Tag: Rav YY Jacobson

Toldot | Waarom je echtgenoot bedriegen?

Toldot | Waarom je echtgenoot bedriegen?

Schijn bedriegt: achter kleding en uiterlijk of achter woorden en daden kan een heel ander persoon schuilgaan. Graaf dieper en kijk verder dan je eerste indruk, zowel bij een ander als bij jezelf. Parashat Toldot laat zien hoe Yakow en Esaw – en hun vader en moeder – hier ook al mee te maken hadden. Want, waarom bedriegt Rivkah haar echtgenoot door Yakow als Esaw te vermommen? 

Download hier een printversie van dit artikel (PDF)

Deze week ontmoeten wij opnieuw onze aartsvader Yitschak en zijn echtgenote Rivkah. Zij kregen een tweeling: Esaw en Yakow. Esaw was behaard en wild en zijn broertje, Yakow, was oprecht en studeerde.

De zegen

De Torah vertelt ons dat Yitschak inmiddels oud geworden was en dat hij zelfs blind was. Hij voelde dat hij niet lang meer te leven had en wilde voor zijn sterven nog zijn oudste zoon Esaw zegenen. Alhoewel Esaw slecht was, hoopte zijn vader, door van hem te houden en hem te zegenen, dat hij ooit op het rechte pad zou komen. Hoe dan ook weigerde Yitschak om toe te geven aan het idee dat zijn zoon niet meer te redden zou zijn. Zijn herinneringen hoe hij zelf op het altaar was gebonden lagen maar al te vers in zijn geheugen. Nee, dat zou hij zijn zoon nooit willen aandoen. Leek het afkeuren van Esaw wegens zijn wangedrag niet op een soort offer? Je bloedeigen zoon veronachtzamen omdat hij een ander pad had gekozen dan zijn vader? Nee, dat zou Yitschak nooit doen. Hij hield Esaw dichtbij zich en gaf hem juist extra aandacht en liefde. Dat is wat een kind dat afdwaalt nodig heeft. Esaw wegsturen zoals zijn halfbroer Yishmael weggestuurd was geweest door zijn vader Avraham was ook geen optie. Yitschak wist heel goed dat Esaw wegens zijn gedrag nooit zijn erfgenaam kon zijn. Maar toch, het was zijn zoon en hij hield onvoorwaardelijk van hem zoals elke ouder zijn kind(eren) liefheeft. En omdat Yakow Esaw dichtbij zich hield groeide Elifaz, het zoontje van Esaw, ook dichtbij hem op. Dat kindje was vaak bij zijn opa op schoot. En datzelfde kindje, toen hij later opgroeide, was diegene die het leven van zijn oom Yakow redde! Maar we lopen op de zaken vooruit. Hoe dan ook hield Yitschak onvoorwaardelijk van zijn zoon Esaw zoals ook G-d van ieder mens houdt, ongeacht zijn gedrag.

Alvorens Esaw te zegenen stuurde Yitschak hem op pad om te jagen en een lekkere maaltijd voor hem te bereiden.  Bij de maaltijd zou Yitschak zijn zoon kunnen zegenen. Rivkah hoorde het gesprek, maar vond dat het Yakow was, de jongste van de tweeling, die de zegen moest ontvangen. Yakow was immers een rechtschapen man en Esaw niet.

Terwijl Esaw op jacht was, stuurde Rivkah haar zoon Yakow naar zijn vader Yitschak toe. Eerst liet ze Yakow de kleding van Esaw aantrekken. Vervolgens bedekte zij z’n handen en nek met geitenhuid, zodat hij op z’n behaarde broer zou lijken. Yakow nam een heerlijk gerecht mee voor zijn vader, bereid door niemand anders dan Rivkah zelf.

”Wat ben je snel terug!” riep Yitschak, die door zijn blindheid niet wist wie er voor hem stond.
“G-d heeft mij geholpen”, antwoordde Yakow.

Yitschak voelde nattigheid. Het was namelijk niet de gewoonte van Esaw om G-ds naam in zijn gesprekken te benoemen. Maar nadat Yitschak geverifieerd en gevoeld had dat het wel zijn ‘behaarde’ zoon was en zijn kleren geroken had, zegende hij hem, Bereshiet 27-27:

ויגש וישק־לו וירח את־ריח בגדיו ויברכהו ויאמר ראה ריח בני כריח שדה אשר ברכו ה

En hij (Yitschak) kwam dichterbij en hij kuste hem (Yakow) en hij rook de lucht van zijn kleren

Kleren 

En zo geschiedde het dat Yakow de zegen van zijn vader Yitschak ontving. Een zegen die voor Esaw bedoeld was.
Yakow was nog maar net vertrokken of Esaw kwam binnen met een jachtschotel, gekookt en gekruid precies zoals papa dat lekker vond. Esaw was woedend toen hij merkte dat zijn broertje hem
vóór was geweest. Hij smeekte zijn vader om hem alsnog te zegenen en maakte plannen om zijn broertje te vermoorden. Plannen die, dankzij Elifaz, nooit in vervulling zouden gaan. En zo werd Esaw alsnog door zijn vader gezegend, ook al had zijn broertje Yakow als eerste een zegen ontvangen.

Wat een sensatie! En wat een ingewikkeld verhaal! Kon Rivkah niet gewoon een normale discussie met haar man voeren en hem uitleggen dat hij door zijn blindheid de verkeerde zoon voortrok? Elke Jiddische Mama weet toch hoe ze dit soort zaken moet aanpakken! Waar dienen al die geheimzinnigheden en verkleedpartijtjes voor? Is de rechte weg niet het meest voor de hand liggend? Waarom heeft zij haar man bedrogen door Yakow, verkleed als Esaw, te sturen?

Het antwoord schuilt in de woorden zijn kleren, het Hebreeuwse woord בגדיו (beģadaw). De Talmoed vertelt ons dat בגדיו (beģadaw) en בוגדיו (boģedaw) bijna dezelfde Hebreeuwse letters zijn, alleen de klinkers zijn anders, maar die staan niet in een Torah rol. Beide betekenissen kloppen: בגדיו (Beģadaw) betekent zijn kleren en בוגדיו (boģedaw) wordt vertaald met zijn verraders.

Kleding is niet alleen maar een stuk stof waarmee men het lichaam bedekt. Kleding kan tegelijkertijd een verrader zijn. Een bedelaar kan rondlopen in een chique pak, een crimineel in een politie-uniform en een Zeeuws meisje in Volendamse klederdracht. Kleren verraden de man (en de vrouw). In het Nederlands lijken de woorden ‘kleren’ en ‘verrader’ helemaal niet op elkaar, maar in het Hebreeuws hebben beide woorden precies dezelfde letters en staan de letters ook nog exact in dezelfde volgorde, בגדיו en בגדיו.

Verrader wordt held

Maar wie zijn de verraders? En wie verraden zij? Onze geleerden leggen het uit: het zijn de verraders van het Joodse volk.

Zoals bijvoorbeeld de heer Yosef Meshita. Wie was hij? In de Midrash lezen we dat hij een grote verrader van zijn eigen volk was in de tijd van de verwoesting van de tweede Tempel door de Romeinen. Op het moment dat het Joodse volk ten onder ging koos deze Joodse man ervoor om de vijand bij te staan: hij hielp mee met het leegplunderen van de Tempel.

De Romeinen hadden hem nodig om de Tempel als eerste te ontheiligen. Behalve dat zij geen idee hadden hoe zij de weg in dit heilige gebouw konden vinden, waren ze ook nog behoorlijk bang voor de G-ddelijke aanwezigheid die daar zo sterk aanwezig en voelbaar was. Yosef moest de weg banen en als beloning mocht hij van hen een voorwerp uit de Tempel voor zichzelf meenemen. Geen probleem! Yosef ging naar binnen en kwam met de gouden Menorah terug.

“Nee!”, reageerden de Romeinen. “Dát gaat te ver. Zo’n groot en kostbaar voorwerp, dat kan niet. Ga terug Yosef en haal iets anders voor jezelf.” “Nee!”, zei Yosef, “ik ga niet terug.” Er werd hem veel geld beloofd, maar Yosef weigerde. Hij stelde: “Is het niet genoeg dat ik één keer naar binnen ben gegaan? Moet ik nu nog een keer gaan?” De Romeinen martelden hem omdat hij weigerde om een tweede keer de Tempel te betreden. Ze sloegen spijkers door zijn lichaam en al schreeuwend riep hij: “Oy, dat ik de Schepper boos heb gemaakt!” En zo stierf hij… als een held!

Wat was hier aan de hand? Hoe is Yosef veranderd van een verrader in een held? Welk mechanisme is hier in werking gezet? Maar Yosef Meshita was in de Tempel geweest, de heiligste plek op aarde. Het heiligdom was doordrongen van de aanwezigheid van G-d. Op deze heilige plek heeft Yosef contact weten te maken met zijn Schepper, met zijn eigen ziel, met zijn oorsprong en zijn wortels. Daar heeft hij gevoeld dat hij Joods was en dat altijd zou blijven. Zijn Romeinse kleren en handelen waren alleen maar een oppervlakkige vertoning. Weliswaar had hij de huid en de kleren van Esaw en gedroeg hij zich als een Romein, maar dat was schijn en bedrog. Diep vanbinnen was hij Yakow gebleven.

Verbinding verbroken

We hoeven niet 2000 jaar terug te gaan en de Midrash te lezen om dit fenomeen te bevestigen. Zoveel mensen die niets aan hun Jodendom deden, hebben door de eeuwen heen hun leven opgeofferd om niet voor een afgod te buigen. Ze aten misschien niet helemaal kosher en vierden de Shabbat niet precies zoals het hoorde. Ze hadden zich min of meer aangepast en de gewoontes van het land waar ze woonden overgenomen. Ze waren waarschijnlijk hun Joodse gewoontes langzaam maar zeker vergeten. Maar toch op het ‘moment suprême’ hebben zij zichzelf laten vermoorden om zelfs niet de schijn op te houden dat ze in een afgod zouden geloven. Ze hadden voor een afgod kunnen buigen of een verklaring onder dwang kunnen afleggen en in hun hart trouw kunnen blijven aan G-d. Toch kozen zij voor de dood.

Waar haalden ze de kracht vandaan? De moeite om kosher te eten of Shabbat te vieren is toch veel geringer dan je leven op te offeren? Waarom waren deze mensen dan niet in staat om kosher te eten maar wel om voor de dood te kiezen in plaats van voor een afgod te buigen? 
Echte
r, deze mensen maken een denkfout, vertelt de eerste Lubavitcher Rebbe ons in zijn meesterwerk de Tanya. Als een Jood de Shabbat overtreedt, beseft hij niet dat hij daarmee zijn verbinding met G-d verzwakt. Als hij varkensvlees eet, dan weet hij dat dat niet mag, maar hij realiseert zich daar niet bij dat hij daarmee zijn relatie met zijn Schepper in het geding brengt. Maar als hij voor een afgod zou knielen? Ja, dan is hij er zich wel van bewust dat hij zijn connectie met de Almachtige voorgoed verbreekt.

Wat is dan de denkfout, hoor ik u zeggen. Het zit zo: iedere ziel is met G-d verbonden door middel van iets dat op een heel dik touw lijkt. Een touw is gemaakt van heel veel kleine touwtjes die allemaal in elkaar gerold zijn. Het dikke touw is onze relatie met G-d. Dit touw bestaat uit 613 dunne touwtjes. Dat zijn de 248 geboden en de 365 verboden, samen 613.

Elke keer dat een overtreding plaats vindt, breekt een dun touwtje en verzwakt de connectie. Maar niet getreurd. Op het moment dat iemand tot inkeer komt, dan komt er een knoop in het losse touwtje en wordt de verbinding hersteld. Bovendien wordt door de knoop in het touwtje het touw korter. De afstand tussen de persoon die tot inkeer is gekomen en G-d is daardoor kleiner geworden. De verbinding is nog sterker dan in de oorspronkelijke situatie.

Je zou haast kunnen denken dat je eerst de overtreding moet begaan om op een hoger niveau te komen. Helaas werkt het niet zo. Iemand die met deze bedoeling in overtreding gaat zal heel moeilijk (maar niet onmogelijk) tot inkeer kunnen komen. We hebben het dus vooral over iemand die per ongeluk, bij gebrek aan kennis of omdat hij de verleiding niet kon weerstaan, iets verkeerds heeft gedaan.

Achter de façade

Ook vandaag lopen mensen rond ‘in kleren die verraden’. Je ziet een jongen in gescheurde jeans en met een alternatief kapsel. Of een dame met iets minder kleding aan dan wellicht gewenst. Niet alleen de kleding, ook de manier van spreken en handelen kunnen bedriegen. Want wat zit er binnenin? Wat zit er binnenin jou? Een gouden hart? Een tere ziel? De mooiste gedachtes, de fijnste zienswijze en de liefste bedoelingen schuilen misschien achter jouw of mijn gezicht.

Laat je niet in de maling nemen! Spreek jezelf en anderen toe en richt je daarbij vooral tot het deel van de mens dat áchter zijn façades schuilt. Een bezoek aan de Tempel, de Klaagmuur of een ander ontroerend moment zal de valse kleren doen verdwijnen en de ware jij en ik openbaren.

Rivkah wilde dat de zegen van Yitschak niet alleen voor de Yakows, de rechtschapenen en de geleerden van de toekomst, van toepassing zou zijn. Iedere ‘Yosef uit de toekomst’ die per ongeluk of met opzet, bewust of onbewust in de kleren van Esaw zou rondlopen – en zijn eigen wortels zou verraden – zal ook Yitschaks zegen nodig hebben. Deze mensen mogen niet buitengesloten worden. Vandaar dat Rivkah er voor koos om de zegen op een omslachtige, kledingachtige en verradelijke manier te laten gebeuren.

Extra liefde

Je zou het kunnen vergelijken met een echtpaar bij wie een baby geboren wordt. Vader en moeder houden natuurlijk ontzettend veel van hun kindje. Hun hart loopt over van liefde. Meer zou niet mogelijk kunnen zijn! Toch blijkt dat er toch nog meer liefde aanwezig kan zijn wanneer een zusje of broertje geboren wordt. Dan ineens blijkt er nog meer beschikbaar te zijn, zonder dat het eerste kindje maar één gram van onze liefde verliest. En zo gaat het verder met elke baby die geboren wordt; of het nou drie of dertien kinderen zijn. Elk kindje krijgt oneindig veel liefde van zijn ouders, plus nog de liefde van de reeds geboren broers en zusters.

Maar soms wordt er een kindje geboren met een handicap, een baby’tje met allerlei defecten. Dit is een kind dat extra zorg nodig heeft. Dokters en specialisten ontfermen zich over dit kleine mensje om het in leven te houden. Tijd noch moeite wordt bespaard. En wat blijkt, een hele nieuwe voorraad van liefde en genegenheid komt ineens tot uiting. Waar vandaan weet niemand, maar dit kindje heeft heel veel extra aandacht nodig en die aandacht gaat gepaard met nog meer liefde dan de andere kindjes in het gezin ooit ontvangen hebben.

Weerspiegeling

Deze wereld is een weerspiegeling van de hogere werelden. Vanuit de gebeurtenissen hier kun je concluderen hoe het er boven toegaat. Bij de ene persoon functioneert het lichaam niet optimaal en bij een ander is de ziel gedeeltelijk defect. Een man die geen tefilin aandoet heeft een spirituele zieke arm.  Een vrouw die geen shabbat-kaarsen aansteekt heeft vingers die een spiritueel defect hebben. Een Jood die niet kosher eet, bouwt lichaamscellen op die niet in overeenstemming zijn met zijn geest. Wanneer je ziel gehandicapt is, heb je extra aandacht, meer liefde en grote zegens nodig om te genezen. Dit begreep Yitschak, onze aartsvader 4000 jaar geleden, maar al te goed. 

Als iemand gezegend wordt dan ontvangt hij een mogelijkheid om zijn potentieel te gebruiken en te ontwikkelen. Dat is wat Yosef Meshita en alle Chaïms en Esthers van de 21ste eeuw nodig hebben, ook al zien zij er vanbuiten als Esaw uit. Zij hebben nodig dat iemand in hen gelooft, hen aandacht geeft en hen volpropt met liefde, zegens en potentieel. Iemand die hun ware en diepe essentie weet te benaderen en doet ontwikkelen. En dat, geachte lezer, is de zegen. Als je iemand lecha’im wenst en hem zegent dan openbaar je in hem diepe en sterke krachten, die hem helpen om door te gaan met zijn leven op een waardige manier, een manier die werkelijk bij hem past. 

Het leven is helaas niet altijd recht door zee. Schijn bedriegt en je moet dikwijls dieper graven en zoeken om de oppervlakkige bedriegende vertoningen weg te denken. Yakow bleef Yakow, en een Jood blijft altijd een Jood, ook al trekt hij Esaws kleren aan. Hij heeft dan alleen extra aandacht, extra liefde en een super Yitschak-zegen nodig. Wat slim van onze Jiddische Mama Rivkah!

Shabbat Shalom!

Bracha Heintz
www.chabadutrecht.nl

Gebaseerd op een les van Rav YY Jacobson & Rabbi Lord Dr. Jonathan Sacks
Tekst: Bracha Heintz | Opmaak: Rianne Meijer, Sonja Tamam, Devorah vd Heiden

Chanoeka Feest Utrecht
Zondag 29 dec 2024

16 uur kraampjes, muziek & apart kinderprogramma 
17 uur hoofdprogramma

18 uur muziek dans & gezelligheid

www.chanoeka.info

 

Wajera | Verlaat Sedom en kijk niet om

Wajera | Verlaat Sedom en kijk niet om

Het verhaal van Lot en zijn vrouw blijft een rol spelen, ook in de 21ste eeuw en zelfs in ons dagelijks leven. De Torah besteedt er één zeer kort vers aan: een vers van maar zes woorden. Maar vergis je niet, er liggen hier zeeën van wijsheid achter. Want bij elk offer werd zout gebracht en tot op de dag van vandaag dopen we ons brood in zout voordat wij het eten. Dit alles om de fout van Idit, de vrouw van Lot, te verhelpen. Waarom keek Idit terug en waarom werd zij juist in zout veranderd?

Download hier een printversie van dit artikel

וַיְהִי֩ כְהוֹצִיאָ֨ם אֹתָ֜ם הַח֗וּצָה וַיֹּ֙אמֶר֙ הִמָּלֵ֣ט עַל־נַפְשֶׁ֔ךָ אַל־תַּבִּ֣יט אַחֲרֶ֔יךָ וְאַֽל־תַּעֲמֹ֖ד בְּכָל־הַכִּכָּ֑ר הָהָ֥רָה הִמָּלֵ֖ט פֶּן־תִּסָּפֶֽה׃

En het was toen zij hen naar buiten brachten dat eentje zei, red je leven, kijk niet achteruit en blijf nergens op de gehele vlakte staan, vlucht naar de berg zodat je niet verwoest zal worden. Bereeshiet 19-17

וַתַּבֵּ֥ט אִשְׁתּ֖וֹ מֵאַחֲרָ֑יו וַתְּהִ֖י נְצִ֥יב מֶֽלַח׃

En zijn vrouw keek achteruit en ze werd een pilaar van zout. Bereeshiet 19-26

G-d besloot om Sedom en de vier bijbehorende steden te verwoesten omdat de inwoners zo vreselijk slecht waren.

Wreed

Deze steden waren zeer welvarend. Lot was er niet zomaar naartoe verhuisd. Hij had Avraham en diens levensstijl verlaten. Lot, de neef van Avraham, had gekozen voor prachtige villa’s, brede straten, een goed functionerend rechtssysteem en een solide economie. Dit waren de kenmerken van dit gebied. Hij had zijn uiterste best gedaan om in deze welvarende stad te assimileren. Dit was hem aardig gelukt: hij was rechter geworden, hij was met een Sedomitische vrouw getrouwd en had zijn twee oudste dochters met Sedomieten laten uithuwelijken.

Helaas waren de mensen in deze welvarende stad vreselijk wreed. Het was bijvoorbeeld verboden om gasten te ontvangen, om iemand überhaupt te helpen of om geld weg te geven. Werd je betrapt op één van deze misdaden dan moest je terechtstaan.

Er was eens in Sedom een arme man die maar niet stierf. Al gauw vroeg men zich af waarom hij nog niet van de honger was overleden. Na zorgvuldig onderzoek bleek een jonge vrouw brood in haar kruik te verstoppen en het aan de arme man te geven. Ze werd berecht en schuldig bevonden. Voor straf werd ze uitgekleed, met honing besmeurd en naast een bijenkorf geplaatst. Haar leed en geschreeuw heeft G-d doen besluiten om een eind te maken aan deze vreselijke toestanden. De steden zouden verwoest worden!

Alleen Lot, zijn vrouw en zijn twee nog ongehuwde dochters mochten op het allerlaatste nippertje aan dit vreselijke lot ontkomen.  Lot vond het moeilijk en aarzelde om te vertrekken. Hij zag zijn hele leven en alle moeite die hij gedaan had om in Sedom een fijn plekje voor zichzelf te verwerven, letterlijk en figuurlijk in rook opgaan.

Eenmaal vertrokken mochten Lot en zijn vrouw Idit niet achteromkijken.

Maar Idit kon de drang niet weerstaan. Ze keek om en veranderde in een zoutpilaar. Wat eigenaardig! Wat een vreselijke straf …. omdat ze even achteromkeek? Was het zo ernstig om even terug te kijken? Misschien hoopte ze nog dat haar twee oudste dochters hen zouden volgen, een natuurlijke reactie voor een moeder. Of misschien had ze gemengde gevoelens over het achterlaten van haar huis, haar bezittingen en haar rijkdom? Waarom mocht ze niet achteromkijken? En hoewel ze dat toch deed, waarom kreeg zij zo’n vreselijke straf? Waarom werd ze niet verwoest zoals de rest van de stad, met zwavel en vuur? Waarom werd ze veranderd in een zoutpilaar?

Weglopen

De Torah kan begrepen worden op verschillende niveaus: de geschiedenis zoals het ons verteld wordt, maar ook wat achter het verhaal schuilgaat. De Torah zit vol met beschrijvingen van personen. Niet alleen om ons iets te vertellen over wat er met hen gebeurde, maar ook omdat er een stukje van hun persoonlijkheid in ieder van ons zit. Zo hebben wij allemaal een stukje Avraham, Yitschak en Yakov in ons en een stukje Lot en een stukje van de vrouw van Lot. In elke persoon die in de Torah genoemd wordt kunnen wij een stukje van onszelf. terugvinden. Elke karaktereigenschap die daar omschreven wordt, zowel van de goede mensen als van degenen die verkeerd gehandeld hebben, vertellen ons iets over onszelf.

Wij hebben allemaal een stukje Lot in ons, een man die koos voor luxe en welvaart. En ook een stukje Idit, zijn echtgenote, iemand die achteromkeek en daardoor in zout getransformeerd werd.

Wat is zout eigenlijk? Zout vertegenwoordigt schuld en bitterheid. Het vertegenwoordigt iemand die achteromkijkt, lang nadat hij een bepaalde plek verlaten heeft. Zout is de dood als je er te veel van hebt. Denk aan de Yam Hamelach in Israel, letterlijk de Zoute Zee, maar in andere talen heet het de Dode Zee. Het is de meest zoute zee ter wereld, met 10% zoutgehalte, waardoor leven daarin onmogelijk is. Het hoge zoutgehalte belet elk organisme om erin te leven. Je zult er vissen noch planten in vinden.

Reflecteren

Dames en Heren, ook wij moeten in ons leven wegrennen van Sedom, weglopen van het slechte in ons, van ons egoïsme, van onze wreedheid en andere lelijke zaken, weglopen van een verleden waarin wij misschien de grootste fouten hebben gemaakt. We moeten wegrennen van situaties die wij zelf niet veroorzaakt hebben maar die ons door anderen zijn aangedaan. Misschien is het gisteren gebeurd of wellicht 10, 20 of 50 jaar geleden. Misschien was het toen we nog heel klein waren of toen we op school waren. Misschien vóór ons huwelijk of in ons huwelijk, met onze ouders of schoonouders, onze kinderen, buren, collega’s of vijanden.

Maar we zijn op een gegeven moment een andere weg ingeslagen. We zijn weggerend. En terwijl we weglopen kijken we vaak even terug. Nee, we keren er soms zelfs naar terug: we denken erover na hoe slecht het allemaal was, wat wij allemaal gedaan hebben of wat ons is aangedaan. Oh, wat zijn we blij dat wij het allemaal achter ons hebben kunnen laten, maar is het werkelijk achter ons? Als we steeds terugkijken kennelijk niet.

Het lijkt misschien onschuldig om terug te kijken. Misschien denken we zelfs dat het goed is om op onze eigen fouten te reflecteren. ‘Zo nemen we verantwoordelijkheid’, zeggen wij tegen onszelf. Zo beseffen wij goed en diep de ernst van onze fouten. Hoe meer hoe beter! Toch is het een zeer negatieve manier om naar jezelf te kijken. Bovendien is al dat nadenken over je eigen fouten een verborgen manier om met jezelf bezig te zijn. Sommigen onder ons blijven maar mediteren hoe superieur we zijn. Anderen houden niet op om over hun fouten te spreken. Ze gaan maar door en leggen uit hoe minderwaardig en nietig ze zijn. Beiden zijn met zichzelf bezig, de één met misplaatste hoogmoed, de ander met een overdreven schuldgevoel.

Doseren

Dat schuldgevoel, dat is het zout. Zout is een zeer belangrijk onderdeel van ons voedsel mits het in een zeer kleine hoeveelheid gebruikt wordt. Tegelijkertijd is zout vreselijk als je het niet weet te doseren. Gebruik je er te veel van in een gerecht, dan wordt je maaltijd oneetbaar. Het is dan goed voor de vuilnisbak, het is als het ware dood, gelijk de Dode Zee, waarin geen leven mogelijk is. Men zegt dat de Dode Zee de plek is waar vroeger Sedom lag.

In de Tempel moest er bij elk offer een beetje zout op het altaar worden gebracht. Als het zout ontbrak, was het offer niet geldig. Ook dopen wij bij elke maaltijd ons brood in zout. Waarom al dat zout? Onze geleerden vertellen dat beide handelingen met Idit te maken hebben, de vrouw van Lot. Die had omgekeken, die verlangde al rennende nog naar haar villa in Sedom. Die wilde nog even verbinding zoeken met het achtergelaten verleden.

Idit, de echtgenote van Lot vertegenwoordigt dat stukje in ons dat het zo heerlijk vindt om zich schuldig te voelen. Dat : genot om zich vast te klampen aan het verleden, er helemaal in op te gaan en geen stap vooruit te willen doen. Denkt U dat dit een gezonde houding is? Dit soort gedachtes leiden nergens toe, het beweegt niet, het blokkeert de mens en het is de dood. Negatieve gedachtes, langdurige schuldgevoelens en depressie kunnen levensgevaarlijk zijn.

Die zoutpilaar is soms ook in ons aanwezig, wanneer wij ons overdreven met schuld bezighouden. Maar G-d vraagt ons om te leven, om vooruit te gaan, om te genieten, om te geven, om voor elkaar verantwoordelijkheid te dragen. Binnen die verantwoordelijkheid heeft het schuldgevoel, het zout, een belangrijke plaats, maar tegelijkertijd een kleine plaats. Een beetje geeft smaak, maar te veel is funest!

Te veel

Zout is noodzakelijk. Zich schuldig voelen is een belangrijk ingrediënt. Het is een deel van het nemen van verantwoordelijkheid. Het preserveert ons net zoals zout een conserveringsmiddel is. Het zorgt ervoor dat wij bescheiden blijven omdat wij er ons bewust van zijn dat wij niet volmaakt zijn, dat dingen wel eens mis zijn gegaan in ons leven. Maar stel je voor dat je alleen maar zout hebt. Voor ontbijt een beker zout en voor avondeten twee bekers zout. Dat is oneetbaar, daar kan niemand wat mee. Iemand die zich overdreven met schuld bezighoudt is onsmakelijk en iedereen wil ver weg van hem blijven. Of het nou gaat over zijn eigen schuld of de schuld van anderen, hij straalt negativiteit uit, hij is geblokkeerd en wordt daarom door vrienden en familie afgewezen.

Wegrennen? Ja. Sedom en al het slechte dat het vertegenwoordigt achter je laten? Ja.

Terugkijken? Nee, want dan word je een pilaar van zout, een oneetbare dode persoonlijkheid gelijk de Dode Zee: iemand die een vieze smaak heeft en waar anderen ver van uit de buurt willen blijven.

Zout is heerlijk, maar op het moment dat het de overhand krijgt is het een verschrikking. Ooit geprobeerd soep te eten waar veel te veel zout in zat? Oneetbaar! Schuld is noodzakelijk in zéér kleine mate! Zo werd elk offer in de tempel samen met zout gebracht. Bij elke maaltijd dopen we ons brood in zout. Een beetje zout preserveert en houdt ons gezond en in stand. Te veel is synoniem voor gebrek aan leven! Doseer je zout zorgvuldig… net als met de soep. Beter te weinig schuldgevoelens dan te veel!

Eet smakelijk en shabbat shalom!

Bracha Heintz

Klik hier om wekelijks per WhatsApp een artikel te ontvangen!

Afbeelding boven: Zoutpilaar bij de Dode Zee waarvan men zegt dat dit de vrouw van Lot zou zijn
Gebaseerd op een les van Rav YY Jacobson

Foto’s Challah Bake

Bekijk hier een serie foto’s van een eerdere Challah Bake.

Bekijk hier de foto's van de Challah Bake!

 

 

Lech Lecha | Ik ga op reis en ik neem mee…

Lech Lecha | Ik ga op reis en ik neem mee…

Ben jij jezelf of ben jij wat anderen over jou denken? Heb jij door wat je waarde is ook al presteer je misschien niet zo veel? Je kunt pas ‘goed op reis’ als je de ballast van opgebouwde negatieve gedachten en geluiden van je af weet te schudden. ‘Wees kieskeurig bij het inpakken van je koffer’ is dan ook de les die Avraham van G-d meekrijgt. Een les voor ons allemaal.

Download hier een printversie van dit artikel

In de eerste Parasha van de Torah wordt het scheppingsverhaal verteld, in de tweede leren wij over Noach, de zondvloed en de geboorte van Avraham. Deze week zijn wij beland in de derde Parasha. Avraham krijgt al in het eerste vers (Bereeshiet 12 – 1) een opdracht van G-d:

וַיֹּ֤אמֶר ה אֶל־אַבְרָ֔ם לֶךְ־לְךָ֛ מֵאַרְצְךָ֥ וּמִמּֽוֹלַדְתְּךָ֖ וּמִבֵּ֣ית אָבִ֑יךָ אֶל־הָאָ֖רֶץ אֲשֶׁ֥ר אַרְאֶֽךָּ׃

En G-d zei tegen Avram, ga naar jezelf, uit jouw land, uit jouw geboorteplaats en uit jouw vaders huis, naar het land dat ik jou zal laten zien.

Verhuisbericht 

Dit lijkt een simpele en duidelijke boodschap naar Avraham toe, een verhuisopdracht zullen we maar zeggen. Tot nu toe woonde Avraham in Charan (Irak) en nu moet hij een volgende stap in zijn leven zetten en naar Kanaän (Israel) verhuizen. Toch zit hier hoogstwaarschijnlijk meer achter dan alleen een informatief bericht. Het is namelijk de eerste keer dat de Torah ons iets over Avraham vertelt (behalve wat achtergrondinformatie die aan het einde van Parashat Noach geschreven staat over zijn geboorte, zijn familie en met wie hij getrouwd was).

Je zou toch iets bijzonders verwachten wanneer G-d voor het éérst met de éérste Jood communiceert. Een bijzondere les, een nieuw inzicht of wellicht een kernverklaring. Inderdaad, dit vers bevat een historische boodschap, een opdracht voor elk individu. De basis en het beginsel van het hele Jodendom gaan schuil in deze eerste mededeling van G-d naar Avraham toe.
Wat blijkt? Wat op het eerste gezicht op een verhuisbericht lijkt, is veel meer dan dat. Het is een opdracht voor het leven. Want waarom anders staat er ‘Ga naar jezelf toe’? Er had gewoon kunnen staan: vertrek uit je land. Wat betekent het überhaupt om ‘naar jezelf toe te gaan’? Hoe kan iemand naar zichzelf gaan? Als het goed is, is hij je er toch al? Het woord לְךָ֛ (lecha), naar jezelf past hier eigenlijk niet!

Behalve dat lijkt de volgorde van de vertrekplaatsen in dit vers niet te kloppen. Deze had precies andersom moeten staan. Eerst verlaat je namelijk het ouderlijk huis בֵּ֣ית אָבִ֑יך (beet awiecha), vervolgens vertrek je uit je geboorteplaats מּֽוֹלַדְתְּךָ (moladtecha), en als laatste ga je uit je land weg אַרְצְךָ֥ (artsecha). Echter staat er als éérste “uit je land”. Maar als je eenmaal uit je land vertrokken bent, hoef je noch je geboorteplaats noch je ouderlijk huis meer te verlaten. Je bent daar namelijk al lang weg! Het is net alsof je zegt tegen iemand: “Vertrek uit Nederland en vertrek daarna uit Amsterdam en vervolgens uit je ouderlijk huis.” De volgorde klopt niet. Als je eenmaal Nederland verlaten hebt, kun je moeilijk alsnog uit Amsterdam vertrekken.

Laten we alles op een rijtje zetten:

Ten eerste is het woord ‘naar jezelf” overbodig.
Ten tweede klopt de volgorde van locaties niet.
Ten derde zijn daardoor twee vertrekplaatsen overbodig; uit het land vertrekken is voldoende.
Ten vierde: als je iemand vertelt om te verhuizen, vertel je hem waarheen hij moet trekken. (Dit staat aan het einde van het vers: “…naar het land dat ik jou zal laten zien.”) Wat je hem doorgaans niet vertelt is wat zijn vertrekplaats is want waar anders zou hij vandaan moeten komen?

Op reis naar jezelf

Vier vragen over één zin! Voldoende stof om over na te denken. Vooral omdat we weten dat er in de Torah niets overbodigs staat. Elke zin, elk woord en zelfs elke letter is daar met G-ds wijsheid neergezet. Genoeg voor de geleerden om zich hierover te buigen en voor ons om ons erin te verdiepen. G-d is eeuwig en Zijn wijsheid, de Torah, ook. Zo heeft G-d in elk verhaal een diepe betekenis gestopt en verstopt. Welke les schuilt achter de opdracht van G-d naar Avraham toe om Charan te verlaten? Welke wijsheid zit hier achter en wat betekent dit voor ons, die in de 21ste eeuw leven?
De Torah neemt ons mee op reis. Op reis van Irak naar Israel, van het buitenland naar het binnenland, van afgodsdienst naar monotheïsme. Een reis die begint met naar jezelf toe te gaan. Want dit is wat er staat: ‘ga naar jezelf”. Kennelijk is jouw alleréérste opdracht om te gaan ontdekken wie je zelf bent. Wat betekent dit en welke weg moeten we bewandelen om dit doel te bereiken? De Torah geeft ons drie tips om onszelf te ontdekken:

Eerst moeten we uit ons land vertrekken.
Daarna moeten wij afstand doen van onze geboorteplek.
Tot slot, in de laatste fase, moeten wij ons los maken van het ouderlijk huis.

Herontdekken

De Torah vraagt aan ons: Wie zijn jullie? Wie ben jij? Ga naar jezelf toe, herontdek wie jij echt bent. Welk beeld heb je van jezelf? Ieder individu is uniek. Elke baby die geboren wordt heeft zijn unieke eigenschappen, zijn karakter, zijn eigenwaarde. In de loop van de groei en je ontwikkeling gebeurt er van alles. Mensen en omstandigheden vormen je tot wie jij nu bent. Maar lang niet alles wat je gehoord en meegemaakt hebt was of is ten goede van je ontwikkeling. Veel onhandige ervaringen en opmerkingen van anderen laten een spoor in je achter. Een spoor dat soms je persoonlijke ontwikkeling in de weg staat. Bijvoorbeeld dat kritische stemmetje dat dagelijks in jouw hoofd zeurt en klaagt en je vertelt dat je het niet goed genoeg doet. Dat je meer moet presteren. Dat je moet laten zien wat je waard bent, dat je respect moet verdienen, enzovoort.

Je bent nu volwassen. Blijft er nog iets van je ware zelf over? Ben jij jezelf of ben jij wat anderen over jou denken, of wat andere mensen van jou verwachten? Hoe belangrijk is het voor jou dat mensen jou waarderen? Ben jij afhankelijk van de mening van je medemens? Heb jij een eigenwaarde? Ben jij waardevol? Ook al heb je niets gepresteerd? Of heb jij alleen het bestaansrecht wanneer je iets doet, maakt of uitvoert?

Beknellend

Stel je voor dat je als kind gehoord hebt dat jij goed en lief was als je een goed rapport had of als je thuis geholpen had of mooie kleren aan had of schone sokken aangetrokken had. Welk beeld vormt dit kind dan over zichzelf? Ik heb alleen maar bestaansrecht wanneer ik lief ben, mijn kapsel er netjes uitziet of mijn kleren in de mode zijn. Iedereen heeft een verhaal dat voor hem beknellend is, bewust of onbewust. Misschien voel je dat je steeds anderen tevreden moet stellen omdat je anders niets waard bent.

Stel je voor dat iemand jou een goed cijfer moet geven, jou moet bedanken of complimenteren voordat jij je zinvol voelt. Je leeft eigenlijk als een parasiet. Je leeft van de mening van anderen. Je bent afhankelijk van hun goedkeuring. Je komt alleen tot rust wanneer anderen jouw bestaan of prestaties waarderen. Dit heeft vele gevolgen. Bijvoorbeeld in je relatie. Hoe kun je op een gezonde manier met een ander omgaan wanneer je je constant moet afvragen hoe je bij een ander overkomt? Als je daar steeds gestrest over bent, hoe kun je dan luisteren en horen wat iemand anders zegt? Hoe kun je hem aandacht geven als je tegelijkertijd zo ontzettend voor een plekje voor jezelf aan het vechten bent en jij je zo veel zorgen maakt over wat je moet zeggen, hoe je het gaat zeggen en of je het überhaupt kunt zeggen?

De Kotsker Rebbe (1787-1859) zei:

Als ik ben ik, omdat jij bent jij
en jij bent jij, omdat ik ben ik,
dan ben ik niet ik en jij bent niet jij.

Maar als ik ben ik omdat ik ben ik
en jij bent jij omdat jij bent jij,
dan ben ik, ik en dan ben jij, jij!

Als ik ben ik, met andere woorden: als ik pas ik kan zijn en alleen eigenwaarde heb wegens jou (omdat jij bent jij) dan ben ik dus afhankelijk van jouw mening voor mijn eigen bestaansrecht, dan ben ik niet mezelf en dan ben jij ook niet jezelf. Hetzelfde geldt als jij alleen maar jij kan zijn wegens mij.

Maar als ik ben ik omdat ik ben ik, omdat ik mijzelf kan zijn, zonder jouw mening over mij, en jij andersom ook, dan ben ik mijzelf en dan ben jij ook jezelf. Daarna kunnen wij een relatie beginnen, omdat wij allebei gezond zijn en eigenwaarde hebben. Nu zijn wij in staat om ruimte te maken voor een tweede persoon.

Ga naar jezelf

Het is net als in een vliegtuig: zet eerst je eigen zuurstofmasker op voordat je het bij je kind aanbrengt. Heb je je ooit afgevraagd waarom? Heel simpel: als je zelf genoeg zuurstof hebt kun je ook zuurstof aan een ander geven. Geef je jezelf de ruimte, dan gun je het ook aan een ander. Zit je niet lekker in je vel, dan ben je ook heel kritisch ten aanzien van je medemens. Kom je jezelf tekort? Dan functioneer je niet goed en ben je daardoor niet in staat om er voor een ander te zijn. Of het nou om zuurstof, emoties of voedsel gaat.

Zorg eerst voor jezelf om er voor een ander te kunnen zijn. Niemand heeft iets aan je als jij niet eerst jezelf kunt zijn; ‘ga naar jezelf’ zegt G-d tegen Avraham.

Hetzelfde principe geldt tussen jou en G-d. Een mens kan zelfs met G-d een ongezonde relatie hebben. Dat je G-d nodig hebt omdat je jezelf haat, een klein beetje of heel veel en alles daar tussenin. Denk dus niet dat een relatie-met-G-d-hebben erop neerkomt dat je jezelf beschouwt als niets. Of dat het niets uitmaakt wat je doet en dat je bestaat. Dit zijn ongezonde gedachtes van een zieke geest. ‘Ga naar jezelf!’

Herontdek jezelf. Niemand behalve jij kan vertellen wie je bent. Dat houdt in dat je je los kunt maken van je land, je geboorteplaats en je ouderlijk huis. Precies in die volgorde, van makkelijk naar moeilijk.

1. Uit je land

De eenvoudigste opdracht is jezelf losmaken van het land waar je geboren en getogen bent, het land en de invloed die het op je heeft. Maak je los van de kenmerken die jouw essentie verduisteren. Je bent in een bepaald land opgegroeid of je woont er al jaren. De gewoontes en eigenschappen van het land hebben jou gevormd. Is dit wie je bent? Nee, zegt de Torah, ga uit je land en wees jezelf!

2. Uit je geboorteplaats

Dit is al wat ingewikkelder. Je geboorteplaats is de wijk waar je opgroeide, de kinderen waar je mee hebt gespeeld, je school, je sportclub, de winkels bij jou in de straat, de buren en de mevrouw aan de balie bij de bibliotheek. Allemaal zaken die dichter bij je staan dan je land. Dit zijn de mensen en dingen die jou hebben beïnvloed in je jonge jaren. Allemaal mensen die het (hopelijk) goed bedoeld hebben, maar die hier en daar misschien opmerkingen hebben gemaakt die nog steeds zijn blijven hangen en die jou misschien beknellen.

Wist je dat, als je een krasje aanbrengt op de stam van een boom, of op een tak of op een blaadje, er niet veel meer gebeurt dan dat ene krasje? Ga je echter in de wortels van de boom krassen, dan groeit de hele boom scheef. Zo ook met kinderen: kleine opmerkingen, alsook het gedrag van mensen om het kind heen, kunnen het kind voor het leven beïnvloeden. Weet jij jezelf los te maken van alle invloeden die jou in je jeugd hebben gevormd? Wees kritisch t.a.v. de indrukken die jij in je jonge jaren hebt geabsorbeerd.  Zijn deze waardevol en passen ze bij je? Dan zijn ze welkom. Maar als ze jou tegenhouden en beklemmend zijn, ga dan weg voor jezelf uit je geboorteplaats.

3. Uit het huis van je vader

Ten slotte de derde en tevens de laatste stap, het verlaten van het ouderlijk huis. Dit is de meest lastige. Het staat dichterbij: Je vader, je moeder, broers en zussen en misschien een tante die met de beste bedoelingen zich overal mee bemoeide. Hoor je constant hun opmerkingen, kritiek en kanttekeningen? Werkt hun kritiek of sarcasme misschien beknellend voor jou? Hoor je steeds een stemmetje dat jou vertelt dat het eigenlijk anders moet? Is dit je eigen stem of misschien de stem van iemand anders? Ben je het wel met dat stemmetje eens? 

G-d houdt van jou

Beschrijven deze drie plekken jouw karakter, angsten en beperkingen? Dan zit je vast en wordt het tijd voor een langzame, maar zekere bevrijding. Ik zal je namelijk een geheim vertellen. G-d houdt heel veel van jou. Hoe ik dat weet? Omdat G-d jou geschapen heeft. En G-d houdt van jou zoals Hij jou gemaakt heeft en omdat jij JIJ bent.

Niet om wat je doet, niet om wat je zegt en niet om wat je denkt of voelt. Nee, jij bent een perfect, onweerlegbaar G-ddelijk schepsel dat G-d gewild heeft. Precies zoals je bent.  Dit is een feit en hierover valt niet te twisten.

G-d houdt onvoorwaardelijk van jou. Wat je doet en hoe jij je gedraagt komt pas op de tweede plaats. Niets en niemand, ook jij niet, kan iets veranderen aan die onvoorwaardelijke liefde, net zomin als dat je G-d zou kunnen aantasten of veranderen. Je hoeft nooit iets te doen om dit onberispelijke feit te bevestigen, te bekrachtigen of te legaliseren. 

In de war

Oh, maar je voert wel eens iets ondeugends uit. Natuurlijk gebeurt dat. Maar dat is jouw hondje. Die moet je aan de lijn houden en af en toe aaien, hem te eten geven en aardig voor hem zijn. Maar je moet hem wel dresseren, anders neemt hij de boel over. Dan kan dat hondje zomaar een grote herdershond worden of misschien zelfs een gevaarlijke tijger die jou totaal kan gaan beheersen en overnemen. Maar raak alsjeblieft niet in de war. Jij bent geen hondje, nee, jij hébt een hondje. Het is dus niet zo dat als je van gebakjes houdt, je een gebakje bent geworden. Het hondje hoort in de mand. Geef hem wat hij nodig heeft en voed hem op. M.a.w. geef je lichaam wat het nodig heeft maar houd het tegelijkertijd in bedwang. Laat die zorg voor je lichamelijke behoeftes niet uit de hand lopen, maar stop ze in de mand.

Het is net als die man, vertelt de Alter Rebbe ons, die een bedelaar was en niet wist dat hij eigenlijk multimiljonair was. Hij bleef maar bedelen en proberen om in zijn levensonderhoud te voorzien. Zo ook zoeken wij plezier en bevrediging in de materiële wereld, terwijl wij oneindig rijk zijn op spiritueel gebied. Wij bezitten rijkdommen en schatten van oneindige waarde. Toch blijven wij maar bedelen in de materiële wereld, denkende dat wij daar oplossingen zullen vinden in onze zoektocht naar vrede, rust, blijdschap en geluk. Maar we zijn zó rijk! We hoeven niet van deur tot deur te gaan bedelen voor bevrediging in oppervlakkige zaken. We gaan voor de essentie, voor wie we zijn: een schepsel naar het evenbeeld van G-d gemaakt. Een mens waar G-d voor gekozen heeft dat hij precies zo zou bestaan zoals hij bestaat.

Oneindig licht

Ga naar jezelf. Maak je los van alle invloeden die negatief uitvallen. Maak een bewuste keuze uit de positieve en minder positieve aspecten uit je jeugd. Haal eruit wat goed is en laat de obstructies achterwege. Zet dat beschuldigende stemmetje eens uit. Ontlast jezelf van jouw beknellingen. Iedereen kan voor zichzelf ontdekken welke dat zijn. Je bent geen slaaf van je beknellende gewoontes en gedachtes. Je mag zijn wie JIJ bent. Je mag aardig zijn voor jezelf, jezelf lief toespreken.

We kijken veel te vaak op onszelf neer. We maken onszelf zo klein mogelijk. We zijn bang om groot te zijn, om belangrijk te zijn en om succes te hebben. Wie zijn wij, zeggen we tegen onszelf, om macht te hebben, om successen te boeken, om gelukkig te zijn, om fantastisch te zijn? Wie ben ik om invloedrijk te zijn? Wie ben ik om een mooi huwelijk te hebben of wie ben ik om een fantastische relatie met mijn kinderen te hebben? Wie ben ik om een ongelofelijk goed leven te leiden. Wie ben ik? Wat? Ik? Ik ben niets waard! Een dweil om de vloer mee schoon te maken.

Wat bedoel je? Wie ben ik? Je bent het oneindige licht van G-d dat zich in deze wereld manifesteert. Je helpt er niemand mee als je dat licht dooft. Integendeel, als je je eigen licht laat schijnen, help je er juist jezelf én ook anderen mee!

Als je hier iets mee kan, jezelf weet te herkennen en van jezelf houdt, dan pas kun je van een ander gaan houden, dan pas kun je beginnen met het dienen van G-d. Ieder mens ontvangt elke ochtend, wanneer hij wakker wordt, opnieuw een mooie, schone en uitgeruste ziel. Elke dag opnieuw bedanken wij G-d hiervoor in ons ochtendgebed. Het gaat om je ziel, dat speciale stukje in je, dat een waar deel is van G-d. Deze kern is onaantastbaar. Zelfs geweld, misbruik en een trauma kunnen dit diepe element in jou niet raken. Alhoewel mensen met trauma’s hun hele leven vreselijk lijden, behouden ze altijd een schone, onverwoestbare kern. Met deze wetenschap kunnen zij hun reis naar genezing beginnen. 

We zijn allemaal, stuk voor stuk, prachtige mensen. Zo heeft G-d ons gemaakt. Zoek naar dit fantastische schepsel. Pas daarna kan jouw reis naar Israel, naar het Jodendom beginnen. Herken en verlaat eerst jouw beknellende ervaringen uit deze drie bronnen. Dit is de eerste opdracht gericht aan de eerste Jood, Avraham. Pak je koffers zorgvuldig in en laat de spullen achterwege die jou in de weg staan.

Goede reis!

Bracha Heintz

Gebaseerd op lessen en artikelen van Rav YY Jacobson. Laat het mij weten indien U deze artikelen niet wenst te ontvangen. Vragen en kritiek zijn ook zeer welkom!

 


Helpt u mee om de continuïteit van deze artikelen te waarborgen? Door te sponsoren word je een actieve partner en steun je ook verdere activiteiten! Doneren kan hier op chabadutrecht.nl/doneren.

Beeld: chabad.org

Met dank aan Rianne, Sonja en Devorah voor hun hulp bij het bewerken van dit artikel.