Kedoshiem | Verbonden met je wortels
Wist je dat de landbouwregels uit de Torah ons vertellen hoe wij verbonden kunnen blijven met onze wortels, met onze ziel en dus ook met G-d? Zolang de vruchten aan de boom vastzitten blijven zij verbonden met hun wortels en levenskracht. Zo ook Jood. Zolang hij bewust omgaat met zijn oorsprong zal hij altijd als Jood blijven bestaan.
Download hier een printversie van dit artikel (PDF)
Het Jodendom is geen G-dsdienst, maar een manier van leven. Daarom zul je in de Torah niet alleen religieuze wetten vinden, maar ook gebruiksaanwijzingen en regels voor alle details van het dagelijkse leven. Ook de landbouw hoort hierbij. Zo vinden wij in de Parasha van deze week, (waar maar liefst 51 ge- en verboden aan de orde komen), een verbod en een gebod met betrekking tot bomen, boomgaarden en vruchten:
Nadat een boom geplant is, is er een verbod om de eerste drie jaar, (geteld vanaf 1 Tishrie*), de vruchten ervan te plukken, te consumeren of te verkopen. Dit heet Orla. Daaraan gekoppeld is er een gebod om in het vierde jaar na de planting van een boom, de vruchten ervan alleen in Jerushalayim te eten. Deze vierdejaars vruchten kunnen uitsluitend gegeten worden in de tijd dat de tempel bestaat en alleen door iemand die rein is (bijvoorbeeld doordat hij niet in contact geweest is met een lijk).
Jammer genoeg hebben wij op dit moment geen tempel in Jerushalayim meer (een situatie waar we G-d dagelijks om smeken om te veranderen). Ook wordt vandaag de dag iedereen als onrein beschouwd omdat iedereen bewust of onbewust bijvoorbeeld in aanraking is gekomen met een lijk, of in hetzelfde gebouw is geweest als waar een lijk was. Zolang de tempel niet bestaat beschikken wij helaas over geen enkele manier om onszelf te reinigen. Daarom kunnen wij de vierdejaars vruchten niet in Jerushalayim eten en zeker niet daar buiten. In plaats daarvan hevelen wij de speciale status van deze vruchten over naar een klein muntstuk dat wij daarna wegdoen op zo’n manier dat niemand het meer kan vinden of gebruiken.
Israel
Dit verbod en gebod zijn altijd en overal geldig, zowel in Israel als daarbuiten . Er is echter een verschil tussen vruchten uit Israel en vruchten uit andere landen in het geval dat je twijfelt of die vruchten van de eerste vier jaar zijn (Orla) of niet. Als je een vrucht wilt eten die van een boom komt en je weet niet hoe oud die boom is, zijn er twee mogelijkheden:
- De boom bevindt zich in Israel. Dan mag je de vrucht niet eten want wie weet is de boom nog geen 4 jaar oud.
- De boom bevindt zich buiten Israel. Als je in zo’n geval niet weet van welke boom jouw vrucht afkomstig of hoe oud de boom is, dan mag je de vrucht toch eten.
Stel, je gaat naar een supermarkt in Assen, Brugge, Alicante of Lima. Dan mag je daar gewoon fruit kopen. Je hoeft niet uit te zoeken uit welke boomgaard deze appels komen en of de bomen minstens drie jaar oud zijn of niet. Misschien zijn ze dat wel of misschien ook niet. In geval van twijfel hoef je niet na te gaan waar de vruchten vandaan komen en hoe oud de bomen zijn.
Daarentegen mag je Israelisch fruit uitsluitend eten als je zeker weet dat het geen Orla is.
Waarom Orla? Twee verklaringen:
- Het eerste, het beste en het mooiste bewaar je vanzelfsprekend voor G-d en dus ga je de mooiste nieuwe vruchten in Jerushalayim eten. De eerste drie jaar hebben bomen meestal geen vruchten. Als ze dat wel hebben zijn deze van lage kwaliteit. Zou je de vruchten van de eerste drie jaar naar Jerushalayim brengen, dan zou dat een gebrek aan respect zijn voor G-d om een minderwaardige oogst in de heiligste stad van de wereld te consumeren. En dus wachten we eerst drie jaar om er zeker van te zijn dat we mooie vruchten hebben. In het vierde jaar, wanneer de vruchten volledig tot ontwikkeling zijn gekomen, nemen we ze mee naar de hoofdstad om ze daar op te eten. (Sefer Hachinuch).
- Adam en Chava werden op het negende uur van de zesde dag geschapen. Drie uur later begon de Shabbat. Tijdens deze drie uren mochten ze niet van de boom van de Kennis eten. Op Shabbat mochten ze dat wel. Omdat zij zich geen drie uur konden beheersen, wachten wij drie jaar voordat wij vruchten eten (Siftee Cohen). Hadden Adam en Chava geduld gehad, dan hadden ze de vruchten kunnen plukken, persen en het sap op Shabbat kunnen gebruiken om Kidoesh te maken. Volgens een aantal geleerden was de boom waar ze niet van mochten eten namelijk een wijnstok. (Een appelboom was het in ieder geval niet.)
Landbouwregels
Geval nummer 1
Wat gebeurt er nu wanneer je een appel hebt die toch geplukt is binnen de eerste drie jaar na het planten van de boom? En als deze appel dan vervolgens per ongeluk vermengd raakt in een kist appelen van andere bomen die wel meer dan drie jaar oud zijn? Wat nu? Gooi je de hele kist dan weg? Nee, schrijft de Joodse wet ons voor. Als de verboden appel één op 200 is, dan zeggen wij dat deze vrucht nietig is ten aanzien van de rest. De verhouding moet minstens één op 200 zijn.
Zo hanteert de Joodse wetgeving in bepaalde gevallen het idee dat iets nietig wordt verklaard (בטל (batel) in het Hebreeuws) t.a.v. een meerderheid. Afhankelijk van het geval kan de vereiste verhouding wisselen. Soms gaat het om een meerderheid, soms moet de verhouding 1 op 60 zijn (bij vlees en melk) of bijvoorbeeld in het geval van Orla, 1 op 200.
Maar let op! Het volgende principe geldt: je mag nooit iets vooraf met opzet nietig verklaren.
Je mag dus niet in je kippensoep expres een druppeltje melk toevoegen, ook al is het volume van de soep 60 keer zo veel als die van de melk. Valt er per ongeluk een druppel melk in de soep, dan is het wat anders. Dan passen we de 1-op-60-regel toe. Ook in ons geval: doe je met opzet een verboden appel in een kist waar er minstens 199 andere geoorloofde appels in zitten, dan worden alle 200 appels verboden vruchten.
Geval nummer 2
Je hebt een boomgaard. Alle bomen, behalve één, zijn ouder dan drie jaar. Eén boom valt nog binnen de drie eerste jaren. Klein probleempje: je weet niet meer welke boom het is! Wat nu? De vruchten van alle bomen zijn in principe geoorloofd behalve van die ene boom, maar welke is dat? Helaas weet je dat niet.
De Joodse wet is er heel duidelijk over: je mag de hele boomgaard niet oogsten, ongeacht hoeveel bomen er zijn: 100, 200 of zelfs 100.000.
Stel, je buurman, ook een boer, was zo vriendelijk om jouw appels te oogsten terwijl je een weekendje weg was. Hij was niet op de hoogte van die ene boom die nog geen drie jaar oud was. Nu zijn de geplukte appels van alle bomen per ongeluk vermengd geraakt en je hebt een verhouding van 1 op 200, dan ineens zijn alle appels wel geoorloofd.
Met andere woorden: zolang de vruchten aan de boom hangen maakt het niet uit hoeveel bomen er in de boomgaard zijn. Of er nu 2 bomen, 200 of 2000 zijn, de wet dat iets-wegvalt-in-een-bepaalde-hoeveelheid kan niet toegepast worden. Het oogsten van de gehele boomgaard is verboden omdat je niet weet welke boom jonger is dan drie jaar. Maar indien ze per ongeluk geplukt zijn, dan vallen de verboden vruchten weg in een meerderheid van 200.
Aan de boom of los van de boom
Waarom het verschil? Aan de boom of los van de boom? Kennelijk wordt het plukken of het niet plukken van vruchten zeer serieus genomen.
En terecht: op het moment dat je een vrucht plukt, dan verbreek je de verbinding van deze vrucht met zijn wortels en zijn levenskracht. Wees daar voorzichtig mee. De Torah zet ons aan tot nadenken en helpt ons om bewuster om te gaan met alle schepselen, zowel mensen, dieren, planten als mineralen.
Hoe zou jij het ervaren als je geen voedsel en vocht meer zou krijgen? Een mens wordt in de Torah vergeleken met een boom!
Wie geeft jou het recht om zomaar een blaadje van een boom af te scheuren tijdens een wandeling? Welk recht heb jij om planten te ontwrichten en los te koppelen van hun bron, hun levenskracht en voedsel? Er wordt in de moderne samenleving bij hoog en laag beweerd dat wij geen of weinig vlees moeten eten. En planten dan? Hoezo mogen die wel gegeten worden?
Maar plukken en slachten mag allebei van de Torah, want een verbinding verbreken wordt toegestaan mits men zich aan een hele duidelijke voorwaarde houdt, namelijk dat men door dat plukken een hogere verbinding gaat bewerkstelligen. Wanneer jij de vrucht eet en de nu verkregen energie in je lichaam gebruikt om goede daden te verrichten, dan zorg je dat je aan de geplukte vrucht een nieuwe verbinding gaat geven. Je hebt het verbonden met een nog hogere levenskracht dan wanneer hij nog aan de boom vast zat. En dan mag het. Niet alleen mag het, maar je doet de vrucht een gunst door de voedzame stof die er door Hashem ingestopt is terug te brengen naar Hashem, doordat je de kracht van de vrucht gebruikt om G-ds wil uit te voeren.
Hetzelfde geldt voor het slachten van dieren. Je mag niet zomaar een dier doden. Echter, gebruik je het voor voedsel en neem je de energie van het vlees om je menselijk te gedragen en goede daden te verrichten, op dat moment heb je het vlees en het dier met G-d verbonden. Het dier bereikt daardoor het doel waar het voor geschapen is. Je zou eigenlijk de dierenwereld tekortdoen als je het niet zou gebruiken. Vandaar dat het Jodendom het toestaat om dieren, planten en mineralen te consumeren. Hierbij is de mens de schakel die deze drie elementen op een hoger niveau brengt.
Verloren vruchten en verloren mensen
Verder constateren wij dat zolang een vrucht aan de boom vast zit, deze nooit en te nimmer weg zal vallen in de menigte. Ook al bevindt een boom zich in een boomgaard van een miljoen andere bomen, dan behoudt hij nog steeds zijn eigen bestaansrecht en individualiteit. De vruchten van deze boom zullen nooit teniet verklaard kunnen worden ten aanzien van een menigte, hoe groot dan ook. Zolang de vruchten verbonden zijn met hun oorsprong, hun bron, hun wortels en levenskracht is het onmogelijk voor een boom om zijn identiteit te verliezen.
Hierin berust het geheim van het overleven van het Joodse volk. Heb je je ooit afgevraagd waarheen het Egyptische volk, de Griekse beschaving of het Romeinse rijk verdwenen zijn? En het machtige Spanje dan? Waar zijn al die mensen met al hun filosofieën, tradities, culturen en aanverwante wreedheden gebleven? Deze Super Powers zijn allemaal, op een gegeven moment in de geschiedenis, door een ander volk overheerst. Verzwakt en in de minderheid zijn zij hun identiteit kwijtgeraakt.
Als je een geschiedkundige analyse zou maken van het Joodse volk of een militair onderzoek zou doen, dan zou de conclusie alleen maar kunnen zijn dat het Joodse volk niet meer zou bestaan. Toch is het Joodse volk, ondanks alle vervolgingen en overheersingen, zijn identiteit nooit kwijtgeraakt. Het geheim van dit volk zit hem in zijn verbinding met zijn Schepper d.m.v. Torah studie en het uitvoeren van de mitswot. Zolang het volk verbonden blijft met zijn bron en levenskracht zal het nooit en te nimmer in de menigte opgaan.
Onverslaanbaar
Dagelijks worden wij blootgesteld aan strijd met de buitenwereld maar ook aan een innerlijke strijd. De verantwoordelijkheden die wij dragen worden ons soms te veel. Er heerst te veel stress op ons werk, op school en in onze relaties.
Van binnenuit kunnen wij verteerd worden door zo veel schuldgevoelens, angst, onzekerheden, pijn en soms trauma’s. Wat moeten we daar allemaal mee? Plus, en dat is het nog het grootste gevaar: de sociale druk. De angst om anders te zijn, om uitgelachen te worden, om er niet bij te horen, om anders gekleed te zijn. Sommigen van ons zullen alles doen om bij de groep te horen, om door anderen gewaardeerd te worden. Maar waar ben je zelf dan? Wat blijft er nog van jou over? Waar is jouw unieke bijdrage aan de wereld? Allemaal verkocht en weggegeven? Aan wat?
Je kijkt in de spiegel en het enige wat er nog over is, is een omhulsel. De rest heb je verkocht om erbij te horen. Je hebt jezelf opgeofferd en soms je kinderen ook. Zelfs je relatie met G-d en jouw unieke identiteit heb je weggegeven om er maar bij te kunnen horen, om hetzelfde te zijn als anderen.
Landbouw regels verklappen de oplossing. Wil je je identiteit behouden, blijf verbonden met jezelf, met je eigen ziel die een deel van G-d is. Luister naar je eigen stem. Doe eens al het geluid om je heen uit.
De laatste van alle profeten, Malachi verklapt het geheim:
כִּ֛י אֲנִ֥י ה לֹ֣א שָׁנִ֑יתִי וְאַתֶּ֥ם בְּנֵֽי־יַעֲקֹ֖ב לֹ֥א כְלִיתֶֽם׃
“Omdat ik G-d ben, Ik ben niet veranderd en jullie zijn de kinderen van Yakov, jullie zullen niet vergaan.”
G-d verandert nooit. Ook een Jood behoudt eeuwig zijn Joods-zijn mits hij er zich mee verbindt. Ontplooi die relatie waardoor je automatisch je weerbaarheid vergroot. Je gedrag is niet afhankelijk van het weer, de president, de koning, de krant of de buren. Je bent een weerspiegeling van G-ds wil. Net zomin als je G-d kunt vermoorden, zo kun je iemand die G-ds aanwezigheid bij zich draagt niet verslaan.
Verbind jezelf met wie je echt bent. Koester het G-ddelijke vonkje dat altijd in je blijft branden. Net zomin als je G-d kunt verslaan, zal het nooit lukken om een Joods vonkje in de menigte te laten verdwijnen. Steek dat vonkje aan, maak er een prachtig groot licht van, voor jezelf, je kinderen en voor iedereen die dat licht wenst te gebruiken om ook zíjn kern te ontdekken.
Het paradijs uit
Het verbod tot het eten van vruchten in de eerste drie jaren is nauw verbonden met de overtreding van Adam en Chava, drie uur voor het ingaan van Shabbat. Drie jaar wachten wij om goed te maken dat de eerste mensen zich drie uur niet konden beheersen. Er ligt echter ook een dieper verband tussen Orla en het eten van de verboden vrucht in het paradijs.
Zoals eerder genoemd gebeurt er iets wezenlijks bij het plukken van een vrucht. Je scheidt de vrucht van zijn voedselbron. Hetzelfde gebeurde er bij het eten van de verboden vrucht. Op dat moment hebben Adam en Chava besloten om niet naar G-d te luisteren. Ze hebben zich toen gedistantieerd van het verbod en dus ook van Diegene die het verbod heeft uitgevaardigd. Ze hebben G-d buiten spel gezet. Zij hebben hun relatie met G-d verbroken.
‘Waar ben je?’, vroeg G-d aan Adam. Hij had door het eten van de verboden vrucht, zich losgemaakt van zijn oorspronkelijke missie, van zijn G-d en zijn Bron die hem zojuist geschapen had. G-d kon Adam als het ware niet meer vinden of herkennen. Adam was overgegaan naar een andere realiteit. Hij had zich naar een andere situatie verplaatst en zichzelf onvindbaar gemaakt. Vandaar dat Gan Eden niet meer als woonplek voor hem geschikt was. Hij moest het paradijs uitgestuurd worden. Omdat hij een ander mens was geworden moest zijn woonomgeving ook aangepast worden.
Hij had zijn eigen ziel van zijn lichaam gescheiden. Hij had zijn lichaam ontwricht van het doel waar het voor geschapen was. Zijn lichaam was nu geen direct kanaal meer voor het spirituele. Hij had zijn lijf voedsel aangeboden dat giftig was voor zijn ziel. Hierdoor ging het materiële een eigen leven leiden. Voordien waren zijn lichaam en ziel naadloos met elkaar verbonden. Nu zijn ze noodgedwongen van elkaar gescheiden. Het lijf was door de overtreding losgekoppeld van zijn ziel. Het lichaam bleef als leeg omhulsel over en moest zich daardoor schamen en bedekken.
G-d had gezegd dat Adam zou sterven als hij van de verboden vrucht zou eten. Maar Adam is helemaal niet gestorven! Integendeel, hij leefde daarna nog heel lang. Had G-d dan voor niets gewaarschuwd? Er staat echter nergens dat hij meteen zou sterven. Wat G-d bedoelde is, dat als hij van de vrucht zou eten dat hij dan ooit zou sterven. De oorspronkelijke intentie van G-d was dat een mens eeuwig zou leven. Had hij zich 3 uur kunnen beheersen dan had G-d het sterven niet hoeven toe te passen en had een mens eeuwig geleefd.
Bij elke overtreding die een mens begaat ontkoppelt hij zijn lichaam van zijn ziel. Hij laat zijn lijf functioneren zonder hoger doel, zonder spirituele inhoud. Deze scheiding veroorzaakt de noodzaak om te sterven. Wat gebeurt er als iemand sterft? Precies hetzelfde: het lichaam en de ziel worden bij het overlijden van elkaar gescheiden. Het lijf gaat naar de aarde en vindt daar, door ontbinding, zijn herstel. De ziel wacht in de hemel. Na reparatie kunnen ze weer bij elkaar komen met het herleven der doden.
Leven in harmonie
Bij elke overtreding die een mens begaat veroorzaakt hij een scheiding tussen lichaam en ziel. Is de overtreding heel ernstig dan zal hij het alleen maar goed kunnen maken doordat zijn lichaam en ziel volledig gescheiden worden. Dat is de definitie van de dood. Vandaar dat een doodvonnis soms de enige oplossing is voor een aantal ernstige misdrijven. Het is geen straf, het is de enige manier om het weer goed te maken. Zo ook is het sterven na 120 jaar noodzakelijk om alle kleinere overtredingen recht te trekken, waarbij elk vergrijp zijn oorsprong vindt in de allereerste verboden vrucht.
Het omgekeerde geldt des te meer: elke keer dat een Jood kosher eet of op een andere manier Joodse activiteiten met zijn lichaam onderneemt, voedt hij zijn lichaam en ziel op een gezonde Joodse manier. Zijn lichaam is op dat moment een omhulsel voor de ziel. Hierdoor kunnen lichaam en ziel in harmonie leven. Dit klopt en dat voelt hij ook als rustgevend.
Al sinds de schepping zijn wij bezig, individueel en collectief, om ons lichaam met onze ziel weer naadloos te verbinden. Zolang de vruchten aan de boom vast zitten en zolang een Jood met zijn wortels verbonden blijft zal hij altijd als Jood blijven leven en zich ontwikkelen. Je zult hem nooit kunnen verslaan en hij zal ook nooit in de menigte kunnen verdwijnen!
Am Yisrael Chai!
Bracha Heintz
* niet zoals men zou kunnen denken, vanaf 15 Shewat
Gebaseerd o.a. op een les van Rav YY Jacobson
Opmaak: Rianne Meijer en Sonja Tamam en Devorah van der Heiden
Help jij mee om de continuïteit van deze artikelen te waarborgen? Door te sponsoren word je een actieve partner en steun je ook verdere activiteiten! Doneren kan hier op chabadutrecht.nl/doneren.