Re’ee | Karkassen in Israel
In ons leven hebben we regelmatig te maken met negatieve situaties of met slechte mensen. Maar is dit het enige dat wij kunnen zien, dan is het aan ons om wat beter in de spiegel te kijken. Kwaad zien in een ander zegt meer over jezelf dan over diegene bij wie je het kwaad ziet. Het is uiteindelijk allemaal een kwestie van perspectief.
Download hier een printversie van dit artikel (PDF)
Moshe Rabenoe vertelt deze week welke dieren geschikt zijn om gegeten te worden. Het is een spiritueel dieet, door G-d gegeven aan het Joodse volk. Wij consumeren uitsluitend dieren met ‘goede’ karaktereigenschappen. Wij eten geen wilde, valse of “vieze” dieren.
Drie namen, één vogel
Verschillende diersoorten komen aan bod zoals vee, vissen en vogels. Wat de vogels betreft, leert de Torah ons dat de meeste kosher zijn. Een kleine minderheid is dat niet. Daarom noemt de Torah in onze Parasha (14, 12 – 18) welke vogels niet kosher zijn. Toch blijkt in de praktijk dat wij maar weinig soorten vogels als kosher beschouwen. De reden is dat men tegenwoordig niet meer weet welke vogels de Torah precies bedoelt. Het komt erop neer dat wij enkel die vogels nuttigen waar wij, via onze overlevering, zeker van weten dat ze kosher zijn.
Alhoewel de lijst van niet-koshere dieren ons in de praktijk niet helpt, zijn er toch lessen die wij eruit kunnen trekken, zoals gauw zal blijken.
De focus van dit artikel ligt enkel op één vogel, verboden voor consumptie, die in vers 13 genoemd wordt en wel met drie verschillende namen:
״והראה ואת האיה והדיה למינה״
“En de Ra’a en de Aja en de Daja volgens zijn soort”
Drie aparte namen, allemaal voor één en dezelfde vogel, een soort grijpgier die niet kosher is. Omdat deze vogel onder deze diverse namen bekend staat, worden, om verwarring te voorkomen, alle drie de namen genoemd. Zo weet iedereen dat deze vogel, hoe hij ook genoemd wordt, niet kosher is.
De eerste naam: הראה Hara’a
Deze naam betekent ‘zien’, omdat deze vogel uitzonderlijk scherp kan zien. In zijn vlucht kan hijop zeer verre afstand zijn prooi al waarnemen. Hij duikt dan ineens neerwaarts om zijn maaltijd te bemachtigen.
De tweede naam: האיה Ha’aja
Dit wordt vertaald als jammeren, schreeuwen en huilen.
De derde naam:הדיה Hadaja
Deze naam betekent zweven en glijden, dat is de prachtige beweging die deze vogel in de lucht maakt met zijn gigantische vleugels.
Spiritueel allergisch
Natuurlijk schuilt er meer achter deze drie namen. We zullen ons verdiepen in de eerste naam, Hara’a, die zien betekent. Via deze eerste naam zullen wij de aard van dit dier ontdekken om zo beter te kunnen begrijpen waarom het voor koshere consumptie niet geschikt is.
De letterlijke vertaling van het Hebreeuwse woord kosher is geschikt. Als iets kosher is, dan past het in het dieet van een Jood. Het is gezond en geschikt voor zijn lichaam en zijn ziel. Een Jood is spiritueel allergisch voor varkensvlees, mosselen en gieren. Zijn ziel zal allerlei negatieve symptomen vertonen wanneer hij dit soort voedsel zou consumeren. Het gevolg van niet-kosher voedsel eten is dat hij daardoor een soort apathie ontwikkelt voor spirituele zaken. De finesses van de Torah zullen hem ontgaan en hij zal zich daardoor helaas minder Joods voelen. Als je Joods bent kun je door kosher te eten je spirituele antenne beter richten en verfijnen.
Scherp zicht
Wat is er aan de hand met onze gier dat hij niet geschikt zou zijn voor koshere consumptie?
Allereerst is het een roofdier. Dat klinkt al niet kosher. Roofdieren zijn nooit kosher. Alleen tamme dieren die rustig zijn en vegetarisch voedsel tot zich nemen kunnen kosher zijn. Verder schuilt er ook een les in de namen waarmee het dier in de Torah genoemd wordt.
Hara’a betekent de ziener. De Talmoed geeft uitleg. “Rabbi Abahoe zegt: de Ra’a vogel is hetzelfde als de Aja. En waarom wordt hij Ra’a (ziener) genoemd? Omdat hij buitengewoon goed kan zien… We hebben geleerd dat deze vogel in Babylon staat en een karkas in het land van Israel ziet.” Zo illustreert de Talmoed het gezichtsvermogen van deze gier. Gezien de afstand van honderden kilometers tussen Babylon (nu Irak) en Israel is dit een nogal indrukwekkende omschrijving!
Waarom kiest de Talmoed om het gezichtsvermogen van onze vogel op deze manier te omschrijven? Er bestaan zoveel andere mogelijkheden om uit te leggen hoe en tot welke afstand een vogel kan zien.
Een nog essentiëlere vraag: scherp zien is toch iets positiefs? Waarom zou deze vogel dan niet kosher zijn als het zo’n geweldige, visuele eigenschap bezit?
De Talmoed heeft, zoals met alles in de Torah, deze illustratie zeer precies gekozen: “Hij staat in Babylon en hij ziet een karkas in het land van Israel.” De Talmoed beschrijft niet alleen hoe goed hij ziet, maar ook wat hij ziet: een karkas.
Karkassen en spoken
Als je naar Israel kijkt, kun je allerlei dingen zien, maar deze vogel ziet kennelijk uitsluitend lijken. De Ra’a ziet, zelfs vanaf een zeer grote afstand, enkel karkassen. Daarom is hij niet kosher, niet alleen omdat hij een roofvogel is, maar ook omdat hij alleen slechte dingen ziet, zelfs van heel ver. Dit is een eigenschap die wij niet willen hebben. Dit soort gedrag willen wij noch eten, noch in ons gedrag opnemen.
Sommigen onder ons hebben altijd iets te klagen. Ze kijken naar hun echtgenoot, hun kinderen, vrienden en collega’s en het enige wat ze zien, zijn hun fouten en gebreken. Ze kunnen maar niet stoppen met bekritiseren. Hun venijn passen ze op alles en iedereen toe: de buurvrouw, de melkboer en de penningmeester van de basketbalvereniging.
Weer anderen zijn in staat om juist iets moois en positiefs in iedereen te bemerken. Zij zien pracht en praal in de schepping en de schepselen terwijl het een ander alsmaar weer ‘lukt’ om het negatieve in alles en bij iedereen te signaleren.
Deze individuen presteren het elke keer weer om te ‘bewijzen’ dat als iemand iets doet, dat hij daar bijbedoelingen bij heeft. Kortom ze zien overal lijken en karkassen. Hebben ze gelijk? Misschien wel of misschien niet. Wat doet het ertoe? Elk mens heeft zijn tekortkomingen. De meest heilige persoon heeft wel minstens één gebrek. Wie heeft er geen karkas, lelijk monster of één of ander spook dat ergens bewust of onbewust in zichzelf verstopt is. En wat dan nog? Daar is de Torah toch voor! Om ons te helpen om ons alsmaar weer af te vragen hoe wij ervoor staan. Wat zijn onze bedoelingen? Hoe kunnen we ons gedrag verfijnen? Hoe kunnen we het verleden rechtzetten, enzovoort.
Maar deze Ra’a vogel ziet niets anders dan karkassen en spoken.
Reb Shmuel en de Maĝied
Er was eens een Maĝied, een reizende spreker, die van dorp tot dorp en van stad tot stad ging om in verschillende synagoges toespraken te geven houden. Ooit kwam hij in het dorp waar Reb Shmuel Munkes woonde. Reb Shmuel was een groot rechtschapen man met een geweldig gevoel voor humor.
Onze Maĝied kwam het dorp binnen, liet zijn referenties aan de dorpelingen zien en werd al gauw aangenomen om iedereen met zijn toespraak te inspireren. Er woonden in het dorp vele Jidden. Ze waren óf arm óf zeer arm en waren daardoor niet zo bekend met de Torah. Door hun armoede konden ze zich namelijk geen Joods onderwijs permitteren. Toch waren zij zeer G-dvrezend, van geen kwaad bewust en volledig toegewijd aan alles wat Joods was.
Het moment was aangebroken voor de Maĝied om zijn toespraak te beginnen. Iedereen zat vol verwachting te luisteren naar de bijzondere Torah woorden die uit zijn mond zouden gaan vloeien. Zo hoopten de dorpelingen wat inspiratie op te kunnen doen om nog dichter bij hun Vader in de hemel te mogen komen.
Maar de Maĝied ging een hele andere koers varen: hij legde zijn toehoorders haarfijn uit hoe vreselijk hun onwetendheid was. Hoe slecht ze waren en welke straf hen in Ĝehinom wachtte! De simpele zielen uit het dorp schrokken vreselijk. Ze waren bang, huilden en vroegen zich af hoe ze tot inkeer konden komen. De Maĝied zag hoe zijn woorden het gewenste effect hadden gehad. Vol tevredenheid verliet hij de huilende menigte en keerde hij terug naar zijn hotel.
Hij zat nog geen minuut op zijn kamer of Reb Shmuel Munkes kwam binnenlopen met een mes in zijn ene hand en een slijpsteen in de andere. Reb Shmuel ging op zijn gemak in de kamer zitten om in alle rust zijn mes te gaan slijpen. Na enkele lange seconden vroeg de Maĝied wat dit allemaal te betekenen had. “Zoals de Maĝied misschien wel weet,” antwoordde Reb Shmuel, “hebben we nog nooit in ons dorp een rechtschapen man gehad. Wellicht komt dat door alle zonden die jij zojuist in jouw mooie toespraak hebt beschreven. Hoe dan ook, het is voor ons echt een groot gemis!”
“Jazeker, maar wat heeft dat met het mes te maken dat jij aan het slijpen bent?”
“Nou heel simpel! Onze ouders hebben ons geleerd dat het een grote mitswah is om voor Rosh Hashana (Joods Nieuwjaar) het graf van een rechtschapen man te bezoeken. Zoals je weet zijn alle dorpelingen vreselijk slecht en hebben wij helaas nooit zo’n rechtschapen man in ons midden gehad die op onze begraafplaats begraven is.”
“Begrijp ik, maar wat heeft dat allemaal met het mes te maken?”
“Dat zal ik je nu haarfijn uitleggen: jammer genoeg is het dichtstbijzijnde graf van een tsadiek (rechtschapen man) heel ver weg van ons dorp. Het is bijna onmogelijk voor ons om jaarlijks zo ver te reizen en daarom hebben we unaniem besloten om een tsadiek in onze begraafplaats te hebben. We zijn er allemaal van overtuigd dat jij de aangewezen persoon bent. Na jouw toespraak weten we zeker dat er niemand zo rechtschapen als jij in deze hele regio te vinden is. Zo hebben we besloten dat ik jou zal slachten en hier op onze kleine begraafplaats zal begraven. Zo hebben wij eindelijk de mogelijkheid om een heilig graf te bezoeken”.
Gevaarlijk
Langzaam maar zeker begon de Maĝied te beseffen dat Reb Shmuel wel eens zeer gevaarlijk zou kunnen zijn. Met zijn mooie woorden probeerde de Maĝied zich te redden. “Oh,” begon onze nu stotterende man, “.. als je het goed bekijkt, ben ik helemaal niet zo’n grote tsadiek. Ik heb hier en daar wel eens wat verkeerd gedaan, niet met opzet natuurlijk, maar toch!”
“Kijk nou, jij bent nog bescheiden ook! En die kleine overtredingen, die zijn toch niets vergeleken met alle vreselijke dingen waar de dorpelingen zich volgens jou aan schuldig hebben gemaakt! Geloof me, jij bent onze beste keus, onder deze omstandigheden.”
Het mes was nu gereed en de Maĝied begon het behoorlijk benauwd te krijgen. “Maar toch,” zei hij, terwijl hij de zweetdruppels van zijn voorhoofd wegveegde, “niet al mijn overtredingen waren even onschuldig!”
Vervolgens benoemde hij een aantal zaken die echt niet door de beugel konden. Reb Shmuel vond nog steeds dat het de moeite waard was om hem als tsadiek voor de begraafplaats te kiezen. Immers was hij alsnog stukken beter dan de menigte die hij zojuist had veroordeeld. Uiteindelijk gaf de Maĝied toe dat hij nog vele ergere dingen had gedaan waar hij zich echt diep voor moest schamen.
Nu was het de beurt van Reb Shmuel om hem toe te spreken: “Hoe durf je deze onschuldige zielen zo te berispen. Zulke mooie, lieve en fijne mensen, die dag en nacht zwoegen om een paar centen te verdienen en nog tijd vrij weten te maken om te davenen en een paar Psalmen te zeggen. Jij bent diegene die zijn leven moet gaan veranderen en tot inkeer moet komen!” De Maĝied schaamde zich diep en probeerde zo snel als hij maar kon, het dorp te verlaten.
Resteert de vraag: ‘Hoe was Reb Shmuel hierachter gekomen?’ Hoe wist hij dat de Maĝied een bedrieger was en juist zelf veel zonden had begaan?
Kwestie van perspectief
Heel simpel! Als je puur en heilig bent, dan zie je bij een ander uitsluitend onschuld en zuiverheid. Als je eigen relatie met G-d gezond en oprecht is, dan zie je ook bij je medemens een mooie ziel, positieve energie en de pracht en praal van een door G-d geschapen mens.
Heb je last van hoogmoed of egoïsme dan gun je een ander weinig. Je gebruikt dan zijn fouten om jezelf te verheffen. Of misschien voel je jezelf vreselijk onzeker en projecteer je je eigen mankementen op een ander.
Het feit dat de Maĝied zo veel slechts in een ander zag, was hét bewijs voor Reb Shmuel Munkes dat de Maĝied juist diegene was die ernstige problemen had. Kwaad zien in een ander zegt meer over jezelf dan over diegene bij wie je het kwaad ziet.
Een mens is bij machte om zijn eigen gedachtes te sturen. Hij is daarom ook verantwoordelijk niet alleen voor wat hij zegt en doet maar ook voor wat hij denkt. Natuurlijk zijn er overal karkassen, lijken en andere narigheden. We zijn allemaal mensen en geen engelen, maar als dit het enige is wat jij ziet, dan ben jij diegene die een urgente wasbeurt nodig heeft om weer kosher te kunnen worden.
Uiteindelijk is het dus allemaal een kwestie van perspectief. Je kunt die zwarte bril even afzetten en dan kun je de wereld en de mensen om je heen met positieve kracht en energie aanschouwen. Train jezelf om een ander te accepteren zoals hij is. Laat hem in zijn waarde! Vergeef een ander, niet per se vanwege hem, maar voor je eigen genoegen en vrede in je leven. Het is de moeite waard om zo in het leven te staan, al is het maar voor je eigen gemoedsrust!
Het is nu zomer en velen onder ons hebben wat meer vrije tijd dan anders. Als het weer het toelaat gaan we eropuit, een park, een bos of misschien een boottocht. Ik nodig je uit om je te ontspannen en deze tijd te gebruiken om te reflecteren. Leg je minachting over anderen even opzij. Als je boos bent op iemand omdat hij jou iets slechts heeft aangedaan, besef dan dat hij het zelf waarschijnlijk moeilijk heeft. Misschien loopt zijn diepe pijn op een onhandige manier naar jou over. Geef hem de liefde en begrip waar hij zo ontzettend naar snakt.
Zet door! Je weet namelijk nooit wie jij, door jouw voorbeeldig optreden, kunt inspireren!
Shabbat Shalom!
Bracha Heintz
Nieuwsgierig naar meer? Hierbij een lezing van Bracha Heintz over Lashon Hara = kwaadsprekerij en hoe je, d.m.v. een positieve houding naar jezelf en naar anderen, het makkelijk kunt vermijden.
Bracha Heintz geeft lezingen in het hele land.
Wilt U haar boeken? Bel dan naar 0628478657
Gebaseerd op lessen van Rav YY Jacobson
Laat het mij weten indien U deze artikelen niet wenst te ontvangen. Vragen en kritiek zijn ook zeer welkom!
Speciale dank voor de opmaak en correcties door Rianne Meyer, Sonja Tamam en Devorah v.d. Heiden.
Klik hier om wekelijks per WhatsApp een artikel te ontvangen!
Helpt u mee om de continuïteit van deze artikelen te waarborgen? Door te sponsoren word je een actieve partner en steun je ook verdere activiteiten! Doneren kan hier op chabadutrecht.nl/doneren.
Beeld: chabad.org