Tsaw | Zit jij er al warmpjes bij?
Het vuur uit de hemel verbrandt het offer pas nadat wij het hout aansteken. Hierin schuilt een les voor ons: als wij ervoor zorgen dat we de mitswot met warmte en enthousiasme doen, komt het vuur van Boven als antwoord. Het vuur zal al het negatieve in ons leven doven. Zit jij er al warmpjes bij?
Download hier een printversie van dit artikel (PDF)
‘En het vuur zal op het altaar brandend gehouden worden, je zult het niet doven…’
Wajiekra 6-5
Hayom Yom 20 Adar 1
In deze tekst gaat het over het altaar in de Tabernakel of Tempel, het altaar waar de offers op gebracht werden. Elke ochtend bracht een priester nieuw hout, stak het aan en zorgde ervoor dat het vuur bleef branden. Daarna kwam er een hemels vuur dat het offer opbrandde.
Een offer is iets wat je van jezelf weggeeft. Je zet ‘een dier’ of ‘je eigen dierlijke aspecten’ aan de kant voor een ander, voor een hoger doel. Maar hoe doe je dit? Hoe waarborg je de kwaliteit en de continuïteit?
Warmte vasthouden
Voor een goede temperatuur in huis heb je een thermostaat en brandstof nodig. Offers kunnen ook niet zonder brandstof en vuur. Met andere woorden: je kunt in je leven ‘de thermostaat aanzetten’ en van alles en nog wat doen, bijvoorbeeld regelmatig Torah leren en je keurig aan alle geboden houden. Je kunt je eigen comfort opzijzetten en tijd, geld en moeite weggeven voor het altaar. Maar dan nog zul je het ook brandend moeten houden. Er moet continu een bepaalde warmte zijn.
Soms zijn we geïnspireerd, maar soms hebben we er totaal geen zin in. Soms is het leuk en spannend, andere keren saai en eentonig. Soms voelen we de warmte van het Jodendom, andere keren staan we er cynisch tegenover.
Hoe houden we de warmte vast, elke dag… constant? Er is maar één manier, vertelt de Torah: ‘De priester moest elke ochtend het hout op het altaar aansteken’. Vuur en warmte hebben brandstof nodig en die zullen we zelf moeten aanleveren.
Reken niet op je buren, je ouders, de Rabbijn en zelfs niet op G-d. Sommigen onder ons wachten op een wonder, een G-ddelijke stem of vuur uit de hemel. Wil je hulp van Boven krijgen, dan zul je de eerste stap moeten zetten. Wil je dat planten groeien, dan zul je eerst moeten ploegen en zaaien. Daarna kan de groeikracht, die zich in de aarde bevindt, zijn werk gaan doen. De regen die vervolgens uit de hemel valt, zorgt voor het gewenste resultaat. Zo gebeurt het niet alleen in de fysieke wereld maar ook in de spirituele wereld.
Het vuur komt pas uit de hemel nadat het hout aangestoken wordt.
Met vreugde
Creëer je eigen inspiratie, motiveer jezelf, ontwikkel je eigen enthousiasme. Maak het Jodendom leuk, zet een vrolijk muziekje aan, doe een dansje in je woonkamer, zet je grote glimlach op en ga ervoor. Niet omdat het moet… maar uit blijheid. Blijheid dat G-d ons gekozen heeft om Hem te dienen. Blij dat wij het voorrecht hebben d.m.v. zijn geboden om dichter bij Hem te mogen komen. Blij dat Hij ons de gelegenheid geeft om een relatie met Hem te hebben. Tsaw betekent verbinding. Verbinding door Zijn geboden uit te voeren.
‘Omdat je G-d niet met simcha (vreugde) gediend hebt’, vertelt ons de Torah in Dewarim 28-46. De oorzaak van alle ellende is niet het feit dat je G-d niet hebt gediend. Nee, je hebt Hem wel gediend, je hebt het offer wel gebracht, maar het is koud op het altaar blijven liggen. De warmte en de innerlijke vreugde ontbraken. En dan heb je een groot, koud en donker gat. Zo’n gat raakt al gauw gevuld met spulletjes die je helemaal niet wilt. Ondertussen blijft jouw offer daar in de kou liggen. Er gebeurt niets, helemaal niets. Alle moeite voor… niets.
Elke actie veroorzaakt een reactie; als je het vuur hier beneden aansteekt komt het vuur van Boven als antwoord. Zo ook veroorzaakt alle moeite die je doet een reactie van Boven.
Je eigen vuur is begrensd, het is een menselijk vuur en dus gelimiteerd door tijd en ruimte. Wanneer jouw vuur eenmaal brandt, voegt G-d Zijn eigen vuur toe. Dit is zijn eigen onbegrensde warmte, zegen en bovennatuurlijk succes. Vuur dat komt nadat jij de eerste stap hebt genomen. Laat de ketel branden, houd de warmte in je hart en in je ziel. Ervaar de pracht en praal van het Jodendom en straal het uit.
Warmpjes
Dat heerlijke stukje van je favoriete cake, het bijhouden van het nieuws of het checken van je emails en appjes: hoe heerlijk ook, ze zullen je hart en ziel niet warm houden. Ze zijn niet in staat om je ziel te ontsteken. Deze bezigheden werken allemaal verslavend en sleuren je neerwaarts.
Wil je een super-dag voor jezelf creëren? Wil je gedreven door het leven gaan? Begin dan je dag met stilte, meditatie en gebed. Leer een stukje uit de Torah en leg een paar muntjes in het tsedaka-busje. Doe het met warmte en plezier. Wees vrolijk of doe net alsof. Op den duur zal je glimlach jezelf en anderen aansteken en zal het onbegrensde hemelse vuur jou boven alles uittillen.
Je zult het niet doven. De Magid uit Mezeritch zet in dit vers een komma na het woord niet. En dan staat er: Je zult het niet, doven. Met het woordje ‘niet‘ wordt het negatieve bedoeld
Je zult ‘het negatieve’ doven.
Als wij ervoor zorgen dat we de mitswot met warmte en enthousiasme doen, dan zal het vuur dat wij gebracht hebben al het negatieve in ons leven doven. Zit jij er warmpjes bij?
Bracha Heintz
www.chabadutrecht.nl
Gebaseerd op een artikel van Rav YY Jacobson
Help jij mee om de continuïteit van deze artikelen te waarborgen? Door te sponsoren word je een actieve partner en steun je ook verdere activiteiten! Doneren kan hier op chabadutrecht.nl/doneren.