwijzing die in de Torah staat. Je kunt bijvoorbeeld je salaris uitsluitend voor jezelf gebruiken, het dier-niveau. Je kunt er ook voor kiezen om 10% van je inkomen weg te geven aan goede doelen,  het mens-niveau.

Je kunt van het sporten een hobby maken dat jouw hele leven gaat beheersen of je kunt het sporten gebruiken om je lichaam gezond te houden.

Wil je een hoger bestaan leiden? Of wil je op het niveau van een dier leven en je tijd besteden om je verlangens en lusten te bevredigen? Kies je ervoor om ónder of bóven  de wereld te staan? Heeft de materiële wereld grip op jou of ben jij diegene die de touwtjes in handen heeft? Beslis jij hoeveel en hoe vaak jij je smartphone gebruikt of zijn het de hoeveelheid berichtjes per dag die bepalen hoe lang jouw apparaat gebruikt wordt? Gebruik jij je smartphone of word jij door je smartphone gebruikt?

Het geheim zit hem in het eerste woord dat niet per se in het begin betekent. Rashi, een Joodse geleerde uit de 11e eeuw, merkt op dat je dit woord in tweeën kunt splitsen:

> Eerst de בְּ (be) dat een getallenwaarde heeft van twee.
> En vervolgens רֵאשִׁ֖ית (reeshiet) dat het woordje ראש (rosh) in zich heeft dat ‘hoofd’ betekent.  

Terecht merkt Rashi op dat G-d twee doelen heeft, twee hoofdredenen om de wereld te maken: het éne hoofddoel is de Torah en het andere hoofddoel is het Joodse volk. Want zowel de Torah als het Joodse volk worden elders, in Mishlee (8-22) en in Yirmijahoe (2-3), רֵאשִׁ֖ית (reeshiet) genoemd.

Bestuurd vanuit het hoofd

Shabbat Bereeshiet is niet zomaar een Shabbat. Het is de Shabbat waarop we weer opnieuw de Torah beginnen te lezen. Het is niet alleen een aanvang, het is een hoofd, rosh, ראש. Het hoofd is niet alleen het begin van het lichaam, maar in het hoofd zetelt de directie van het hele lijf. Alles wat het lichaam doet, wordt vanuit het hoofd bestuurd. Een ander punt is dat het hoofd hoger is dan het lichaam, maar er wel mee verbonden blijft.

Zo ook wordt het hele nieuwe jaar bestuurd vanuit deze Shabbat. In Bereeshiet leren wij om het hoofd boven water te houden, om boven de fysieke wereld te staan, maar er wel mee verbonden te blijven. Bereeshiet heeft een onmisbare les. Een gedachte die wij het hele jaar met ons meedragen, namelijk het feit dat G-d de Schepper is en dat Hij daarom de kennis heeft hoe wij het beste kunnen handelen om ons leven te optimaliseren. 

Als Schepper is Hij de enige die weet wat goed voor ons is. Vergelijk het met een arts die zijn patiënt een dieet voorschrijft. De patiënt vindt het best lastig maar weet dat de dokter jarenlang gestudeerd heeft en dat hij begrijpt hoe het lichaam werkt. De dokter weet dat het volgen van de restricties nieuwe mogelijkheden aan de patiënt biedt.

G-d weet niet alleen maar hoe ons lichaam in elkaar zit, hij weet ook hoe onze ziel functioneert en hoe ons lichaam, onze emoties en mentale gesteldheid allemaal elkaar beïnvloeden en met elkaar samenwerken. En diezelfde enige G-d, die door en door weet hoe wij in elkaar zitten, simpelweg omdat Hij diegene is die ons gemaakt heeft, geeft ons de gelegenheid om Zijn geboden uit te voeren. Je kunt kiezen om ze lastig te vinden of je kunt ze beschouwen als een mogelijkheid en opening tot een waardevol bestaan. Een restrictie kan als onaangenaam ervaren worden of als een kader waarin nieuwe mogelijkheden kunnen ontstaan. Denk aan een hek dat jou belet om van een brug af te vallen. Het hek is een obstakel om ervoor te zorgen dat je veilig blijft. Echter kan iemand datzelfde hek als vervelend en irritant ervaren. Maar het hek behoedt jou om van de brug af te vallen! 

Presteren

Of neem bijvoorbeeld een echtpaar dat er voor kiest om kinderen te krijgen. Je zou kunnen denken dat de nieuwe ouders hierdoor in hun dagelijks leven belemmerd zullen worden om allerlei leuke dingen te ondernemen. De kinderen gaan hun slaap verstoren, ze gaan hen heel veel geld, tijd en moeite kosten. Ze kunnen door de kinderen niet meer zomaar het huis verlaten en misschien daardoor ook niet of minder werken; er zal eerst een oppas geregeld moeten worden. Om over de tienerjaren maar niet te spreken. En natuurlijk is dat allemaal waar. Maar de kinderen zijn ook onze enige opening naar de toekomst.

Op een gegeven moment zullen we er niet meer zijn en wat dan? De kinderen zorgen ervoor dat alles, waar wij voor hebben gestaan, voortgezet wordt. Ze erven niet alleen ons geld, ons huis of onze zaak. Ze nemen alles van ons over: ons karakter, onze intelligentie, ons gevoel voor humor. Kortom ons DNA blijft door onze kinderen voortbestaan.

G-d kent niet alleen ons lichaam en onze emoties, maar ook onze ziel en geest. Hij weet precies wat bij ons past. Gelijk een atleet die hoog moet scoren en daar een strikt schema voor volgt, zo volgt een Jood een dagelijks programma om spiritueel hoog te kunnen presteren. Dit principe geldt voor alle geboden en verboden.

Tegenslagen

Maar soms gaat het mis. Je wordt overrompeld door allerlei tegenslagen. Je weg tot Torah en Mitswot wordt versperd en je kunt geen kant op. Je baas geeft je geen vrij om Yom Kipoer te vieren. Of je business of winkel laat het niet toe om op Shabbat de deuren te sluiten. Of misschien is het moeilijk om in de stad, waar je woont, kosher voedsel te verkrijgen.

En dan komt de Torah ons helemaal aan het begin vertellen dat:
1. De hele wereld is geschapen met twee hoofddoelen, de Torah en het Joodse volk.
2. Het is G-d die de wereld heeft gemaakt en dus ook weet hoe alles in deze wereld werkt.

In Zijn wereld kan het níet zijn dat Hij ons vraagt om iets te doen dat onmogelijk is om uit te voeren. Hoe kun je zeggen dat G-d ons enerzijds gebiedt om iets te doen en anderzijds een wereld maakt waarin het onmogelijk zou zijn om het uit te voeren? Dat kan niet, tenzij je zou beweren dat G-d zich vergist. Echter druist dit dwars in tegen de definitie van G-d, een volmaakte Kracht en Energiebron die de wereld gemaakt heeft en constant in stand houdt.

De wereld is zo gemaakt dat Torah en Mitswot (de geboden) mogelijk zijn. Hoe zit het dan met alle moeilijkheden, onmogelijkheden en struikelblokken? Niet alleen zijn de mitswot mogelijk, maar de materiële wereld faciliteert zelfs het uitvoeren van de ge- en verboden. Soms lijkt het niet zo, maar dat is slechts een illusie. Zodra je doorzet, smelten alle obstakels weg als sneeuw voor de zon. Je zou bijvoorbeeld kunnen denken dat, als je je volledig aan de shabbat wetten gaat houden, dat je daar hinder van zal ondervinden:

Ik ga mijn baan kwijtraken als ik niet kom opdagen. Ik word arm als ik kosher ga eten en een mezoeza voor al mijn deuren zou aanschaffen. Werkelijk, denk je dat echt?

Probeer het maar en je zult zien dat op het moment dat je besluit uit te voeren wat G-d je opgedragen heeft, alle belemmeringen zullen verdwijnen. Gelijk het Joodse volk dat bij de Rode Zee stond met een leger van boze Egyptenaren achter zich aan. Ze konden werkelijk geen kant op, maar toch zijn ze voorwaarts gegaan en toen moest G-d de zee wel voor ze splitsen.

Wil jij ook zeeën van problemen zien verdwijnen? Doe wat je moet doen. Kijk in de Torah. Durf voorwaarts te gaan. Laat de wereld jou niet tegenhouden, want de wereld is gemaakt om mee te werken.

Doorzetten

Maar inderdaad, het gebeurt niet vanzelf. En weet je waarom? Omdat zodra je iets probeert te veranderen er altijd weerstand optreedt.  Kijk maar wat er gebeurt als je water probeert te koken. Wat je aan het doen bent is een vloeistof veranderen in stoom. Razendsnel rijst de temperatuur totdat het bijna kookt en het in stoom gaat veranderen. Op het moment dat de verandering van vloeistof tot stoom bijna plaats gaat vinden, rond de 90° ongeveer, is de tegenwerking het grootst. De laatste graden, voordat de 100 bereikt wordt, duren het langst en die maken het meeste kabaal. Het is alsof het water zegt ‘nee, ik wil niet veranderen, ik wil geen stoom worden’.

De tegenstand is het grootst en de wrijving het sterkst wanneer er een verandering gaat plaatsvinden. Zo ook voelen wij altijd wrijving en tegenslag op het moment dat een nieuwe weg wordt ingeslagen.

Wil je vuur, warmte en energie creëren dan zal er wrijving moeten komen. Denk aan een lucifer die je met kracht langs het schuurpapier moet strijken voor je een vlam kan laten ontstaan. 

Wanneer wij de materie op een hoger niveau willen brengen, lijkt er van alles niet te kunnen. Dat is echter alleen maar een illusie. Wij worden dagelijks uitgedaagd: ervaren wij de materie als obstakel of zetten we door?

Dit is de les van Bereeshiet, het hoofd, de kerncentrale. Bereeshiet is een kern van energie die wij gedurende het hele jaar nodig hebben en zullen gaan gebruiken; de wetenschap dat G-d de wereld creëert en dat er niets in deze wereld  bestaat dat in de weg van G-ds wil kan staan.

Shabbat Shalom!

Bracha Heintz

Klik hier om wekelijks per WhatsApp een artikel te ontvangen!

Gebaseerd op lessen en artikelen van Rav YY Jacobson. Laat het mij weten indien U deze artikelen niet wenst te ontvangen. Vragen en kritiek zijn ook zeer welkom!


Helpt u mee om de continuïteit van deze artikelen te waarborgen? Door te sponsoren word je een actieve partner en steun je ook verdere activiteiten! Doneren kan hier op chabadutrecht.nl/doneren.

Beeld: chabad.org

 

 

Wezot Haberacha | Een nieuwe wereld scheppen

Wezot Haberacha | Een nieuwe wereld scheppen

We zitten nu midden in de feestdagen, maar de wereld met al zijn goede en minder leuke kanten bestaat nog steeds. Wat brengt het je? Mooie dingen of ook problemen, wrijvingen, ruzies of zelfs trauma’s? Hoe kunnen we dit aan? Het laatste tekstgedeelte uit de Tora geeft een lichtpuntje en laat zien dat jij en ik bij machte zijn om een nieuwe realiteit voor onszelf te scheppen.

Download hier een printversie van dit artikel (PDF)

‘Het slotstuk bepaalt alles’, vertelt de Talmoed ons in Berachot 12 – 1. Wat spannend, geachte lezer, want we zijn inmiddels gearriveerd bij het allerlaatste deel van de Torah, het allerlaatste gedeelte van het vijfde boek. Wat is de laatste boodschap die de Torah ons meegeeft voordat wij weer van vooraf aan zullen beginnen?

In deze laatste Parasha zegent Moshe, vlak voor zijn overlijden, het Joodse volk. Vervolgens wordt beschreven hoe Moshe de berg Newo beklom om daar zijn ziel aan zijn Schepper terug te geven. De laatste verzen spreken uit hoe fantastisch Moshe was:

‘En er is in Israel nooit een profeet geweest zoals Moshe, die direct met G-d kon communiceren. Voor alle tekens en wonderen die G-d hem gestuurd had om in Egypte te doen, voor Farao en voor al zijn dienaren en voor zijn land. En voor de sterke hand en voor al het grote ontzagwekkende dat Moshe gedaan heeft voor de ogen van heel Israel.’ 
Deuteronomium / Dewariem 34, 10-12

Dit zijn de laatste woorden van de Torah. We zijn natuurlijk het meest nieuwsgierig naar de allerlaatste zin en woorden. Want wat wordt er bedoeld met ‘een sterke hand’? Wat is ‘het ontzagwekkende’ dat Moshe gedaan heeft? Er zijn namelijk zoveel wonderen gebeurd. En wat heeft Moshe gedaan ‘voor de ogen van heel Israel‘?

Gebroken Stenen Tafelen

Rashi, een bekende Frans Joodse geleerde uit de 11e eeuw, helpt ons verder. Hij verwijst ons terug naar Parashat Eekew (Dewariem hoofdstuk 9 vers 17). Daar wordt omschreven hoe Moshe van de berg Sinai afdaalde met de stenen tafelen in zijn handen. Op het moment dat hij het Gouden Kalf zag brak hij  de stenen tafelen.  ‘…en ik heb ze gebroken voor jullie ogen.’ 

De Torah heeft oog voor elk detail. De boodschappen die in de Torah schuilen zijn soms heel subtiel en Rashi bemerkte hier de herhaling ‘voor jullie ogen‘. Wanneer dezelfde uitdrukking op twee verschillende plaatsen voorkomt, bestaat er een verband. De uitdrukking ‘voor jullie ogen’ zien we bij het breken van de tafelen in hoofdstuk 9 en nu weer in het laatste vers van de Torah.

Daarom concludeert Rashi dat beide verzen hetzelfde voorval beschrijven, alhoewel de tafelen niet genoemd worden in het laatste vers van de Torah. ‘De sterke hand’ is de hand van Moshe en ‘het ontzagwekkende voor jullie ogen’ is het breken van de stenen tafelen.

Wat nu? Zou de Torah eindigen met het breken van de stenen tafelen? We eindigen een Parasha toch altijd op een positieve manier, en toch zeker het laatste deel van een heel boek dat tevens het slotstuk is van de hele Torah? Bovendien waren we toch het Joodse volk aan het zegenen en Moshe aan het prijzen hoe uniek en bijzonder hij was in alle fantastische daden die hij verricht had en door alle wonderen die via hem in Egypte tot stand waren gekomen…? En dan dit!

Het aanbidden van het Gouden Kalf was echt het dieptepunt van onze geschiedenis. Een duidelijkere afgodsdienst was er niet. Nota bene vlak na de uittocht uit Egypte; nog geen veertig dagen nadat het hele Joodse volk met eigen ogen en oren de verschijning van G-d op de berg Sinai had mogen beleven en de eerste twee  geboden had mogen horen.

Zou de Torah hiermee eindigen? Met een daad van het Joodse volk waar we ons nog steeds voor moeten schamen? Met de boosheid en woede waarmee onze grootste leider de tafelen brak? En dat ook nog in een Parasha vol met zegens en lofuitingen voor zowel het Joodse volk als voor Moshe? 

Weloverwogen daad

We moeten concluderen dat het breken van de stenen tafelen kennelijk ook – en voorál – een positieve actie is geweest. Hoe anders kunnen we verklaren dat Moshe ze gebroken heeft? Hoe kunnen we van hem zeggen dat hij impulsief reageerde en is gaan gooien met wat hij in handen had? Hoe kunnen we dit zeggen van Moshe, een voorbeeldfiguur van de eerste orde?

Nee, dames en heren, het breken van de stenen tafelen was een weloverwogen daad van Moshe Rabenoe. Moshe kon namelijk kiezen: óf voor de Torah óf voor het Joodse volk. Hij had de stenen tafelen kunnen bewaren en G-d het Joodse volk laten vernietigen. Dat laatste was G-d sowieso al van plan. G-d heeft na het aanbidden van het Gouden Kalf aan Moshe voorgesteld om het hele Joodse volk te vernietigen en een nieuw volk vanaf Moshe en zijn nazaten te stichten. Maar Moshe wilde daar niets van horen.

Moshe Rabenoe zei tegen G-d dat als Hij het Joodse volk zou vernietigen Hij maar beter Moshes naam uit de Torah kon verwijderen. Moshe, onze trouwe leider, heeft het Joodse volk verdedigd en G-d gesmeekt om het hele volk te vergeven, hetgeen later ook geschiedde. Op het moment dat G-d de stenen tafelen wil behouden en het Joodse volk wil vernietigen zegt Moshe tegen G-d: niets daarvan. Het Joodse volk heeft prioriteit boven de Torah en als er tussen die twee gekozen moet worden dan heeft het Joodse volk voorrang. Nee, zegt Moshe Rabenoe tegen G-d: we gaan geen Joods volk vernietigen. We gaan de stenen tafelen breken. Want wie was er nou eerst? Wat is hoger? En wie krijgt er voorrang?

Het Joodse volk gaat vóór en niet de Torah die door de stenen tafelen vertegenwoordigd wordt. De Torah is het verbond tussen G-d en Zijn volk. Een contract tussen beiden. Maar het Joodse volk bestond éérst, daarna kwam pas de Torah.

Moshe Rabenoe maakte een weloverwogen keuze waardoor het Joodse volk bij het maken van het Gouden Kalf niet in gebreke zou gesteld zijn: in plaats van dat het Joodse volk door het dienen van het Gouden Kalf zich schuldig zou hebben gemaakt aan contractbreuk, was het veel verstandiger om het contract te verscheuren en ongeldig te maken. Het is onmogelijk om steen te verscheuren, daarom heeft Moshe Rabenoe de stenen tafelen laten breken. En nu wordt Moshe Rabenoe daarvoor geprezen, voor zijn sterke hand en zijn ontzagwekkende daad in de ogen van heel Israel. Het breken van de stenen tafelen heeft het Joodse volk van de vernietiging gered. En wat kan een Joodse leider nu beter doen dan zijn volk redden? 

Simchat Torah

Wist U dat Wezot Haberacha de enige Parasha in de hele Torah is die niet op Shabbat gelezen wordt? Wanneer wordt het wel gelezen? Op Simchat Torah, het Feest van de Vreugde der Wet. Een dag dat het Joodse volk haar vreugde over de Torah toont door ermee te dansen en te zingen. Het is de dag dat de Torah ons blij maakt. Het is ook de dag dat het Joodse volk de Torah blij maakt.

Men zou zich kunnen afvragen hoe wij de Torah blij kunnen maken en wie zijn wij om dat überhaupt te mogen doen?

In eerste instantie hebben wij de Torah ontvangen. Een ontvanger staat per definitie op een lager niveau dan de gever, althans ten aanzien van de gift. In eerste instantie is de gift in handen van de gever en de ontvanger is afhankelijk van de gever om het te krijgen. Dit klinkt misschien heel simpel maar dit detail zal ons verder helpen het geheel te begrijpen. Op het moment dat het Joodse volk de Torah ontving stond de Torah hoger dan de ontvanger, het Joodse volk. Dit gebeurde bij de berg Sinai. Maar dié Torah, die eerste stenen tafelen, zijn gebroken. Kennelijk waren ze niet zo volmaakt. Daarna hebben wij een tweede set stenen tafelen ontvangen, maar niet meteen. Eerst moesten wij tot inkeer komen. Daarna mocht Moshe Rabenoe nieuwe tafelen uit steen houwen, zie Shemot 34-1:

וַיֹּ֤אמֶר ה֙ אֶל־מֹשֶׁ֔ה פְּסָל־לְךָ֛ שְׁנֵֽי־לֻחֹ֥ת אֲבָנִ֖ים כָּרִאשֹׁנִ֑ים וְכָתַבְתִּי֙ עַל־הַלֻּחֹ֔ת אֶת־הַדְּבָרִ֔ים אֲשֶׁ֥ר הָי֛וּ עַל־הַלֻּחֹ֥ת הָרִאשֹׁנִ֖ים אֲשֶׁ֥ר שִׁבַּֽרְתָּ׃

En G-d zei tegen Moshe, houw voor jezelf twee stenen tafelen zoals de eersten, en Ik zal de woorden schrijven die op de eerste stenen waren die jij hebt gebroken.

‘Jij hebt het contract verscheurd , maak jij nu een nieuw contract en dan zal Ik het invullen.’

Opnieuw staat hier een klein woordje waar heel veel achter zit: אשר betekent die, maar אשר betekent ook bevestigen. G-d zei tegen Moshe Rabenoe: ‘goed gedaan, dat breken van de tafelen’. Die eerste tafelen waren een cadeau uit de hemel waar het Joodse volk geen moeite voor had gedaan.

Door de tafelen te breken heeft Moshe een heel proces in werking gesteld. Een proces van inkeer en verzoening dat uiteindelijk ertoe geleid heeft dat er opnieuw stenen tafelen kwamen. Deze tweede keer was het echter geen cadeau, maar een respons van G-d jegens het Joodse volk nadat het tot inkeer was gekomen. De tweede tafelen waren ‘verdiend’ en daardoor van een hoger niveau dan de eerste. Omdat deze tweede set het resultaat was van onze inkeer, worden wij nu als katalysator en gever beschouwd en zijn wij diegenen die de Torah blij maken.

Verzoening

G-d gaf de tweede set tafelen aan het Joodse volk op Yom Kipoer, een dag die bij uitstek geschikt is voor verzoening. De verzoening herdenken en herbeleven wij op Yom Kipoer op een serieuze manier. Tijdens Soekot en Simchat Torah vieren wij de verzoening op een vrolijke manier met uitbundig zingen en dansen. Alle energie die in Rosh Hashana en Yom Kipoer verborgen ligt, komt tot uiting tijdens Soekot en Simchat Torah. Wat op een serieuze en diepe wijze tijdens de ontzagwekkende dagen is ervaren komt op een uitbundige en openbare manier naar buiten tijdens Soekot en Simchat Torah. Aan het begin van de maand (Rosh Hashana = Joods Nieuwjaar) was de maan bedekt en het licht onzichtbaar, maar de maan was er wel. In het midden van de maand, wanneer Soekot begint is de maan vol en is alle energie zichtbaar.

Je zou je kunnen afvragen waarom Vreugde der Wet niet gevierd wordt op Shawoe-ot, de dag wanneer we de Tien Geboden van G-d hebben ontvangen op de berg Sinai. Natuurlijk zijn we dan blij dat G-d ons dit enorme cadeau heeft gegeven. De vreugde was echter niet compleet. De tafelen werden 40 dagen later op 17 Tamoez gebroken, een dag waarop we tot vandaag de dag vasten.

Yom Kipoer, de dag dat de tweede stenen tafelen werden ontvangen vormt juist het hoogtepunt van de vreugde van de Torah. Op Yom Kipoer herbeleven wij elk jaar onze verzoening met G-d. Wij zijn een heel etmaal bezig om onze relatie met Hem te verbeteren en te verhogen en daarmee iets aan G-d te geven dat Hij zelf niet bezit, namelijk onze inkeer. Inkeer is een goedje dat G-d zelf onmogelijk kan bezitten omdat Hij per definitie volmaakt is en nooit iets fouts doet. En dus zijn de rollen omgekeerd. Op Yom Kipoer zijn wij de gever en G-d de ontvanger van dit sublieme cadeau dat inkeer heet. De relatie met G-d is  bijzonder omdat Hij ons in zijn volmaaktheid toelaat om Hem iets te geven dat Hij niet bezit en niet kan bezitten. En deze relatie wordt op Yom Kipoer, ‘inkeerdag’, nog groter. Het plezier om te geven is in een relatie enorm. Het is een reden om te vieren. Vanwege het serieuze karakter van Yom Kipoer vieren we pas enkele dagen later deze bijzondere relatie tussen mens en G-d. Dit gebeurt tijdens het Loofhuttenfeest met als slot Simchat Torah.

‘De Torah maakt ons blij’ is van toepassing op de eerste gratis verkregen tafelen.

‘Wij maken de Torah blij’ is van toepassing op de tweede tafelen waar we hard voor gewerkt hebben.  

Aanwezigheid

Zo eindigen de vijf boeken van de Torah: met het prijzen van het Joodse volk dat hard gewerkt heeft om de relatie met G-d weer te herstellen en met het prijzen van Moshe Rabenoe die dat allemaal in werking heeft weten te stellen door ervoor te kiezen om de eerste stenen tafelen te breken. 

Wat we vooral als les mee kunnen nemen uit de laatste woorden van de Torah, die op de laatste dag van een hele reeks feestdagen gelezen worden, is het volgende: Wees je ervan bewust dat jij bij machte bent om een nieuwe wereld te scheppen.

Want de feestdagen zullen binnenkort voorbij zijn. We zullen weer het dagelijkse, gewone leven ingaan. De wereld met al zijn goede en minder leuke kanten komt ons weer tegemoet. Problemen, wrijvingen, ruzies en soms zelfs trauma’s kunnen ons doen schrikken. We kunnen ons afvragen of we dit allemaal wel aankunnen. We zoeken inspiratie, kracht en potentieel en toch, op één of andere manier, ontgaat ons dat ene lichtpuntje.

De laatste boodschap van de Torah is: goed gedaan Moshe Rabenoe! Mooie zet, dat breken van die stenen tafelen.

Met andere woorden: schrik niet van tegenslag, moeilijkheden, brokken en problemen.
Integendeel! Maak er gebruik van. Verzamel de kapotte stukken in je leven en keer de dieptepunten om. Creëer voor jezelf nieuwe tafelen. Wees je ervan bewust dat jij bij machte bent om een nieuwe wereld te scheppen.

G-d heeft ons met de muren van de loofhut met liefde omarmd. G-d en het Joodse volk zijn één. Net zoals G-d een wereld heeft geschapen waar Hij zichzelf in heeft verborgen, zo zijn wij in staat om het proces om te keren door een wereld te creëren waarin G-d zichtbaar is. Dit doen wij door Zijn wil uit te voeren waardoor G-d geopenbaard wordt. 

Daarom is het dat, zodra wij klaar zijn op Simchat Torah met het lezen van Zot Haberacha, de laatste Parasha van het vijfde boek, wij enkele minuten later, gelijk weer opnieuw beginnen met het eerste stukje te lezen van het eerste boek, het verhaal van de schepping, Genesis 1.

Hier zien wij dat G-d een wereld heeft gemaakt. Maar omdat wij één zijn met G-d zijn wij ook in staat om een wereld te creëren, een andere wereld. Een wereld waarin tegenslag geen eindpunt is maar als springplank fungeert voor nieuwe stenen tafelen. Een wereld waarin gebroken stukken veranderd worden in het hernieuwen en verfrissen van oude relaties. 

Chag Sameach!

Bracha Heintz

Klik hier om wekelijks per WhatsApp een artikel te ontvangen!

> Lees hier aanvullende informatie in Parsashat Eekew, waar de zin ‘voor jullie ogen’ ook besproken wordt.

Gebaseerd op lessen en artikelen van Rav YY Jacobson. Laat het mij weten indien U deze artikelen niet wenst te ontvangen. Vragen en kritiek zijn ook zeer welkom!


Helpt u mee om de continuïteit van deze artikelen te waarborgen? Door te sponsoren word je een actieve partner en steun je ook verdere activiteiten! Doneren kan hier op chabadutrecht.nl/doneren.

Speciale dank voor de opmaak en correcties door Rianne Meyer, Sonja Tamam en Devorah v.d. Heiden.