Tag: Lubavitcher Rebbe

Wezot Haberacha | Een nieuwe wereld scheppen

Wezot Haberacha | Een nieuwe wereld scheppen

We zitten nu midden in de feestdagen, maar de wereld met al zijn goede en minder leuke kanten bestaat nog steeds. Wat brengt het je? Mooie dingen of ook problemen, wrijvingen, ruzies of zelfs trauma’s? Hoe kunnen we dit aan? Het laatste tekstgedeelte uit de Tora geeft een lichtpuntje en laat zien dat jij en ik bij machte zijn om een nieuwe realiteit voor onszelf te scheppen.

Download hier een printversie van dit artikel (PDF)

‘Het slotstuk bepaalt alles’, vertelt de Talmoed ons in Berachot 12 – 1. Wat spannend, geachte lezer, want we zijn inmiddels gearriveerd bij het laatste deel van de Torah, het allerlaatste gedeelte van het vijfde boek. Wat is de laatste boodschap die de Torah ons meegeeft voordat wij weer van vooraf aan zullen beginnen?

In deze laatste Parasha zegent Moshe, vlak voor zijn overlijden, het Joodse volk. Vervolgens wordt beschreven hoe Moshe de berg Newo beklom om daar zijn ziel aan zijn Schepper terug te geven. De laatste verzen spreken uit hoe fantastisch Moshe was:

‘En er is in Israel nooit een profeet geweest zoals Moshe, die direct met G-d kon communiceren. Voor alle tekens en wonderen die G-d hem gestuurd had om in Egypte te doen, voor Farao en voor al zijn dienaren en voor zijn land. En voor de sterke hand en voor al het grote ontzagwekkende dat Moshe gedaan heeft voor de ogen van heel Israel.’ 
Deuteronomium / Dewariem 34, 10-12

Dit zijn de laatste woorden van de Torah. We zijn natuurlijk het meest nieuwsgierig naar de allerlaatste zin en woorden. Want wat wordt er bedoeld met ‘een sterke hand’? Wat is ‘het ontzagwekkende’ dat Moshe gedaan heeft? Er zijn namelijk zoveel wonderen gebeurd. En wat heeft Moshe gedaan ‘voor de ogen van heel Israel‘?

Gebroken Stenen Tafelen

Rashi, een bekende Frans Joodse geleerde uit de 11e eeuw, helpt ons verder. Hij verwijst ons terug naar Parashat Eekew (Dewariem hoofdstuk 9 vers 17). Daar wordt omschreven hoe Moshe van de berg Sinai afdaalde met de stenen tafelen in zijn handen. Op het moment dat hij het Gouden Kalf zag brak hij  de stenen tafelen.  ‘…en ik heb ze gebroken voor jullie ogen.’ 

De Torah heeft oog voor elk detail. De boodschappen die in de Torah schuilen zijn soms heel subtiel, maar Rashi bemerkte de herhaling ‘voor jullie ogen‘. Wanneer dezelfde uitdrukking op twee verschillende plaatsen voorkomt, bestaat er een verband. De uitdrukking ‘voor jullie ogen’ zien we bij het breken van de tafelen in hoofdstuk 9 en nu weer in het laatste vers van de Torah.

Daarom concludeert Rashi dat beide verzen hetzelfde voorval beschrijven, alhoewel de tafelen niet genoemd worden in het laatste vers van de Torah. ‘De sterke hand’ is de hand van Moshe en ‘het ontzagwekkende voor jullie ogen’ is het breken van de stenen tafelen.

Wat nu? Zou de Torah eindigen met het breken van de stenen tafelen? We eindigen een Parasha toch altijd op een positieve manier? En toch zeker het laatste deel van een heel boek dat tevens het slotstuk is van de hele Torah? Bovendien waren we toch het Joodse volk aan het zegenen en Moshe aan het prijzen hoe uniek en bijzonder hij was en alle fantastische daden die hij verricht had, alle wonderen die via hem in Egypte tot stand waren gekomen…? En dan dit!

Het aanbidden van het Gouden Kalf was echt het dieptepunt van onze geschiedenis. Een duidelijkere afgodsdienst was er niet. Nota bene vlak na de uittocht uit Egypte; nog geen veertig dagen nadat het hele Joodse volk met eigen ogen en oren de verschijning van G-d op de berg Sinai had mogen beleven en de eerste twee  geboden had mogen horen.

Zou de Torah hiermee eindigen? Met een daad van het Joodse volk waar we ons nog steeds voor moeten schamen? Met de boosheid en woede waarmee onze grootste leider de tafelen brak? En dat ook nog in een Parasha vol met zegens en lof voor zowel het Joodse volk als voor Moshe? 

Weloverwogen daad

We moeten concluderen dat het breken van de stenen tafelen kennelijk ook – en voorál – een positief voorval is geweest. Hoe anders kunnen we verklaren dat Moshe ze gebroken heeft? Hoe kunnen we van hem zeggen dat hij impulsief reageerde en is gaan gooien met wat hij in handen had? Hoe kunnen we dit zeggen van Moshe, een voorbeeldfiguur van de eerste orde?

Nee, dames en heren, het breken van de stenen tafelen was een weloverwogen daad van Moshe. Moshe kon namelijk kiezen: óf voor de Torah óf voor het Joodse volk. Hij had de stenen tafelen kunnen bewaren en G-d het Joodse volk laten vernietigen. Dat laatste was G-d sowieso al van plan. G-d heeft na het aanbidden van het Gouden Kalf aan Moshe voorgesteld om het hele Joodse volk te vernietigen en een nieuw volk vanaf Moshe en zijn nazaten te stichten. Maar Moshe wilde daar niets van horen.

Moshe zei tegen G-d dat als Hij het Joodse volk zou vernietigen Hij maar beter Moshes naam uit de Torah kon verwijderen. Moshe, onze trouwe leider, heeft het Joodse volk verdedigd en G-d gesmeekt om het hele volk te vergeven, hetgeen later ook geschiedde. Op het moment dat G-d de stenen tafelen wil behouden en het Joodse volk wil vernietigen zegt Moshe tegen G-d: niets daarvan. Het Joodse volk heeft prioriteit boven de Torah en als er tussen die twee gekozen moet worden dan heeft het Joodse volk voorrang. Nee, zegt Moshe tegen G-d: we gaan geen Joods volk vernietigen. We gaan de stenen tafelen breken. Want wie was er nou eerst? Wat is hoger? En wie krijgt er voorrang?

Het Joodse volk gaat vóór en niet de Torah die door de stenen tafelen vertegenwoordigd wordt. De Torah is het verbond tussen G-d en Zijn volk. Een contract tussen beiden. Maar het Joodse volk bestond éérst, daarna kwam pas de Torah.

Moshe maakte een weloverwogen keuze waardoor het Joodse volk bij het maken van het Gouden Kalf niet in gebreke zou zijn: in plaats van dat het Joodse volk door het dienen van het Gouden Kalf zich schuldig zou hebben gemaakt aan contractbreuk, was het veel verstandiger om het contract te verscheuren en ongeldig te maken. Het is onmogelijk om steen te verscheuren, daarom heeft Moshe de stenen tafelen laten breken. En nu wordt Moshe daarvoor geprezen, voor zijn sterke hand en zijn ontzagwekkende daad in de ogen van heel Israel. Het breken van de stenen tafelen heeft het Joodse volk van de vernietiging gered. En wat kan een Joodse leider nu beter doen dan zijn volk redden? 

Simchat Torah

Wist U dat Wezot Haberacha de enige Parasha in de hele Torah is die niet op Shabbat gelezen wordt? Wanneer wordt het wel gelezen? Op Simchat Torah, het Feest van de Vreugde der Wet. Een dag dat het Joodse volk haar vreugde over de Torah toont door ermee te dansen en te zingen. Het is de dag dat de Torah ons blij maakt. Het is ook de dag dat het Joodse volk de Torah blij maakt.

Men zou zich kunnen afvragen hoe wij de Torah blij kunnen maken en wie zijn wij om dat überhaupt te mogen doen?

In eerste instantie hebben wij de Torah ontvangen. Een ontvanger staat per definitie op een lager niveau dan de gever althans ten aanzien van de gift. In eerste instantie is de gift in handen van de gever en de ontvanger is afhankelijk van de gever om het te krijgen. Dit klinkt misschien heel simpel maar dit detail zal ons verder helpen het geheel te begrijpen. Op het moment dat het Joodse volk de Torah ontving stond de Torah hoger dan de ontvanger, het Joodse volk. Dit gebeurde bij de berg Sinai. Maar dié Torah, die eerste stenen tafelen zijn gebroken. Kennelijk waren ze niet zo volmaakt. Daarna hebben wij een tweede set stenen tafelen ontvangen, maar niet meteen. Eerst moesten wij tot inkeer komen. Toen mocht Moshe nieuwe tafelen houwen, zie Shemot 34-1:

וַיֹּ֤אמֶר ה֙ אֶל־מֹשֶׁ֔ה פְּסָל־לְךָ֛ שְׁנֵֽי־לֻחֹ֥ת אֲבָנִ֖ים כָּרִאשֹׁנִ֑ים וְכָתַבְתִּי֙ עַל־הַלֻּחֹ֔ת אֶת־הַדְּבָרִ֔ים אֲשֶׁ֥ר הָי֛וּ עַל־הַלֻּחֹ֥ת הָרִאשֹׁנִ֖ים אֲשֶׁ֥ר שִׁבַּֽרְתָּ׃

En G-d zei tegen Moshe, houw voor jezelf twee stenen tafelen zoals de eersten, en Ik zal de woorden schrijven die op de eerste stenen waren die jij hebt gebroken.

‘Jij hebt het contract verscheurd , maak jij nu een nieuw contract en dan zal Ik het invullen.’

Opnieuw staat hier een klein woordje waar heel veel achter zit: אשר betekent die, maar אשר betekent ook bevestigen. G-d zei tegen Moshe ‘goed gedaan, dat breken van de tafelen’. Die eerste tafelen waren een cadeau uit de hemel waar het Joodse volk geen moeite voor had gedaan.

Door de tafelen te breken heeft Moshe een heel proces in werking gesteld. Een proces van inkeer en verzoening dat uiteindelijk ertoe geleid heeft dat er opnieuw stenen tafelen kwamen. Deze tweede keer was het echter geen cadeau, maar een respons van G-d jegens het Joodse volk nadat het tot inkeer was gekomen. De tweede tafelen waren ‘verdiend’ en daardoor van een hoger niveau dan de eerste. Omdat deze tweede set het resultaat was van onze inkeer, worden wij nu als katalysator en gever beschouwd en zijn wij diegenen die de Torah blij maken.

Verzoening

G-d gaf de tweede set tafelen aan het Joodse volk op Yom Kipoer, een dag die bij uitstek geschikt is voor verzoening. De verzoening herdenken en herbeleven wij op Yom Kipoer op een serieuze manier. Tijdens Soekot en Simchat Torah vieren wij de verzoening op een vrolijke manier met uitbundig zingen en dansen. Alle energie die in Rosh Hashana en Yom Kipoer verborgen ligt, komt tot uiting tijdens Soekot en Simchat Torah. Wat op een serieuze en diepe wijze tijdens de ontzagwekkende dagen is ervaren komt op een uitbundige en openbare manier naar buiten tijdens Soekot en Simchat Torah. Aan het begin van de maand was de maan bedekt en het licht onzichtbaar, maar de maan was er wel. In het midden van de maand, wanneer Soekot begint is de maan vol en is alle energie zichtbaar.

Je zou je kunnen afvragen waarom Vreugde der Wet niet gevierd wordt op Shawoe-ot, de dag wanneer we de Tien Geboden van G-d hebben ontvangen op de berg Sinai. Natuurlijk zijn we dan blij dat G-d ons dit enorme cadeau heeft gegeven. De vreugde was echter niet compleet. De tafelen werden 40 dagen later op 17 Tamoez gebroken, een dag waarop we tot vandaag de dag vasten.

Yom Kipoer, de dag dat de tweede stenen tafelen werden ontvangen vormt juist het hoogtepunt van de vreugde van de  Torah. Op Yom Kipoer herbeleven wij elk jaar onze verzoening met G-d. Wij zijn een heel etmaal bezig om onze relatie met Hem te verbeteren en te verhogen en daarmee iets aan G-d te geven dat Hij zelf niet bezit, namelijk onze inkeer. Inkeer is een goedje dat G-d zelf onmogelijk kan bezitten omdat Hij per definitie volmaakt is en nooit iets fouts doet. En dus zijn de rollen omgekeerd. Op Yom Kipoer zijn wij de gever en G-d de ontvanger van dit sublieme cadeau dat inkeer heet. De relatie met G-d is  bijzonder omdat Hij ons in zijn volmaaktheid toelaat om Hem iets te geven dat Hij niet bezit en niet kan bezitten. En deze relatie wordt op Yom Kipoer, ‘inkeerdag’, nog groter. Het plezier om te geven is in een relatie enorm. Het is een reden om te vieren. Vanwege het serieuze karakter van Yom Kipoer vieren we pas enkele dagen later deze bijzondere relatie tussen mens en G-d. Dit gebeurt tijdens het Loofhuttenfeest met als slot Simchat Torah.

‘De Torah maakt ons blij’ is van toepassing op de eerste gratis verkregen tafelen.

‘Wij maken de Torah blij’ is van toepassing op de tweede tafelen waar we hard voor gewerkt hebben.  

Aanwezigheid

Zo eindigen de vijf boeken van de Torah: met het prijzen van het Joodse volk dat hard gewerkt heeft om de relatie met G-d weer te herstellen en met het prijzen van Moshe die dat allemaal in werking heeft weten te stellen door het breken van de eerste stenen tafelen.

Wat we vooral als les mee kunnen nemen uit de laatste woorden van de Torah, die op de laatste dag van een hele reeks feestdagen gelezen worden, is het volgende: Wees je ervan bewust dat jij bij machte bent om een nieuwe wereld te scheppen.

Want de feestdagen zullen binnenkort voorbij zijn. We zullen weer het dagelijkse, gewone leven ingaan. De wereld met al zijn goede en minder leuke kanten komt ons weer tegemoet. Problemen, wrijvingen, ruzies en soms zelfs trauma’s kunnen ons doen schrikken. We kunnen ons afvragen of we dit allemaal wel aankunnen. We zoeken inspiratie, kracht en potentieel en toch, op één of andere manier, zien we niet altijd dat ene lichtpuntje.

De laatste boodschap van de Torah is: goed gedaan Moshe! Mooie zet, dat breken van die stenen tafelen.

Met andere woorden: schrik niet van tegenslag, moeilijkheden en problemen.
Integendeel! Maak er gebruik van. Verzamel de brokken in je leven en keer de dieptepunten om. Creëer voor jezelf nieuwe tafelen. Wees je ervan bewust dat jij bij machte bent om een nieuwe wereld te scheppen.

G-d heeft ons met de muren van de loofhut met liefde omarmd. G-d en het Joodse volk zijn één. Net zoals G-d een wereld heeft geschapen waar Hij zichzelf in heeft verborgen, zo zijn wij in staat om het proces om te keren door een wereld te creëren waarin G-d zichtbaar is. Dit doen wij door Zijn wil uit te voeren waardoor G-d geopenbaard wordt. 

Daarom is het dat, zodra wij klaar zijn op Simchat Torah met het lezen van Zot Haberacha, de laatste Parasha van het vijfde boek, wij enkele minuten later, gelijk weer opnieuw beginnen met het eerste stukje te lezen van het eerste boek, het verhaal van de schepping, Genesis 1.

Hier zien wij dat G-d een wereld heeft gemaakt. Maar omdat wij één zijn met G-d zijn wij ook in staat om een wereld te creëren, een andere wereld. Een wereld waarin tegenslag geen eindpunt is maar als springplank fungeert voor nieuwe stenen tafelen. Een wereld waarin gebroken stukken veranderd worden in het hernieuwen en verfrissen van oude relaties. 

Chag Sameach!

Bracha Heintz

> Lees hier aanvullende informatie in Parsashat Eekew, waar de zin ‘voor jullie ogen’ ook besproken wordt.

Gebaseerd op lessen en artikelen van Rav YY Jacobson. Laat het mij weten indien U deze artikelen niet wenst te ontvangen. Vragen en kritiek zijn ook zeer welkom!


Helpt u mee om de continuïteit van deze artikelen te waarborgen? Door te sponsoren word je een actieve partner en steun je ook verdere activiteiten! Doneren kan hier op chabadutrecht.nl/doneren.

Speciale dank voor de opmaak en correcties door Rianne Meyer, Sonja Tamam en Devorah v.d. Heiden.

 

Mishpatiem | Slim genoeg om niet alles te begrijpen

Mishpatiem | Slim genoeg om niet alles te begrijpen

Het intellect is het hoogste bezit van de mens, maar dit wil niet zeggen dat dit het hoogste is wat er bestaat. In de parasha van deze week, Mishpatiem, staan we stil bij regels die wij van G-d gekregen hebben en die wij kunnen begrijpen. Toch voeren wij  deze mitswot niet uit omdat wij er de logica van vatten, maar enkel omdat ze door G-d aan ons gegeven zijn.

Download hier de printversie van dit artikel (PDF)

Vorige week, in de Parasha van Yitro, hebben wij gelezen en geleerd hoe de tien geboden aan het Joodse volk op de berg Sinaï werden gegeven. Na zo’n grote spirituele ervaring, waarin G-d Zich direct geopenbaard heeft, kijken we vol verwachting uit naar de volgende spirituele etappe. Wat blijkt? Deze week staat de Parasha vol met civiele regels. Allerlei wetten hoe je met dienaren omgaat, hoe je je ouders respecteert en wat de vergoedingen zijn in geval van letsel. Diefstal en moord worden ook tot in detail besproken.

Er schuilt een les in de volgorde waarin onderwerpen in de Torah behandeld worden. Aangezien de civiele wetten meteen ter sprake komen na het verhaal van de openbaring op de berg Sinaï, concluderen wij dat er een nauw verband tussen beiden bestaat. Rashi, een grote geleerde uit de elfde eeuw, verklaart het verband en legt uit: niet alleen de tien geboden zijn bij de berg Sinaï ontvangen, maar de hele Torah en zelfs de civiele wetten zijn door G-d uitgedacht en daar aan het Joodse volk geleerd.

Want, wanneer wij de meest basale regels uitsluitend uitvoeren vanuit ons eigen verstand en begrip – dan zou het wel eens heel erg mis kunnen gaan. De uitdaging is om juist in de meest gewone wetten de G-ddelijke dimensie te ontdekken.

Drie soorten geboden en verboden

De geboden en verboden kunnen in drie hoofdcategorieën verdeeld worden: 

  1. Mishpatiem: regels die we zelf hadden kunnen verzinnen én kunnen begrijpen. Denk aan niet stelen, niet moorden enzovoort. Dit zijn de civiele regels van elke gezonde maatschappij. Deze wetten worden mieshpatiem genoemd. Ze worden in onze parasha behandeld en daarom heet de parasha ook Mieshpatiem.
  2. Eedoet: regels die we kunnen begrijpen, maar niét zelf hadden kunnen verzinnen zoals Shabbat houden, feestdagen vieren enzovoort. Deze wetten worden eedoet genoemd.
  3. Choekiem: regels waar wij niets van begrijpen. Zoals kosher eten, het ritueel met de rode koe en alle regels omtrent reinheid en onreinheid. Dit zijn de choekiem.

Ons verstand dicteert ons dat mishpatiem (categorie 1), de civiele regels, noodzakelijk zijn voor een goed functionerende maatschappij. Deze regels vinden we over het algemeen niet zo moeilijk om uit te voeren. We zijn gemotiveerd om de samenleving en beschaving draaiende en gezond te houden. De paar regels en beperkingen die daarbij horen nemen wij op de koop toe; we zullen ons beheersen. Politieagenten, rechters en gevangenissen helpen om iedereen op het goede pad te houden.

De tweede categorie, eedoet, is ook nog wel te bevatten. Iedereen met een gezond verstand begrijpt dat één-dag-per-week-rust nodig is om gezond te blijven en een betere bijdrage aan gezin en maatschappij te kunnen leveren. Alle psychische en emotionele voordelen van de Shabbat maken het overduidelijk en begrijpelijk dat het een positieve bijdrage levert aan ons leven.

Maar dan de choekiem! De wetten waar we met ons verstand niet bij kunnen. Hoe kun je uitleggen dat je geen varkensvlees of paardenvlees mag eten? Welke logica schuilt daarachter? Hoe kun je vatten dat iemand door het aanraken van een lijk onrein wordt en vervolgens door zich in water onder te dompelen zijn reinheid weer verkrijgt? Het antwoord is simpel: geen enkele logica! De choekiem zijn regels die niet verklaarbaar zijn. Het zijn wetten waar geen reden voor is. Kun je je voorstellen dat je een gebod uitvoert  en niemand snapt waarom? Zelfs de hoogst geleerde Rabbijn kan het jou niet uitleggen. Waarom zou je het dan uitvoeren?

Moeite met geloven

Om dit te kunnen begrijpen is het noodzakelijk om het volgende te beseffen: G-d heeft niet alleen maar schepselen en de natuur geschapen, G-d heeft álles geschapen wat er bestaat. Dus ook emoties, dimensies, begrippen, karaktereigenschappen enzovoort. Logica en het vermogen om te begrijpen zijn ook schepselen. G-d had dus een hele wereld kunnen maken waarin begrijpen geen rol speelt. Dit kunnen wij ons niet voorstellen, maar G-ds vermogen om werelden te scheppen gaat sowieso ver uit boven onze verbeelding.

Wanneer je het zo beschouwt, dan is het helemaal niet raar dat sommige zaken in het leven alsnog onbegrijpelijk zijn. G-d kan besluiten om allerlei schepselen te creëren, waarbij Hij kiest of deze binnen het begrijpen vallen of daarbuiten. Een schepsel staat nooit boven zijn Schepper!

Het intellect is het hoogste goed wat de mens bezit, maar dit wil niet zeggen dat dit dan ook het hoogste goed is wat er bestaat.

Sommige mensen hebben moeite om in G-d te geloven. ‘Ik geloof niet in G-d, want ik begrijp niet waarom G-d ons vraagt om bepaalde handelingen te verrichten.’ Of: ‘Ik geloof niet in G-d omdat er zulke vreselijke dingen in de wereld gebeuren.’ Mensen willen G-d begrijpen. Mensen willen de Almachtige G-d ‘naar beneden halen’ en inpakken in een intellectueel jasje. Hoe slim zullen wij Hem maken? Welk IQ-niveau is geschikt voor Hem?

Wat een belachelijk idee om G-d zo te doen krimpen dat Hij in onze hersens zou passen!  

G-d hoeft Zijn handelingen niet onder de grens van (ons) begrijpen te stellen. Wij kunnen de Torah heel goed aanvaarden, zelfs al gaat dit ons petje te boven. Vandaar dat de heren onder ons een keppeltje dragen: om te laten zien – en zichzelf ervan bewust te maken – dat het verstand slechts tot een bepaalde grens kan komen.

Sowieso gebruiken wij dagelijks allerlei voorwerpen waarvan we niet weten hoe ze in elkaar zitten of hoe hun werking precies is. Of moet je je in elk apparaat verdiepen voordat je het gaat gebruiken?

Ga jij medicijnen studeren voordat je je door een arts laat behandelen?
Word je ingenieur voordat je de brug over de rivier oversteekt?
Inspecteer je de motoren van het vliegtuig waar je mee op reis gaat? 

Dag en nacht vertrouwen wij op anderen die gespecialiseerd zijn in hun vak. Wij zetten ons leven op het spel door de piloot en chirurg te vertrouwen!

We meten met twee maten, want als het om G-d gaat, willen we ineens alles kunnen begrijpen en verklaren voordat wij Hem vertrouwen of voordat we Zijn geboden willen uitvoeren. Alsof Hij niet gespecialiseerd zou zijn in Zijn vak! Wie beter dan G-d weet hoe wij in elkaar zitten en wat goed voor ons is? G-d is onze Schepper. Hij heeft ons gemaakt, gevormd en gecreëerd. Hij is bij uitstek Diegene die weet welke handelingen ons ten goede komen, welk voedsel gunstig is voor ons lichaam, voor onze ziel en voor ons emotionele, psychische en spirituele welzijn.

Slim genoeg

Natuurlijk is het heel moeilijk om iets uit te voeren wanneer je ouders – en zelfs de Rabbijn – het je niet kunnen uitleggen. Waarom zou je iets doen als je het niet begrijpt? Het antwoord is misschien onverwacht maar tegelijk heel duidelijk: juist omdát je slim bent, voer je G-ds onbegrijpelijke geboden uit!

Slim genoeg om te begrijpen dat je niet alles begrijpt.

Dit wetende is het wellicht makkelijker om de choekiem, de onbegrijpelijke wetten, met de juiste intentie uit te voeren. Bij de choekiem heb je namelijk geen keuze; je kunt ze alleen maar uitvoeren omdat je gelooft dat ze goed zijn, goed voor jezelf en je medemens en goed voor jouw relatie met Diegene die het jou geboden geeft.

De ultieme uitdaging ligt juist bij de civiele wetten. Lukt het jou om die ook te doen, niet omdat je ze begrijpt, maar vanuit het besef dat G-d ze jou geschonken heeft? Uiteindelijk is deze motivatie de juiste en de enige.

Want wat gebeurt er op het moment dat je de civiele wetten gaat uitvoeren omdat je ze logisch en noodzakelijk vindt? Dan kun je ook beslissen om ze niet uit te voeren wanneer je ze niet meer nuttig zou vinden. 

Stel, je beslist op een dag dat het eren van je ouders niet nodig of niet gewenst is, of het zijn je ouders zelf die aangeven dat ze niet geëerd hoeven te worden. Wat dan? Of je bent heel arm en je vindt dat je best iets mag pakken van iemand die rijk is en die het toch niet gaat missen. Je kunt het gestolen goed – of de waarde ervan – toch in betere tijden retourneren? Of je vindt dat iemand moet sterven omdat hij toch al stokoud is of vreselijk gehandicapt is of… vul maar in.

Wanneer de civiele wetten overgelaten worden aan de logica van de mens, dan is de maatschappij goed op weg om langzaam maar zeker naar een immorele en onethische beschaving te muteren. Een situatie waarin stelen, moord en allerlei andere gruwelijkheden ongemerkt de normen zouden kunnen worden.

Richtingen

Daarom is het zó belangrijk dat we zeer voorzichtig omgaan met onze hersens, onze logica en onze beredeneringen. Ons intellect is fantastisch. We hebben er zoveel mee bereikt; er zijn zoveel uitvindingen gedaan, waardoor we nu, in de 21ste eeuw, beland zijn in een wereld waar mensen gezonder zijn, langer leven en allerlei machines en apparaten benutten die het leven makkelijker en aangenamer maken.

Maar let op, net zo goed als je je intellectuele capaciteiten kunt gebruiken voor het goede, kun je ze ook gebruiken voor het kwade. Want hoe plan je de diefstal van een bank? Volgens mij kun je daar niet al te dom voor zijn. Hoe plan je een giftige gasaanval of een cyberaanval? Daar is behoorlijk wat brein, kennis en vaardigheid voor nodig.

Let dus op met het verheerlijken van het intellect; het kan allerlei kanten op gaan, het kan zelfs levensgevaarlijk zijn. G-d staat boven ons brein en denkvermogen. Ethiek en morele waarden hebben niets te maken met IQ. Wij zijn G-d dankbaar dat Hij ons leven met behulp van Zijn wetten en regels bestuurt.

Vertrouwen

De westerse beschaving is gebaseerd op de tien geboden en op alle regels die daaruit zijn voortgevloeid. Volgens de Torah staat niemand boven de wet, rijk of arm, koning of slaaf, houthakker of waterputter, premier, burgemeester, professor of winkelbediende. De moderne beschavingen hebben deze regel uit de civiele wetten van onze Parasha overgenomen, terwijl het er eeuwenlang heel anders aan toe ging. Koningen werden als halfgoden beschouwd en deden waar ze zin in hadden. In de VS, nog niet zo lang geleden, werden slaven als bezittingen gezien en niet als mensen. Het slaan van een slaaf werd niet als iets fouts gerekend. De slavenbezitters gingen trouw naar de kerk waar hun uitgelegd werd dat het gebruiken van de zweepslag op de blote rug  van hun slaven en het afhakken van hun ledematen volkomen rechtvaardig waren. Om maar niet te spreken hoe Joden door de eeuwen heen mishandeld werden. En dit is precies waar intellectuele redeneringen onder andere toe kunnen leiden.

Zowel de begrijpelijke wetten als de onlogische regels, de handelingen die wij kunnen vatten en de gebruiken die wij niet kunnen interpreteren, zij worden allemaal uitgevoerd vanuit morele waarden die alleen onze Schepper kan bepalen. Daarom worden de civiele wetten in de Torah direct na de openbaring bij de berg Sinaï gepresenteerd.

Het maakt ons er attent op dat de meest gewone regels afkomstig, gemaakt en bedacht zijn op een niveau dat ver boven ons denkvermogen ligt. Net zo goed als deze regels niet het product van ons intellect zijn, zo kunnen wij ons intellect niet gebruiken om deze regels te beoordelen, aan te passen, te verbeteren of af te schaffen.

De meest basale wetten zijn van hetzelfde niveau als het onbegrijpelijke en het wonderlijke dat zich bij de berg Sinaï afspeelde.

Wij zijn slim genoeg om te beseffen dat ons brein zeer gelimiteerd is. Wij vertrouwen erop dat zelfs de civiele wetten, buiten de logische verklaring, nog andere en diepere lagen hebben. Lagen die wij misschien nooit en te nimmer zullen ontdekken omdat onze hersens begrensd zijn.
En dát begrijpen we nog net wél! 

Bracha Heintz


Gebaseerd op lessen van de Lubavitcher Rebbe.
Tekst: Bracha Heintz | Opmaak en headerfoto: Rianne Meijer, Sonja Tamam en Devorah van der Heiden

 

Noach | Regen, kou en toch inspiratie

Noach | Regen, kou en toch inspiratie

De dagen worden korter en donkerder. De Joodse feestdagen zijn achter de rug. Zolang er feest werd gevierd is het niet moeilijk om blij en vrolijk te zijn. Waar vind je kracht om de spiritualiteit er toch in te houden? Het verhaal van Noach en de zondvloed geeft een verrassend diep inzicht.

Download hier de PDF van dit artikel

Deze week zijn wij met een nieuwe, speciale Joodse maand begonnen die Mar Cheshwan heet. Wat is hier zo speciaal aan? Het bijzondere van Mar Cheshwan is dat het juist níet speciaal is, er komt geen enkele feestdag in voor. Dit is de enige maand in het Joodse jaar zonder bijzondere dag. Kijk maar:

Tishri (september-oktober)
Rosh Hashana – Joods Nieuwjaar

– Yom Kippoer – Grote Verzoendag
– Soekot – Loofhuttenfeest
– Simchat Torah – Vreugde der Wet

Mar Cheshwan (oktober-november)
Niets

Kislew (november-december)
Begin van Chanoeka

Tewet (december-januari)
Laatste dagen van Chanoeka

Shewat (januari-februari)
Toe Bishwat – Nieuwjaar der bomen

Adar (februari-maart)
– Poerim – Lotenfeest

Niessan (maart-april)
Pesach – Pasen

Ijar (april-mei)
-Omer tellen

-Tweede Pesach

Siewan (mei-juni)
Shawoe-ot – Wekenfeest

Tamoez (juni-juli)
Vastendag die bij de komst van Mashiach veranderd zal worden in een feestdag

Aw (juli-augustus)
Vastendag die bij de komst van Mashiach veranderd zal worden in een feestdag

– Toe Beaw – 15 Aw

Eloel (augustus-september)
Maand van Barmhartigheid    

Zondvloed

In de maand Mar Cheshwan zijn er geen feestdagen. Wel is dit de maand waarin de zondvloed begon en eindigde. De Torah vertelt ons dat de ellende op 17 Mar Cheshwan begon (Bereeshiet 7 – 11).  Het regende 40 dagen en nachten. De regen stopte op 27 Kislew. Hierna bleven de overstromingen nog 150 dagen duren:

וַיָּשֻׁבוּ הַמַּיִם מֵעַל הָאָרֶץ הָלוֹךְ וָשׁוֹב וַיַּחְסְרוּ הַמַּיִם מִקְצֵה חֲמִשִּׁים וּמְאַת יוֹם 

En de wateren gingen heen en weer, ze werden minder aan het einde van 150 dagen.
Bereeshiet 8-3

Het woord קץ (kets) betekent einde en heeft een getallenwaarde van 190. Dit zijn de 40 dagen en nachten dat het geregend heeft plus de 150 dagen waarin het water nog woest over de aarde stroomde. Na die 150 dagen was het 1 Siewan en begon het water te minderen met een kwart ama, elleboog, per dag. Twee maanden later werden de toppen van de bergen zichtbaar. Het was toen 1 Aw.

Noach wachtte nog 40 dagen, tot 10 Eloel, en stuurde toen een raaf die zeven dagen om de ark cirkelde maar toen weer terugkwam in de ark.
Het was 17 Eloel toen Noach de eerste duif stuurde die ook terugkwam.
Een week later, op 24 Eloel, stuurde hij de tweede duif, die met een olijftak terugkwam.
Weer een week later, op 1 Tishrie stuurde Noach de derde duif die niet terugkeerde. Er was toen geen water meer, maar wel modder.
Pas een maand plus 27 dagen later, op 27 Mar Cheshwan was de aarde helemaal opgedroogd en kwamen Noach en zijn gezin uit de ark.

G-d had de zondvloed gebracht omdat de mensen in die tijd zonder morele normen en waarden leefden. G-d wilde een totale reiniging en daar was kennelijk één vól jaar voor nodig, zo merkt de Frans Joodse geleerde Rashi op. Er was een reset nodig, een nieuwe start en dat duurt altijd even: veertig dagen en nachten regen om precies te zijn; net als de veertig Seah (vloeibare kubieke maat) van een mikwe, een ritueel bad. De wereld had een grondige spirituele schoonmaakbeurt nodig.

Van 17 Marcheshwan tot 27 Marcheshwan is zelfs 365 dagen en dat is langer dan een Joods jaar. Het is één Joods jaar plus 11 dagen, 354 + 11 = 365.

Joods jaar: maan en zon

Het Joodse jaar is voornamelijk, maar niet uitsluitend, op de maan gebaseerd. De Joodse maand gaat helemaal volgens de cyclus van de maan: aan het begin van de maand is de maan heel dun en wast. Op de 15de van de Joodse maand is de maan vol en vervolgens wordt de maan hoe langer hoe kleiner tot aan het einde van de maand.

Zo cirkelt de maan in ongeveer 29,5 dagen om de aarde waardoor de Joodse maanden, meestal om en om, 29 of 30 dagen hebben. Als de maan twaalf keer een cyclus heeft gehad, is het Joodse jaar om.

Twaalf keer 29,5 is 354, de lengte van het Joodse jaar.

Het zonnejaar daarentegen houdt geen rekening met de cycli van de maan. Waar is het wel op gebaseerd? Op de omwenteling van de zon rond de aarde die 365 dagen duurt, het zonnejaar. Na deze 365 dagen bevindt de zon zich precies weer op dezelfde plek als 365 dagen daarvoor.

Was de zondvloed van 17 Mar Cheshwan tot 17 Mar Cheshwan geweest, dan had het een heel Joods jaar geduurd van 354 dagen, 12 keer de cyclus van de maand. Maar de zondvloed was van 17 Mar Chershwan tot 27 Mar Cheshwan. Dat zijn 11 dagen meer dan het Joodse jaar d.w.z. 365 dagen, precies de lengte van een zonnejaar. Kennelijk moest de zondvloed 365 dagen duren, een heel zonnejaar. Waarom niet een Joods jaar? En wat zijn verder nog de verschillen tussen een zonnejaar en een maanjaar?

1) De Gregoriaanse kalender zoals wij die in de westerse wereld gebruiken is een zonnekalender. Het jaar duurt 365 dagen, de tijd die nodig is voor de zon om een volle omwenteling om de aarde te maken. De maanden in deze kalender zijn een twaalfde van het 365-dagen-durende-zonnejaar en zijn niet gerelateerd aan de maan. Verjaardagen en andere data volgens deze kalender vallen nooit op een bepaalde maanstand, maar wel elk jaar op dezelfde zonnestand.

2) De Islamitische kalender daarentegen is een maankalender. Als de maan 12 keer een cyclus heeft gemaakt, dan zijn 354 dagen voorbij en dan is het Islamitische jaar om. Elk jaar duurt dit maanjaar 11 dagen minder vergeleken met het zonnejaar. Op den duur verschuiven daardoor de data steeds terug ten opzichte van de positie van de zon in de hemel. Vandaar dat de Ramadan elk jaar 11 dagen eerder in de Gregoriaanse zonnekalender valt dan het jaar ervoor. Uiteindelijk verschuiven de Islamitische feestdagen van het ene seizoen naar het andere, dan wel in de winter, dan wel in de zomer. Dit wordt allemaal veroorzaakt door het 11-dagen-verschil tussen het Islamitische jaar en het Gregoriaanse jaar, tussen het maanjaar van 354 dagen en het zonnejaar van 365 dagen. Na drie jaar treedt er al een verschil op van 3 x 11 = 33 dagen, dat zelfs meer is dan een maand.

3) De Joodse kalender is zowel een maankalender als een zonnekalender. Er wordt met beide hemellichamen rekening gehouden. De Joodse maanden volgen de cyclus van de maan. Om het tekort van 11 dagen ten aanzien van de cyclus van de zon te overbruggen, wordt er om de twee of drie jaar een schrikkelmaand toegevoegd. Zo hebben de Joodse feestdagen een vaste maanstand en vallen ze ook nog altijd in hetzelfde seizoen, een bijna vaste zonnestand.

Licht reflecteren

Wat doet het ertoe of het jaar 365 dagen duurt (volgens de zon) of 354 dagen duurt (volgens 12 keer de maancyclus)? Waarom wordt de kalender op de zon (Gregoriaans) dan wel op de maan (Islamitisch) dan wel op allebei (Joods) gebaseerd? En waarom moest Noach in de boot blijven gedurende een zonnejaar van 365 dagen en was een maanjaar van 354 dagen niet voldoende?

Om deze verschillen te doorgronden zullen we eerst moeten analyseren wat het verschil is tussen de zon en de maan.

De zon geeft één en al licht. Hij straalt niet alleen licht, hij is licht. Dat is spiritualiteit: licht zijn en licht delen.

De maan daarentegen is een grote zwarte bal. Symbool van de fysieke wereld. Een groot zwart gat dat alles naar zich toe trekt en niets weerkaatst. De definitie van duisternis. Toch, als de maan zich gunstig weet te positioneren dan kan het het licht van de zon reflecteren.

De zon vertegenwoordigt een mens die goede daden verricht, licht heeft en het met anderen deelt. De maan daarentegen is een mens die alles naar zich toe trekt, alleen voor zichzelf bezig is en niets voor een ander doet. Wat van hem is, bewaart hij voor zichzelf en wat anderen bezitten wil hij eigenlijk ook hebben. Het fysieke is voor hem een grote reis naar zichzelf, zijn behoeftes en begeertes. Hij trekt alles naar zich toe, naar zijn eigen groot zwart gat.

Anderzijds, als hij weet hoe hij het lichamelijke kan gebruiken voor hogere doelen, voor een ander bijvoorbeeld en om te delen, dan heeft hij zijn leven en zijn houding zo gepositioneerd dat hij licht gaat weerkaatsen.

Lukt het je om het fysieke te gebruiken voor iets anders dan jezelf, dan gaat de materie licht geven en het spirituele reflecteren. Gebruik je de materie voor jezelf, dan is het een groot zwart gat. Besteed je het aan een ander, dan gaat het glimmen en schijnen zoals de maan het licht van de zon reflecteert.

De zondvloed was de noodzakelijke reiniging van een hele generatie dat maangedrag vertoonde. De mensen waren toen uitsluitend met zichzelf en voor zichzelf bezig. Om dit zwarte maangedrag te corrigeren zou een maanjaar van 354 dagen onder de maat zijn; een zonnejaar van reiniging voldeed daarentegen wel. 

Donder en bliksem

Los van elkaar doen de zon en de maan het ieder uitstekend. De zon op zich, een vuurbal van licht, vertegenwoordigt zuivere spiritualiteit en heeft nergens last van. Het licht is constant, bewust van de waarheid en kan heerlijk gedijen.

Het lichamelijke, los van het spirituele kan ook heel tevreden zijn. Slapen, eten, werken, sporten en de volgende dag weer opnieuw. Zo lang je je niet bewust bent van hogere waarden, kan de lichamelijke radslag eeuwig doordraaien. Je leeft op het niveau van een dier, maar daar heb je zelf totaal geen last van. Anderen waarschijnlijk wel.

Maar, als je het spirituele wilt integreren in het lichamelijke, als je een lichtgevende maan wilt zijn, dan begint het een ingewikkeld verhaal te worden en kan er frictie ontstaan. Donder, bliksem, overstromingen, zondvloeden en tsunami’s. Hoe moet je hiermee omgaan? Als een dier leven en alleen fysiek bezig zijn, brengt geen voldoening of geluk. Zuiver spiritueel leven, zoals engelen, gaat ook niet. Je zult moeten eten, drinken, slapen, studeren, werken en een sociaal leven leiden. Wanneer je het lichamelijke en het spirituele in elkaar wilt laten overlopen komt er spanning en wrijving.

Als je op dieet wilt kun je niet helemaal stoppen met eten. Als je te veel werkt, kun je het niet oplossen door je baan helemaal op te zeggen. Ergens zal je een balans moeten zoeken. Totdat je dit evenwicht vindt, zou het wel eens heel hard kunnen gaan waaien en stormen. Het verschil in drukgebied tussen materieel en spiritueel veroorzaakt een zondvloed met onbestendig weer. Zet door en je zult het ultieme doel van de schepping bereiken, namelijk de fysieke wereld gebruiken om licht en spiritualiteit te laten doorschemeren.

Inspiratie creëren

Daarom houdt de Joodse kalender rekening met zowel de zon als met de maan, met het spirituele als met het materiële. De maanden zijn volgens de cyclus van de maan en de jaren volgens de cyclus van de zon. Omdat er een verschil van 11 dagen is met het zonnejaar is er af en toe een schrikkelmaand om de achterstand in te halen en het evenwicht te behouden.

De zondvloed moest een vol zonnejaar duren van 365 dagen, van 17 Mar Cheshwan tot 27 Mar Cheshwan. De 12 manen moesten een beurt krijgen (354 dagen) en nog eens 11 dagen erbij om een vol zonnejaar te verkrijgen. Dit heeft de balans hersteld tussen zon en maan, tussen materieel en spiritueel. De generaties vóór Noach waren het evenwicht kwijt.

De maan heeft de zon nodig (die 11 dagen extra) om van een zwart egoïstisch gat, een zilver licht te worden. De maan reflecteert het zonlicht en deelt haar maneschijn weer met anderen. Zo kan een mens ook zijn materie (maan) gebruiken om het G-ddelijke licht (zon) daarmee te weerkaatsen. Op het moment dat hij zijn bezittingen en zijn gaven met een ander deelt heeft hij materie met spiritualiteit  weten te vermengen. Op dat moment is het lichamelijke in zijn leven veranderd van een zwart gat naar een zilver licht.

Zo gaan wij van een maand vol feestdagen en spiritualiteit naar een lege maand. Zolang wij speciale dagen vieren, worden we geïnspireerd door verschillende thema’s, door elkaars gezelschap, door gebeden en gezelligheid en saamhorigheid. Ineens worden we in het diepe gegooid, naar een donkere maand zonder een enkel feest, maar wel vol met water en zondvloed.

Een maand gevuld met regen, kou en winter. De vloed kan ons overspoelen. De leegte kan ons doen schrikken. Maar, dat is alleen maar als je afhankelijk bent van de gebeurtenissen en de mensen om je heen. Wie ben jij dan? Wat weerkaats jij? Ben jij als een zwart gat dat al het licht van feestdagen en anderen absorbeert of ga je in Mar Cheshwan het zonlicht van de vorige maand weerspiegelen?

Wanneer ga jij je eigen inspiratie creëren?

Zolang er feest wordt gevierd, ben je blij en vrolijk. Zolang je geïnspireerd wordt, gaat het je goed. Maar wanneer ga jij je eigen inspiratie creëren, zonder afhankelijk te zijn van gebeurtenissen of mensen om je heen? De dagen worden korter en donkerder. Je omgeving is er niet meer om jou te inspireren. Nu ben jij het, alleen. Nu zal je kracht uit jezelf moeten putten om de spiritualiteit in jouw lichamelijke leven te laten doordringen.

Schrik niet van Tsunami’s en overstromingen. Houd je hoofd boven water en laat zien dat jij ook een wereld voor jezelf kunt maken waarin het G-ddelijke en het spirituele een warm plekje verdienen, midden in de leegte, midden in je dagelijkse feestloze leven.

Feestloos, maar niet geesteloos!

Shabbat Shalom!

Bracha Heintz

              >>  lees ook de parasha Noach | Kom aan boord!

              >>   lees ook de parasha Noach | Volhouden ondanks moeilijkheden

             >>  lees ook de parasha Noach | Voor, tijdens en na de zondvloed

Gebaseerd op lessen en artikelen van Rav YY Jacobson. Laat het mij weten indien U deze artikelen niet wenst te ontvangen. Vragen en kritiek zijn ook zeer welkom!


Helpt u mee om de continuïteit van deze artikelen te waarborgen? Door te sponsoren word je een actieve partner en steun je ook verdere activiteiten! Doneren kan hier op chabadutrecht.nl/doneren.

Beeld: chabad.org

Met dank aan Rianne, Sonja en Devorah voor hun hulp bij het bewerken van dit artikel.

 

 

Even voorstellen

Samen al meer dan 30 jaar in Utrecht aan het werk: rabbijn & rebbeztin Heintz! Lees meer..

Vrienden Joods Utrecht

🕯️🕯️ Shabaton Utrecht🍷🥖

Chanoeka 2020 terugkijken

🎥 Masterclass Joods Monument

Op deze bijzondere locatie in Utrecht vertelt Bracha Heintz over de Joodse geschiedenis van Utrecht en blies Rabbijn Heintz op de sjofar. Bekijk ook de bijdragen van Wim Rietkerk en kunstenaar Amiran Djanashvili. Meer foto’s hier.