Tag: Lubavitcher Rebbe

Mishpatiem | Slim genoeg om niet alles te begrijpen

Mishpatiem | Slim genoeg om niet alles te begrijpen

Het intellect is het hoogste bezit van de mens, maar dit wil niet zeggen dat dit het hoogste is wat er bestaat. In de parasha van deze week, Mishpatiem, staan we stil bij regels die wij van G-d gekregen hebben en die wij kunnen begrijpen. Toch voeren wij  deze mitswot niet uit omdat wij er de logica van vatten, maar enkel omdat ze door G-d aan ons gegeven zijn.

Download hier de printversie van dit artikel (PDF)

Vorige week, in de Parasha van Yitro, hebben wij gelezen en geleerd hoe de tien geboden aan het Joodse volk op de berg Sinai werden gegeven. Na zo’n grote spirituele ervaring, waarin G-d Zich direct geopenbaard heeft, kijken we vol verwachting uit naar de volgende spirituele etappe. Wat blijkt? Deze week staat de Parasha vol met civiele regels. Allerlei wetten hoe je met dienaren omgaat, hoe je je ouders respecteert en wat de vergoedingen zijn in geval van letsel. Diefstal en moord komen ook aan bod en worden in details besproken.

Er schuilen leringen niet alleen in alle onderwerpen die in de Torah behandeld worden, maar ook in de volgorde waarin ze gepresenteerd worden. Aangezien de civiele wetten meteen ter sprake komen na het verhaal van de openbaring op de berg Sinai, concluderen wij dat er een nauw verband tussen beiden bestaat. Rashi, een grote geleerde uit de elfde eeuw, verklaart het verband en legt uit: niet alleen de tien geboden zijn bij de berg Sinai ontvangen, maar de hele Torah en zelfs de civiele wetten zijn door G-d uitgedacht en daar aan het Joodse volk geleerd.

Want, wanneer wij de meest basale regels uitsluitend uitvoeren vanuit ons eigen verstand en begrip – dan zou het wel eens heel erg mis kunnen gaan. De uitdaging is om juist in de meest vanzelfsprekende wetten de G-ddelijke dimensie te ontdekken.

Drie soorten geboden en verboden

De geboden en verboden kunnen in drie hoofdcategorieën verdeeld worden: 

  1. Mishpatiem: regels die we zelf hadden kunnen bedenken én die we dus ook volledig kunnen begrijpen. Denk aan niet stelen, niet moorden enzovoort. Dit zijn de civiele regels van elke gezonde maatschappij. Deze wetten worden mishpatiem genoemd. Ze worden in onze parasha behandeld en daarom heet de parasha ook Mishpatiem.
  2. Eedoet: regels die we kunnen begrijpen, maar niét zelf hadden kunnen verzinnen zoals Shabbat houden, feestdagen vieren enzovoort.
  3. Choekiem: regels waar wij niets van begrijpen. Zoals kosher eten, het ritueel met de rode koe en alle regels omtrent reinheid en onreinheid.

Ons verstand dicteert ons dat mishpatiem (categorie 1), de civiele regels, noodzakelijk zijn voor een goed functionerende maatschappij. Deze regels vinden we over het algemeen niet zo moeilijk om uit te voeren. We zijn gemotiveerd om de samenleving en beschaving draaiende en gezond te houden. De paar regels en beperkingen die daarbij horen nemen wij op de koop toe; we zullen ons beheersen. Politieagenten, rechters en gevangenissen helpen om iedereen op het rechte pad te houden.

De tweede categorie, eedoet, is ook nog wel te bevatten. Iedereen met een gezond verstand begrijpt dat één-dag-per-week-rust nodig is om gezond te blijven en een betere bijdrage aan gezin en maatschappij te kunnen leveren. Alle psychische en emotionele voordelen van de Shabbat maken het overduidelijk en begrijpelijk dat het een positieve bijdrage levert aan ons leven.

Maar dan de choekiem! De wetten waar we met ons verstand niet bij kunnen. Hoe kun je uitleggen dat je geen varkensvlees of paardenvlees mag eten? Welke logica schuilt hierachter? Hoe kun je vatten dat iemand door het aanraken van een lijk onrein wordt en vervolgens door zich in water onder te dompelen zijn reinheid weer verkrijgt? Het antwoord is simpel: geen enkele logica! De choekiem zijn regels die niet verklaarbaar zijn. Het zijn wetten waar geen reden voor is. Kun je je voorstellen dat je een gebod uitvoert  en niemand snapt waarom? Zelfs de hoogst geleerde Rabbijn kan het jou niet uitleggen. Waarom zou je het dan uitvoeren?

Moeite met geloven

Om dit te kunnen begrijpen is het noodzakelijk om het volgende te beseffen: G-d heeft niet alleen maar schepselen en de natuur geschapen, G-d heeft álles geschapen wat er bestaat. Dus ook emoties, dimensies, begrippen, karaktereigenschappen enzovoort. Logica en het vermogen om te begrijpen zijn ook schepselen. G-d had dus een hele wereld kunnen maken waarin begrijpen geen rol speelt. Dit kunnen wij ons niet voorstellen, maar G-ds vermogen om werelden te scheppen gaat sowieso ver uit boven onze verbeelding.

Wanneer je het zo beschouwt, dan is het helemaal niet raar dat sommige zaken in het leven alsnog onbegrijpelijk zijn. G-d kan besluiten om allerlei schepselen te creëren, waarbij Hij kiest of deze binnen het begrijpen vallen of daarbuiten. Een schepsel staat nooit boven zijn Schepper!

Het intellect is het hoogste goed wat de mens bezit, maar dit wil niet zeggen dat dit dan ook het hoogste goed is wat er bestaat.

Sommige mensen hebben moeite om in G-d te geloven. ‘Ik geloof niet in G-d, want ik begrijp niet waarom G-d ons vraagt om bepaalde handelingen te verrichten.’ Of: ‘Ik geloof niet in G-d omdat er zulke vreselijke dingen in de wereld gebeuren.’ Mensen willen G-d begrijpen. Mensen willen de Almachtige G-d ‘naar beneden halen’ en inpakken in een intellectueel jasje. Hoe slim zullen wij Hem maken? Welk IQ-niveau is geschikt voor Hem?

Wat een belachelijk idee om G-d zo te doen krimpen dat Hij in onze hersens zou passen!  

G-d hoeft Zijn handelingen niet onder de grens van (ons) begrijpen te stellen. Wij kunnen de Torah heel goed aanvaarden, zelfs al gaat dit ons petje te boven. Vandaar dat de heren onder ons een keppeltje dragen: om te laten zien – en zichzelf ervan bewust te maken – dat het verstand slechts tot een bepaalde grens kan komen.

Sowieso gebruiken wij dagelijks allerlei voorwerpen waarvan we niet weten hoe ze in elkaar zitten of hoe hun werking precies is. Of moet je je in elk apparaat verdiepen voordat je het gaat gebruiken?

Ga jij medicijnen studeren voordat je je door een arts laat behandelen?
Word je ingenieur voordat je de brug over de rivier oversteekt?
Inspecteer je de motoren van het vliegtuig waar je mee op reis gaat? 

Dag en nacht vertrouwen wij op anderen die gespecialiseerd zijn in hun vak. Wij zetten ons leven op het spel door de piloot en chirurg te vertrouwen!

We meten met twee maten, want als het om G-d gaat, willen we ineens alles kunnen begrijpen en verklaren voordat wij Hem vertrouwen of voordat we Zijn geboden willen uitvoeren. Alsof Hij niet gespecialiseerd zou zijn in Zijn vak! Wie beter dan G-d weet hoe wij in elkaar zitten en wat goed voor ons is? G-d is onze Schepper. Hij heeft ons gemaakt, gevormd en gecreëerd. Hij is bij uitstek Diegene die weet welke handelingen ons ten goede komen, welk voedsel gunstig is voor ons lichaam, voor onze ziel en voor ons emotionele, psychische en spirituele welzijn.

Slim genoeg

Natuurlijk is het heel moeilijk om iets uit te voeren wanneer je ouders – en zelfs de Rabbijn – het je niet kunnen uitleggen. Waarom zou je iets doen als je het niet begrijpt? Het antwoord is misschien onverwacht maar tegelijk heel duidelijk: juist omdát je slim bent, voer je G-ds onbegrijpelijke geboden uit!

Slim genoeg om te begrijpen dat je niet alles begrijpt.

Dit wetende is het wellicht makkelijker om de choekiem, de onbegrijpelijke wetten, met de juiste intentie uit te voeren. Bij de choekiem heb je namelijk geen keuze; je kunt ze alleen maar uitvoeren omdat je gelooft dat ze goed zijn, goed voor jezelf en je medemens en goed voor jouw relatie met Diegene die het jou geboden geeft.

De ultieme uitdaging ligt juist bij de civiele wetten. Lukt het jou om die ook te doen, niet omdat je ze begrijpt, maar vanuit het besef dat G-d ze jou geschonken heeft? Uiteindelijk is deze motivatie de juiste en de enige.

Want wat gebeurt er op het moment dat je de civiele wetten gaat uitvoeren omdat je ze logisch en noodzakelijk vindt? Dan kun je ook beslissen om ze niet uit te voeren wanneer je ze niet meer nuttig zou vinden. 

Stel, je beslist op een dag dat het eren van je ouders niet nodig of niet gewenst is, of het zijn je ouders zelf die aangeven dat ze niet geëerd hoeven te worden. Wat dan? Of je bent heel arm en je vindt dat je best iets mag pakken van iemand die rijk is en die het toch niet gaat missen. Je kunt het gestolen goed – of de waarde ervan – toch in betere tijden retourneren? Of je vindt dat iemand moet sterven omdat hij toch al stokoud is of vreselijk gehandicapt is of… vul maar in.

Wanneer de civiele wetten overgelaten worden aan de logica van de mens, dan is de maatschappij goed op weg om langzaam maar zeker naar een immorele en onethische beschaving te muteren. Een situatie waarin stelen, moord en allerlei andere gruwelijkheden ongemerkt de normen zouden kunnen worden.

Richtingen

Daarom is het zó belangrijk dat we zeer voorzichtig omgaan met onze hersens, onze logica en onze beredeneringen. Ons intellect is fantastisch. We hebben er zoveel mee bereikt; er zijn zoveel uitvindingen gedaan, waardoor we nu, in de 21ste eeuw, beland zijn in een wereld waar mensen gezonder zijn, langer leven en allerlei machines en apparaten benutten die het leven makkelijker en aangenamer maken.

Maar let op, net zo goed als je je intellectuele capaciteiten kunt gebruiken voor het goede, kun je ze ook gebruiken voor het kwade. Want hoe plan je de diefstal van een bank? Volgens mij kun je daar niet al te dom voor zijn. Hoe plan je een giftige gasaanval of een cyberaanval? Daar is behoorlijk wat brein, kennis en vaardigheid voor nodig.

Let dus op met het verheerlijken van het intellect; het kan allerlei kanten op gaan, het kan zelfs levensgevaarlijk zijn. G-d staat boven ons brein en denkvermogen. Ethiek en morele waarden hebben niets te maken met IQ. Wij zijn G-d dankbaar dat Hij ons leven met behulp van Zijn wetten en regels bestuurt.

Vertrouwen

De westerse beschaving is gebaseerd op de tien geboden en op alle regels die daaruit zijn voortgevloeid. Volgens de Torah staat niemand boven de wet, rijk of arm, koning of slaaf, houthakker of waterputter, premier, burgemeester, professor of winkelbediende. De moderne beschavingen hebben deze regel uit de civiele wetten van onze Parasha overgenomen, terwijl het er eeuwenlang heel anders aan toe ging. Koningen werden als halfgoden beschouwd en deden waar ze zin in hadden. In de VS, nog niet zo lang geleden, werden slaven als bezittingen gezien en niet als mensen. Het slaan van een slaaf werd niet als iets fouts gerekend. De slavenbezitters gingen trouw naar de kerk waar hun uitgelegd werd dat het gebruiken van de zweepslag op de blote rug  van hun slaven en het afhakken van hun ledematen volkomen rechtvaardig waren. Om maar niet te spreken hoe Joden door de eeuwen heen mishandeld en gediscrimineerd worden. En dit is precies waar intellectuele redeneringen onder andere toe kunnen leiden.

Zowel de begrijpelijke wetten als de onlogische regels, de handelingen die wij kunnen vatten en de gebruiken die wij niet kunnen interpreteren, zij worden allemaal uitgevoerd vanuit morele waarden die alleen onze Schepper kan bepalen. Daarom worden de civiele wetten in de Torah direct na de openbaring bij de berg Sinai gepresenteerd.

Het maakt ons er attent op dat de meest gewone regels afkomstig, gemaakt en bedacht zijn op een niveau dat ver boven ons denkvermogen ligt. Net zo goed als deze regels niet het product van ons intellect zijn, zo kunnen wij ons intellect niet gebruiken om deze regels te beoordelen, aan te passen, te verbeteren of af te schaffen.

De meest basale wetten zijn van hetzelfde niveau als het onbegrijpelijke en het wonderlijke dat zich bij de berg Sinai afspeelde.

Wij zijn slim genoeg om te beseffen dat ons brein zeer gelimiteerd is. Wij vertrouwen erop dat zelfs de civiele wetten, buiten de logische verklaring, nog andere en diepere lagen hebben. Lagen die wij misschien nooit en te nimmer zullen ontdekken omdat onze hersens begrensd zijn.
En dát begrijpen we nog net wél! 

Bracha Heintz


Gebaseerd op lessen van de Lubavitcher Rebbe.
Tekst: Bracha Heintz | Opmaak en headerfoto: Rianne Meijer, Sonja Tamam en Devorah van der Heiden

 

Haman in aanval | Poerim

Haman in aanval | Poerim

Vele Hamans werden op Poerim vernietigd. Nog eentje en we zijn er.
MASHIACH NOW! Hoera! Hoera! Hoera! 

Download hier een printversie (PDF) van dit artikel

Poerim 1953

Lubavitcher Rebbe (1902-1994)

Bij een grote bijeenkomst in New York op Poerim in 1953 vertelde de Lubavitcher Rebbe (1902-1994) het verhaal van een Chassid van de Rebbe Rashab (1860-1920) die was gaan stemmen omdat de Rebbe dat verzocht had. Nu was deze Chassid zo ver verwijderd van het nieuws en van wat er in het algemeen in de wereld gaande was, dat hij geen idee had op wie hij stemmen moest. Maar de Rebbe had het verzocht en dus deed hij zijn gartel aan. De gartel is de zwarte ceintuur die aangedaan wordt alvorens men een mitswah doet, en hij vervulde de wil van zijn Rebbe. Nadat hij gestemd had zag hij allerlei mensen die: ‘Hoera! Hoera! Hoera!’ riepen. En dus riep hij ook: ‘Hoera! Hoera! Hoera!’ 

Dood van Stalin

Terwijl de Lubavitcher Rebbe dit verhaal vertelde ging hij deze chassid nadoen en riep de Rebbe ook: ‘Hoera! Hoera! Hoera!’ Aan het einde van deze vertelling draaide de Rebbe zich naar rechts en herhaalde met kracht: ‘Hoera! Hoera! Hoera!’ Vervolgens draaide hij zijn hoofd naar links en herhaalde nu voor de derde keer: ‘Hoera! Hoera! Hoera!’ 
 
Wat een vreemde en unieke vertoning! De chassidim die bij deze bijeenkomst aanwezig waren begrepen niets van dit ‘vreemde gedrag’. Tot negen keer toe had de Rebbe ‘Hoera’ gezegd. Na afloop bespraken de chassidim dit met elkaar maar het lukte niemand om het rare verhaal met de bijbehorende herhalingen te verklaren. Totdat de radio enkele dagen later beluisterd werd en Stalins dood aangekondigd werd. Er gingen verschillende versies rond over zijn doodsoorzaak. Was het een vergiftiging, een hartaanval of iets anders? Tot op de dag van vandaag blijft het een mysterie. Wat wel zeker is, is dat Stalin op Poerim ernstig ziek werd en dat hij vier dagen later stierf.
 
De opluchting was enorm. Het lijden onder zijn regime valt met geen pen te beschrijven. Jodendom was verboden, Joodse scholen en synagogen werden dichtgegooid, Rabbijnen en leraren naar Siberië gestuurd om daar in kampen tot hun dood te werk worden gesteld. Kosher slachten en het uitvoeren van besnijdenissen moest clandestien gebeuren. De Yevsektsia, een Joodse branche van de communistische partij, zag erop toe dat het Jodendom totaal zou verdwijnen. Mocht je daar anders over denken dan werd je gemarteld totdat je van gedachten was veranderd, als je het tenminste nog kon overleven. Toch ging het communisme tot de val van het ijzeren gordijn (1989) door, maar na de dood van Stalin trad er enige verlichting op.
 

Hoera: hij is slecht

“Hoera! Hoera! Hoera!” 
הוא רע! הוא רע! הוא רע!
In het Hebreeuws betekent ‘Hoe’ = ‘Hij’ en ‘Ra’ = ‘Slecht’. Hoera betekent dus ‘Hij is slecht’. Had de Rebbe met zijn vreemde uitspraak Stalin uitgeschakeld? Niemand zal het ooit kunnen bewijzen, maar zijn dood betekende wel het einde van zijn wrede bewind dat van 1922 tot 1953 duurde. Hij misbruikte zijn macht om meer dan 20 miljoen mensen binnen zijn rijk te vermoorden.
 
Door zijn sterven kon zijn plan om alle Joodse artsen te liquideren (the Doctors’ plot 1953), niet meer ten uitvoer gebracht worden. Stalin beweerde dat de Joodse artsen een aantal hoogwaardigheidsbekleders wilden vergiftigen en zij daarom de doodstraf verdienden. Zijn voornemen om alle Joden in zijn rijk tot een volksverhuizing te dwingen en naar Berobidzhan (Oost Rusland) te brengen om ze vervolgens daar om te brengen kon ook niet meer uitgevoerd worden.
 

Poerim 1991 en 39 scud-raketten

Op 13 januari 1991 werd mijn dochter Rina Aidel in Utrecht geboren. Twee dagen later, op 15 januari 1991 werd Kuwait door Irak aangevallen en Israël bedreigd. Het was de Golfoorlog. Niet alleen werd Israël bedreigd met chemische aanvallen, maar er vielen ook nog eens 39 scud-raketten op Israëlische bodem. Op wonderbaarlijke wijze raakte bij geen enkele ontploffing iemand gewond.
 
Elke Israëliër was toen in het bezit van een gasmasker die hij dag en nacht bij zich hield. Hij liep ermee op straat, bracht het mee naar de badkamer en hield het bij zich naast zijn bed. Van baby tot bejaarde, man, vrouw en kinderen, iedereen had er eentje. Behalve de gasmaskers was het verplicht om in elke woning een schuilvertrek te bouwen dat hermetisch afsluitbaar was, zodat het dodelijke gas buiten de deur zou worden gehouden. Op mijn kraambed luisterde ik gespannen naar het dagelijkse oorlogsnieuws.
 
Tegelijkertijd was er ver weg van mijn bed, in de Verenigde Staten, een Rabbijn, een rechtschapen man, wiens profetieën keer op keer uitkwamen. Het was de Lubavitcher Rebbe (1902-1994). Hij beweerde dat Israël nergens bang voor moest zijn, dat iedereen in Israël moest blijven. Niemand moest vluchten omdat Israël het veiligste land op aarde was. Zelfs als je van plan was om naar Israël te reizen, moest je je reis gewoon door laten gaan. Een aantal weken later kondigde de Lubavitcher Rebbe aan dat de Israëliërs al gauw hun gasmaskers zouden omruilen voor Poerim maskers.  En zo was het. De oorlog eindigde op 28 februari 1991. Het was toen 14 adar, Poerim 5751. Raketten hadden alleen fysieke schade aangericht, de gasmaskers werden geen enkele keer gebruikt en de schuilkamers bleken overbodig te zijn geweest. Iedereen was en bleef veilig en de Poerim maskers konden uit de kast worden gehaald.
 

Wat kunnen we doen voor Oekraïners

Wat kunnen we doen voor de miljoenen Oekraïners, de 350 000 Oekraïense Joden en de 183 Chabad Rabbijnen die in de laatste 30 jaar in dat land het Jodendom hebben weten te bevrijden van het communistische regime? Natuurlijk moeten we geld en goederen opsturen en opvang regelen voor elke vluchteling. Maar wat zeggen de Oekraïense Rabbijnen? Wat is hun hulpvraag? Ze zeggen het zelf: ‘Dawen’ (bid) voor ons. Bevecht deze oorlog op een spirituele manier.
 
Verenig jezelf met ons door middel van hemelse zaken. Vermenigvuldig je goede daden en wees lief voor elkaar. Want ergens heel ver weg maar ook heel dichtbij zijn wij één volk en één lichaam. Als een lichaamsdeel pijn doet, is het hele lichaam ziek.  En als je lichamelijke oefeningen doet en één spier versterkt dan voeg je meer gezondheid en kracht toe aan je hele lichaam.
 
Ons lichaam is niet in aparte stukken verdeeld. Het is een samenhangend geheel. Alle 70 biljoenen cellen zijn met elkaar verweven en verbonden. Ons bloed vloeit door ons hele lichaam, van ledemaat naar ledemaat, van je hersens, je hart en je nieren tot je kleine teen. Het zenuwstelsel is een centraal overkoepelend orgaan dat het hele lichaam stuurt. Als een lichaamsdeel geneest en krachtig wordt, dan gaat het hele lichaam meebewegen en beter functioneren.
 

Elkaar versterken

Zo ook het Joodse volk. Wij zijn met elkaar verweven en verbonden. Als één deel van ons krachtiger wordt en gezondere spirituele lucht kan inademen, of dat nou in Londen, Melbourne, Utrecht of Doorwerth gebeurt dan voelen we ons allemaal beter. Zo openen wij automatisch allerlei kanalen van liefde, licht, saamhorigheid en genade. Wij zijn bij machte om elke Jood waar dan ook ter wereld te versterken.
 
We kunnen ons met elke Jood en elk mens in Oekraïne verbinden. De band is reëel, diep, krachtig en authentiek. Het gaat door merg en been, over geografische grenzen en door onze eeuwenlange geschiedenis heen. Onze eenheid is onverwoestbaar en beïnvloedt ons allemaal op de meest diepe manier.
 
Op Chanoeka en Poerim prijzen we G-d voor Zijn wonderen:
 
‘…in die tijden en in onze dagen.’
‘…בימים ההם בזמן הזה’
 
Vele Hamans werden op Poerim vernietigd.  Nog eentje erbij en we zijn er.

Laten we dawenen (bidden) voor vrede en veiligheid op aarde en dat G-d’s belofte vandaag nog zal uitkomen:

‘…לא ישא גוי אל גוי חרב ולא ילמדו עוד מלחמה’

‘…het ene volk zal het zwaard niet opheffen tegen het andere en zij zullen geen oorlog meer leren.’ [Yeshayahoe 2-4]

Hoera! Hoera! Hoera!
 
Poerim Sameach!!! 
 
Bracha Heintz

 

 
 
Bronnen: chabad.org, theyeshiva.net
Opmaak Rianne Meijer en Devorah vd Heiden